Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
3
deren,
N9 2283.
1879.
BUITENLAND.
BS
BINNENLAND.
Woensdag 16 April.
April
i- en
Buitenlandsch Overzicht.
II.
3 van
.AND,
JzN.
NT.
mmode-
•petten,
DEN.
:n,
ELEN>
amhor-
elwerk,
enz. te
in
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave,
'f.
o
OP
ƒ550,
•«r
i by de
GOUDSCHE COURANT.
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
„V
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is f 1.75,
franco per post 2.
IND, be-
JK Koets-
legenheid
i erlangd,
vervanger
i. VOOR-
i bekomen
OW.
der alle
- n
ILL.
LES,
iek van
lalUes.
ekomen.
8 voor
I
ADVEBTENTIËN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GR00TE LETTERS
reden om de Ag. Rasse onvoorwaardelijk te gtlooven;
wij maken veeleer uit dit bericht op, dat Rusland
gaarne zou zien dat zulk een voorstel werd aan
genomen. In verband met andere berichten meenen
wij den stand der zaken aldus te moeten opvatten,
dat er onderhandeld wordt om Rumelië door de
Russen te laten ontruimen en in het geheel geen
provincie te leggen, derhalve ook
de in het tractaat van Berlijn aan-
voorloopig te zien hoe het gaat;
bezetting in die
gelen Turken op
gegeven punten en
de commissie zal de Turksche troepen kunnen ont
bieden, wanneer zij dat noodig mocht oordeelenkomt
men daarmee niet verder, eerst dan zou tot de ge
mengde bezetting worden* overgegaan. Wat hiervan
is, valt I moeilijk met zekerheid te zeggenin elk
geval moet men erkennen, dat dit voorstel er niet
onpractisch uitziet, het heeft in de eerste plaats dit
voor dat het de moeielijkheden verdaagt en een
proef waagt om te zien, of de Bulgaren op eigen
UtMa kMin— Mm ook wykt men op deze wyze
minder af van het tractaat van Berlijn.
De strijd, dien de clericalen in Frankrijk thans tegen
de Republiek en alle instellingen, uit 1789 voortge
komen, voeren is geen dreigend gevaar, maar behoort
een heikante waarschuwing te lijn. De pogingen
vau den vijand zijn hopeloos, zijn krachtsinspanning
ontzaglijk groot. Hy heeft terecht ingezien, dat het
rijn laatste veldtocht was en dat met een door de
ervaring gerijpte democratie en een volk, dat zich
zelf meester is, tegenover zich, er niet meer te re
kenen viel op veranderlijke grillen van de Regeering
of op den steun van het brutale geweld. Frankrijk
wil thans overgaan tot het zoo volkomen mogelijk
weren van bet clericale element, van den clericalen
geest uit de Regeering en nit de wetten. Alle ver
teringen hebben bewezen, dat de nationale «ril op
dat punt onveranderlijk dezelfde blijft. Hoe zott
het ook anders kunnen, waar ieder Franscbman,
van den hooggeplaatste tot den nederigste toe, heeft
kinin* n oonstateeren de verwoestingen, die het cle-
ricalisme in de zeden, in den nationalen geest
heeft aangerioht, en de schoone kans, die deze leer
stellingen van zedelijke vernedering hebben gegeven
en nog zonden geven aan do fortuinzoekers vap
het despotisme, aan regeeringen, waaronder het va
derland te gronde gaat, zooals bjjv. het tweede
Keizerrijk? Tenzij men ziende blind is, niets be
grijpt van politieke noodwendigheid en opzettelijk
alles vergeet en ook de les van de laatste SOjareu
waarin men alle rampen ziet ontstaan uil de
verfoeilijke clericale reactie van 1849, moest men
wel inzien, dat het uur gekomen was, waarop men
kiezen moest tusschen Parijs en bet Vaticaau, tus-
sohen de ultramontaansche aanmatiging en Frankrijk,
kortom dat het clericalisme de ware tegenvoeter was
vim vaderlandsliefde. Dat begreep het algemeen stem
recht ten volle en zij, die daaraan mochten twijfe
len, behoeven zich slechts de nederlaag van de pas-
toorsregeering te herinneren. De vijand, dien men
te bestrijden heeft, maakt zich geen illusies over
deze gezindheid der gemoederen hy weet, dat hy
door het nationaal geweten is gevonnisd. Zyn
stoutheid en woede klimmen door de wanhoop;
onze waakzaamheid, onze vastberadenheid moeten dus
ook grooter worden. Gebannen uit het jeugdig en
krachtig organisme van de democratie van ons
Frankrijk van 1789, tracht de doodelijke kiem van
het clericalisms verschillende vormen aan te nemen.
Keizerrijk, legitimisme, orleanisme zyn niets meer
dan klanken zonder goed geordende leerstellingen
of beginselen, «verba et voces, praetereaque nihil.”
De oude vanendezer verslagen partyen schijnen
nog te wapperen, maar zij zyn in handen van het
olerioalisme, dat hen om de beurt naar gelang van
omstandigheden uitsteekt, voornamelijk om zijn eigen
banier te verbergen, die bet wjjsseljjk liever niet
ontrolt. Tot elk dezer puinfaoopen van het verleden
zegt het clerioalisme «Ik werk voor u In wer
kelijkheid verwacht het, «dat allen voor hem zullen 1
werken. Elke zwakheid van een volk is een bres, i
waarin het clericalisms zich werpthet kan door
een val van den tegenstander slechts grooter worden; hoe -., -
het daarover juichen zou. Maar de vyaud zal die vreugde Vo^ d“»rblJ gedurende dien tyd geen troepen
niet smaken. De duisternis, die zyn plannen begunstigde
vermindert met den dag en zal ons niet meer doen
struikelen. By het schitterend licht onzer vrije
instellingen worden zijn handigste valstrikken verij
deld, maar tevens komen zyn haat, zyn woede, zyn
booze plannen duidelijker aan bet licht. Laat ons
al onze wijsheid, onsen moed, oaze eendracht tegen
hem over stellen, wy allen, die in verschillende
tyden, maar allen eren oprecht voor de bevryding
van bet vaderland, dat wil zeggen voor de Republiek,
streden.
De Neut freie Prtue schryft over den binnen-
landschen toestand ran DuitScnland. «Het lijdt wel
geen iwyfel meer, dat de rykakanselier in den eoo-
nomischen strijd overwinnaar zal blyven. Vele af
gevaardigden, die in den beginne fier den moed
hunner afwijkende overtuiging aan den dag legden,
zyn door de onverbiudelyke handhaving der socia
listenwet demoedig geworden; velen heeft een eigen
of lokaal belang tol beschermende rechten bekeerd.
De macht der persoonlijkheid, die haar economisch
dilettantisme tot om dogma vertM, overblufte de
aarzelenden en isoleerde de standraetigen. Niette
min ziet Bismarck in, dat zyn overwinning een
Pjrrhua-overwinning zal zyn. Wie zal de overwon
nene wezen? Het liberalisme, dat hem getrouw en
standvastig heeft gesteund, toen bij de eenheid des
rijks vestigde en zyn inwendige ontwikkeling aanving.
En met wie zal hy zijn zegepraal moeten deden?
Met een ongedisciplineerde, bont samengevoegde
hoop, die voor hel oogenblik door verscbilleude egoïs
tische belangen verbonden is, die echter, zonder
nationale geestdrift en zonder wortel ür bet volk,
uiteen zal vallen, zoodra andere dan economische
quaestien aan de orde komen. Belangeloos hebben
de liberalen de nationale idee gediend; de ultra-
montauen dienen Bismarck, omdat zy op een loon
rekenen, dat buiten het rijksbelang licht, ja er mede
in strijd ris'; de conservatieven gaan roet hem, omdat
zij hem den weg der reactie zien inslaan. Aan de
scherpzinnigheid van den Rykakanselier kan dit zeker
niet ontgaan zyn. En zoo bet hem ontgaan ware,
had de laatste conservatieve met Wiudthorst hem
er aan moeten doen denken. De tallooze compro
missen, die hij met de liberalen sloot, waren geen
overeenkomsten tot winstdeeling; want vooreerst was
het de kanselier alleen, die er by won, en ten tweede
konden de liberalen niets winnen, wat niet tevens
het ryk tot voordeel strekte. Hoe geheel auders is
het met een compromis tusschen Bismarck en Wiudt
horst gesteld! Wat Wiudthorst voor bet centrum
verwerft, ia een verlies voor het ryk en voor de
welvaart van het Duitsche volkwat hy aanbiedt,
in het gunstige geval slechts een tydelyke winst
voor Bismarcks economische plannen. Als dan die
plannen roet behulp der nltramontane stemmen zyn
verwezenlijkt, moet die bystand aan de roomsebe
curie worden betaald en bet volk zal de resultaten
zien prijs geven die een zevenjarige kerkclyke stryd
had opgeleverd."
De gemengde bezetting van Oost-Rumelië schijnt
nu weder ook «in beginsel’ zwak te staande
officieuss Ag. Rmte deelt althans mede, dat er nu
onderhandeld wordt over het voorstel van de Porte
om de gemengde bezetting niet te doen plaats hebben,
Aleko Pacha tot gouverneur van Rumelië te be
noemen en de bevoegdheid van de internationale
commissie te verlengen voor den tyd vau een jaar;
Rumelië laten binnenrukken, ook niet die punten
bezetten, waarop zij recht heeft. Wy hebben geen
GOUDA, 15 April 1879.
De 2e luit J. A. Fraterman van het Depót 2e Reg.
Inf. ia overgeplaatst by het koloniaal Werf-Depót
te Harderwyk en de le luit. J. J. Ffiesse, van
het Depót 4e Reg. luf. wordt, met 1 Mei e. k., over
geplaatst bij het Bat. Inf., in garnizoen te Haarlem.
Tot aanvulling van het bericht in ons nr. van
Zondag jl., betrteffende de oprichting eener centrale
kiesvereniging vermelden wy nog, dat eerst tot onder
voorzitter gekozen was de heer J. Herrewyn Jzn.
en tot penningmeester de heer J. A. Roest van’
Limburg.
Nadat deze heeren verklaard hadden die benoe
ming niet aantenemen werd tot onder-voorzitter
gekozen de hêer A. -M. Beyerman en tot penning
meester de heer A. C. van Aelst.
Toen ook laatstgenoemde bedankte, werd de heer
B. Erkelens benoemd.
Voor de betrekking van gemeente-secretaris te
Nieuwerkerk a/d IJsel, op een jaarwedde van ƒ550,
hebben zich 22 sollicitanten aangemeld.
De Commissie van oppertoezicht en beheer der
Kweekschool voor zeevaart te Leiden heeft bekend ge
maakt, dat op Dinsdag 29 dezer, *s morgens 10 uur,
in voornoemde inrichting eene keuring zal plaats
hebben van jongens, die eene verbintenis in *s rijks
zeedienst wenschen aan te gaan.
De Eerste Kamer, die heden avond ten 8 ure,
hare werkzaamheden hervat, heeft ter behandeling o.
a. de volgende wets-ontwerpen
Nadere wyziging der wet van 28 Augustus 1851
(Staatsblad n°. 127), tot regeling der militaire pensi
oenen by de zeèmacht.
Wyziging der regeling van de kosten in burger
lijke zgken en van de bevoegdheid der procureurs tot
bet bepleiten dier zaken.
Aanvulling der wet van 2 Mei 1863 (Staatsblad
n°. 50) tot regeling van het middelbaar onderwijs.
Onteigening teu behoeve der verlenging van de
Munuekesloot in het waterschap DuurswoM.