ers
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
N° 2295.
1879.
ten.
iido,
Are»
HBO
ye doch
Woensdag 14 Mel.
Parlementaire Werkzaamheden.
esten ter
A.68.
i’AAlJ.
I
I
131
396
33
406
4
22
421
440
BBS,
men dieT
i bjj:
iouda.
NES,
t.
ding,
ing.
Iding.
ding,
ng.
udding.
ng* der
haakte,
UITTREKSEL
UIT HET VERSLAG VAN DENTOESTAND
DER GEMEENTE GOUDA.
1878.
wekt tegen
X
t>.
14
17
8
9
lUKKK SM,
i
I
GOUDSCHE COURANT.
J ES.
«Z.
N.
HTS en een
o den plaat»
<Mbku. aan
van NUGH
3
15
197 224
201
49 82
192 204
dat het minder geschikte vaarwater niet alleen
de oorzaak was van den minder bloeienden
toestand van den Amsterdamschen Rijnhandel,
waarna hij de vraag behandelde of de 18 h 20
millioen, die dat werk zon vorderen, die vrach
ten zouden afwerpen niet slechts voor Amster
dam, maajf ook voor het algemeen, die men
daarvan «rwachtte. Wat de technische quaestie
betreft,
overtocht over den Nederrijn bij de Grebbe
in Alle opzichten verre de voorkeur r™
aan een verbetéring van het vaarwater tusschen
Amsterdam en Gorinchem over Utrecht, ook
omdat de militaire specialiteiten uit een oog-
het nieuw ontwoi
Stieltjes kan Li-
gevoerd worden, daar deze het
kanaal steeds afhankelijk gemaakt had van het
droogmaken van het zuidelijk gedeelte der
Zuiderzee. Ten slotte „drong hij bij de regee-
ring op een nader onderzoek aan door een
Staatscommissie.
De heer Teding van Berk-hout herhaalt
daarop nog eens de bezwaren door den Heer
Roel reeds zoo uitnemend in het licht gesteld.
De heer Holtzman, een der Amsterdamsche
afgevaardigden, verdedigde daarop met het oog
op het algemeen belang het ontwerp, even als
dat uit hetzelfde oogpunt door den Utrechtechen
afgevaardigde bestreden was. Wil Amsterdam
zjjn goederenhandel behouden, dan moet de
waterweg naar Dnitschland verbetert worden,
kwynt Amsterdam -dan zouden de treurige ge
volgen over het geheele Isfiff niet uitblijven.
Men heeft gevraagd waarom doStAmsterdam het
zelf niet, en het antwoord fyefol wasAmster
dam heeft voor bet Noordzap-kanaal millioenen
geofferd, het heeft voor het lager onderwijs,
dat ellendig was, veel gedaan, het heeft vele
plantseljjke werken tot stand gebracht, de finan-
eieeie krachten van Amsterdam zijn, zoo niet
dan toch in gedrukten staat, terwijl
ilastingen tot het hoogste toppunt zijn op
gevoerd. Van een Staatscommissie wacht hij geen
heil en de weg van Amsterdam naar Rotterdam
kan Voor Amsterdam geen handelsweg naar
Duitschland worden.
Het laatste woord is nog niet gesproken
over dit kanaal. Maandag werd de discussie
voortgezet. T,
De bevolking bedroeg op 31 December 1878
8222 m., 9243 vr., 17465 van beide geslachten.
Hieronder zijn begrepen 85 mannen behoo-
rende tot de landmacht.
De iudeeling der bevolking naar de onderschei
dene godsdienstige gezindheden is als volgt
Man. Vr. Totaal.
Nederduitsch Hervormden 4963 5414 10377
Fransch of Wualsch Herv. 14 19
Evangelisch Lutherschen 189 217
Hersteld Evang. Lutherschen 3 1
Doopsgez. of Mennonieten 15 7
Remonstranten197 224
Christelijk Gereformeerden 201 239
Roomsch Katholieken. 2390 2828 5218
OmLRoomschen of van de
Bisschoppelijke Klerezy
Nederduitsche Israëlieten
lot geen der genoemde/gOr
zindheden behooren \M-
TotS 8222 9243 17465
De redevoering van den minister van water
staat, uitgesproken in de zitting van Woensdag
heeft de algemeene beraadslagingen niet doen
eindigen; in de zittingen van Woensdag en
Donderdag heeft men die voortgezet zonder dat
veel nienws gezegd is. Uitvoerig besprak de
minister de noodzakelijkheid van goede water
wegen, al ware het alleen om opdrijving der
spoorwegvrachten tegen te houden hjj schetste
het ontstaan van dit ontwerp, waaromtrent
reeds veel door de vorige regeeriug was voor
bereid; het nut der voorgestelde wegen is bjj
de discussie niet betwijfeld, en heeft men be-
zwMr tegen een of meer der voorgestelde wer
ken, het recht van amendement stelt ieder lid
in de gelegenheid het oordeel der kamer in te
winnen. Het vermoeden, dat verschillende
werken zijn voorgesteld om stemmen voor
andere te winnen, welk vermoeden door geen
bewijzen gestaafd was, achtte de minister geen
weerlegging waardig. Vereeniging van staats-
aanleg en het vaststellen van subsidies in één
ontwerp achtte hij in het belang der zaak.
Met het oog op het buitenland bestreed de
minister alle uitstel, terwjjl hjj verder pertinent
verklaarde, dat de begroetingen zoodanig op
gemaakt zjjn, dat men bjj de uitvoering geen
vrees voor teleurstellingen behoeft te koesteren.
De regeering heeft haar plicht gedaan, zoo
eindigde de minister, zjj meentop de ondersteu
ning der vertegenwoordiging te mogen rekenen.
De heer van Baar vroeg meer heht, nogaltgd
wist hg niet hoe de gelden voor die werken
zouden gevonden worden; ter verbetering der
wet had hjj nog gesproken, over een kanaal
door Noord-Brabant, maar al werd dit ook in
de wet opgenomen, hjj zou toch tegenstemmen.
Hoogst belangrijk was de repliek van den
heer van Houtenhg nam acte van de ver
klaring van den minister dat amendementen
konden voorgesteld worden met de hoop dat
de regeering bjj de stemming over die amen
dementen ha^r gewicht niet in de schaal zou
leggen, maar zonder pressie uit te oefenen,
ieder zou vrjjlateo. Eene kleine herinnering
aan de pressie door den minister uitgeoefend
bjj de discussie over de in behandeling neming
van dit ontwerp 1 Heftig bestreed hjj vervolgens
het kanaal door de Geldersche vallei, omdat
Amsterdam bjj de onveranderde aanneming van
deze wet twee kanalen naar den Rjjn zal krjj-
genéén naar Dodewaard qn één naar Rotter
dam, waarlangs men eveneens met groote sche
pen den Rjjn kan bereiken. Het eerste kanaal
moge den Amsterdamschen handel bevoordee-
len, doch dit zal alleen kunnen ten koste van
Rotterdam en Dordrecht, en voor die verplaat
sing zooveel geld uit te geven, achtte hjj niet
verantwoord. Ook het kanaal van Venlo naar
Nederweert, waardóór een concnrreerende han
delplaats zal geholpen worden, en vele der voor
gestelde veenkanalen, die door streken gaan,
waar het veen nog niet aan de snee is, bestreed
hjj. Ernstig verzette hjj zich vervolgens tegen
de lichtzinnige financiëele politiek der regeering,
die millioenen aanvroeg, zonder de middelen
aan te wijzen, waaruit die betaald zullen wor
den hjj hield vast aan de stelling, dat men
jXbjj het stemmen voor uitgaven zekerheid moet
hebben dat men in staat zal zjjn aan zjjn ver
plichtingen te kunnen voldoen, en in dat op
zicht had de redevoering Van den minister van
financiën hem volstrekt niet bevredigd.
De heer de Jong achtte het beter eerst het
kanaal van Amsterdam naar Rotterdam in
orde te brengen, en blijkt het dan later dat
dit onvoldoende is, dan zou men nog tot het
zoo kostbare kanaal door de Geldersche vallei
kunnen besluiten. De heeren van Naamen en
van Nispen doen nog nader hun financieele
bezwaren gelden, waarna de heer van Tienhoven,
afgevaardigde van Amsterdam, het bestreden
ontwerp tracht te verdedigen, door te wijzen
op hetgeen in Frankrijk en België voor de
waterwegen gedaan wordt. Wel is de finaneiëele
toestand op Tiet oogenblik minder gunstig, maar
dat mag geen motief zijn om de middelen tot
vermeerdering van welvaart niet; te verbeteren,
indien de uitgaven de draagkracht der natie
niet te bovengaan.
De redevoering van den heer van der
Hoeven deed een oogenblik de kanalenwet ver
geten. Als de God van Nederland, zeide hij,
zoo genadig is geweest om ons in een toestand
te brengen, zooals in de.geschiedenis van de
wereld zonder voorbeeld is (nameljjk het delgen
der schuld door de Indische baten), het is niet
te verwachten dat die God van Nederland ons
nogmaals zoo genadig zal zijn. Die woorden
lokten een protest uit vair den heer Schimmel-
penninek van der Ojje, die Mn de uitdrukking
>de God van Nederland" een groote wMrde
blijkt te hechten. Gelukkig bewaarde een
mrtere verklaring van den? heer van der Hoeven
de kamer voor een theolc^jisch dispuut.
In de zitting van Donderdag bestreed de
oud-mipister van financiën van Dolden het
ontwerpde kansberekening werd door hem
weder ter sprake gebracht, omtrent den vorm
had hjj verschillende aanmerkingen; het Mn-
nemen van dit ontwerp kan geen invloed hebben
op het voorstellen van wrbeteringen aan andere
waterwegenvele der voorgestelde werken be
boeren eindeljjk op de gewone begroeting en
moeten door de gewone middelen, niet door een
leening bekostigd worden. Ten slotte wees hjj
nog op de Mnzienljjke onderhoudskosten in het
vervolg, die niet door de inkomsten gedekt
zullen worden, omdat het plan bestaat geen
rechten of tollen te heffen.
Meer goedkeuring vond het ontwerp bjj den uitgeput,
heer de Rujjter Zjjlker, al kon hij nog aiet de belasti
verklaren of hij alle werken zal goedkeuren,
Gaarne zou hjj zien dat belanghebbenden de
werken en de uitgaven door bjjdragen te gemoet
kwamen. Verbetering van de Keulsche vaart werd
door den heer de Casembroot voldoende geoordeeld.
De minister van financiën legt ter gempet-
koming aan veler bezwaren geruststellende ver
klaringen af; wel wil hjj de gelden door een
leening vinden maar hjj acht nieuwe belastin
gen vooreerst niet noodig, te minder daar de
middelen toenemen en toch eenmaal de vesting
wet uitgevierd zal zjjn, waardoor de oorlogs
kosten aanmerkelijk zullen verminderen.
Scherp werd den heer Van Houten herinnerd
dat ministers, die thans door hem geprezen
werden, vroeger door hem veroordeeld waren,
wat door den heer Van Houten beantwoord
werd met een hernieuwden aanval op het be
leid van den tegenwobrdigen minister en een
hernieuwde afkeuring van het ontwerp. Ook
de heer Patjjn herhaalt zjjn bezwaren en dringt
op matiging aan, terwjjl de heer De Jong er
nog eens op wjjst dat berekeningen en ramin
gen meestal zjjn tegengevallen.
Nadat de minister van Waterstaat nog kort
de laatste sprekers beantwoord had, werden
eindeljjk de algemeene. beraadslagingen na een
vierdaagsch debat gesleten.
De heer Roëll opende in de zitting van Vrijdag
het debat over den nieuwen Amsterdamschen
waterweg met een redevoering, die de helft
der zitting innam en toch met den meeaten
aandacht werd aangehoord. Eerst schetste hjj de
geschiedenis der Keulsche vaart, en toonde aan
>uden
t, spreker had groot bezwaar tegen den
en
tegen bet kanaal door de Betuwe, waarom hjj
zou geven
Utrecht, ook
het algemeen, die
punt van defensie zich vroeger steeds tegen
‘worpen kanaal verklaard hadden,
hierbij niet als authoriteit aan
graven van het
«ikt had van het
het zuideljjk gedeelte der
ring op een nader onderzoek aan door