EL.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
N- 2294.
187a
A
BUITENLAND.
Zondag HMeK
Co.
I
J
pingr
t
g
w
KENNISGEVING.
BuilenlanM Overzicht.
Parlementaire Werktaamhedew/
8, 9 en IQ
•ON
verloskun-
:jjnen huize
adstimmer-
O
l¥ V».
t'
GOUDSCHE COURANT.
des voor-
ijhuis »db
oor ƒ2.—
te nemen
k te J’ur-
0, aflosbaar
inomen met openbare
ïantiëel bezwaar over
jij mui bjj den minister
nog te vermeesdereu
len 'Raam
dl en 482;
’AKHUIS
dessenma-
•5 en 412
was de minister
L.
Soetermeer.
1HOVEN.
hebben den
e..
r., des na-
len Kaste-
Het be
de herberg
rraag voor
G.LAN-
JDERS van
SDAG den
i 1 ure, in
nschrijving
SN:
elmetsel-
’echtscbe
In de zitting van Woensdag
van Waterstaat aan het wcford.
TAARDEN
gezonden!)
namiddags
en aan de
'e Inschrjj-
geteekend
79, uiterlijk
i Secretarie
n ten kan-
DROOG-
eg- de ander. En
lenis van het Die-
die vraag waarljjk
Ook bij den heer Oorver Rooft woog de fi-
nantieele quaestie zwaar. Gaat het aan, zeide
hjjom tegelijk spoorwegen, waterwegen en ka
nalen aan te leggen, terwjjl een kostbare oorlog
schatten*verslindt De draagkracht der natie
moge groot zijn, die mag niet overschat worden,
vooral daar het volstrekt niet bewezen is, dat
die voorgustelde 'werken productief zullen zjjn.
De heer Djjckmeester ziet den toestand zoo
donker niet in; hij acht de natie in staat uit
eigen middelen, noodige en nuttige werken te
bekostigen, en wacht nadere inlichtingen af,
omtrent eenige der voorgestelde werken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente Gouda,
Gezien Artikel 182 der Wet van den ÏSsten
Juuij 1851 (SlaoMUd no. 85):
Brengen ter kennis van de Ingezetenen, dat het
UITVOERIG en BEREDENEERD VERSLAG van
den toestand der Gemeente in 1878, ter Plaatselijke
Secretarie in druk verkrijgbaar is, tegen betaling van
Vijftig Ceufs.
Ga.da, den 9 Mei 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZEN DOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
Gemeente GOUDA,
Gezien Art. 228 der Wet van den 29sten Janij
1851 (Staatsblad n°. 85), regelende de samenstelling,
inrigting en bevoegdheid der Gemeentebesturen.
Brengen ter kennis van de Ingezetenen, dat de ter-
mjjnen voor de vorderingen ten laste van het Rijk,
bij de Wet bepaald of te bepalen, op die ten laste
der Gemeente vat
alle zoodanige voi
Tjjd brengt raad, zegt het spreekwoord, en zoo
bljjkt het ook iu Frankrijk te zijn gegaan. Vóór
het scheiden- der Kamers scheen het, alsof de zaak
der verplaatsing van het Parlement naar Parijs aan
leiding geven zou tot ernstige ongelegenheid. De Senaat
kon zich met dat denkbeeld maar volstrekt niet
verzoenen. Gelukkig was het kabinet wijs genoeg
om niet op onmiddellijke beslissing aan te driugent
men zocht en verkreeg uitstel en daarvan schijnt
voortreffelijk gebruik te zijn gemaakt om de aarze
lenden te winnen. Woensdag is eene vergadering
gehouden van de bnreelen der fraotiëu van de lin
kerzijde van den Senaat en beslist, dat men genoe
gen nemen zou met <|e aangeboden ruimte in de
Tuileriën, soodat de verplaatsing van het Parle
ment naaz? Parijs als nagenoeg zeker kan worden
beschonWW.
In dor Belgische Kamer hield de Brusselsohe afge
vaardigde Goblet d'AIvïella een belangrijke rede over
het onderwijshy weusohte den priester geheel uit
de schoof te verbannen en toonde aan de hand der
feiten aan, dat de wet van ’42 had geleid tot de
voogdijschap van den priester over den onderwijzer.
De afgevaardigde der rechterzijde Woeste volgde de
gewone, maprjfetwat al te vreemde clericals tactiek:,
hij ontleende allee wat er ten nadeele van het gees-
zittingjaar is thans opgediend, na
kamer, dat eerst de buitenge-
uitgaven zullen vastgesteld worden, vóór
de aanwjjzing en J--
delen, om die en andere uitgaven, te dekken.
beraadslagingen de finantiën
1 ..i
redevoering wees spreker op de verplichtingen
die men reeds had op zich genomen. Er zijn
tekorten op de Nederlandsehe en de Indische
begroetinger moeten nog gelden zijn voor de
haven van Batavia, voor de spoorwegen, voor
de rivier-verbetering, voor de vestingwet, voor
de onderwijswet: op dit alles lettende, moest
hij vragen hoe men den moed had deze uitgaaf
voor te stellen.
,De heer Barge verdedigde het ontwerp op
grond dat handel en nijverheid kwijnen; van
alle zjjden vraagt men bescherming, en bij de
volgehouden vrijhandelspolitiek is deze niet
beter te verleenen dan door de verbetering der
vaarwaters; voorzichtigheid en zuinigheid zjjn
groote deugden, zeide die spreker, doch waar
het geldt de bronnen vah volkswelvaart vooi
geheele verdrooging te bewaren, daar moet de
voorzichtigheid niet te Tfer gedreven worden.
De heer Schinimelpenl$nck van der Oye de
werken goedkeurende, bespreekt de finantiëele
zijde van het vraagstuk. Hjj wil inlichting
van den minister, omtrent den toestand der
geldmiddelen, daar het hem niet duideljjk is
hoe een minister, die de zaken tijdens de suc-
cessie-wet en de leenings-wet zoo donker inzag,
l;:-1i- -,n I”n goedkeuring
rmen hechten.
De heer van Baar wil weten hoe de regeering
kunnen doen. Hoe im
inrigting en bevoegdheid der Gemeentebesturen.
Brengen ter kennis van de Ingezetenen, dat de ter
mijnen voor de vorderingen ten laste van bet Rijk,
HU toepassing zijn, en dat mitsdien
iraeringen over de Dienst van 187 8,
vóór ot uiterlyk op den 30sten Junij aanstaande be
boeren te worden ingediend.
Goods, den 9a Mei 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
Hi I uw—MWR—n s .i i ii -
Een der hoofdschotels van het parlementair
debat van dit t
het besluit der kamer, dat eerst
wone i
vaststelling der nieuwe mid-
Men behoeft zich dus niet te verwonderen dat
bjj de algemeene beraadslagingen de finantiën
een hoofdrol gespeeld hebben. En waarljjk, het
ingediende ontwerp tot vermeerdering en ver
betering onzer waterwegen zal zoovele uitgaven
vordereu, dat men de bezwaren daartegen in
gébracht met het oog op onzen tinantieelen toe
stand niet te licht mag tellen. De regeering
hoopt de voorgenomen plannen uit te voeren
voor ruim 37 nrillioen, daarvan is voor het ka
naal van Amsterdam door de Geldersche vallei
naar de Bovenwaal 24 millioen; voor de ver
betering van den nieuwen waterweg van Am
sterdam naar Rotterdam 4 en een half millioen
bestemd, terwjjl verder de nadere provinciën ook
een. gedeelte van die gelden zullen ontvangen.
Herinnert men zich evenwel hoe dikwjjls de
begroetingen van den waterstaat reeds zjjn te
gengevallen, dan zal men zeker niet van pessi
mistische denkbeelden beschuldigd worden, als
men de gevorderde som op minstens 50 mil
lioen stelt,
De heer Bastert, de afgevaardigde van Utrecht,
opende de rei der bestrjjders. Hjj maakte een
vergëljjking tussrshen den minister Heemskerk,
die de Keulsche vaart in orde wilde brengen
en de Zuiderzee dioogmaken, en den tegenwoor-
digen minister, die zyu geliefkoosd denkbeeld;
een kanaal door de Geldersche vallei, wilde tot
stand brengen en daartoe de hulp inriep van
Noord en Zuid. Waartoe anders die menigte
kanalen en kanaaltjes in één artikel met het
hoofdwerk verbonden Door die samenkoppe
ling van zoovele belangen toch is het te ver
wachten' dat de zuidelijke heeren de uitgaven
zullen goedkeuren ter wilfe van het Noorden,
en de noordelijke heeren ter wille van het Zui
den. In het tweede gedeelte zjjuer belangrijke
W’
nu bü vermeerderde uitgave:
aan dit ontwerp heeft knnm
r - r
de middelen zal vinden om deze uitgaaf te
werken, achtte hjj het
wegend; nogtans dron
om de Ijjat dier werli
met een kanaal van deZuid-Willemsvaart naar
het Hollandsch Diep, alsof dit de gevorderde
som nog niet aanmerkelijk zou verhoogen.
De heer de Mejjier die de werken nuttig en
noodig acht om de concurrentie met het bui
tenland te kunnen volhouden, oordeelt dat ook
de natie draagkracht genoeg bezit, om in weer
wil van het ophouden der Indische baten, deze I
uitgaaf te dragen; hjj zou ook liever verder uier alleen de vraag is of de natie in st-at is
willen gaan, en zal daarvan getuigenis geven drasren de koeten voortvloeiende uit de af-
door al vast een goedkeurende stem over dit hissii
ontwerp uit te brengen. Y*1*
De heer van Naamen wjjst er
leidende gedachte bjj dit ontwerp' ontbreektI
gold het alleen subsidiënaau belanghebbenden,
al waren die ook aanzien Ijjk, hjj zou zich daar-
de rentebetaling
Onze afgevaardigde, de heer Patjjn, duldde
die optimistische beschouwing niet. Het minis
terie opgetreden onder de leuzeredding door
bezuiniging,» verhoogt de belasting en dient
een ontwerp in dat nog meerdere verhooging
ten gevolge zal hebben, hoewel het te kort nu
reeds door de mindere opbrengst der koffie on
geveer 20 millioen zal bedragen, en in de
eerste jaren eer vermeerdering van het tekort
dan verbetering te wachten is. Hjj zal dan
ook zjjn stein-nan dit ontwerp niet kunnen
geven.
De Heer Saaijmans Vader kan niet inzien
dat de handel zoozeer ten gevolge van deze
wet zal opgewekt worden. Hij wjjst op Vlis-
singen, en acht het in hei belang van Amster
dam om liever de Keulsche vaart in orde te
brengen.
De Heer Van Nispen kan niet stemmen voor
een werk dat hjj af keurt, alleen om een werk
te krijgen dat hjj wel wil, de vereeniging der
verschillende werken in één artikel keurt hij
dus ten stelligste af. Hjj wil gaarne openbare
werken doen aanleggen, mits het geld er is,
en dat is nu het geval niet. Ook de heeren
De Brujjn en Hejjdenrijck motiveeren hun af
keurende stem op grond van den finautieelen
toestand. Minder zwaartillend was de heer
Haftmans, die geen bezwaar had om te leenen.
De rente is sedert 1152 van 35 tot 26 milli
oen verminderd, niets verhindert ons om dat
Is^Re cjjfer weder eenigszins te verhoogen.
Uitvoerig verdedigt de minister van finan
tiën het standpunt der regeering. .Ook al wordt
de kanalenwet verworpen, wordt de belasting- -
wet gehandhaafd. De begroeting' der werken
is zoo nauwkeurig opgemaakt, dat geen teleur-,,
stelling te vreezen is. Zjjn tegenwoordigheid
bjj de wet tot regeling kan het lager onderwjjs
was onnoodig, dan toch ware het onderwijs
debat in een finantieel debat veranderd.
Ten slotte wees de minister er op, dat het
~L '1
te dragen de kosten, voortvloeiende uit de af-
ïng en de rentebetaling van de leening.
breken met het vrjjbandelsstelsel was bij
op dat'alle den minister geen sprake.
gold het alleen subsidiënaau belanghebbenden,
mede kannen vereenigen; deze voordracht kon
hjj echter niet goedkeuren, omdat nu door allen
zal betaald worden, wat slechts iu het voordeel
is van enkelen. Anders dacht weder de heer
tenting, die het zeer zou betreuren indien dit
ontwerp werd afgestemd, hjj oordeelde dat de
kamer een misdrjjf zou plegen jegens de natie,
wanneer zjj dit ontwerp,' dat ons sterken moet
tegen Duitschland, afstemde.
De hh. Mackay en Teding van Berkhout op-
perden echter weder bezwaren. Van waar moet
het geld komen, vroeg de een; is er water voor
de voorgestelde kanalen,
gaat, men de Ijjdensges
rensche kanaal na, dat
niet zonder gewicht.