Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. HTS N° 2288. 1879. BINNENLAND. BUITENLAND. £l>, Zondag 27 April. iteren, Etc. Bullenlandsch Overzicht. )OO°O°< gen, met, honderd, Mllgr iNTUN te s. voór- cieteit <D| i, van een EBP aar no. 98, j billetten. n Notaris. EST, ndeweg. >OoOoOo< me bruin ofi of zwart,, TELARU r schil-, m, Pijïr Baard* rorden,( i verban-. TKKE- 4. i bd, mjjn< i YKMAH. GOUDSCHE COURANT. GROEI-, r schenk ce qualitei- en vereerd, m het hem te maken. LERS. on tegen'- jen rem-C ■kundige «nfaas. onvoor-, i. 746 at> een ieder' melden:* it. >ch Reizi- i. behaarde* 2defl eze de eer qjne reeds De publieke verpachting van het grasgewaê der Kaden en Singels van den polder Stolwijk voor één jaar heeft opgebracht de som van 1189.zijnde ongeveer f 600.minder dan de opbrengst van het vorige jaar. Te Amsterdam had Donderdag in het Paleis voor Volksvlijt de opening der bloemententoonstelling plaats. Eene keur van bloemen en planten is aldaar weder bijeengebracht, en het geheel levert een verrukkelijk gezicht op. HH. MM. de koning en de koningin kwamen even na 10 ure aan, vergezeld van den groothertogin van Saksen-Weimar en een groot gevolg. Tegen entree van f 5 beneden en 3 boven waren nog zeer vele personen opgekomen. De vorstelijke personen werden door de directie van het paleis en de commissie voor de tentoonstelling ontvangen en rondgeleid. Ongestoord konden zij alles in oogen- schouw nemen. Ruim een uur vertoefden zij in het gebouw. Bij hnn binnentreden werd door het orchest van het paleis, begeleid door bet orgel, het Wil helmus uitgevoerd. Aan de harddraverij van de Holl. maatschappij van landbouw op de Stadhouderskade namen 22 paarden deel, onder welke was de bruine merrie /o- hanna van J. Nieuwenhuizen te Gouda, door hem zelf bereden. HH. MM. kwamen aldaar ten 21/3 ure aan en bij het betreden der tribune werd aan H. ML door eene der genoodigde vrouwen namens bet bestuur een prachtig bouquet aangeboden. Des avonds had de gala voorstelling in den schouwburg plaats. Ten 8 ure kwamen HH. MM. de Koning en de Koningin in het gebouw aan. Bij het binnentreden werden zij verwelkomd en hun een programma aangeboden met den tekst van het op te voeren gelegenheidsstuk, aan Z. M. den Koning een exemplaar in fluweel gebonden met het Nederlaudsche wapen in goud, aan H. M. de Koningin een dergelijk exemplaar met bet wapen van Waldeck-Pyrmont, versierd. Door de rijk met bloemen en gewassen versierde vestibule begaven de vorstelijke personen met gevolg zich naar de koningsloge. Bij bun binnentreden stonden alle aanwezigen van hunne zitplaatsen op en speelde het orchest de volksliederen. Z. M. de Koning, in admiraalsunifurm, nam plaats met de Koningin aan zy'ne rechterhand. H. M. was in wit gala- costuum, droeg een diadeem en een collier van edelgesteenten. De groothertogin van Saksen- Weimar-Eisenbach nam plaats aan de zijde des Koidngs, de groothertog aan die der Koningin. Achter HH. MM. namen de leden van het corps diplomatique plaats en de speciale gezanten, die het Koninklijk echtpaar de gelukwenschen hunner hoven overbrachten. Zoodra HH. MM. plaats hadden genomen, ging de gordijn op en werd de voor deze gelegenheid bestemde welkomsgroet van mevr. Heinze- Berg, onder leiding van den heer Heinze, voorge dragen. Hierop volgden de vier eerste tooneden uit het derde bedryf van Schiller’s «Maria Stuart,” naar de metrische bewerking van Ten Kate. Mevr. Kleine speelde de Elisabeth, mej. Jos. de Groot de Maria. In de derde, vierde en vijfde tooneelen van het vierde bedrijf uit Corueille’s «Horace”, bewerkt door den heer J. L. Wertheim, trad mej. de Groot als Camilla andermaal op. Na eene pauze volgde de opvoering van «Oranje en Nederland”, eene bladzijde uit de geschiedenis, door H. J. Schimmel. Hierbij kwam het groote talent van mevr. Kleine opnieuw aan het licht. De slot-apotheose bevatte o. a. een ainryk opschrift ter eere van de Koningin. Toen daarna het orchest bij het vallen van de gordijn het volkslied aanhief, ging er een juichkreet ter eere van den Koning en de Koningin. HH. MM. verhieven zich van hunne zetels en groetten de menigte minzaam. Zij verwijderden zich daarop, doch vonden in de aanhoudende toejuichingen aan leiding om nogmaals terug te keeren en opnieuw de hulde, die hun werd gebracht, op de min zaamste wijze te beantwoorden. Gisteren had de opening, van het ijzeren droogdok der Amsterdamsche droogdokinaatschappy plaats. Het ontving, op Engelsche’ wijze, den naam van Konin- ginne-dok. Ten half drie kwamen HH. MM. in het feestelijk versierde dok, waar zij ontvangen werden door het Bestuur en waar de jongejufvrouw Anna worden, en zal reeds Maandag de nieuwe kamer bijeen komen, die een vorst moet kiezen. Behalve de candidutuur van Aleko worden nu nog slechts die van generaal Ignatieff en van prins Battenberg genoemd. Omtrent de kansen dezer beeren zijn de berichten vaagzij geven geen enkel motief om eene waarschijnlijkheidsrekening op te bouwen. Ook de Grieksche quaeslie zal, op het papier ten minste, een stap verder komen. De heer Waddington heeft eene circulaire verzonden aau de mogendheden. Intusschen reizen twee commission van bewoners van Epirus de Europeescbe hoven rond, waarvan de eene, de Albaneesche, beweert, dat het zonde en schande zou zijn om de eenheid der Albaneezen op te offeren aan de hebzucht van Griekenland, terwijl de andere de stelling verdedigt, dat de door Griekenland be geerde streek van Prevesa tot Janina zoo eigenaardig bij dat land behoort, dat het meest eenvoudige gevoel van billijkheid de mogendheden leiden moet om ten gunste der annexatie tusschenbeide te komen. De verschillende ministers van bnitenlandsche zaken hooren met beleefd geduld beide pleidooien aan. Een andere quaestie, die nud* lang hangende is, schijnt bij wyze van vergelijk geëindigd te zyn. Het is de bezetting van Novi-Bainr, bet bekende smalle gangetje, dat bij het verdrag van San Stephano aan Turkije gelaten was om het veraf gelegen Bosnië te bereiken. Toen de Porte Bosnië en Herzegovina kwijt was, verviel ook het nut van dat gangetje, waarom Oostenrijk niet ongenegen was ook dat stuk lands te annexeeren. De regeering van den sultan had, zooals begrijpelijk is, daarin niet veel zin. Thans is omtrent die zaak eene overeenkomst tusschen beide rijken gesloten, waarvan de inhoqd nog niet geheel bekend is. Alleen blijkt uit een telegram uit Konstantinopel voor zoover uit een telegram iets blijken kan, dat Novi-BauaV door Ooetenrijksche en Turksche troepen zal bezet «orden. Omtrent de strenge maatregelen van generaal Gour- ko te Petersburg merkt de Iva/.-^nÏMay te recht op, dat ze blijkbaar uitgaan van de onderstelling, dai de regeering op het bezadigde gedeelte der bevol king kan rekenen. Het zou volkomen ijdel zyu, de uitlevering van wapens te vragen, wanneer niet de burgerij *elre daartoe medewerkte en nog on- noozeler zou de bepaling wezen, dat ieder huiseige naar een bewaker moet aanstellen, wanneer men niet wist, dat die goed zouden worden gekozen. Men boude daarby *u het oog, dat een groot aantal huizen in Petersburg door vele gezinnen worden be woond en de maatregel niet naar onze toestanden kan worden beoordeeld. Over het geheel genomen, gelooft men in Berlijn, dat de Russische regeering de tegenwoordige moei lijkheden spoedig zal te boven komen en zeer wel deed met krachtige maatregelen te nemen, daar an ders ongeregeldheden zouden zyu ontstaan van ge heel anderen aard, dan velen in het buitenland schij nen te verwachten. Het gevaar toch is volstrekt niet, dat de bevolking met de nihilisten geineene zaak maakt, maar juist, dat de verontwaardiging zich keert tegen de standen, waaruit ze zijn voortgeko men. Reeds hebben zich vroeger verschijnselen voor gedaan, dat studenten werden beleedigd, omdat nihilisten meerendcels mislukte studenten waren. Hel zou natuurlijk een groot ongeluk wezen, indien ten onrechte werd geweten aan de geleerde standen, wat door sommige zeer ongeleerde» werd bedreven. Nu men het besef krygt, dat de regeering zelve zal zorgen, is dit gevaar minder groot. GOUDA, 26 April 1879. In de correctioneele terechtzitting der Arr. Recht bank te Rotterdam van Donderdagmorgen werd o. ‘a. veroordeeld: A. K., timmerman, zonder vaste woonplaats, bekl. van diefstal van een jas te Gouda. Eisch jaar gev. cell. 'f De plechtige opening van den Slichtschen Tram way is thans voor goed op Maandag a.s. bepaald. De dienst voor het publiek vangt Dinsdag aan. De Belgische kamer is bezig aau de wet op het onderwijs. Drie onbekende spreken ran de clericale rechterzijde vulden de eerste zitting met de bekende, ook bij ons telkens geopperde bezwaren. Hunne argumenteu tegen de neutrale school zijn voor Nederlanders niet nieuw, en sedert eenige maan den ook niet meer voor de lezers van Belgische bladen, die na al hetgeen hun reeds over de onderwys- quaestie werd opgedischt naar het oogeublik moeten ver langen waarop de wet iu den Moxiteur verschijnt. Br is dau ook alleen daarom, zegt de Indépndance zeer juist, iets onrustbarends in het optreden der drie genoemde afgevaardigden als sprekers, omdat men xreezen moet, dat als deze herren zelfs het woord voeren, achtereenvolgens allo 61 leden der oppositie aangehoord zullen moeten worden. Den tweeden dag was de liberaal Le Hardy de Beaulieu aan het woord, die er op wees dat de olericalen godsdienst en zedelijkheid verwarren; op hem volgde de nieuwe afgevaaidigdo Vandenpee- renboom, die betoogde dat de wet anti-liberaal is. Na hem zou de heer Kervyn de Lettenhove optreden en zoo zal het nog lang voortgaan, voor de stroom der welsprekendheid over dit onderwerp uitgeput is. De Parijsehe correspondent van de Timet zegt, dat de Regeering er niet aan denkt amnestie te ver- leenen aau Blanqui. Volgens de jongste wet wordt van zelve amnestie verleend aan allen, die gratie krygen. De amnestie volgt, zondermeer, drie maanden na de kwijtschelding der straf. Zeker echter is, zegt de correspondent, dat Blanqui geen gratie krijgt vóór den 3den Juni en krijgt hy dan gratis wegens hnogeu leeftijd en ziekte, dan is het slechts de ge wone, die geeae amnestie ten gevolge hoeft, zoodat Blanqui toch niet verkiesbaar zou zyn. Voor het overige zal de regelmatige weg worden gevolgd. De Kamer heeft te beslissen, of de verkiezing wettig is, maar ook al verviel zy in de groote fout van deze verkiezing goed te keurendan kan zy niet de regeering dwingen hem amnestie te verleenen. Voor iedere zitting zou zij hem een vrijgeleide moeten geven en gedurende het reces zou bij weer in de ge vangenis gaan. De vergadering zal denkelijk wijzer zijn en de verkiezing verklaren wat zjj inderdaad is, een onwet tige, zich spiegelende aan het voorbeeld van Italië, waar Mazzini berhaaldelijk werd verkozen en dan zyne verkiezing door eene liberale meerderheid onwet tig werd verklaard. Hoe krachtiger de regeering zich in deze houdt, des te geringer zullen denkelijk de bezwaren zijn. De Kamer zal vermoedelijk niet weifelen, wanneer ze weet, dat de regeering vast op haar stuk blyft staan en dan kan men den kiezers van Bordeaux het zonderling genoegen gunnen van eenige malen te stemmen voor een volkomen onbruikbaar man, wiens verkiezing nooit zal worden goed goedgekeurd en tot niets goeds kan leideu, noch voor hem, noch voor Frankrijk. In het Oosten begint wat gang in de zaken te komen. Aleko pacha vertrekt uit Parijs naar Kon stantinopel om spoedig zijn post als gouverneur van Oost-Kumelië te aanvaarden, en de Hepublique Frait- ftite bevestigt wat reeds andere bladen meenden te weten, dat de nieuwe gouverneur genegen zou zyn ook den vorstentroon in Bulgarije te beklimmen, als de vertegenwoordiging te Tirnova hem die hooge waardigheid wil opdragen. Daartoe zal hij echter de vergunning des sultans behoeven, indien hij althans tegelyk gouverneur van Oost-Rumelië wil blijven. Het;komtons nog altijd onwaarschijnlijk, voor, dat de Porie medewerken zou aan deze combinatie, die eene duidelijke voorbereiding is van de vereeniging van Oost-Rumelie met Bulgarije, van de Bnlgaarsche een heid ten koste der Porte, zooals die in het verdrag van San Stephano was beschreven. Lang zal hierover de onzekerheid niet meer kuunen duren. Volgens een telegram aan de Timet zal do Bulgaarsche con- tlituanle Zondag na volbrachten arbeid ontbonden

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 1