KOLOXIE ft.. POLITIE. MARKTBERICHTEN. Gouda. 24 Juli 1879. Burgerlijke Stand. Gouda: Gouderak Stolwijk Reeuwijk: Waddinxveen: en Cremers van hunne politieke Trienden had Z. M. geen last te verstrekken. 4^ behoeft men nu ook niet met bet Vakblad in den vorm vnn het oproe pingsbriefje eene revolutie, een coup d'état te zien, eene verkeerdheid of onhandigheid was het zeker, de taak zoo officieel te behandelen, terwijl eene ver gadering van leden* eener politieke partij toch nooit en in geen geval een officieel karakter kon hebben. De vergadering zelve heeft zich dan ook wel ge wacht, te handelen alsof zij in de crisis eene be slissing te nemen had. Omdat men geraadpleegd was, werd naar aauleidiug vau de verstrekte rae- dedeelingen van gedachten gewisiehf eu werden ad viezen gegeven, doch er werd geen votum uitgebracht. Trouwens, voorstellen werden niet gedaan, een be- slissiug niet gevraagd. De heeren v. d. Putte en Cremers blijven, na de meenigeu gehoord te hebben, volkomen vrij om te beslissen welk advies zij den koning zullen geven en of zy al dan niet de op dracht tot vorming var. een kabinet zullen aanvaarden. Zooveel echter is uit de gedachteuwisseling gebleken, dat over het tydige van grondwetsherziening geen eenstemmigheid bestaat, en evenzoo dat aan den ernst der houding van den Heer Kappeyne niet wordt getwyfeld. Het verdient nog de aandacht, dat de ministers, ofschoon tot by woning der vergadering uitgenoo- digd, niet waren verschenen. Gisteren morgen is te Haarlem gevankelijk bin nengevoerd de broedet vau Joosten, als verdacht vau medeplichtig te zijn aan den moord, op den veld wachter van der Lijken gepleegd. Ook die broeder 5s een beruchte strooper; hy is woonachtig ouder de gemeente Vclsen. Onder het opschrift «Verstandige Voorzorg" be vat het Ltidsch Dagblad een artikel, waaraau wij, met volle instemming, het volgende ontkenen Ten gevolge vau de buitengewoon lage temperatuur der laatste weken, gepaard .met onophoudelijke regen buien, laat de oogst van veld- en boomgewassen zoowel hier te lande als elders zich zeer slecht aanzien, Frankrijk zoo luiden de berichten zal, om in eigen tekort te voorzien, voor meer dan 500 millioén franken aan graneu moeten invoeren ook in Duitschland zal de grond niet het noodige opleveren voor eigen cons^jmptie, eu van de overzijde van het kanaal luiden de tijdingen niets beter. Het vooruitzicht is dus verre van rooskleurig. Niet dat men vrees behoeft te koesteren, dat er in eeuig land van Europa bepaald gebrek aan voedings middelen zal ontstaan. Toestanden zooals helaas in sommige Aziatische rijken nu en dan voorkomen, met name in China eu zelfs iu het onder Britsch bestuur staande gedeelte van Iudië, behooreu in ons werelddeel gelukkig tot de onmogelijkheden. Eens deels draagt men er zorg, dut in jareu vau overvlqed de voorraadschuren goed worden voorzien, anderdeels en dat vooral ia^ een vrij zekere waarborg belast zich de inzonderheid in dergelijke gevallen zoo onwaardeerbare stoomkracht met de taak om landen roet ruimen oogst en rykeu met onvoldoende opbrengst zoo dicht bij elkaar te brengen, dat de eerste de tekorten der laatste op vrij gemakkelijke wyze kunnen aanvullen. Toch behoeft men geen profeet te zyn, meent bet blad, om met tamelijke zekerheid te voorspellen, dat, waarschijnlijk al vrij spoedig, het graan in prys zal stygen en dat het brood, die eerste levensbe hoefte, in het najaar en iu den winter heel wat duurder zal zijn dan het thans is. En al zal het belangrijk in prijs kunnen stijgen, zonder dat men het nog bepaald duur zal kunnen noemen, omdat iu geen jaren de pry9 van het brood zoo lang was als in de laatste manuden, neemt dit natuurlijk niet weg, dat die stijging, vooral door de miugegoeden, daarom niet minder zal., worden gevoeld. Verder wijst het L. D. ook op het gewone en zeer verklaarbare verschynsel, dat de rijzing van den prijs van een der eerste levensbehoeften veelal gepaard gaat met styging der prijzen ook van andere 1^5- noodigdheden, terwijl iu hit najaar en in den win ter het leven met zyu meerdere eischeu toch steeds veel duurder is. Wie wya handelt neemt bijtyds maatregelen tegen het kwaad, dat hy iu de toekomst voorziet. On danks al het geklaag orer slechte tydeii epz. voll het niet te ontkennen, dat voor het oogenblik de pryzen vau vele voorname levensbenoodigdheden in vergelijking van vroeger vry lang zyn. Daarbij is de zomer de tyd dat de meeste werklieden het hoogste loon verdienen van het gehecle janr. Welnu, zy zullen verstandig handelen, in de dagen van min der zware zorg, 100 huu dat maar cenigszius moge- lyk is, iets weg te leggen voor den tyd dnt het heel wat meer moeite zal kosten, in de dagelijksche be hoeften te voorzien. Deu weg, waarlangs dat loffelijke doel op de voordeeligste wijze is te bereiken, meent het L. D. wel niet te behoeven aan te wijzen, vooral niet in een stad, waar een spaarinrichting gevestigd is. Bovendien weet het zeer gotd, dat menig verstan dig huisvader en vooral menige spaarzame huismoeder, ook in gewone tijden een spaarpenning voor den win ter pleegt weg te leggen. Doch dat die prijzens waardige gewoonte zoo algemeen gevolgd wordt als wel ware te wenschen, zal zeker niemand durven beweren. Reden te meer om vooral hen, die in dat opzicht niet van zorgeloosheid zijn vrij te plei ten, thans nu er vrij zeker een dure tijd voor dc deur staat, aan te sporen bijtyds zooveel mogelijk de noodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Wie het wèl meent met den Hij veren werkman, die degelyke kern der maatschappij, zal wèl doen, zoo hij zich daartoe in de gelegenheid bevindt, diens aandacht te vestigen op bovenbedoelde berich ten aangaande den ongunstigen graanoogst in de meeste ons omringende landen en vooral op de be teeken is, welke die tijdingen, waarvan niet zelden óf in het geheel niet, of althans niet met de noodige aandacht kennis wordt genomen, vooral voor hem kunnen hebben. In den nacht van Zondag op Maandag is de ook hier ter stede zoo geliefde tooneelspeler J. H. Albregt overleden. l)e# Amlerd. Ct. wijdt een artikel aan zyn nagedachtenis, waaraan wy het volgende ontleenen: Hy werd 28 November 1829 te Amsterdam gebo ren. Zijne ouders waren aan een reizend tooneelge- zclschap, ouder directie van Weddelooperen van Velzen, verbonden. De vader was tooneelmeester, de moedtr speelde, kleine rollen. Hy was dus wel van kunste naarsgeslacht, maar erfde geen grooten naam in de kunstwereld, en de aanvang van zyu loopbaan was alles behalve geëffend voor zijn voet. Integendeel zoo iemand, hy heeft al de schaduwzijden van «het beroep" leeren kennen, al het lydeo en stryden, al de ontbering en den kommer van het zwervende leven, onder de ongunstigste omstandigheden. Als Albregt van de dagen zyner vroegste jeugd verhaalde, dacht wie hem hoorde ouwillekeurig aan Ristori, als zij den reiswagen beschreef, waarin zy als kind met hare ouders van plaats tot plaats trok De man, die thans uit eigen woning zal teil graze gevoerd worden, en wien het aan niets ontbrak wat het huiselijk leren kan veraangenamen, heeft als knaap wel eens het sober reispeuningske, dat hem verstrekt werd een plaatsje in een dorps schuit te betalen, gebzbikt om de eischen der maag te bevredigen, teu kost* zijner voeten. Hy heeft zoowel in figuurlijken zin als iu wer kelijkheid een harde school doorloopeu, maar hy ii( geëindigd meester te zijn, Nauweljjks was hij vier jaren oud, of hy moest reeds op het toneel .meêwerken, en het allereerst trad hij in de Leeuwenridder» op. Door zijne tenger heid daartoe als het ware aangewezen, speelde hij zelfs wel eeus eene meiajesrol, b. v. Lilli in het Vrouwtje van dm Donau. Het tooneelgezelschap, waartoe hij destyds met zyne ouders behoorde, werd ontbondenook toen reeds was er op tooneelgebied weinig stabiliteit. Albregt had middelerwijl den ouderdom van 14 jaar bereikt eu werd, altyd weder met vader en moeder, geënga geerd bij een anderen troep ,die, onder dirietievan W. Hempel, in friesland voorstellingen gat. Te Heerenveen behaalde de knaap zijn eersten triutnf met de titelrol in het algemeen bekende stukje de Straatjongen van Parij». Het publiek was zóó tevre den, dat de directeur op zyne beurt het «niet onder zich wofi laten", eu zijn jongen artist tot bewijs zijner erkentenis gafeen üuilsche pijp en een pond tabak Ook in dat opzioht is de man gebleven wat de knaap wasAlbregt was een hartstochtelijk lief hebber van rooken, en toen hij op zijn smartelijk ziekbed, dat welras zijn doodbed werd, vergunning kreeg om nog eens «een trekje te mogen doen", - wat uandoeulijke glans van vergenoegen kwam op dat bewegeiyke, maar altyd zijue aandoeuingett zóó getronw uitdrukkende gelaat I Friesland is den jongen kuustenaar een gunstige bodem geweest. Zette hij te Heereuveen den voet op de eerste sport van den ladder, die hem later zoo hoog voerde, te Leeuwarden beklom hy de tweede. Hij was daar lid van een tooneelgezel schap, onder directie van van der Linden, die vroeger en later aan den stadsschouwburg te Am sterdam verbonden, wellicht nog by velen onzer lezers in beugenis zal zyu. Plotseling werd van der Linden, die zelf medespeelde, ongesteld, en in den nood zyne rul, Babila» in Victorljn of het Keeskind en den moordtnaar, aan Albregt opgedragen. Deze kweet zich meesterlyk van die onverwachte laak; kwam bij het publiek in aanzien, en sedert werden hem belangrijke rollen toevertrouwd. Nadat het gezelschap van van der Linden had opgehouden te bestaan, kwam Albregt weder te Am- s'crdatp, en speelde, onder directie van Voet, in Flieitórg, Plantage, Middeulaan. Hij had nu den voet in den stijgbeugel j welhaast zon hij in den zadel zitten. Altijd zijn beat doende, nooit iets gering achtende of zorgeloos opvattende, had hy zich reeds zooverre ontwikkeld, dat een geoefend oog in hem niet alleen buitengewonen aanleg, maar reeds meer datr dat opmerkte. Van "Velj|n, destijds tooneel- meester 'aan den Stadsschouiri^Bpldaar, bad Albregt zien spelen, en deelde de^Wgnmaligen directeur J. Eduard de Vries, eens by toeval mede, een jong acteur, die veel voor het komische vak beloofde, te hebben aangetroffeu. Dat was allesbehalve aan „een doove gezegd.» De Vries ging, zoodra hy een vrijen avond had, een kijkje nemen. Albregt trad joist op in drie stukjesHarto en Frontin, de Engelschtn op rei» en Een halaal in den Schouwburg. Weinig vermoedde de 20-jarige Albregt, dat die avond voor zijn toekomst, en dat in menig opzicht be slissend was. De Vries had met den snellen blik hem zoo bijzonder eigen, dadelijk gevat welk een degelyk talent in dien aankomende acteur schuilde, en hoe de weg moest zyn om het tot volle ont wikkeling te brengen. Hy, een vriend van denken en doen tegelijk, liet ook geen graa groeien over de nieuwe ontdekking. Reeds den volgenden morgen verscheen Albregt op de directie-kamer van de Amsterdamsohe Stads-schouwbnrg en werden zyne debuten bepaald. Wat de kenze der rollen betrof, kwam hem de zaak- eu knnstenaarskenuis van de Vries goed te stade, en Albregt was verstandig genoeg zich te laten raden. De uitslag bedroog de Vries dan ook niet, en stelde den debutant evenmin te leur. De schrandere directeur kende het spel zoo goed ais den sprier, en ook het publiek. Albregts eerste debut was Fitter in Mentchenhaat en Berouw, hst tweede van der Hulde in De Onechte! Zoon, het derde Karei Deeroehe» in De Eerste Liefde. De debuten liepen uitmuntend af en in 1860 werd hij voor den tjjd van drie jaar aan den Stads schouwburg geëngageerd. Weldra stond hij, en hy is bet sedert gebleven, bij het publiek hoog aaugesclireveu. In zyn direc teur had lijj een ou waardeerbaren leermeester, een man die met fotografische nauwkeurigheid de beste iraditiën der eerste maunen van het vak, die op deu Stads-sehouwburg iu ziju tyd geschitterd had den, eu by kende den glnustyd i wist aan schouwelijk te maken voor de verbeelding van den jongen kunsteuaoreen leermeester, die tegen alle klippen, waarop een aankomend talent kon stranden, wist te waarsohuwen, en Albregt had bij uitnemend heid de gave om zyu voordeel te doen roet de kennis vau den door en door ervaren directeur. Bovendien, werken was Albregt's lust en leven, en was hy snel en gelukkig in zyne opvattingen, nie mand besteedde ooit meer zorg aan de voorbereiding en de nitvoering dan bij. Zijn repetecreu was niet een ter loops zich over tuigen van rolyastheideen oppervlakkig kennis nemen van de ineenzetting, neen, zyn repeteeren was altijd spelen, met zorg en inspanning, ala ware het publiek reeds voor hem om ta oordeelen; niets verzuimen, niets aait het toeval of het oogen blik overlaten was z|jn lens en leer. Hy was daardoor altyd ad remvoorbeeldig thnis op de lanken. Niemand bewoog zich gemakkelijker' dan ij. Dat zjjne opvattingen gelukkig waren, bleek O. n. nadat hy Orignon in Soribe's Bataille van vrouwen bad gespeeld. Toen later namelyk de be roemde Regnier, vau het Thédtre Frangai», hier dezelfde rol speelde, vertolkte hij dat karakter op dezelfde wyze als Albregt, en dat deze, by z|jne oorspronkelijkheid, echter ook meesterlyk kopiëereu kon, bleek toen ror. J. H. Burlage, op wiens welwillend heid nooit te vergeefs een beroep gedaan werd, hem door eene uitmuntende,vertaling van la Joie fait peur,in staat stelde de rol, die Regnier unarin bier gespeeld bad, te vervullen. Wie Albregt toen zag had Regnier gezien. De kopie was bedriegclijk getronw. In 1851 met Willtelmiua Reiueira Engelman ge huwd, viel hem het voorrecht van een gelukkige eolit te beurt. Wel kende hy zoowel vadersmnrt als va dervreugde, en moest bij ineor dan eeua een ziels geliefd kind ten grave brengen, maar zijne gade was bem evenzeer eene "uitstekende gezellin op het gcbiid der kunst ais in het buisselijk leven. Tot de ure zyns doods was het hare hand, die hem met de tee- derste zorg verpleegde en zy wist haar leed en smart voor hem te verbergen, een bemoedigend gelaat te bewaren, terwyl haar het harte brak. Wie het treu rig voorreoht heeft gehad den lyder aan zyn ziekbed le bezoeken, heeft van hare liefde en zyne dankbare waardeering de aaudoenlykste bewijzen aanschouwd. Nog enkele malen verhelderde een flikkering- van hoop den nacht des lydensoogeublikken van stilte, die nieuwe stormen voorafgingen. Eindelyk was bet wederstaudsvermogen uitgeput, en in deu nacht van Zondag op Maandag, 21 dezer, blies Albregt den laatste» adem nit. Welk een verschil nu in die vriendelijke, gezellige woning, welk een contrast in dat sombere sterfhuis! Overal ontmoet het oog, hier in de werken van ge vierde meesters, daar in sierlyke en kostbare ge schenken, ginds in prachtige kransen, de béw|jzen van waardeering zijner garen als kunstenaar, hem aangebodenmaar het ia of dat allea zyn glans verloren heeft, nu h|j verscheiden is, wien al die eerbewijzen golden, hg, die ze zoo wèl verdiend had, en wien ze zoo hartelijk werden gegund. Albregt's naam ataat in bet gedenkboek der vsder- landsche toooeelspeelknnat met gulden letteren opge- teekend, en in de harten zijner betrekkingen en vrien den ia z|jn beminnelijk beeld met onuitwiachbare trekken geprent. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot heeft morgen ten 11 ure plaats. Tal van vereeni- gingen, tooneelgezelschappen en corporatien zullen by deze plechtigheid tegenwoordig zijn. De aardappelenziekte vertoont zich in de omstreken van Amersfoort, Harderwijk en Elburg op onrust barende wyze, niet alleen in de vroege soorten maar ook in de late. Een komisohe drukfout. Op de internationale landbouwtentoonstelling te Kilbnrn in Engeland ge- houden, werd Nederland volgent 't Bengel. Zon- dugtblad vertegenwoordigd door een stier en drie hazen, 't Moet zijn drie kazen. Onze fi guur op die tentoonstelling is *1 treurig genoeg gewrest dat wij haar waarlijk niet door drukfouten behoeven te parodieeren.- Een jeugdig infanterist, Rudolph Swaab genaamd, dezer dagen uit het garnizoen te Naarden gedeserteerd, wist zich aan de Ooster-8poorwegatalion te Amsterdam meester te maken van een koffer, den commandeerenden officier vau een transport O.-I. militairen toebehoorende en zoowel belangrijke dienstbrieven als bet civiele kostuum vau dien offieier bevattende. In het Von- delspark, waar de opengebroken kist met een soldaten plunje onder de struiken' gevonden werd, heeft de infanterist zyne uniform verwisseld met de Heeding van den offieier eu, tich uitgevende voor den hof meester van eene der Suez-booten, ontstal hy een vriend, waar hij afscheid veinsde te nemen, een kostbaar horloge. Jl. Zaterdag wist hij zich aan de oogen eau een huurkoetsier, die hem uren achtereen had rondgereden, te onttrekken door iu een particu liere woning tot op het dak te klimmen en op tijnr schuilplaats te bljjren tot laat in den nacht, als wanneer hij over daken en goten het vensier vau een lugr ment iu de Wurmoesstraat ia binnengeklommen. Op eene der logeerkamers tiucllte hy zich van een valies met kieederen meester te makeu, maar de be woner van de kamer grtep Item en leverde bem met hulp san den logementhouder aoh de politie over. (ff Ct.) De tléueetrel zegt, dat de beroemde zangeres Alhani zich in het aanstaande seizoen ook in onze rezidentie zal doen hooren. Een belangrijke uitgave heeft thana het lieht gezien. De heer H. C. Susan CHzn. te 'a Huge heeft de eerste aflevering uitgegeven van het werk: Het Binnenhof in plaat en schrift. In twintig platen zal hy out het oudste en merkwaardigste onzer historische monu menten afbeelden, terwyl een uitvoerige beschrijving der platen tal van historische bijzonderheden geeft, waaronder vele z|jii, die nog niet in druk verschenen. De platcii zyn naar origineelen van eenigen onzer beate kunsteuaars gelithografieerd door de firma S. Lankhout eu Co., terwijl de beschrijvende tekst door den heer A. Ising is bewerkt, ouder toezicht van de heeren dr. M. F. A. G. Campbell, jhr. mr. J. K. J. de Jonge, jbr. mr, Victor de Stoers en D. Veegens. De portefeuille zal 20 platen bevatten. De beide thana versohenen platen, «de Trcveszaal» en het Stadhouderlijk kwartier» geven ois reeds uu dc gelegenheid om te oordeelen over de uitstekende wijze, waarop de uitgever zyu plan uitvoert. De belangrijke bijdrage voor onze vaderlandaohe geschie denis en kunst, die w|j aan de pogingen van den heer Susan zullen te danken hebben, verdient werkelijk krachtige ondersteuning en algemecnen bijval. Dezer dagen is te Winkel de algemcene vergadering van aandeelhouders der modelboerderij gehouden. Tot directeur werd benoemd de heer N. Loder, in de plaats van den heer W. Sluis, die verzocht hsd niet meer in aanmerking te komen. Tot commis sarissen werden gekozen de beeren K. Winkel en Wistmecr. Uit Vlissingen wordt gemeld Het Engelsche schip St. Bernards was na eene voorspoedige reis van New-York, btstemd naar Antwerpen, met een Engeischcn kanaalbode en een Belgischen Schelde-loods aan boord Zondag middag tot by het lichtschip Rvijtingen gevorderd. Na ge durende den nacht van Zondag op Maandag naar gissing op de hoogte van Osteude te zijn bijgedraaid, werd liesloten de Wielingen iu te sturen, doch door de aanhoudende dikte van regen misleid, stond men oostelijker dun gegist werd, en stootte het schip des morgens ten half vijf are op eene der banken (ver- j moedelijk de Rassen). Al spoedig, misschien een half uur daarna, zag men een gedeelte van de kiel 1 en achtersteven opdrijven en dreigden de masten over- I boord te gaan, waarom besloten werd met de booten i bet schip te verlaten, betgeen ten 6 uur 30 plaats had. In de boot van den kapitein bevonden zich de beide loodsen, de 2de stuurman en zes matrozen; I in de andere boot de late stuurman met 10 ma trozen. Nadat beide booten ongeveer anderhalf nur i door eene verschrikkelijke branding in oostelijke richting waren heengesluurd, zag men eensklaps de boot van deu kapitein bet onderst boven drijven en drie mannen zich aan baar vastklampen, worste lend tegen de golven. Het mocht den lsten stuurman gelukken, hoewel met groot gevaar, deze drie personen in zyne boot op te nemen; de overige zeven personen waren verdwenen. Na verloop van ongeveer nog een half uur be reikte men het alraud van bet Ooatgat en landde op de hoogte der Kaapduinen. Het schip was geladen met 2400 ton graan. Verdronken ziju by deze ramp: de kapitein M. Burns, de 2de stourman, de Belgische loods (uaaui nog onbekend), beuevens vier matrozen, ouder wie de zoon vau deu kapitein; de namen der overige matrozen z|ju onbekend. De Amerikaan Bundy beeft een klok uitgevonden, welker wederga men elders tevergeefs zal zoeken. Zy is gebeel van prachtig gegraveerd metaal ver vaardigd en rjjk verzilverd en vergald. De zamenstelling ia van dien aard dat elk gedeelte van het werk zichtbaar is. De hoogte der klok be draagt, zonder de kast, drie voet. Het eigenlijk uurwerk is geplaatst op vier stylen. Deae vormen te zamen het lijstwerk en tevens tija de verschillende aanwijzingen van nnr, dag, maand enz. daaraan bevestigd. Rondom bet gaande werk bevindt zich een w|jzer van reu voet in doorsnede, en daaromheen is in een kring een klokkespel van 8 bellen geplaatst. Één kwartier over bet uur slaan deze éëumaal been en terug aan eu geven dua 16 slagenby een half nnr bewegen te zich tweemaal over en wÓa r en geven dns 32 slagen, een kwartier vóór een vol uur drie maal of 48 slagen. Telkens wanneer de bellen klin ken, worden tevens kleine •utÓBUUn, die zich iu den linker benedenhoek bevinden, in beweging gebracht twee soldaten op den voorgrond slaan den trom mel en achter hen komen kleine gestalten uit een miniatuurgrot te voorscbyn. Bij eik vol unr geeft een groot speeltuig dën tyd aau en wordt door een instrument, Jtapch midden op den bodem der klok bevindt, eeuÉhra uitgevoerd. Dit instrument speelt ces verschillende wjjzen, die gedurende een etmaal ieder 4 keer worden herhaald. Onder het uurwerk, in bet midden der klok, is een toestel aangebracht, die dagelijks deu stand der maan aangeeft, alsmede een almanak waarop de verschillende kwartieren zyn aangeduid. Daaronder bevindt zich nog een almunak, dag, datum en maand aanwijzende. Deze loopt voortdurend door en geeft in iedere maand het juiste aantal dagen aanook de 28e Febi. vau het schrikkeljaar ia niet vergeten. Beneden dit gedeelte is nog een muziekinstrument, dat det middags te 12 u. eeu aria speelt. Daarop volgt de spil, die door middel van kleine, op den achtergrond zichtbare metalen draden, het klok kenspel in beweging brengt. Aan wêerszijden dezer spilis een mechaniek aangebracht, waaraau zij haar beweegkracht ontleent. Daaronder bevindt zieh het muziekwerk, dal ieder uur een aria doet hooren. Het Amerikaanaehe tijdschrift, waaruit we de be schrijving dezer klok overnemen, vermeldt verder nog dat zich daaraan een toestel, bevindt, die alle achtereenvolgende jaren, tot het jaar 8898 aanwijst. Deze toesul zou zeer eenvoudig zya zaamgesteld, en slechts bestaan nil een viertal raderen, waarvan het eerste éón omwenteling volbrengt io den tyd van 10 jaar, het tweede in 100 en het derde in 1000 jaar, terwyl eindelyk het vierde in den tyd van 10,000, zegge tien duizend jaur, slechts éénmaal om tjjue as draait I Wij laten het bedoelde tijdaohrift natuurlijk verantwoordelijk voor de jnislheid dezer bijzonderheden en willen nog slechts vermelden dat het aantal stukken, dut door de klok kan worden gespeeld, meer dan 3000 moet bedragen. w- 1 i BATAVIA, 14 Juni. Aan het rapport van den Gonverneur van Atjeh is het volgende ontleend: Op 18 Mei bracht de Atjeher te Tjot Basatoel het bericht, dat zieh in kampong Touh (westelijk van Lamara) drie ons zeët vijandige personen op hielden, die in die kampong gelden opzamelden tot voorzetting van den oorlog. Hy bood aan ons dip personen in handen te spelen. Een patrouille van 5 bajonnetten onder den 2en luitenant Lindgreen, door den berichtgever geleid, begaf zich dadelyk op weg naar Yeuh. Zonder ontdekt te zijn, gelukte bet den luitenant Lindgreen twee huizen te omeingelen, waarin zich bedoelde personen bevonden. Een hunner, Hadji Rachman, had zich in een der vertrekken zijner wotting ver borgen en bracht nog een klewanghonw toe aan een Amboineesch fuselier, die binnendrong om hem te arresteeren. Door bet huia in brand te steken noodzaakte men Hadji Rachman zyn schailplaats te verlaten. Hy sprong het huis uit, viel de troepen met den klewang aan, maar werd nog tjjdig neer- geachoUn. In het tweede huis bevond zich een zekere Nja liansan, die aan alle gevechten van den laatsten tyd tegen ons had deelgenomen. Hij poogde zich ge wapenderhand tegen eene arrestatie te verzetten en werd eveneens nedcrgeschoten. In de huizen werden twee Baumontgeweren met een 200tal daarbij behoorende patronen, één getrokken infanterie geweer (zeker afkomstig van de lste expeditie in 1873), eenige geweren en donder bussen en eene kleine hoeveelheid kruit en lood buitgemaakt. De Atjeher, 8ie-In, een aanvoerder, die gevankelijk naar Tjot Basatoel was medegevoerd, werd daar bij eene poging tot ontvluchting neergeschoten. De herhaalde pogingen om Hadji Ma-Ali te ar- resteeren mislukte. Een drtachtement omsingelde het buis te Tjot Bads, waar hij, naar bericht was, vertoefde; maar het bleek, dat hy zich ophield in kampong Lambaroe (VII Moekims). Het detache ment dat na naar de plaats gezouden werd zag, toen de insluiting nog niet voltooid was, 4 Atjehers vluchten over de sawah. Men vuurde op beu, maar zij wisten, hoewel een hunner blijkbaar gewond was, te ontsnappen in kampong Lcpoiig. De kapitein van de rt,lilde rukte daarop den 30en Met Lepong binnen op het punt waar Hadji Ma-Ali den vorigen dag iu die kampong was gevlncht. De bewoners van Lepong bevestigden het bericht van zyne verwonding en verklaarden 'lat men hem deu vorigen avond naar het gebergte had vervoerd. Het detachement keerde daarop naar Tjot Basatoel terng, aangezien men geeue juiste inlichtingen omtrent de nienwe verblijfplaats vnn Ma-Ali kou verkrjjgen. Gevonden eu uo hei B ireau van Politie gede- neerd Een Jongeus JASJE. Tot ruim vorige prijzen tras de omset niet groot. Poldertartre puike f 10.75 a f 11.40 Miuderu 9.75 a 10.50. Rogge, puike 7.20 a 7.50. Mindere 6.25 a f 7.Voer 4.80 a ƒ5.26, Gerst, puike 7.a 7.50. Mindere 6.a 6.75. Haver, zware 4.25 a 5.—. Ligte ƒ8.25 a ƒ4.—. De veemarkt met weinig aanvoer, den handel zeer lusteloos, vette schapen vlug, lammeren traag, magere varkens en biggen vlug verkocht. Aangevoerd 90 partijeu kaas, eerste kwaliteit vau 25.a 32.tweede kwaliteit van 19.a 25.;— Goeboter, 1.40 a ƒ1.60. Weiboter 1.10 a 1.20. GEBOREN: 28 Juli. Adrian» Willemin», ouders J. G, Schoonderwoerd en G. Polet. 22. Murgaretha, oudera H, •au der Mus en Ad» Gruil. OVERLEDEN: 21 Juli. A. A. Gisius wed. van M. van Rossem, 75 j A. Vingerling wed. T de Jong, 88 j GEHUWD: 23 Juli. J. P. Arrt eu D vau der Bree. H. J van buleu en J. Vtrkaaik. H. Vermeulen eu A. vau Re ede. Burgerlijke Stand van onderstaande gemeenten van 10 tot 16 Juli 1879. Moordrecht: Geene aangifte hebben plaats gehad. OVERLEDEN J. v. Bulk 2 j. 6 m. - A Trouwborst, 5 w. GEBORENHendrik, ouders A. de Jong en C. *»n Druoe». Willem NicoUav, ouders E. Bobres en A Verburg. OVERI.EDKNL. .Molk, 3 m. 6. Vopilur, 75 j. H Heb, 60 j. GEHUWD: A. ma Ree en J. Vink. GEBOREN: Pietcr, oudere L. Voorkarfiji eo A van dea Barg. Petronclla Gesieaa, oudere A. ven der Loo eo Q. van Leerdam. OVERLEDEN; J. G. Ziens, 58 j M. Eindhoven, 2 m. J. Slootjes l ui.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 2