ADVERTENTIËN.
Burgerlijke Stand.
bekL ia plaats van tot twee tot drie maanden eenzame
opsluiting en 8 boete.
De tweede zaak gold den zoon Pieter K., die,
uadat zgne moeder reeds verwond was, op haar ge
schreeuw was toegesneld en een der aanranders had
over eene heining geworpen, terwijl hij twee anderen
met een mes kleine verwondingen toebracht. Althans
te dier zake werd hij door de Rotterd. rechtbank
tot zes weken eenzame opsluiting veroordeeld. De
beklaagde hield ook heden vol geenerlei verwonding
te hebben toegebracht eu alleen ter verdedigiug zijner
ouders drie der aanranders onzacht te hebben op zijde
geduwd. Door twee getuigen a décharge werd ver
klaard, dat A. S. en zijue gezellen den bekl. reeds
te voren op het ijs hadden gesard.
De verdediger mr. D. S. Van JSrubden betoogde
dat het bewijs in deze niet afdoende geleverd was,
te meer daar de getuigen charge niet ten volle
vertrouwbaar waren, wegens hun belang bij de voor
gaande zaak van een hunner, n.l. A. S. Doch al
was er voldoende bewijs, dan lag in het geweld,
tegeu zijue ouders gepleegd, voor den appellant
eene provocatie. Derhalve concludeerdè pleiter tot
vrijspraak en subsidiair tot oplegging eener zeer
lichte straf.
De adv.-getf., mr. Gregory, achtte het bewijs in
deze volkomen geleverd en hoewel toegevende dat
hier provocatie plaats had, meende Z.E.G.A. dat de
rechtbank reeds daarom voor de drie feiten eene
lichte straf had opgelegd.
Iu beide zaken Donderdag uitspraak.
De commissaris des konings in deze provincie heeft
bepaald dat de aflevering van de bij de nationale
militie voor de lichting van dit jaar in te lijven
manschappen zal geschieden o. a.: te 's-Gravenbnge
in den Koekamp, Vrydag 2 Mei, ten 8 ure; te
Rotterdam in de Beurs, Vrijdag en Zaterdag, 9 en
10 Mei, ten 8 ure; te Leiden in het Invalidenhuis,
Donderdag 15 Mei, ten Sl/2 ure; te Dordrecht in
de kazerne der Pontonniers, Maandag 12 Mei, ten
8 ure, en tc Gouda, Maandag 5 Mei, ten 87s ure.
De Eerste Kamer heeft Zaterdag, al de 22 aan
de orde gestelde ontwerpen aangenomen, na korte
discussie over die betreffeude de vereeuiging van
Stad- en Ambt Almelo en de besmettelijke ziekten.
Gisteren werden eveneens met algemeene stem
men aangenomen de procureurswet; de verhooging
van hoofdstuk 6 der Staatsbegrooting en de wijzi
ging der wet op het middelbaar onderwijs waarbij
de Miuister Kappeyne verklaarde, dat een algemee
ne herziening van de middelbaar-onderwijswet wordt
voorbereid. Met 24 tegen 4 stemmen werd de wij
ziging van de wet op de militaire peusioenen bij
de zeemacht aangenomen, nadat verschillende spre
kers hadden verklaard, dat hun bezworen waren
weggenomen dooi 's Ministers memorie van antwoord.
Het ontwerp tot herziening der belastbare op
brengst van ongebouwde eigendommen, werd na ee-
nige discussie aangenomen met 22 tegen 2 stem
men. De Kamer is daarna op reces gescheiden.
De leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raai zgu tegen 28 April des namiddags ten 3 ure,
bijeengeroepen.
Zaterdag werd te Leiden de 25ste algemeene verga
dering gehouden van de Vereeuiging van/Zuid-Holland-
sohe onderwijzers en onderwijzeressen, om bij overlijden
hunue weduwen, kinderen of andere eifgeuamen eene
toelage iu ééus te verzekeren.
Uit het verslag bleek, dat gedurende het jaar
1878 aan de vereeuiging 15 leden door den dood
ontvallen waren, 2 donateurs en 2 leden hadden
bedankt en 1 wegens wanbetaling van zijn lidmaat
schap vervallen was verklaard.
Aan de weduwen of kinderen van de 15 over
leden deelnemers werd 6596.50 uitbetaald.
12 onderwijzers en 1 onderwijzeres traden gedu
rende het jaar 1878 als leden toe, zoodat de ver
eeuiging in het geheel 4 leden verloor en zij op 1
Januari 1879 telde 4 donateurs en 1 donatrice, be
nevens 241 leden, waardoor de uitkeering op dien
datum voor de erven van een lid der le klasse
bedroeg 544, der 2e klasse 486.50, der 3e klasse
427, der 4e klasse 337, der 5e klasse 236
en der 6c klasse 123.
In bet bestuur der vereenifcing was de Secretaris,
de heer J. P. Lancel, vervangen door den heer J.
Wuyster. Een hartelijk woord van dank werd door
den voorzitter uamen9 de vereeniging aau den afge
treden Secretaris gebracht voor de belangrijke dien
sten, gedurende eene reeks vau jaren aan de vereeni
ging bewezen.
Het voorstel van het bestuur om, in plaats van
boven de 45, niemand boven de 35 jaar als lid toe
te laten, werd aangenomen.
De kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam heeft
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaat het een
adres verzonden waarin het verzoek wordt gedaan,
„om het wetsvoorstel tot aanleg en verbetering van
sommige werkeu iu het belang der biuuonlandsohe
scheepvaart, onverwijld in behandeling te willen
nemen."
In de jongste vergadering van de kiesvereeniging
Vrijheid en Orde te Deventer werd het besluit ge
nomen /,Zoo dikwerf er eene vacature iu den Ge
meenteraad ontstaat, zal bet bestuur eeue vergadering
samenroepen van alle kiesgerechtigdenonverschillig
of zij leden dezer kiesvereeniging zijn of niet. Iu
deze vergadering zul aan ieder de gelegenheid ge
geven worden een candidaat aan te bevelen. De
candidaten diena hoogstens drie vrije stemmingen,
minstens een vierde der uitgebrachte stemmen op
zich vereeuigd hebbeuzullen met eeu kort verslag
der vergadering nan de kiezers worden bekend ge
mankt."
Het uitgebreide verslag der tweede kamer over
het wetsontwerp tot heffiug eener eifectenbelastiug
is in bet laatst der vorige week openbaar gemaakt.
Wij ontleenen daaraan het onderstaande
I. Algemeene beschouwingen over den staat vnn
's lands geldmiddelen. Men verlangde, en omtrent
dit verlangen hecrschte in twee der afdeelingen
nagenoeg eenstemmigheid, een uitgewerkt overzicht
te ontvangeu van de waarschijnlijke uitgaven en
ontvangsten in dit jaar en iu de onmiddellijk vol
gende jaren, om te weteu of een duurzame belasting-
verhooging nu reeds noodig was. In andere afdee-
lingen verklaarde men zich niet daartegen, maar
meende men toch, dat de toestand zich uit hetgeen
aan de kamer bekend was, genoegzaam liet beoor-
deelcn. Op tal van gronden kwam in drie der
afdeelingeu de groote meerderheid tot de slotsom,
dat er niet slechts tijdelijk, maar blijvend eu toe
nemend, eene groOte gapiug tusschen gewone behoeften
en inkomsten bestaat, waurin» wilde tneu onze financiën
niet in den grond bederven, door liet nemen van
krachtige maatregelen moest worden voorzieu.
II. Het moet, in de onderstelling, dat het even
wicht tusscheu ontvaugsteu eu uitgaven verbroken
is, dat evenwicht worden hersteld Is dit te ver
krijgen door het betrachten van gepaste zuinigheid
of zijn nieuwe belastingen ouvermijdelijk? Bij de
behandeling dezer vraag werd in sommige der af
deelingen levendig geklaagd over de geweldige uit
zetting der staatsuitgaven iu de laatste jaren; over
de weelde die in de staatshuishouding bijua op elk
gebied heerschte en fver de kostbare Wgze^ waarop
sommige door de staten-generaal tot stand gebrachte
wetteu werden uitgevoerd. Naar het gevoelen van
anderen heerschte iu deze klachten groote overdrijving.
Overigens werd algemeen beaamd, dat nevens bet
vermeerderen der bronnen van inkomst //gepaste
zuinigheid" de dringende eisch van het oogeublik
was. Vele leden kouden niet deelen in de verwach
ting, dat 3 of 4 millioen 's jaars op de gewone
staatsuitgaven te besparen zouden zijn, en dat langs
dien weg het verbroken evenwicht zou hunnen worden
hersteld. Deze leden achtten verhoogiug van belasting
noodzakelijk, althans tijdelgk, maar dan ook eene
verhooging tot het strikt noodige beperkt, geenszius
eene zoodanige, wanrdojr de schatkist van meer
middelen werd voorzien, ten einde al weder de staats
uitgaven uit te kunnen breiden. In dien zin liet
zich in sommige der afdeeliugen de meerderheid uit.
III. Aangenomen dat verhooging van belasting
noodig is, waar moet die verhooging, in verband
met het bestaande stelsel van belastingen, gezocht
worden. Alleen op het gebied der directe belastingcnP
Bij de overweging dezer vraag, werd door de over-
grooté meerderheid (Je uitspraak des ministers, volgens
welke bezwaarlijk verliooging of uitbreiding van
verbruiks- of indirecte belastingen zou kunnen worden
aanbevolen, te absoluut geacht. Verschillende indirecte
belastingen werden aau de hand gedaan, maar afge
scheiden van de keuze uit de aanbevolen bronnen,
van inkomst, werd door verscheidene leden de over
tuiging uitgesproken, dat waar zoo veel uoodig en toe
neming der behoeften zeer waarsohgnlgk is, wel steeds
een groot gedeelte van het benoodigde uit de indirecte
belastingen en accijnsec, waarin de groote menigte
bgdraagt, zal moeten worden gevonden. Bg het ba-
spreken der vraag, in welke richting de aanvulling
der rijksmiddelen moest plaats hebben, werden ver
schillende denkbeelden geopperd. O. a. werd aan
bevolen het zoeken van die aanvulling in het ver
krijgen door den staat van een deel der aanzienlijke
wiusten, die de Nederlanclsche bank thaus verwerft
en het breugen van eene betere verhouding tusschen
de ryks— en gemeentebelastingen en het terugkomen
op de uitkeering van het 4/5 van het personeel.
IV. Is, als door directe belasting in de behoeften
der schatkist moet worden voorzien, eene belasting
op het roerend vermogen billijk en rechtvaardig?
karakter en object der voorgestelde effecten-belasting.
Vrijstelling van hypothecaire en andere schuldvorde
ringen. Personen die aan de belasting behooren
onderworpen te worden. De meerderheid kon de
juistheid der in 3 van de memorie vau toelichting
vooropgezette stelling toegeven. Terwijl op het ver
mogen, in vast goed belegd, de grondbelasting drukt;
terwijl van de inkomsten uit arbeid, nijverheid of
handel de patentbelasting wordt geheven; terwijl
zelfs het improductief gedeelte van het roerend ver
mogen (het meubilair) getroffen wordt, is het voort-
breugead gedeelte van dat vermogen, het kapitaal
iu effecten en andere dergelijke waarden belegd, tot
dusver bijua geheel van belasting vrggesteld. Het
mag daarom, indien er nieuwe bronnen van inkomst
voor de schatkist gezocht moeten worden, als grondslag
eener nieuwe belasting in de eerste plaats in aan-
ineikiug komen. De rechtvaardigheid en billijkheid
werd echter door velen bestreden. Bij de verdediging
vau het hoofdbeginsel der wet worden de iukomsten
uit effecten met die uit ouroerend goad en uit ngver-
lieid of arbeid geheel en al op een liju gesteld en
beweerd dat de eene evenzeer moeten getroffen worden
als de andere. Gaat, vroegen sommigen, die gelijk
stelling op? Bij het besprekeu vau het punt nopens
het karakter en object der belasting, bleek het verschil
vau gevoelen over de vraag of de voorgedragen heffing
als een kapitaal-belasting dan wel nis een partiële
inkomsten-belasting moest worden beschouwd. Voor
zoover men zich uitliet, werd door de meerderheid
de gekozene grondslag voor eene belasting op het
roerend vermogen te beperkt geacht; die belasting
moest ook tot de hypothecaire eii andere schuldvorde
ringen worden uitgestrekt. Wat meer bepaald de
hypothecaire vorderingen betreft, werd aangemerkt dat
er zeer gegoede iugezeteneu zgo, die een groot kapitaal
ann hypotheken b zitten of zelfs wier verinogen uit
sluitend daarin bestaat. Aau velen kwatn het twijfel
achtig voor, als hypothecaire schuldvorderingen wordea
vrijgesteld, of de in deu vorm van pandbrieven door
hypotheekbanken uitgegeven obligatiën wel door de
bt lasting kunnen worden getroffen. Over het al dan
niet begrijpen van bloole schuldvorderingen (zonder
zakelijk onderpand) in den maatregel, heerschte ver
schil van gevoeleu. Al plaatst men zich geheel op
het standpunt des miuisters en worden dus alleen
effecten object der belasting, ligt dan in de wet geen
overgroot bezwaar, in zoover daardoor de effecten-
en geldhandel te zeer zou wordeu benadeeld? Bij
eeu deel der leden woog dit bezwaar zeer sterk. Zij
vreesden dat de belasting het noodlottig gevolg zou
kunnen hebben vau de getd narkf, die thans in onze
groote handelsplaatsen bestaat en zulk een krachtigen
steun voor den goederenhandel oplevert, te doen ver
loren gaan of daaraan althans eeu gevoeligen slag
toe te brengen. Deze verschillende beschouwingen
droegen er toe bij dat in sommige der afdeeliugen
ecu groot aantal bden met ernst de vraag in over
weging nam, of de inkomsten van het roerend ver
mogen niet op eene andere minder aau bedenking
onderhevige wijze konden wordeu getroffen. Ook het
denkbeeld der invoering van eene algemeene inkom
sten-belasting, in de plaats van de voorgestelde partiëel,
werd door sommigen weer op den voorgrond gebracht.
V. Maatstaf en bedrag der belasting. Ook de
tegenstanders der effecten-belasting erkenden dat het
te heffen bedrag niet hoog is. Sommige leden waren
niet vreemd aan het denkbeeld om slechts eeu half
per mille te heffen, vooral indien de hypothecaire en
bloote schuldvorderingen onder de belust bare voor
werpen werden opgenomen en ook rechtspersonen
werden getroffen.
VI. Wijze van heffing. Dat bij belastingen als
deze moeielijk anders duu op eigen aaugifte kan
worden aangeslagen, werd door de meeste leden
erkend, maar daarin lag dan ook juist zelfs, volgens
ecnige voorstanders der wet, het zwakke punt van
dergelijke heffingen. Vooral echter werd de eigen
aangifte bedenkelijk gekeurd, omdat daarbij de eer
lijkheid, de waarheidsliefde van den belastingplich
tige op zulk eene zware proef word gesteld, deze
geplaatst werd tussohen zijne beurs en zijn geweteu.
Wel heeft de minister gemeend de juistheid en goede
trouw der aangiften te moeten verzekeren door de
bepaling op te nemen dat zij gedaan worden onder
aanbod van eede, maar velen achten dillen eenenmale
in strijd met het standpunt, waarop leden van het
tegenwoordig ministerie zich ten aanzien van de
eedsaflegging hebben geplaatst.
VII. Waarschijnlijke opbrengst der belasting. Men
achtte de berekeuing van het hier te lande aanwezige
kapitaal onzeker. Men geloofde niet aan vermeerde
ring van het nationaal vermogen, althans in de laatste
jnreu, maar onderstelde veeleer vermindering.
VIII Heffing der provinoiale en gemeentelijke opcen
ten op dc effectenbelastiug. Zullen die opcenten mogen
geheven worden? Volgens de bestnnnde wetgeving
ongetwijfeld: ja, en zelfs tot een door die wetgeving
niet beperkt bedrag. Velen vreesden dat zoo al niet
sommige provinciën, dau toch een minder of grooter
aantal gemeenten van deze hare bevoegdheid een te
ruim gebruik zou maken. Zoo de heffing van der
gelijke opcenten niet geheel werd verboden, sou toch
in ieder geval het maximum van te heffen opcenten
moeten worden bepaald.
IK Invloed op het kiesrechten de kiesbevoegdheid.
Trail de belastiug iu werking, dan zou de. invloed
daarvan op de kiesbevoegdheid niet onbelangrijk
zijn en bet heeft daarom wel eeuigermate bevreemd
dat de minister dit punt geheel ter z!jde laat. Ver
scheidene leden aarzelden niet te erkennen dat in
hunue schatting die invloed van een zeer beilzamen
aard zou zijn. Men deed echter opmerken dat de"
zaak ook hare schaduwzijde bad.
Bij de behandeling van art. 2 werd een levendige
strijd gevoerd over de vraag of de bewgzen van
aandeel in naainlooze venuootschnppeu, wier divideudeu
reeds door het patentrecht worden getroffen, aau de
effecteubelastiug moesten worden ontworpen. Velen
achtteu dit hoogst onbillijk. Door velen ook werd
's ministers voorstel billijk geoordeeld. Voorts vroeg
men wat verstaau moest wordeu onder //aandeden iu
geldleeningeu ten laste vau bijzondere personen buiten
lands woonachtig" en //ten laste van de ingezetenen
des rijks, doch gevestigd in of ten laste van goe
deren buiten 's lauds gelegen"; wordt onder dit
laatste ook begrepen eene hypothecaire vordering,
gevestigd op goederen buiten 's lands gelegen? Ouder
„buiten 's lauds" is hier ook gewis Nederl. Oost- eu
West-Iudië te verstaan, eu de vraag heeft dus met
het oog op de aldaar gevestigde cultuur en andere
ondernemingen gewicht. Moeteu onder de opgenoemde
aandeelen ook begrepen wordeu aaudeelen iu maat
schappijen of vereenigingen, die onverdeeld grondbe
zit ten onderwerp hebbeu? Wordt vrijstelling bedoeld
van aandeelen in geldleeningen ten laste van kerken
of kerkgenootschappen? Hoe staat het, volgeus deze wet,
met de waarborg- of reserve-fondsen der spaarbpnkeu
of liever met de aaudeelsn iu zulke iustelliugen? On
getwijfeld is het de bedoeling, ook de schatkistpro-
messeu te treffen. Maar moeten dau ook niet de
zoogenaamde recepissen eu ander handelspapier aau
de belasting worden onderworpen?
Bjji art. 3 werd door veleu gewenscht de uitbrei
ding dezer belastiug ook tot fictieve personen.
De bepaling, zoo men meent, van den lsten Maart
als den tgd tot grondslag van de belastingheffing
werd niet gelukkig gekozen geacht. Het bezit op
deu voorafgaandeu lsten Januari kwam rationeeler
voor.
Over de meeste andere artikelen werden aanmer
kingen gemaakt of ophelderingen gevraagd.
Vrijdagmorgen omstreeks 81/# uur is in een aard-
appelv aar tuig» liggende in den Amstel bij de Blauwe-
brug, brand ontstaan door bet omvallen van een pot
smeer die over het vuur hing. De brand nam zoo
spoedig toe, dat l.et geheele vertrek in volle vlum
aloud eu de schippersvrouw- roet twee kleine kinde
ren niet dan met groote moeite zijn gered. De schade
van den armen schipper, die niet verzekerd was, wordt
op f 200 geschat, voor hem veel te groot om te
kunnen dragen.
Omtrent de oorzaak, scbrg ft men: Terwijl de set-
schipper een potje scheepssmeer ter smelting op de
kombuis had gezet, eu daarna aan het dek was gegaan
ora eenige werkzaamheden te verrichten, wilde zijne
vrouw, die iu het aohterouder aanwezig was, het smeer
vau het vuur nemeu, waarbij zij hel ongeluk had een
weinig te storten. In een oogeublik tijd stond het
gunsche woonvertrek iu volle vlam, eu de vrouw en
1 wee kinderen werden doorliet voorbijkomend publiek
d >or het luik gered.
De zetschipper heeft bij deze ramp alles verloren,
zoowel lgfkleederen van hem en zgu gezin, als ameu
blement.
Ziju in den laatsten tgd vele mededeelingen
gedaan van geslepen en met overleg uitgedachte en
uitgevoerde oplichterijen, het betrof toch altijd eene
kleine schade. Thans heeft de politie de hand gelegd
op een voornaam heer, die, zooals wordt medegedeeld,
zich uoomt Henri Edinoud d'Orval de Montenay, en
voorgeeft te zgn renteuier te Londen. Onze lezers
zullen, na keunis te hebben geuomtn van het vol
gende verhaal, met ons vau meeuing zgn, dat het een
zonderlinge rentenier is.
In den zomer van het jaar 1877, toen hg in het
Amstel-hótel logeerde, begaf hjj zioh tot een solied
huis dat handel drijft in edelgesteenten. Eeu fami
lielid van een der leden dier firma had hij op
een reis van Amerika naar Londen leereu kennen,
waarom hij juist die firma lind gekozen. Hg vertelde
dat hij met zijn vrouw in onmin leefde, eu tijdelijk
in geldgebrek verkeerende, gaarne een paar juweelen
oorknoppen wilde verkoopen. Na eenige onderhande
lingen werd hem daarvoor ƒ1200 betaald. 'Deze
week begaf hg zich tot dezelfde firma. Hij verhaalde,
dat hg eerst in het Amstel-Hötel had gelogeerd, doch
nu de voorkeur had gegeven aan het Bible-Hótel;
dat hij thans weder met zijn vrouw was verzoend
en haar nu een geschenk van diamanten wilde ge
ven, waarom hij zich tot die firma, die hem in den
somer vau 1877 zeer solide had behandeld, wendde
met verzoek hera cenige stecnen tc laten zien. Alsnu
werden hpra rveMchiUendo partijtjes voorgejegd, doch
hij kon zijn keus maar niet bepalen en zou gaarne
zien, dan men den volgenden dag, om 11 uren,
met de diamanten aan zijn hotel kwam, dau had hij
meer tgd, en Icon meer op zijn gemak ziju keuze
doen. Op den bepaalden tijd werden hem verschillende
partijtjes diamant door eeu lid der firma vertoond.
Op eens neemt hij een dier partijtjes, ter waarde van
circa*10,900, ,van de tafelen zegt dit eveu aau
zijn schoonmoeder te willen laten zien om te vragen
wat haar oordeel daarover is. In plaats daarvan snelt
hg de trappen af, het hotel uit eu de straat op. Men
gaat hem ijlings na en een bedieude, die in den gang
had staan wachten, had, niettegenstaande zijn hoo-
geu leeftijd, bet geluk deu slimmen oplichter in de
Heereustrant te achterbalen en hem door de politie
te laten arresteeren, waarna hij naar de gevangenis
werd overgebracht.
Men schrijft uit Brussel, onder dagteekening van
18 dezerGroot ziju de vcrslageiiheid eu de deel
neming hier ter stede en alom ju den lande, bij
het vernemen der verschrikkelijke bijzonderheden vau-
de ontzettende ramp, gistereninorgeu in de kolenmijn
van FramerieS (Henegouwen) voorgevallen en uwen
lezers bereids door een telegram bekend. Zonder de
nadere mededeelingen af te wachten, welke hun door
speciale verslaggevers, naar het tooneel des ouheils
afgezonden, sedert werden geseiud, hebbeii nagenoeg
alle dagbladeu der hoofdstad eu van de provinciën
nog gisteren in hunne kolommen opeubare inschrij
vingen opengesteld, ora de nagelaten betrekkiugeu,
der talrgke, op zoo vreeselijke wijze om het leven
gekomen slachtoffers althans in den eersten nood
bij te springen.
Toch blgkt het gelukkig» dat de ramp, zooals ge
woonlijk, iu de eerste ontroering eenigszins is over
dreven en men er in slagen zal een groot aantal
der onder de aarde bedolven mijnwerkers te redden.
Niettemin zal het aantal der ougelukkigen, welke op
de of andere wgze bij de noodlottige gebeurtenis
betrokken zijn, groot genoeg blgveu om de ont
steltenis te verklaren, die zich van de nijvere, door
de aauhoudende haudelscrisis der laatste maanden
toch rteds zoo zwaar beproefde bevolking van Hene
gouwen iu het algemeen en van Fruineries iu het
bijzonder heeft meester gemaakt.
Het is de tweede maal iu drie jaren tijds, dat
de Agrappe door eeu mijugusoutploffiug getroffen
wordt; iu December 1876 verloren er niet minder
dan 112 arbeiders bet leven. Sedert waren de werk-
zaamhedeu iu de groeve als te gevaarlijk gestaakt,
totdat zij eeuige maanden geleden, dooi den heer-
scbenden uood gedwongen, hervat werden. Giste
renmorgen na waren de onderscheidene ploegen als
naar gewoonte nohtereeuvolgeus van af 4 uur iu de
mijii uedergelaten. Omstreeks half acht bespeurde
men aan de ingang der inijugroeveu een gaslncht,
weinige oogenblikkeu later gevolgd door een vree
selijke ontploffing, welke tot in de stad Bergeu
werd gehoord. Het mijugas was, door aanraking
met het vuur der stoomwerktuigen iu brand geraakt,
plotseling omgezet in een reusachtige vuurkolom,
welke gedurende ruim twee ureu vlammend bief.
Door de elkander opvolgeude schokken, bij de ont
ploffingen verwekt, stortten de iu vlam staande
gebouwen in, alle uitzicht op ouiuiridellijke hulp
daardoor verijdelende. Vijftien slachtoffers, zich nabij
den ingaug bevinden, werden het eerst, meer of
min ernstig gekwetst, in veiligheid gebrachteen
wertuigkuudige, wiens kleederen in vlam itondeu,
gaf eenige oogeublikkeu later den geest.
Tegeu bet middaguur wns men deu brand mees
ter en kou men er eindelijk aan deuken bijstand
te verstrekken aan de 224 ongelukkigen op de ver
schillende verdiepingen der groeve aanwezig. Van
alle zijden was inmiddels hulp komen opdageu; de
minister van openbaren werkeu, de gouverneur vau
Henegouwen, eeu door den Koning afgezondeu or
donnansofficier en talrgke andere autoriteiten ver
schenen achtereen volgeus op het tooneel des ouheils.
Eeu sterk detaehtement linietroepen en gendurmic,
uit Bergeu ontboden, waikte voor de handhaving
der orde en leende een krachtige hand tot redding.
Hartverscheurend was het schouwspel van den aan
blik dier honderden vrouwen en kinderen, vrien
den en bloedverwanten, om de gapende groeve
geschaard en telkens hun vreugde of smart lucht
gevende wanneer zij ouder de geredden een der
liuuuen ontdekten, of wel in hun blijde verwach
ting teleurgesteld werden.
Des nvouds te 11 uur waren 88 arbeiders behou
den aan den dag gebrachtlater zgn er nog vele gered.
Uit het vorstendom Lippe is dezer dagen een groot
aantal metselaars naar Szegediu vertrokken, op uit-
noodigiug der Oostenrijksche regeeriug. Zij zullen
worden gebezigd tot den herbouw van gemelde stad,
en jaren lang zullen zij daar werkzaam blijven. De
staat geeft kosteloos de noodige bnksteenen. Het is
vau algemeene bekendheid, dat een zeer groot ge
deelte der bevolking van het vorstendom Lippe al
metselaar alom iu Duitschlaud gedurende een aan
merkelijk gedeelte vau het jaar werkzaam zijn en om
hunue geschiktheid als zoodanig groote vermaardheid
hebben verworven.
11 Ml VA 't Is ons een genoegen aan onze
PA WIJ K lezers te kannen raededeelen, dat de
ÉÉÉlÉV VI beroemde Kleedermagazijnen voor
mannen en kinderen van La BELLE JARDI-
NIÈRE, besloten hebben hun geïllustreerden cata
logus naar Holland te zenden.
Dtze uitgebreide inrichting, eene der merkwaar
digheden in de hoofdstad, bevat alles wat tot het
toilet van den man behoort; het onderscheidt zich
van alle andere soortgelijke inrichtingen door hare
lage prijzen, elegante coupe, soliditeit en de keuze
harer stoffen. Wij raden ten zeerste hen, die ver
langen zich smaakvol te kleeden, aan, den catalogus
vau La Belle Jardinière aan te vragen welke
huu gratis franco zal wordeu toegezonden.
GEBOREN; 18 April. Jacoba Willeraina, ouders A. Groe-
nerelt eu E. Verwaal. 19 Simon Petrus, ouders S. san
Leeuwen en C. san der Heijden. Pieter Arie, oudera
A. Vingerling en K. Hazebrock. 20. Martiua, oudera P.
vau deu Toorn en D. Belonje. Jacob Johauoes, oudera
P. Marree en C. P. Verdries. JohanAes, ouders J. I. Dijkman
rn J. van Wijk 21. Dirk, ouders D. Schinkel eu H. van
der Starre Heudrika Christina Maria, onders A. H. de
Groot cn A W. Smeeman. Anna Clasina Trinetta, oudera
L. Belonje en K. Begeeiv
OVERLEDEN: 18 April. G. Hagc, 2 j. 6 m. 19. W.
de Jong, 3 in 20. J. J* Smit, 32 j. 11 m. A. M. vau
der Kirijn, 15 j. 21. C C. de Rooij, 6 j. C. de Hoop,
1 j. 3 m. J. C. de Lange. 66 j. A. Uithol, 62 j.
22. W. H. Blok, 3 m. T. Gibbon. 48 j.
Bevallen van eene Dochter K. BEGEER,
geliefde Echtgenoot van
L. BELONJE Tz.
Gouda, 21 April 1879. Gouwe
De ondergeteekende betnigt haarinnigen
dank voor de vele blijken van deelneming, die
zij heeft ontvangen wegens het overljjden van
haar echtgenoot. Zij hoopt dat haar stadge-
nooten haar hnn belangstelling zullen blijven
toonen, door haar in haar broodwinning te be
gunstigen, immers alleen daardoor kan het haar
mogelijk gemaakt worden de acht kinderen te
onderhonden, die haar echtgenoot haar heeft
nagelaten.
Een oom harer aanbehuwd-kinderen, de heer
J. L. Cats, heeft zich aangeboden, belangloos,
haar slagerij te drijven, op den voet zooals dit
tot na toe is geschied. Zij zal haar begunstigers
door 'het leveren van goede waar en door
prompte en civiele bediening trachten genoegen
te geven. Zij hoopt op begunstiging en aanbe
veling.
Wed. va* CREVELD-
Goüda, 8 April 1879. vak Meer.
*t* Voor de belangstelling ondervonden gedu
rende de ernstige, ongesteldheid van hun oudste
Dochtertje en bij het overlijden van hun jongste
Zoontje, betuigen de Heer en Mevrouw J. W.
SCHOUTEN hun welmeenenden dank.
Gouda, 18 April 1879.
Vpor de talrijke bewijzen van deelne
ming, b j het overlijden mijner geliefde Doch
ter, zoo van hier als elders ondervonden, betuig
ik ook namens mijne kinderen mijn oprechten
dank.
Wed. A. KOOREVAAR-
Gouda, 23 April 1879. Huijseu.
De Heer en Mevronw van UVEN
betuigen hnn dank voor de bewijzen van deel
neming ondervonden bij het overlijden van
hunne Behuwdzuster en Zuiter, Mejuffrouw
E. J. KOOREVAAR.
Gouda, 23 April 1879.