3»,
Nieuws- en Advertentieblad vw Gouda en Omstreken.
EN,
ien Wurtemj
N° 2292.
1879.
T,
•EN,
BUITENLAND.
Woensdag 7 Mel.
GOUDA,
N AF HE-
s van 9—4
n
Ubuin-
IIEE,
y Zonen,
M.
thermen,
Hultcnlaiidscli Overzicht.
k ZOON,
Parlementaire Werkzaamheden.
ITS.
I
van f 26,
lesschen,
arzonden
ar Jz.
EN bij
te berichten
ANT8CHE
«El,
FEEG, wjjk
het REPA-
voorkomt,
ening tegen
B. N°. 6
lodellen van
mevens eene
WERK, al»
1ANDEN,
r
van
niets af te leidej
•enommeerde
INKT fcN.
I
van
en meer
ajcr bestand.
•AREEREN
ie», Entout-
GOUDSCHE COURANT.
Zeer fijne
ste vinding.
N VAN
rden afgele-'
je» van vijf,
n Ned. on»,
Prijs, voor-
ens
lerde orders
r lz.
uda.
de Wet
prijzen.
:h minzaam.
KEN van
Prins Bismarck heeft persoonlijk de debatten over
de belastingwetten in den, Duftgchen rijksdag inge-
kid. Wat hij gezegd heeft, is bekend uit een tame
lijk uitvoerig telegram. Hij acht de hervorming
Nederland ea
verkrijgbaar
Botermarkt.
Na een kort reces is de tweede kamer
weder bijeengekomen om haar werkzaamheden
voort te zetten, en deze werkzaamheden kun
nen nog hoogst belangrijk zijn. Gewichtige
Wetsontwerpen zijn toch door de regeering
ingediend, en al moge nu nog slechts een
dier ontwerpen, de zoogenaamde kanalenwet, in
staat van wijzen zijn, niets verhindert de ver
tegenwoordiging om ook de andere wetten te
onderzoeken, en zoo mogelijk nog te behan
delen. Wel is het een gewone uitvlucht, dat
in die jaren, waarin de helft der kamer moet
aftreden, geen gewichtige ontwerpen mogen
behandeld worden, maar meer dan een uit
vlucht is dit niet. De tegenwoordige ver
tegenwoordigers zjjn wettig in functie, en
blijven dit tot de zitting, namens‘den koniug,
door den minister gesloten wordt. Veel meer
moest men trachten de ontwerpen nog af te
doen, vooral als die afdoening noodzakelijk is,
en niemand zal ontkennen dat dit met de
balastingontwerpen het gevaj is.
In de afgeloopen week zjjn slechts twee zittin
gen gehouden; in de feestweek heeft men zich
hoofdzakeljjk tot het onderzoeken van aange
boden ontwerpen van minder belang bepaald.
In de zitting van Donderdag heeft een
debat plaats gehad, dat wel eens gewichtige
gevolgen kon hebben.
In de eerste zitting was door den voor
zitter voorgesteld de kanalenwet in openbare
behandeling te nemen, omdat dit het eenige
ontwerp was dat voor openbare behandeling
gereed was. Hiertegen verzett'en zich ver
schillende leden, waarom wegens de onvol-
talligheid der kamer, zeer natuurlijk bij een
eerste zitting, op voorstel van den heer Blrissé
de discussie tot Donderdag verdaagd werd.
Eu waarom was men nu niet ingenomen met
het voorstel van den voorzitter; waarom
wensebte men de kanalenwet nog langer uit
te stellen? Laat ons eenige argumenten van
de bestrijders iiooren.
De lieerde Casembroot oordeelde, dat onze
finantiëele toestand eischt, dat wjj voor het
oogenblik grootsche ondernemingen laten rus
ten, en dat althans eerst de nieuwe belas
tingvoorstellen moeten behandeld worden. Eerst
de middelen aangewezen, zeide ook de heer
Van Wassenaer van Catwyck, voor wij die
belangrijke uitgave goedkeuren.
Een onvoorzichtige uitdrukking van den
minister in de zitting van Maandag gaf ver
schillende sprekers gelegenheid over miskenning
van de rechten der vertegenwoordiging te
spreken. De minister toch had een te krach-
tigen invloed op de regeling der werkzaam
heden willen uitoefenen, en uitstel yan be
handeling voor de regeering onaannemelijk
genoemd; de kabinetsquaestie dus naar aan
leiding van het al of niet in behandeling
nemen van een wetsontwerp!
Geen wonder dat de heer Van der Hoeven
tegen de behandeling was, als dit een middel
kon zjjn om de regeering te doen vallen,
krachtig kwam de heer Brouwers op voor de
rechten der vertegenwoordiging, alsof het
constitutioneels regeeringsstelsel voor hem het
- ideaal is. Meer indruk zal dan dok zeker
op den minister gemaakt zijn door het lid
der oude garde, den heer Van der Linden, die
niet begrjjpen kon, dat van de al of niet
aanneming van het voorstel vau den voor
zitter een portefeuille- of kabinetsquaestie kon
gemaakt worden,
De heer Van Houten is bevreesd de natie
drukkende lasten op te leggen, ook hij wil
van het stelsel der inkomende rechten en accijnsen
eene gebiedende noodzakelijkheid. Het Duitsche
rijk moet nit een financieel oogpunt onafhankelijk
gemaakt worden van de verschillende staten waaruit
het bestaat, en de ongelijk drukkende en onbillijke
wijze, waarop thans door de mafriculoir-bijdragen
in de geldelijke behoeften des rijk» wordt voorzien,
moet hoe eer hoe beter ophouden. De minst be
zwarende wijze, om in de behoeften des rijks te
voorzien, is door middel van indirecte belastingen.
Daartoe strekke Rusland ten voorbeeld, waar men
bij voortduring streeft de directe belastingen door
indirecte te vervangen. De eenige inkomsten, die
men in het algemeen met belasting moet treffen, zijn
de inkomsten uil kapitaal voorspruitende en mocht men
ook die, door den arbeid verkregen, willen belasten
dan mag dat toch niet dan in zeer geringe mate
gebeuren. De reden van den achteruitgang
de waarde der landerijen en van het meer
bezwaren der vaste goederen is, dat de binneu-
landsche graanbouw te zwaar belast is in evenre
digheid met den invoer van granen uit het buitenland.
Ook de nijverheid is niet voldoende beschut tegen
mededinging van buiten. Matige beschermende
rechten moeten daarin verbetering brengen. Duitsch-
land is thans een pakhuis, waar zich ophoopt wat
andere landen te veel voortbrengen. Daarom moet
het laad zijne deuren in zekere mate sluiten. Het
denkbeeld om tegenover den groeten invoer een
uitvoerhandel te scheppen op groote schaal, is tot
nu toe eene illusie geblekeu. Bij het sluiten
handrlstractateu »int altijd eene tier contracleereitde
partijen, terwijl de andere verliesteerst na jaren
van toepassiug kan nieif weten wie aan den voor-
deeligsten kunt is. ludietr een systeem van bescher
mende rechten een land ongelukkig maakte, zon
Frankrijk reeds lang ten ondergegaan zjjn. Ook
Rusland vaart wel bij beschermende rechten; terwijl
de landen, die hunne grenzen openhouden, achter
uitgaan, Engeland niet uitgezonderd, dat ook wel
tot protectie zal komen. Sedèrt wij onze tarieven
verlaagd hebben, ziju wij 'bezig een zelfmoord te
plegen. Om aan dien staat vau zaken een hinde
Me maken, kunnen wij niet voortgaan met ons vast
te houden aan schoonklinkend? theorieën. Wjj
moeten nitgaan van hetgeen de ondervinding ons
heeft geleerd. Partijgeest moet buiten deze dis
cussie blijven, want het geldt zuiver economische,
geenszins politieke vragen. Het Duitsche volk wenscht
te welen, waaraan het, zich te houden heeft in het
vervolg, en daarom moet alle onzekerheid ophouden
en wel zoo spoedig mogelijk. Beter aanstonds de
ontwerpen te verwerpen, dan de discussie noodeloos
rekken.
Zaterdag is het debat in eerste lezing, die gelijk
staat met het houden van algemeene beschouwingen
in ons parlement, voortgezet en beeft Bamberger
inzonderheid de inzichten uiteengezet van die men
in Duitschlaud free-trader» noemt.
De Natimal-Zeitung vestigt nu nog de aandacht
op de omstandigheid, dat men verkeerd doen zou
met bij dit debat in het nfgetrokkene te gaan re-
deneeren orer de beginselen van de stelsels van
vrijen handel en van bescherming. „Volkomen terecht”
zegt het blad „heeft prins Bismarck verklaard, dat
hij op dit terrein niet behoefde te komen. Er is
geen sprake van, dat thans in 'Duitschland de strijd
tusschen -beide stelsels gestreden wordt, want men
leeft in Duitschlimd onder het beschermend stelsel
en niemand denkt er aan, (lit van de baan te schui
ven. Men heeft een beschermend tarief; niemand
stelt voor, de daarbij bepaalde rechten te verlagen.
De zoogenaamde vrijhandélnars wenschen alleen, dat
ze niet worden verhoogd. Nu dit intusschen, om
s'aatkqndige redenen noodzakelijk blijkt te wezen, is
de eenige prnctische vraag deze, hoe en wat moet
worden verhoogt!, zonder dat de Duitsche nijver
heid schatte lij Ie, en hoe meer men zich aan die
vraag houdt, des te bier zal het voor Düitsch-
lands handel en nijverheid wezen.
Gaat men na wat er in de Duitsche bladen over
een en ander wordt geschreven, let men op «Ie con
ferenties, die, Bismarck hield met de hoofden van de
nationaal-liberalen, dan komt men dot bet vermoeden,
dat het eiud der zaak kal zijn, dut er een transactie
eerst den finantiëelen toestand geregeld zien. De
heer Roell, ernstige bezwaren hebbende tegen
een der nieuwe kanalen, bet kanaal door de
Geldersche vallei, wil med» uitstel, misschien
t voor
stel van den voorzitter werd echter verdedigd
van Eek, Fransen van de
Putte, Blussé, Van der
Linden, die terecht onderscheid maakten tus
schen de behandeling en de goedkeuring van
het ontwerp. Na de verklaring
woord op de effectenbela»ting
mogelijk bij de kamer zal indien
44 tegen 28 stemmen ht
voorzitter aangenomen, zot
vóór de belastingontwerj
worden. Behalve de ge'
nog liever afstel der geheele wet'. Het
door de heeren van Eek, Fransen van de
1 Kaay en Van der
i de goedkeuring
van den minister
van finantiën, dat hij de memorie van ant-
J zoo spoedig
idienen, werd met
voorstel van den
at de kanalenwet
t zou behandeld
worden. Behalve de gewone tegenstanders
der regeering stemden ook tegen het voorstel
van behandeling de heekeu Van Houten,
Bastert, Roell eq Patijn. En waarom nu die
langdurige discussie over het al of niet in
behandeling nemen van een wetsvoorstel
Ligt onder die schijnbaar hoogst onschuldige
discussie een poging verborgen om het ministe
rie ten val te brengen en is de bedreiging
van den minister iets meer geweest dan een
ondoordacht gezegde? Nu de kanalenwet aan
de orde gesteld is, zal spoedig bljjken of het
genomen besluit in het belang der regeering
geweest is, uit de stemming is toch volstrekt
niets af te leiden omtrent de kansen van
het ontwerp. De heer Vaw der Linden bjjv.
had nog volstrekt geen besluit omtrent de
wet genomen; andere leden die voorgestemd
hebben zullen zeker bezwaren hebben tegen
eenige voorgestelde kanalen, de bezwaren tegen
de onkosten zullen bij de discussie steeds
breeder afmetingen aannemen en zoo zou het
knnnen gebeuren, dat de wet door een com
binatie van m nderheden verworpen werd, te
meer daar de aanneming van dat ontwerp
de .zedeljjke verplichting oplegt, om de mid-
del'én toe te staan voor de uitvoering noodig.
Bij de discussie is gezegd, dat bij afstem
ming de kamer weder op reces" zou moeten
gaan uit gebrek aan werk, maar moet dan
hét wetboek van strafrecht niet onderzocht?
worden? Is het niet meer dan tijd, dat die
herziening tot stand komt, vooral nu een
ontwerp is ingediend, dat met goedkeuring'
door deskundigen niet slechts hier, maar ook
in het buitenland ontvangen is? Een onder
zoek van dit ontwerp dat meer dan 500 artt.
telt, zal toch geruimen tijd vorderen. Over
gebrek aan werk kan door de vertegenwoor
diging niet geklaagd worden. Wordt in deze
zitting het voorloopig verslag omtrent het
strafwetboek nog uitgebracht, dan zou er
rpogelijkheid zijn, dat het in October vóór
de begrootipg in behandeling werd genomen.
Wordt het onderzoek tot het volgende zitting
jaar uitgesteld, dan zal vooreerst van de be
handeling wel niets komenen wij zullen
nog langer verstoken zjjn van een goed
wetboek.
Zal deze regeering de bepalingen van het
wetboek nog verdedigen? De kanalenwet en
het ontwerp tot heffing eeier effectenbelas
ting zullen» dit beslissen. - L.