BUITENLAND.
BINNENLAND-
Ituitenlandscli Overzicht.
Laatste Berichten.
ker voor de Gemeente-apotheek in 't openbaar
aan te besteden;
Idem om bet kohier der Plaatselijke directe
Belasting voor bet volgende dienstjaar te doen
drukken en voor bet publiek verkrijgbaar te
stellen.
19 November. Inwilliging van het verzoek
der Heeren J. de Vries Kobbé en A. Kaptijn
tot verlenging met drie maanden ven den ter
mijn, binnen welken zjj overeenkomstig de
gestelde voorwaarden gehouden zijn zich om
trent de aanvaarding der concessie tot aanleg
en exploitatie eener Waterleiding te verklaren.
19 Nov. Afwijzing van het verzoek van den
pachter van den tol op het Amsterdamsche en
Goudsche rijpad om vergoeding van eenige
schade door hem geleden, tengevolge van den
aanleg van den spoorweg Leiden—Woerden.
10 December. Mededeeling dat door Z. E.
den Minister van Binnenlandsche Zaken afwij
zend is beschikt op een adres van Burgemeester
en Wethouders waarbij andermaal verzocht
werd uitbreiding te geven aan de alhier be
staande Rijks-IIoogere Burgerschool.
10 Dec. Besluit tot het ingebruikgeven van
een stuk grond aan het Rabat aan de Leidsche
Stoomboot-maatschappij »de Volharding" voor
den bouw eenér wachtkamer voor passagiers
met bergplaats voor goederen.
27 Dec. Afwijzende beschikking op een
adres van een aantal ingezetenen houdende
verzoek om eenige wijziging te brengen in het
besluit van 15 October tot oprichting eener
tweede Burgerschool voor jongens.
Wordt vervolgd.)
De Frnnsche kamer hervatte Donderdag hareu arbeid
en begon met de behandeling van het ontwerp tot
opheffing van den grooteu staf van het leger als
speciaal corps. Het is merkwaardig hoe weiuig ia
Frankrijk zulke regelingen van onderwerpen van
practisch belang de aandacht wekken. Zij vallen
geheel en al weg bij het vooruitzicht van zoogenaamde
groote politieke discussion, die de zenuwen der natie
prikkelen, dooh welker telkens widerkeeren van zeer
te betwijfelen nut is. Het is alsof het volk de
kamers beschouwt als een gezelschap tooueelkunste-
naars, die om hun publiek te boeien door hartstoch
telijke voorstellingen spanning moeten verwekken.
Deze week zal men zijn hart weder kunnen ophalen,
als de interpellatie Lockroy omtrent de algemeene
politiek der regeering zal aan de orJe komen. Men
zal dan weer een dug of vier zoek maken met
woorden, woorden en nog eens woordeu, terwijl er
nog zooveel ernstig werk ligt te wachten. Er schijnt
zoo weinig nut te liggeu in het debatteeren over
algemeene stellingen in parlementen, wijl de aan ieder
speciaal punt verbonden moeilijkheden dan buiten
rekening blij*en, on deze toch ten slotte de werk
zaamheid van den wetgever moeten bepalen.
De telegraaf belicht dat de republikeinsohe liuker-
zijde eenstemmig beeft besloten de verkiezing van
Blanqui niet geldig te verklarèn.
De Fransohe staatsraad heeft zich door de be
dreiging van de ultramontaanscbe bladen geen schrik
laten aanjagen en met 18 tegen 5 stemmen verklaard,
dat de aartsbisschop van Aix zich heeft schuldig
gemaakt aan misbruik van gezag. De aanzienlijke
meerderheid is te merkwaardiger, omdat de clericalen
wel reden hadden van den staatsraad in zijn tegen
woordige samenstelling een genadige sententie te ver
wachten. Vaa het vonnis van den staatsraad wordt
natuurlyk kennis gegeven aan den beschuldigde; vérder
wordt door den minister van justitie gelast, dat de
exemplaren van het mandement van den bisschop
zullen worden iu beslag genomen; waarschynlyk
wordt de uitspraak van den staatsraad ook nog
aangeplakt in al de gemeenten van de diocese van Aix.
De rechten op ruw ijzjer en op ijzererts zyn in
den Duitschen rijksdag met 218 tegen 88 stemmen
aangenomen.
De afgevaardigden van Duitsche steden, te Berlijn
vergaderd om getuigenis af te leggen van hun ge
hechtheid aan de vryhandelsbeginselen, hebben zich
niet voorgesteld, dat hun reis eenig gewicht in de
Mhaal zou leggen; integendeel, de president verklaarde,
aat men heel goed wist, dat men stond voor een
verloren zaak, en men alleen zou protesteeren, ten
einde alle verantwoordelijkheid van zich af te wer
pen. De zaken staan op dit oogenblik zoo, dat
men blijde zal zgn, wanneer de voorgestelde rechten
op de landbouwproducten niet worden verhoogdde
protectionisteu zullen voorstellen het recht op rogge
te verhoogen tot 1 M. per 100 KG.
Men gelooft, dut de hangende ontwerpen ongeveer
in het begin van Juli zullen zijn afgedaan. Dat ze
worden aangenomen l|jdt geen twijfel. Heeds uit de
samenstelling der commissiëu blijkt, dat bet centrum
en de oonservatieven het in deze geheel eens zijn.
Over het geheel genomen, is het ontwerp van wet
betreffende het bestier van Eizas-Lothariugeu gunstig
ontvangen. In Frnnsche bladen is het vermoeden
geopperd, dat de stedehouder van het ontwerp, wel
spoedig zal worden vervangen door een prins-n gent.
DitT echter schijnt niet in de bedoeling te liggen.
Het ontwerp zou dan niet de bepaling bevatten, dat
de stedehouder ten allen t|jde kan worden vervangen.
Hetzelfde toch zou dan van toepassing blijven op
zijn opvolger.
De meerderheid van het Zwitsersche volk verklaarde
zich eergisteren voor de herstelling van de doodstraf.
Meer aandacht dan die zijner collega's in de laatste
dagen trekt eene rede, door den beer Pirmez in de
ellenlange algemeene beraadslaging over de lager-
onderwijsvvet iu de Belgische kamer gehouden. De
'spreker van gematigd liberale, doch zeer beslist anti-
clericale beginselen, verdedigde de thuns voorgedragen
wet wel, maar niet met die warmte, met die ani
mositeit, welke zijne collega's van de banken links
daarbij aan den dag legden. De heer Pirmez koü
het blijkbaar niet vergeten, dat hij de thans ver
oordeelde wet vroeger als miuister in het vorige
kabinet Frère Or ban een paar jaren heeft uitgevoerd
en leverde een pleidooi voor eigen werkzaamheid
door te beweren, dat het euvel niet schuilde in de
wet, maar in de wijze, waarop deze door de clericnle
ministers was ten uitvoer gelegd. Het tegenwoordig
ontwerp vond hij wel goed, maar eigeulyk onuoodig,
en de kwade zijde er van is, dat de heftige discussie
verdeeldheid wekt iu het land. Toch zeide hij in
het slot zijner rede, dat hij niet bang is van wat
worsteling voor het liberalisme, waarbij hij met vol
komen recht zijn verleden tot getuige riep. Thans
echter wilde hij zooveel mogelijk verzoening, dat
hij mogelijk achtte, wijl, nu de wet toch tot stand
zou komen, de priester er zyn voordeel iu zou vinden
van hare bepalingen gebruik te maken, om gods
dienstonderwijs in de lokalen der lagere school te
geven. De liberalen raadde hij daarom matiging aan
en het toegeven op punten Yan ondergeschikt belang.
Wij twijfelen of zijn advies veel invloed zal hebben.
De toon der discussie wees tot heden niet op veel
toeijndering, en juist daarom vestigeu wg de aan
dacht op de woorden van den heer Pirmez, die eeu
nieuw element element iu het debat vormen. De
behandeling van de wet is vervelend en gerekt,
hoewel bet haar niet aau veelzijdigheid ontbreekt en
zij van de meest afgetrokken psychologische vertoogen
dikwerf overslaat in zeer terugstootende bijzonier-
heden van de onzedelijkheid der leermeesters. De
bladen maken lijstjes op van onderwijzers, die wegens
vergrijp tegen de zedelijkheid een vounis hebben
ondergaan, en de clericalen brengen de meerderheid
van die feiten, evenals de liberalen, bij de tegenpartij.
Zoo sleept het debat dikwerf door den modder.
GOUDA, 20 Mei 1879.
De eerste uitvoering der Goudsche Znngvereeniging
zal n. s. Woensdag plaats hebben. Het programmn
vindt men onder de adrertentiëudat mej. Kemp-
ner uit Rotterdam hare medewerking heeft toege
zegd zal ongetwijfeld met genoegen worden vernomen
door allen, die haar vroeger hoorden.
Wij vernemen dat het getal buitengewone leden
(contr. 2.60 met introductie van eene dame) nog
beueden de raming is gebleven. Dit verwondert ons
niet, daar menigeen zal gewacht hebben tot de
eerste uitvoering, met zich aan te melden. Het is
gelukkig dat daartoe bij den Heer de Schepper
nog gelegenheid bestaat; moge er door velen gebruik
van worden gemaakt.
Het wetsontwerp tot regeling van het' onderhoud
van historische gedenkteekenen en het verleenen van
subsidien voor het onderhoud en de inslandhoudiug
van gebouwen die oudheidkundige of kunstwaarde
hebben, bevat onder de monumenten, tot wier onder
houd en instandhouding subsidiën kunnen worden
verleend: de geschilderde glazen in de kerk ulhier.
In de zitting der Rotterdamsche Arr.-Rechtbnnk
van Zaterdag, werden o. a. de volgende personen
veroordeeld
J. S., wonende te Gouda, bekl. van diefstal van
een paar laarzen, tot een half jaar gev. cenz.
H. v. L., wonende te Gouda, bekl. vau diefstal
van diverse goederen, tot 1 maand gev. eenz.
A. v. d. H., wonende te Gouda, bekl. van moedw.
slaan tot 15 dagen gev. eenz. en 8 boete of 1
dag gev. eenz.t
Zaterdag 17 dezer des morgens tftn 11 ure, is
door den keurmeester N. Simons bij 1). Dongelmaus
in de Doelestceg alhier een geslachte bok en een tong
van een graskalf in beslag genomen en onder toe
zicht van de politie begraven, als schadelijk voor
de gezondheid.
By de Vrijdag door Heeren Kerkvoogden der
Ned. Herv. gemeente te Oudewater gehouden aanbe
steding van het bouwen van een nieuwe pastorie
zijn, behalve twee briefjes van onwaarde, ingekomen
de navolgende inschrijvingsbiljetten, als van
J. H. Nederhorst, iGouda, 9885J. Zijp, p®.
pekop, ƒ9205; B. van Wynganrden, Gouda, ƒ8485-
J. F. Weiter, Gouda, 8344P. W. Hardenbol, Oul
dewater, 8314; H. Berkhof, Oudewater, 8234;
H. Hogervorst, Oudewater, A8047;jW. Vau der Roest,
Oudewater, 7214; A. M. Schouten, Oudewater,
ƒ7145.
Omtrent de gunning zal nader worden beslist.
Fabrikanten en kooplieden der gemeenten Nien-
werkerk en Ouderkerk hebben zidïi tot den Rhyn-
spoorweg-maatsöhappij gewend, niet verzoek om den
trein van 8.25 of 9.80 's avonds uit Rotterdam naar
Gouda vertrekkende gedurende de zomerdienst ook
te Nieuwerkerk te doen stoppen.
Staten-Generaal. Tweede Kameh. Zitting
van Maandag 19 Mei.
Ingekomen het bericht van het overlijden van den
heer Wetstein Pfister lid der Algemeene Rekenka
mer. De Kamer zal nader eene nominatie opma
ken ter voorziening in deze vacature in de rekenkamer.
Ingediend is eeu amendement van zei leden uit het
Noorden, om in art. 1 der Kanalenwet een nieuw
onderdeel D. iu te voegen voor een kanaal ter ver
binding van het Winschoterdiep met het Eemaka-
naal. Het debat over art. 1 wordt voortgezet en
wel over ouderdeel O. De Noordervaart van Neder-
weert naar Venlo en het amendement van den heer
Van Naainen om dit te laten vervallen. Verschil
lende Limburgsche leden verdedigden het kanaal.
Alleen de heer Brouwer achtte het niet in het alge
meen belang en stelde als amendement voor, om
daarvoor in de plaats te stellen een kanaal Veulo
Helmond. De minister van waterstaat verdedigde
het regeeringsvooratel. Het kon de concurrentie
fan Antwerpen niet bevorderen, maar het was yan
groot lands belang ter verbinding te water van Venlo
en onze havens. Het amendement Brouwer ontraadt
hg sterk.
Discussie over het onderdeel C. is afgeloopen. Even
eens over het amendement van een kanaal van VKin-
Bchoterdiep naar het Eemskauaal, dat door de hb.
Kerkwyk, van Houten en Bredius bestreden en door
den minister aan de beslissing der Kamer overge
laten werd. Hedeu verdere onderafdeeliugen.
Ingekomen zyn eenige ontwerpen, waaronder on
teigening voor de droogmaking der Legmeerplassen.
De nieuw getrokken afdeelingeu hebben tot voor
zitters gekozen de heeren Begram, Van de Putte,
Van Deiden, Van Houten en De Bruyn Kops.
Door den tuinier en warraoezier Jacobus Kryger,
van Naaldwijk, is gisteren een mandje nieuwe aar
dappelen vau den kouden groud aan HH. MM. den
Koning en de Koningin aangeboden.
De reden, welke den Miuister van Oorlog dezer
dagen aanleidiug heeft gegeven, krnchtige maatregelen
te nemen tegen het door soldaten laten verrichten
vau ajouwerswerk enz. langs de straten, is hierin
gelegen: dut een aantal vaders zich bij den Miuister
beklaagd hebben over den aard der werkzaamheden
die //voortdurend" ann hunne zonen in den militaren
dienst worden opgedragen.
Zij raeenen, dat het laten uitvoeren van dusdanig
werk een krachtig middel zal zijn, om de vrijwillige
dienst neming tegen te werken.
De stuivers-spaarbank te Amsterdam is Zaterdag
avond geopend. Reeds 69 livretten werden dien
Avond afgegeven.
Eenige bladen deelcn mede, dat mr. H. H. baron
Roëll tegen November ontslag zou nemen als Com
missaris des Konings in Noord - Holland. Het
Hdbl. voegt daarbijdat daarmede in verband
staan, veranderingen in bet commissariaat van Zuid-
Holland en het burgemeesterschap van Arasterdam;
vermoedelijk doelende op reeda vroeger geloopen
geruchten, dat de heer Fock, commissaris in Noord-
Holland en jhr. den Tex, commissaris des Konings
in Zuid-Holland zou worden.
De Hoofdcommissie tot aanbieding van een Natio
naal Huldeblyk aan H. M. Koningin Emma heeft
aan de sub-coramissiën bg circulaire medegedeeld, dat
zij in haar voornemen, dank zij de algemeene mede
werking, gelukkig geslaagd is en dat zy de eer heeft
gehad, dat Huldeblijk ann H. M. te mogen aanbieden
op 21 April 11. in het paleis te Amsterdam. H. M.
de Koningin heeft het Huldeblijk met dank aan
genomen, maar ook Z. M. de Koning beeft aan den
Voorzitter, den burgemeester der hooftstad, verzocht,
om aan de gemeenten, waar bijdragen zgn bijeen
verzameld ten behoeve van dat Nationaal Huldeblyk,
daarvoor den dank van Z. M. over te brengen. De
Voorzitter, meenende dat bij beter aan den hem op
gedragen vereerenden last des Konings zou kunnen
voldoen, door de Commissie daartoe uit te noodigen,
die met hem zich tot eene Hoofdoommisaie tot dat
doel had vereenigd, heeft daartoe het voorstel gedaan,
dat door haar ia aangenomen. Bij hare circulaire
kwijt de Hoofdcommissie zich van deze taak.
Aan de Memorie van Antwoord op het verslag
over de begrootiug voor 1879 ia het volgende ontleend:
De Minister heeft het ongeraden geoordeeld en
onvruchtbaar tevens om, reeds in de eerste dagen
van zijn bestuur, al zgn plannen en voornemens
aanstonds in het breede te ont*ouweïï en aan te kon
digen, nog eer hij zelf den tijd bad kannen vinden
ze in allen deele uit te werken, ten einde de bij
zonderheden zoo nauwkeurig mogelijk te beoordeelen.
H|j betoogt echter, dat de groote geldelijke offers,
voor ons defensiewezen gebracht, geenszins vergeefach
geweest zgn.
Men mag toch niet voorbijzien, dat ten opzichte
der doode weermiddelen reeda fóor vijf jaren een
vaste regeling verkregen is, en dat het bestaande
leger, ofschoon bet in vele opzichte zal behooren te
worden gereorganiseerd, toch oubetwistbaar de stof
voor zoodanige reorganisatie oplevert, terwijl in het
lot vnn den soldaat menige verbetering is aangebracht.
Hg heeft zich mede niet kuuuen nedeileggen bij
de plannen voor legervorming en orgauisatie van zyu
onmiddelyken voorganger, voor zoover die hem zijn
gebleken.
Thans staan de beginselen der te ontworpen wets
voorstellen in hoofdzaak vast en de organisatie en
dislocatie-ontwerpen liggen zoo goed als gereed. Deze
laatste rosten op het verkrijgen van groot er troe-
peneenheden, te leggen in vaste garnizoenen eo met
een meer gelocaliseerde militie.
De Min. vleit zich, dat de kamer de wijzigingen
der militie- en scbutterywetten in het volgende zit
tingjaar zal kannen behandelen. Eerst nadat over
deze gelegenheden zekerheid zal zgu verkregen, zal
bet vraagstuk omtrent de organiéatie der levende
strijdkrachten bg de wet rijp zgn voor beslissing.
Van een algemeen departement vaü Nationale Ver
dediging, waarbij leger, vloot en troepen voor In-
dischen dienst alle te zamen onder éeti zouden worden
gebracht, desnoods onder een civiel persoon, ver
wacht de Min. geen heil.
Bg cumulatie van departementen zou zeer veel
aan niet verantwoordelijken moeten worden overge
laten en ook daarvan een gevolg zijnf dat de bud
getten zouden stygen.
Dergelijke orgauisatie onzer levende strijdksachteu
is dringend noodig. De voorbereiding daartoe is da
delijk na z|jn optreden door ouderhanden genomen.
Bij die organisatie gaat hy van het gronddenkbeeld
uit, dat het staatsbelang uiet medebrengt, de gele
deren vau het leger nagenoeg uitsluitend samengesteld
te laten blijven uit de lagere standen der maatschappij,
b|j welke in den regel de verstandsontwikkeling
het beperktst ia.
Het is Min. ernstig streven, a) datgene te doen,
wat «trekken kan om bepaaldelijk den dienst bij de
militie voor ieder, die geroepen wordt om hem te
vervollen, zoo min bezwarend mogelyk te makeu.
Bij aansporing tot lotsverbetering van den soldaat
wachte men zich echter voor overdrijviug, ook met
het oog op de finauciëele gevolgen.
Ala een voorstander der verbetering van de ka-
zcrueering, vooral uit eeu hygiënisch oogpont, was
het hem aangenaam, iu het Voorioopig \erslag de
verzekering te zien neergelegd, dat by te z|jner tijd
op de dnnrvoor noodige gelden zal kannen rekenen.
Dit geldt ook de behartiging van de materiëele be
langen der officiereu. Hy is overtuigd, dat som
mige tractementen, althaus die van ne kapiteins,
dringend verhooging eisoben.
Garnizoensveranderingen worden zooveel mogelyk
vermeden, zelfs b|j bevordering van de officieren
doch geheel te ontgaan z|ju zij niet. Schadeloosstel
lingen zouden te veel uitgaven eisohen. Zoodra zijn
stelsel van vaste garnizoenen zal x|jn in werkiug ge
treden, zal echter garuizoensveraudering voor een of
ficier tot de zeldzaamheden behooren.
Aan den wensoh van sommige leden, die aandron
gen op publiciteit bij de officiers-examina, is sedert
de regeling van het onderwijs bij de Kon. Mil. Aca
demie ten deele voldaan.
Het bevreemdt den Min., dat men gemeend beeft
in dit budget een strekkiug tot uitzetting der gewone
uitgave op te merken.
De juistheid der redeneering, waarop die meening
gegrond werd, mag met recht worden betwijfeld. Im
mers het verschil van 163,000 ten gunste van 1877
werd verkregen door een niet, als juist of billijk te
beschouwen vergelijking.
B|j bet beantwoorden derbyzondere aanmerkiugen
omtrent enkele posten geeft de Min. onder meer te
kennen, dat vermeerdering van het aantal adjudan
ten van den Koning met de adjudanten van wyleu
Z. K. H. Prins Hendrik een zaak ia waarin zijn De
partement natuurlijk niets te zeggen heeft gehad.
Instemmende met de zienswijze, dat de officieren,
om geschiktheid te behouden, niet te lang aan den
actieveu dienst bij den troep moeten worden ont
trokken, kan de Min. evenwel voorshands geen be
paalde toezegging doen omtrent de toepassing daar
van voor de adjudanten des Konings.
Voorts verklaarde de Min. dat aan de betrekking
van waarn. gouverneur der residentie geen bezoldi
ging is verbondendat zij sedert een reeks van jaren
aan £en opperofficier van het garnizoen eu thans aau
den plaatselijken kommandant is opgedrageu; dat de
instructie voor den gouverneur, vastgesteld t>ij Kon.
besluit van 22 Maart 1849, berzieuing vereischt.
De groote militaire manoeuvres zulleD dit jaar
plaats hebbeu in de tweede week van September.
In het Engelsche tijdschrift Engineering" lezen
wy het volgende
De Londensche brandweer zal biunenkort opnieuw
twee liebte stoombrandspuiten van de heeren Mer-
ryweather Sons, van de nieuwste verbeteringen voor
zien, in gebruik nemen. Deze machines schijnen zoo
wel in Eugeland op het vasteland bij de brandweer
zeer gewild te zijn. Te Oxfort. waar men sedert de
vernieling van de Shakespeare-bibliotheek steeds meer
bedacht is op bescherming van de vele beroemde ge
bouwen dier stad, heeft men besloten de plaatselijke
brandweer van zulk een stoombrandspuit te voorzien,
nadat een nauwgezet onderzoek, bij de verschillende
brandweerkorpsen ingesteld, de overtuiging bad ge-
geschonken dat deze stoomspuiten door haar con
structie nagenoeg geheel voor beschadiging gevrij
waard zijneen dergelyke spuit te Coventy kostte
gedurende eeu tydsverloop vau 7 jaren slechts 11
aan onderhoud. De bekroning met twee gouden
medailles, die den heeren Meftyweather Sous op
de Parijsche tentoonstelling te beurt viel, blijkt dus
te wordeu bekrachtigd door het oordeel vau hen, die,
volkomen vertrouwd met de practische eischen van
eeh goed ingerichte stooinbrundspuit daarover fijn
geraadpleegd.
In het weekblad De Neder-Felutce dringt „een on
partijdige" er op aan, dat dr. L. Mulder aan bet
publiek de grieven mededeelde, welke hem bewogen
hebben om terug te komen op de toezegging van
z|jn laudbouwbibliolheek eenmaal eigendom te doen
worden van de Rykslandbouwschool. De onpartijdi
ge w|jst er op, dat die school waarschijnlijk nog vele
jaren genot van de bibliotheek zou kunnen hebben
nadat de personen, die dr. M. inhumaan bejegenden,
van dit wereldrond verdwenen zullen zijn. De inrich
ting l|jdt alzoo ouder de wraakneming, niet de per
sonen, die er aanleiding toe hebben gegeven.
Het internationaal post-congres, dat in dit jaar
te Londen gehouden zal worden, wordt den lOn
Juni geopend en zal tot het einde dier maand duren.
De agenda der werkzaamheden is veel grooter dan in
de vorige jaren. Al de Staten die deel uitmaken van
hst post en telegraaf-verbond, zullen daarop door
twee of drie afgevaardigden vertegenwoordigd zijn.
China en Japan zullen voor het eerst op het congres
vertegenwoordigd z|jn. De zittingen zullen niet pu
bliek zijn, maar een verslag zal daarvan openbaar ge
maakt worden. Het uitbrengen van de stemmen zal
per Staat geschieden, hoe groot het aantal afgevaar
digden daarvan ook zij. De verschilleude telegraaf-
raaatschappijen zullen evenzeer door afgevaardigden
vertegenwoordigd wordeu, maar deze lnatsten zullen
slechts gehoord worden in de quaestiën die hen recht
streeks betreffen.
De vrees door sommigen reeds sedert eeuigen tijd
gekoesterd, dat Indië eeu nieuwen hongersnood te
waohten heeft, blijkt thans gewettig geweest te zijn.
Het transport koren, dat naar Kaschmir, alwaar de
hongersnood reeda heerscht, op weg was, heeft de
bestemming niet bereikt, gedeeltelijk doordat de aan
de expeditie door geweteulooze speculanten allerlei
hindernissen in den weg werden gelegd. Die specu
lanten moeten meerendetls gezocht worden onder de
hovelingen van den Maharadschah, waarvan velen
groote graanvoorraden hebben opgekocht, om die na
derhand met woekerw|nsieu te kunnen afzetten.
In de Neder-Betuwe staan de kerseboomen prachtig
in bloeizij schijnen door het gu^e weder en de nacht
vorsten nog weinig geleden te hebben en geven voor
alsnog uitzicht op een goed gewas. Met de rogge is
het anders gestelddeze heeft door de koude veel
geleden en is, in plaats vau iu de aren te staan, nog
schraal en laag bij den groud. Ook gras is er weiuig,
terw|jl vele vroege aardappelen, die reeds op rijen
stonden, zijn afgevroren.
In Willis' Rooms werd dezer dagen ender voor
zitterschap van den prins van Wales, het jaarlyksch
feestmaal gehouden van de buurkoetsiers-vereeniging.
De prins bracht een dronk uit op den bloei der
vereeuiging en hield daarbij een lofrede op de eer
lijkheid van de Londensche „Cabbies." In 't vorige
jaar hadden de koetsiers 16- a 1700O voorwerpen,
die in hunne rijtuigen verg&ten waren, aan de politie
bureau^ teruggebracht. De gezamenlijke waarde van
die voorwerpen bedroeg omstreeks 20000 p. st. Wel
wordt beweerd, dat een cabman nooit een parapluie
terugbrengt, maar daarvan is hun geen verwijt te
maken, zeide de prins, want iemand zonder parapluie
moet wel bij regenachtig weer tot een hftnrrijtuig
zijn toevlucht nemen. Er zijn thans 11- a 12000
huurkoetsiers in Londen, en in den loop van eeo
jaar wordt er 4 a 5 millioen p. st. voor zitten met
huurrijtuigen uitgegeven. Het ondersteuningsfonds
der ytreeniging, dat tijdens den maaltijd een bedrag
1400 p. st. aan bijdragen ontving, kent aau huur
koetsiers, die uiet meer iu staat zijn, om hun werk
te doen, pensioenen toe, tot een maximum van 12
p. st., verstrekt kleine voorschotten tot zeer matige
renten eu betaalt de rente voor onschuldig aange
klaagde koetsiers.
Eigenaardig is ne petitie van de dames de la
halle te Nizza tegen de voorstellen van den minister
Ferry. Zij luidt: „Afgevaardigden! Men vertelt,
dat gij de broeders en de zusters, die ouderwijs geven,
uit Nizza wilt wegzenden. Om Gods wil, laat deze
roenschen toch met vrede, wij zijn met hen tevreden.
Zij onderwijzen onze kiudereii, geven hun een goede
opvoeding, houden Zondags toezicht over hen, be
zoeken ze, als zij ziek zijn wat kan men meer ver
langen? Misschien zeudt gij ons wel mooie heeren
eu dames, die eiudigen, met elkaar te trouwen. Dat
zou beel aardig zijn, maar wij weten, wat wij hebben,
en willen dat liever behoudeu. Ook zegt men, dat
gij iu de school van geen godsdienst meer wilt weten.
Goede Goddan zullen onze kiudereu er nooit meer
iets van hooren. Onze mannen zijn aau hun werk,
wij zeiven zijn den geheelen dag op de markt of
aau onze bezigheden; zonder de scholen zouden er
alleen haideuen bij ons zijn, en toch hebben onze
jongen een weinig godsvrucht noodigdeugnieteu
worden zij toch vroeg genoeg. l)at geldt nog meer
van onze meisjes. Een meisje zonder godsdienst heeft
men nog nimmer in onze streek gezien. Iu de dagen
der republiek, mag de stem des volks en zelfs die
der vrouwen niet ODgehoord blijven. Wij verzoeken
u daarom, omdat alles toch goed gaat, niets te ver
anderen. en ous voor de opvoedig onzer kinderen
te laten kiezen, wie ons bevalt." Het adres ia in
het dialekt van Nizza geschreven.
Berlijn, 19 Mei. Bij de voortzetting der be
raadslagingen over het ontwerp-tarief van invoer
rechten heeft de Rijksdag de tolrechten op ertsen,
edele metalen en vlas, gelijk die in de regeerings-
voordracht zijn veorgesteld, goedgekeurd.
Morgeu voortzetting.
Brussel, 19 Mei. De heer Anspach, burge
meester van Brussel, ia heden ochtend ten 11 uur
overleden.
Parijs, 19 Mei. Iu de Kamer heeft de heer
Cusse tot den minister Jaureguiberry eene vraag
gericht over de benoeming van ambtenaren in de
Koloniën. Hij berispte de keuze van den gouver
neur van Cochin-China en andereu. Jaureguiberry
antwoordde; hij verdedigde de bedoelde ambtenaren
en stelde de personeele quaeseie vau vertrouwen.
Hy verklaarde bereid te zijn het ministerie te ver
laten, zoo de Kamer zijn gedrag afkeurt. Casse
verdedigt zich eu ontkent dat hg den minister zou
hebbeu willen aanvallen.
Het incident loopt daarmee af.
Lockroy leest den brief vau den aartsbisschop
voor eu zegt, dat die beleedigeud is voor de mi
nisters.
Parijs, 19 Mei. Lockroy heeft in de Kamer
geeischt het in beslag nemen der traotementeu van
de weerspannige geestelijkheid eu de scheiding van
Kerk eu Staat. J}e minister Lepere heeft in zyn
antwoord verzekerd, dat de regeering eensgezind ia
met betrekking tot de wetten van Ferry, en wat
betreft het bieden van weerstand aan de geestelijk
heid.
De regeering zou in hare taak tekort schieten, zoo
zij de rechten van den Staat, in het concordaat en
en de organieke artikelen beveseigd, niet deed eer
biedigen. Zoo fle woorden, die men aan den aarts
bisschop van Aix toeschryft, wcrkelyk gesproken
blyken te z|jn, zal de aartsbisschop voor de be
voegde rechters worden geroepen.
Lockroy zegt den minister dank, en hoopt, dat
diens verklaring uiet zuiver platonisch zal zijn.