Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1879. N 2304. Woensdag 4 Juni. Parlementaire Werkzaamheden. UITTREKSEL 1878. GOUDSCHE COURANT I voor- 8 s n meer geld beschikbaar moet gesteld worden om hierin verbetering te brengen. Door den heer Viruly werd de noodzakelijk heid van een legerorganisatie bij de wet duide lijk in het licht gesteld, ook met het oog op bezuiniging bij cavalerie en rijdende artillerie, omdat het eindcjjfer der begroeting hem te hoog voorkomt; splitsing van vele artikelen is noodig voor een goede controlevan het antwoord op verschillende vragen door den minister, zal zijn stem afhangen. Bestreed de heer Saaymans Vader de algemeene dienstplicht, deze werd door den heer de Jonge, die zoo spoedig mogelgk een einde wil maken aan de zielverkooperij, in be scherming genomen. L. BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Gouda, Gelet op art. 1 der Verordening op het zuiver houden van Wateringen, Slooten en andere Wateren, die aan bijzondere personen toebehooren, Brengen ter kennis van de eigenaren der perceelen gelegen aan de" Slooten en Wateren langs de Koete en Lange Korte Akkers, de Heerenkade, de Jan Philipskade, de Solouskade en de Bleekerskade, dat op Woensdag dpn llden Juni eerstkomende over die wateren zal worden gedreven eene SCHOUW, ten einde te onderzoeken of ze behoorlijk gezuiverd zyu van drjjvend vuil en andere stoffen, die de doorstropming van het water kunnen belemmeren of slank of schadelijke uitdampingen veroorzaken en welke zuivering door en ten koste van gezegde eigenaren behoort te geschieden. Gouda, 31 Mei 1879. Burgemeester en Wethouders roornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. mits het intelligente deel der natie ook in de gelederen werd opgenomen. Omtrent de legerorganisatie bij de wet had de minister nog geen gevestigde overtuiging. Het gebeurde met den Haagschen officier was voorzjjn optreden afgeloopen. Hij behoefde dus daaromtrent in geen bijzonderheden te treden, te minder daar door de betrokken persoon geen klachten omtrent onbillijke behandeling, waren ingediend. Betreurde de heer Hejjdenrijck den spoedigen afloop dier discussie of wel had hij andere oogmerken, toen hij de zoogenaamde anti- militairisten in den strijd zocht te lokken? Na al het gebeurde zou het zeker voor eeni- gen een aangename verrassing geweest zijn, als ook bij dit onderwerp een gedeelte der liberale partij zich tegen het ministerie had verklaard, omdat men niet ingenomen was met die voort durende improductieve uitgaven, zooals de uit gaven voor de defensie Wel eens genoemd zijn. De heer van Houten nam den handschoen op. Hij wees er op dat da minister had gezegd dat geen hoogere budgetten zullen worden gedragen, dat ook het contingent niet behoeft te worden verhoogd, zoodai van a der anti-militairisten gean sprake kan zijn. Uitbreiding van 1 spreker bepaald af. Verdediging d liniën acht hij mogelijk, verdediging zen is een ónmogelijke zaak. Legerorganisatie bij de wet is sedert jaren een eisen der liberale partij, hy meende daarop krachtig te moeten blyven aanflringen. W - Door den heer Kool werd daarentegen aan gedrongen op de organisatie van een voldoend ligingon- rdediging ÜIT HET VERSLAG VAN DEN TOESTAND DER GEMEENTE GOÜDA. Fmol}.) Er hadden in het afgelooopen jaar geene branden van beteekenis plaats. In drie per ceelen, namelijk in de woning van den Heer P. Goedewaagen op de Gouwe, in het nacht- legermagezijn van het Garnizoen op de Zeug- straat en boven de smederij van W. H. van Sark op de Peperstraat ontstond op verschil lende tijdstippen een begin van brand, waar van de verdere uitbreiding door eenige personen van de brandweer en particulieren werd voor komen, zonder dat de hulp der brandspuiten noodig is geweest. De regeling der brandweer onderging geene wijziging. Voor de verlichting van de openbare wegen wordt het gas geleverd door de .Maatschappij voor nieuwe Geoctrogeerde Gasbereiding” ge vestigd te Gouda. Het aantal gaslantaarns bedraagt 289. Bij den aanvang der gasverlichting in 1853 bedroeg het aantal gaslantaarns 2J.0. Voor het gas wérd in het afgeloopen jaar door de ingezetenen betaald 14 cents per kub. meter. De Gemeente betaalt voor de verlichting ha: er gebouwen 10 cents per kubieke meter. Persoonlijke diensten, waartoe de inwoners, ter handhaving van de openbare orde, in het algemeen belang moesten zijn opgeroepen, be hoefden van de inwoners niet gevorderd worden. Het aandeel der Gemeente in de lichting van 1878 bedroeg 46 man. Het getal ingeschrevenen, waarnaar het aandeel is berekend, was 136. Daarvan wer den 91 om verschillende redenen vrijgesteld en 46 voor de dienst geschikt verklaard, dus één minder dan het contingent bedroeg. Bij de Militie te land zijn ingelyfd I Lotelingen37 Nummefverwisselaars Plaatsvervangers Bij de zeemilitie: lotelingen. Te zamen 45 De dienstdoende Schutterij bestaat uit drie Kompagniën. De werkelijke sterkte was 502 manschappen, waarvan: Actief 288, Reserve 214. De bij de wet gevorderde actieve sterkte der Schutterij is 296. De eerste ban bestond uit: 4 Officieren, 5 Onderofficieren, 9 Korporaals, 146 Actieve en 71 Reserve Schutterste zamen 235 man. Tot ons leedwezen ken het slot eerst in ons volgend Nr. geplaatst worden. 8ld, Na een vierdaagsche discussie zyu de he- grooting van oorlog en de vestingbegrooting met groote meerderheid aangenomen, in weerwil van het ongunstige voorloopig verslag; wel zjjn van verschillende zjjden de bezwaren tegen het hooge eindcijfer, tegen de uitzetting der uit gaven en tegen verdere bijzonderheden ter sprake gebracht, maar men is geëindigd met goed te keuren in het vertrouwen, dat de be groeting van 1880 blijken zal dragen van de zucht van de minister om alle uitgaven van weelde te doen vervallen en zich tot het meest noodzakeljjke te bepalen. Het begin der discussie in de zitting van Vrijdag was anders niet bemoedigend. Een oud-soldaat, de heer de Bieberstein, verklaarde zijn stem aan deze begroeting niet te kunnen geven, omdat hjj de lasten van oorlog en marine veel te hoog voor onze natie vond. Ruim 34 millioen, meer dan een derde gedeelte van de inkomsten des rjjks, wordt toch door de defensie verslonden, en dit'is zelfs den ond- soldaatte veel; hoe zal de burgerjj dan wel over dit cyfer denken? Nog grooter anti-militairist toonde zich de admiraal de Casemhroot, die in overweging gaf een burgerlijk persoon' aan het hoofd van de vereenigde departementen van marine en oorlog te plaatsen. Waardig sloot zich hierbij aan generaal van der Schrieck die bezuiniging noodzakelijk achtte. Waarljjk als zoo de mili taire specialiteiten oordeelden, wat bleef dan nog voor de andere afgevaardigden te zeggen? Een aangename afwisseling gaf dan ook de heer Kerkwijk, die op verbetering der trakte menten aandrong, en aan het einde zjjner rede inlichtingen vroeg omtrent den op last des Konings gestraften officier, die aan de hoofd wacht te 's Gravenhage de militaire honneurs niet had laten bewjjzen aan een gesloten rjjtuig. En hiermede schenen de algemeene beraad slagingen aan het einde, althans de minister van oorlog kreeg het woord. Na gewezen te hebben op de groote ver diensten en de schitterende hoedanigheden van zjjn voorganger verklaarde hjj, dat hjj de ver dediging des lands mogelgk acht met de tegen woordige middelen. Onomwonden verklaarde de minister zich voor de invoering van persoon lijke dienstplicht en afschaffing van remplafan- ten en nommerverwisselaars. Vergrooting van het veldleger achtte hjj noodzakeljjk en deze was zonder meerdere kosten door de verbetering van de inrichting van het leger te verkrygen, een nederlaag het veldleger keurde deze der water- der gren- bij de wet is sedert jaren een eisef der liberale laarop krachtig •oor den heer Kool werd daarentegen veldleger, al ware het alleen ter verdedj zer neutraliteit, maar ook voor de ven der rivierarmen, stroomen en kusten is dit noo dig. Een percent der bevolking daartoe noodig is geen overmatige eisch; daarop te bezuinigen zon verkeerd zjjn, dit moet alleen op uitgaven van weelde geschieden. De heer van der Hoeven wil niet beschuldigd worden stelselmatig oppositie te voeren tegen het kabinet, hjj wil een krachtige verdediging 1 van het land, hjj heeft eerbied voor de bekwaam heid- van den minister, hjj is niet afgeschrikt door het hooge eindcijfer, zoolang hjj geen la ger cjjfer daartegen kan stellentoch zal hjj tegenstemmen omdat de minister voor persoon lijke dienstplicht is, waarin spreker een terug gang ziet, in lijnrechten strjjd met het heilzame beginsel van verdeeling van den arbeid en waar door wij in dit opzicht aan de Zoeloe’s geljjk zouden worden. Maar reeds genoeg' om ons een voorsmaak der discussiën te geven als de minister met het ontwerp komt dat algemeene dienstplicht zal voorschrijven. Terecht gaf de heer van Eek den raad om door aanneming der begrooting den minister in de gelegenheid te stellen dat ontwerp in te dienen, omdat dan de tgd zal gekomen zjjn, om de zaak ernstig te overwegen en tot beslissing te brengen. Na der behandelde deze afgevaardigde het gebeurde met een kapitein der artillerie, die wegens het schrgven van een zeer gematigden brief aan zijn chef gestraft was, welke straf door het hoogge rechtshof nog verzwaard wasook nam hij uit het gebeurde aan de hoofdwacht te ’s If age aanleiding om er op te wjjzen dat de koning geen militair bevel kan geven, omdat hij zich daardoor feitelijk onder den minister van oorlog zou plaatsen. De heer van Wassenaer Catwjjck besprak de positie van den soldaat, de kazer- neering, het eten, het schoeisel en de schildering daftrvan door spreker gegeven zal zeker niet be vorderlijk zijn om velen voor de afschaffing der plaatsvervanging te winnen. Hij acht dat veel

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 1