Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1879.
N? 2303.
lARtJIT,
lean gen, met verlof
honderd zeven en
..föföv. S
oa of Schilfers, I
Pijn in de Scixe-
vorm, Vroegtij-
onaaugenaumheden
LAH-ONTWIK-:
BUITENLAND.
BINNENLAND-
Zondag 1 Juni.
UIERS,
en Kok
DINQ.
Buiteiilandsch Overzicht.
g'
sterker
GOUDSCHE COURANT.
-GROEI-MIDDEL
uk ik u dit attest
Haven B, 17.
3.45,
15 en 5 oren.
•dt on voorwaarde-
46 attesten liggen
ter lezing. Bjjaan-
f kleur-preparaat.
i, noch Reizigers
den. L
k, BjUNKiryr,
ftz, eene misgreep, die de deputatie, welke hem ont
vangen moest, baast noopte terug te keeren zonder
notitie van hem te nemen. Als overgangsmaatregel
ontving hij de heeren blootshoofds, en op aandringen
van een Russisch officier en verscheidene aanzien
lijke Bulgaarscbe Rumeliërs zette bij, alvorens door
te reizen naar Philippopoli, een Bulgaarscbe muts
(Kalpak) op, door welke concessie de bevolking even
goed gemutst werd als haar gouverneur en hem
hartelijk toejuichle. Het feit schetst den gebeden
toestand. De door de Porte benoemde gouverneur
van eene Turksche provincie was reeds bij de eerste
schrede op bet gebied zjjner administratie genood
zaakt te breken met de Porte en zich te schikken
naar Bulgaarschen Wil. De Russen hebben hun tijd
daar niet verloren.
irtdnring aan
i binnen deze
-an DINERS
rawpartyen of
fenhedcn met,
d, service, be-
ens verkrjjg-
I, VLEESCH,
PE, Pastejjen,
IJZEN, GE-1
ÊMES enz.
LAKERS,
Haven 17.
SCHAPPIJ
invang nemend,
lel 1879.
r GOUDA;
tamiddag 5 uren.
2.15,1.30 en 5 ,ren
1 n. en 5 n.
WA.
voormiddag 5 ore»
LEIDEN:
en, namiddag 5,10,
uren en 11.15,
t 11.15, nam. 5.10,
tn 11.15, nam, 5.10.
HEN.
.middag 9 uren.
DE DIRECTIE.
t de behaarde huid
er. 2 de flacon.
atique
id, bruin of zwart I
wart, naar gelang I
flacon tegen post
ten rembours by
■‘rederiksplein,
tlpen, niyn hoofd-
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
De beide voor Engeland gewichtige tijdingen, welke
wij in ons vorig Overzicht mededeelden, zijn by de
Engelsche pers zeer verschillend ontvangen. De be
noeming van sir Garnet Wolseley tot civiel en militair
opperbevelhebber over het gebied, waar de Zoeloe-
oorlog wordt gevoerd, vindt algemeenen bijval, waarvan
echter het kleinste deel aan de regeering ten goede
komt, die een paar maanden geleden nog weigerde-
toe te geven aan den eisch der oppositie om lord
Chelmsford te ontheffen van het opperbevel der troepen.
Thans erkent zij feitelijk, dat de oppositie gelijk had,
eu is de lof die men toezwaait slechts die van ter
elfder ure den raad van verstandiger lieden te hebben
opgevolgd. Zelfs de Standard zegt, dat de tevreden
heid in het land grooter zou geweest zyn, zoo de
regeering den moed had gehad twee maanden ge
leden den stap te doen, welks volstrekte noodzake
lijkheid zij thans erkent. Dit oordeel over de re-
geering echter daargelaten, is men over de zaak zelve
blyde.
Met de door Cavagnari gesloten vrede met Afgha
nistan is het heel wat anders. Dat bericht wordt
door de bladen, die niet door dik en dun met de
regeering medegaan, al bijzonder koel opgeuomen.
Men beeft toch van den aan vang nf getwijfeld aan
het voordeelige der *wetenschappelyke grens/ die
lord Beaconsfield zich van dezen oorlog ten doel
etelde. Zeker krygt men door de bezetting van het
PlShfn-dal, het Koeram-dal en den Khayber-pas eene
sterke stelling naar buiten, doch men annexeert daar
door een aantal bergstammen tusschen de tegenwoor
dige grens en de nieuw te verdedigen linie, die
van alles, behalve van lust tot onderwerping aan
hel Engelsoh gezag hebben blijk gegeven. Dit be
zwaar is niet ongegrond, al mag het wat voorbarig
heelen.
De. Fransche senaat heeft de ministers van oorlog
en marine Greslcy en Jaureguiberry beide tot onaf
zetbare leden van den senaat verkozen.
De heer Lockroy heeft de wijsheid gehad, zijne
interpellatie in te trekken over de amnestie, daar uit
de stemming over het voorstel van den heer Cle
menceau (voorloopige invrijheidstelling van Blanqui)
blijkt, dat nagenoeg alle «Bonapartisten voor waren.
Tot dusver heeft alleen de fractie van de Cassaguac
met de radicalen gestemd, met de duidelyk uitge
sproken bedoeling, om de republiek te oudermyuen.
Thans schijnen de Bonapartisten de kansen al weder
iets gunstiger te oordeelen, want met eenige uitzonde
ringen speedden ze allen hetzelfde spel.
De Duitsche Byksdag heeft dat gedeelte van het
nieuwe tarief, dat niet commissoriaal was gemaakt,
bijna afgehandeld; het laatste punt was het timmer
en ander werkbout; het door de Regeering voorge
stelde recht werd met geringe wijziging goedgekeurd
en daarop de zitting wegens de Pinkslervacantie
verdaagd tot 9 Juni. De afgevaardigden kunnen
tehuis met hun kiezers over de groote verandering
van de laatste dagen spreken; voor de liberalen is
dat zeker niet het aangenaamst, althans voor zoover
zij niet thuis hooreu in de steden. Hier in de
middelpunten van de ontwikkeling toch stelt men
zich van de finaiiciëele hervorming weinig goeds voor
en .houdt de Bismarcksche plannen voor ’t minst voor
zeer gewaagde luchtsprongenoveral elders echter,
inzonderheid ten plattenlande en onder de groote fabri
kanten, wordt het ontstaan der nieuwe meerderheid
toegejuicht, omdat men zich van het nieuwe toltarief
gouden bergen belooften men kan dit te gemak-
kelyker doen, omdat men met dit nieuw tarief staat
voor een geheel onbekende toekomst. De zaak brengt
in elk geval veel verdeeldheid teweeg en sterker
wordt het Dnifsche rijk op deze wijze niet.
Aleko Vogorides, de nieuwe gouverneur van Oost-
Bumclië, is naar zijn post vertrokken en heeft reeds
aan de grenzen zijner provincie, te Hermanly, eene
povere entree gemaakt. Hij was, waarsohüulyk op
aandringen van de Porte, getooid met den Turkschen
De heeren Godefroi c. s. blijven echter hun be
perkte commissie van deskundigen verkieslijker
achten en vreezen groot en noodeloos tijdverlies van
het voorstel der rapporteurs, die echter hun stelsel
handhaven.
Men schrijft uit Botterdam aan de Middelb. Courant:
#Het bericht, dat Pincoifs te New-York is aange
komen, heeft hier groote sensatie te weeg gebracht.
Hij beeft dus om te ontkomen geen buitegewone mid
delen gebezigd, maar is den zeer eenvoudigen weg ge
gaan. Van hier is hij over Calais naar Engeland
gereisd en Donderdag 15 dezer is hij te Liverpool aan
boord gegaan van de dien dag naar New-York ver
trekkende stoomboot Germania. Het heette hier de
laatste dagen, dat men wist dat hij met vrouw en
drie zoons op die boot passage genomen had, maar
er werd geen openbaarheid' aan gegeven, omdat de
justitie de pers om geheimhouding verzocht had van
al wat met de opsporing van den voortvluchtige in
verband stond. Men achtte bet ook mogelijk, dat
het nemen van passage op de Liverpoolsche boot een
middel was geweest om de justitie op een dwaalspoor
te brengen. En thans blykt het maar al te waar te
zijn, dat Pincoffs alle maatregelen van voorzichtigheid
heeft versmaad en, zelfs zonder zijn naam geheim te
houden, van eene reisgelegenheid heeft gebruik ge
maakt, die ook menschen kiezen, welke niet door
de politie op de hielen gezeten worden? Het heette
dat alle maatregelen genomen waren om, zoo hij
werkelijk naar New-York vertrokken was, te beletten
dat hij daar voet aan wal zette. Men zou hem op de
reede arresteeren. Wat er nu daar ginds is gebeurd, is
natuurlijk nog onbekendmaar genoeg is het, dat
Pincoffs ongemoeid te New-York is kunnen arriveeren.
Hei eenige wat bij zich te getroosten heeft gehad,
is een snelle reis. Den dag nadat hij ’s middags onder
bpurslijd van hier vertrok, is hij te Liverpool scheep
gegaan en negen dagen later was hij in de hoofdstad
van de nieuwe* wereld.
//Het is te hopen, dat nadere berichten omtrent
de omstandigheden, waaronder zijne ontscheping daar
ginds heeft plaats gehad, onze justitie zullen recht
vaardigen de indruk bij het publiek zou anders hoogst
ongunstig en aan het prestige der justitie niet be
vorderlijk zijn.
z/Er zyn er nog, die zich vleien dat men van Ame
rika uitlevering zal krijgen al is bet waar, dat er geen
uitleveringstraktaat is. Maar dit zal wel eene nuch
tere illusie zijn. Zoovele schurken hebben in de
Vereenigde Staten eene veilige schuilplaats gevonden.-
waarom zou dit dan aan Pincoffs geweigerd worden?”
De memorie van antwoord omtrent het wets-ont-
werpeff cteu-belasting is verschenen.
Ter voldoening aan den geuiten wensch geeft de
minister zeer uitvoerige mededeeliugen omtrent den
toestand der geldmiddelen. Hij stelt voorop dat
nieuwe feiten daarbij niet aan het licht zullen komen.
Het overzicht, bij de indiening der staatsbegrooting
voor 1879 gegeven, is niet onjuist gebleken en de
minister kan zich daaraan, wat de hoofdpunten be
treft, dan ook blijden gedragen. Uit de opbrengst
der middelen over de eerste vier maanden, in ver
band met het feit dat de successiebelasting in de
rechte lijn eerst gezegd kan worden van 1 Februari
1879 af hare volle werking te doen gevoelen, blyft
hij van meening, dat de opbrengst der middelen
over 1879 met de raming gelijk zal staan. Wat
de uitgaven betreft, in de eerstvolgende jaren te
verwachten, verwijst hij naar zijne roededeelingen
in September gedaan. De minister geeft daarna een
staat van ’s rijks kas op 1 Maart 1879 en een over
zicht van de verhouding tusschen gewone middelen
en gewone uitgaven op de begrootingen voor 1878
en 1879, waaruit hij opraaakt dat in de gaping
tusschen de gewone middelen en uitgaven eene ver
blijdende vermindering valt waar te nemen. Hij
blijft voorts zijne verklaring vasthouden dat bij niet
zou kunnen berusten in eene begrooling, waarop
geen bijdragen van Nederl. Idië aan de middelen
hier te lande was uitgetrokken.
Wij deelden voor eenigen tijd het geval mede van
den lotting Hendrik Bijktrte Steenwykerwold, die
door den militieraad voor den dienst werd aange-
GOUDA, 81 Mei 1879.
0*ï8tfent de óngesteldbeid, waaraan de Kroonprins
sedert een paar dagen lijdt, is een geruststellend tele
gram ontvangen van den Nedeflandschen gezant te
Parijsdesniettemin heeft de Koning zijn adjudant
Bentiuok derwaarts gezonden, i (Jmst. Cl.)
De begrooting voorliet hoogheemraadschap Krimpe-
nerwaard, dienstjaar 1879/80, Is in de vereeuigde ver
gadering van het dykcollege met de boofdingelanden,
vastgesteld op ƒ86625.63 in ontvangst en ƒ86260
in uitgaaf. De omslag is bepaald op 5 per hectare
belastbaren grond.
Door den Raad der gemeente Boskoop is besloten
de bestaande tosiMfe imI Ce eorissgea en
baar dus, in plaats van drie, vijf dagen te doen
duren.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zittingen
1 van 29 en 30 Mei 1879.
In de zitting van Donderdag zijn aangenomen de
consulaire overeenkomsten met Brazilië en de Ver-
eenigde Staten, waarbij de regeering verklaarde dat
i het uilleverings-tractaat met Amerika biunen kort
kan verwacht worden en men van Brazilië toezegging
wacht. Voorts zyn onder meer aangenomen het ont-
5 werp tot wijziging van het Burg. Wetb. (dubbele
registers van den Burg. Stand) en dat tot ver-
hooging* van Houfdst. V, credieten voor het onder-
1 houd van historische gedenkteekenen), dit laatste na
bestrijding door de hh. van Houten eu Parijn, met
52 tegen 13 stemmen.
In de zitting van gisteren werd met algemeene
stemmen een viertal wetsontwerpen aangenomen, waar-
onder dat tot afstand van beschikbaren vestinggrond
aan de gemeente Deventer.
Daarna is de voordracht ter voorzieniug in de
I vacature bij de Rekenkamer opgemaakt en zijn ge-
kozen: tut eersten candidaat C. M. van Vliet, refe-
rendaris bij de Rekenkamer met 33 van de 64 stem-
mentot tweeden candidaat L. E. Uytteuhooven,
l controleur der belastingen te ’s-Gravenhage, met
36 van de 58 stemmen en tot derden candidaat
D. J. Zubli, eervol ontslagen hoofdcommies bij bin-
nenlandsche zaken, met 34 van de 56 stemmen.
Deze voordracht zal den Koning schriftelijk worden
aangeboden.
Na behandeling der huishoudelijke raming in comité
generaal, is de Kamer op reces gescheiden.
De Commissie van rapporteurs over het voorstel
van de heeren Godefroi, Lentiug eu Putijn, om bij
het sectie-onderzoek van het Wetboek van Strafrecht
nf te wijken vnn de gewone regelen, heeft tegenover
dat voorstel een ander geplaatst. Het komt iu hoofd
zaak hierop neder, dat geen speciale commissie van
deskundigen wordt benoemd, maar de afdeelingen
beginnen met elk een rapporteur a&n te wijzen, die,
met vijf andere leden, door den Voorzitter te be
noemen, een leiddraad voor het sectie-onderzoek vast
stelt en van dat onderzoek een verslag opmaakt.
Blijkt dat er groot verschil van gevoelen bestaat, dan
zou een eerste lezing in openbare zitting plaats hebben
en staan dan de hoofdbeginselen vast, dan volgt bef
sectie-onderzoek der artikelen.