KOLOXIE ft..
POLITIE.
MARKTBERICHTEN.
Gouda. 24 Juli 1879.
Burgerlijke Stand.
Gouda:
Gouderak
Stolwijk
Reeuwijk:
Waddinxveen:
en Cremers van hunne politieke Trienden had Z.
M. geen last te verstrekken. 4^ behoeft men nu ook
niet met bet Vakblad in den vorm vnn het oproe
pingsbriefje eene revolutie, een coup d'état te zien,
eene verkeerdheid of onhandigheid was het zeker,
de taak zoo officieel te behandelen, terwijl eene ver
gadering van leden* eener politieke partij toch nooit
en in geen geval een officieel karakter kon hebben.
De vergadering zelve heeft zich dan ook wel ge
wacht, te handelen alsof zij in de crisis eene be
slissing te nemen had. Omdat men geraadpleegd
was, werd naar aauleidiug vau de verstrekte rae-
dedeelingen van gedachten gewisiehf eu werden ad
viezen gegeven, doch er werd geen votum uitgebracht.
Trouwens, voorstellen werden niet gedaan, een be-
slissiug niet gevraagd. De heeren v. d. Putte en
Cremers blijven, na de meenigeu gehoord te hebben,
volkomen vrij om te beslissen welk advies zij den
koning zullen geven en of zy al dan niet de op
dracht tot vorming var. een kabinet zullen aanvaarden.
Zooveel echter is uit de gedachteuwisseling gebleken,
dat over het tydige van grondwetsherziening geen
eenstemmigheid bestaat, en evenzoo dat aan den
ernst der houding van den Heer Kappeyne niet
wordt getwyfeld.
Het verdient nog de aandacht, dat de ministers,
ofschoon tot by woning der vergadering uitgenoo-
digd, niet waren verschenen.
Gisteren morgen is te Haarlem gevankelijk bin
nengevoerd de broedet vau Joosten, als verdacht vau
medeplichtig te zijn aan den moord, op den veld
wachter van der Lijken gepleegd. Ook die broeder
5s een beruchte strooper; hy is woonachtig ouder
de gemeente Vclsen.
Onder het opschrift «Verstandige Voorzorg" be
vat het Ltidsch Dagblad een artikel, waaraau wij,
met volle instemming, het volgende ontkenen
Ten gevolge vau de buitengewoon lage temperatuur
der laatste weken, gepaard .met onophoudelijke regen
buien, laat de oogst van veld- en boomgewassen
zoowel hier te lande als elders zich zeer slecht
aanzien, Frankrijk zoo luiden de berichten
zal, om in eigen tekort te voorzien, voor meer dan
500 millioén franken aan graneu moeten invoeren
ook in Duitschland zal de grond niet het noodige
opleveren voor eigen cons^jmptie, eu van de overzijde
van het kanaal luiden de tijdingen niets beter.
Het vooruitzicht is dus verre van rooskleurig.
Niet dat men vrees behoeft te koesteren, dat er in
eeuig land van Europa bepaald gebrek aan voedings
middelen zal ontstaan. Toestanden zooals helaas in
sommige Aziatische rijken nu en dan voorkomen,
met name in China eu zelfs iu het onder Britsch
bestuur staande gedeelte van Iudië, behooreu in ons
werelddeel gelukkig tot de onmogelijkheden. Eens
deels draagt men er zorg, dut in jareu vau overvlqed
de voorraadschuren goed worden voorzien, anderdeels
en dat vooral ia^ een vrij zekere waarborg
belast zich de inzonderheid in dergelijke gevallen
zoo onwaardeerbare stoomkracht met de taak om
landen roet ruimen oogst en rykeu met onvoldoende
opbrengst zoo dicht bij elkaar te brengen, dat de
eerste de tekorten der laatste op vrij gemakkelijke
wyze kunnen aanvullen.
Toch behoeft men geen profeet te zyn, meent bet
blad, om met tamelijke zekerheid te voorspellen,
dat, waarschijnlijk al vrij spoedig, het graan in prys
zal stygen en dat het brood, die eerste levensbe
hoefte, in het najaar en iu den winter heel wat
duurder zal zijn dan het thans is. En al zal het
belangrijk in prijs kunnen stijgen, zonder dat men
het nog bepaald duur zal kunnen noemen, omdat
iu geen jaren de pry9 van het brood zoo lang was
als in de laatste manuden, neemt dit natuurlijk niet
weg, dat die stijging, vooral door de miugegoeden,
daarom niet minder zal., worden gevoeld.
Verder wijst het L. D. ook op het gewone en
zeer verklaarbare verschynsel, dat de rijzing van den
prijs van een der eerste levensbehoeften veelal gepaard
gaat met styging der prijzen ook van andere 1^5-
noodigdheden, terwijl iu hit najaar en in den win
ter het leven met zyu meerdere eischeu toch steeds
veel duurder is.
Wie wya handelt neemt bijtyds maatregelen tegen
het kwaad, dat hy iu de toekomst voorziet. On
danks al het geklaag orer slechte tydeii epz. voll
het niet te ontkennen, dat voor het oogenblik de
pryzen vau vele voorname levensbenoodigdheden
in vergelijking van vroeger vry lang zyn. Daarbij
is de zomer de tyd dat de meeste werklieden het
hoogste loon verdienen van het gehecle janr. Welnu,
zy zullen verstandig handelen, in de dagen van min
der zware zorg, 100 huu dat maar cenigszius moge-
lyk is, iets weg te leggen voor den tyd dnt het heel
wat meer moeite zal kosten, in de dagelijksche be
hoeften te voorzien.
Deu weg, waarlangs dat loffelijke doel op de
voordeeligste wijze is te bereiken, meent het L. D.
wel niet te behoeven aan te wijzen, vooral niet in
een stad, waar een spaarinrichting gevestigd is.
Bovendien weet het zeer gotd, dat menig verstan
dig huisvader en vooral menige spaarzame huismoeder,
ook in gewone tijden een spaarpenning voor den win
ter pleegt weg te leggen. Doch dat die prijzens
waardige gewoonte zoo algemeen gevolgd wordt als
wel ware te wenschen, zal zeker niemand durven
beweren. Reden te meer om vooral hen, die in
dat opzicht niet van zorgeloosheid zijn vrij te plei
ten, thans nu er vrij zeker een dure tijd voor dc
deur staat, aan te sporen bijtyds zooveel mogelijk
de noodige voorzorgsmaatregelen te nemen.
Wie het wèl meent met den Hij veren werkman,
die degelyke kern der maatschappij, zal wèl doen,
zoo hij zich daartoe in de gelegenheid bevindt,
diens aandacht te vestigen op bovenbedoelde berich
ten aangaande den ongunstigen graanoogst in de
meeste ons omringende landen en vooral op de be
teeken is, welke die tijdingen, waarvan niet zelden óf
in het geheel niet, of althans niet met de noodige
aandacht kennis wordt genomen, vooral voor hem
kunnen hebben.
In den nacht van Zondag op Maandag is de ook
hier ter stede zoo geliefde tooneelspeler J. H. Albregt
overleden. l)e# Amlerd. Ct. wijdt een artikel aan
zyn nagedachtenis, waaraan wy het volgende ontleenen:
Hy werd 28 November 1829 te Amsterdam gebo
ren. Zijne ouders waren aan een reizend tooneelge-
zclschap, ouder directie van Weddelooperen van Velzen,
verbonden. De vader was tooneelmeester, de moedtr
speelde, kleine rollen. Hy was dus wel van kunste
naarsgeslacht, maar erfde geen grooten naam in de
kunstwereld, en de aanvang van zyu loopbaan was
alles behalve geëffend voor zijn voet. Integendeel
zoo iemand, hy heeft al de schaduwzijden van «het
beroep" leeren kennen, al het lydeo en stryden, al
de ontbering en den kommer van het zwervende
leven, onder de ongunstigste omstandigheden.
Als Albregt van de dagen zyner vroegste jeugd
verhaalde, dacht wie hem hoorde ouwillekeurig aan
Ristori, als zij den reiswagen beschreef, waarin zy
als kind met hare ouders van plaats tot plaats
trok
De man, die thans uit eigen woning zal teil graze
gevoerd worden, en wien het aan niets ontbrak
wat het huiselijk leren kan veraangenamen, heeft
als knaap wel eens het sober reispeuningske, dat
hem verstrekt werd een plaatsje in een dorps
schuit te betalen, gebzbikt om de eischen der maag
te bevredigen, teu kost* zijner voeten.
Hy heeft zoowel in figuurlijken zin als iu wer
kelijkheid een harde school doorloopeu, maar
hy ii( geëindigd meester te zijn,
Nauweljjks was hij vier jaren oud, of hy moest
reeds op het toneel .meêwerken, en het allereerst
trad hij in de Leeuwenridder» op. Door zijne tenger
heid daartoe als het ware aangewezen, speelde hij
zelfs wel eeus eene meiajesrol, b. v. Lilli in het
Vrouwtje van dm Donau.
Het tooneelgezelschap, waartoe hij destyds met zyne
ouders behoorde, werd ontbondenook toen reeds
was er op tooneelgebied weinig stabiliteit. Albregt
had middelerwijl den ouderdom van 14 jaar bereikt
eu werd, altyd weder met vader en moeder, geënga
geerd bij een anderen troep ,die, onder dirietievan
W. Hempel, in friesland voorstellingen gat. Te
Heerenveen behaalde de knaap zijn eersten triutnf
met de titelrol in het algemeen bekende stukje de
Straatjongen van Parij». Het publiek was zóó tevre
den, dat de directeur op zyne beurt het «niet onder
zich wofi laten", eu zijn jongen artist tot bewijs zijner
erkentenis gafeen üuilsche pijp en een pond tabak
Ook in dat opzioht is de man gebleven wat de
knaap wasAlbregt was een hartstochtelijk lief
hebber van rooken, en toen hij op zijn smartelijk
ziekbed, dat welras zijn doodbed werd, vergunning
kreeg om nog eens «een trekje te mogen doen", -
wat uandoeulijke glans van vergenoegen kwam op
dat bewegeiyke, maar altyd zijue aandoeuingett zóó
getronw uitdrukkende gelaat I
Friesland is den jongen kuustenaar een gunstige
bodem geweest. Zette hij te Heereuveen den voet
op de eerste sport van den ladder, die hem later
zoo hoog voerde, te Leeuwarden beklom hy de
tweede. Hij was daar lid van een tooneelgezel
schap, onder directie van van der Linden, die
vroeger en later aan den stadsschouwburg te Am
sterdam verbonden, wellicht nog by velen onzer
lezers in beugenis zal zyu. Plotseling werd van
der Linden, die zelf medespeelde, ongesteld, en in
den nood zyne rul, Babila» in Victorljn of het
Keeskind en den moordtnaar, aan Albregt opgedragen.
Deze kweet zich meesterlyk van die onverwachte
laak; kwam bij het publiek in aanzien, en sedert
werden hem belangrijke rollen toevertrouwd.
Nadat het gezelschap van van der Linden had
opgehouden te bestaan, kwam Albregt weder te Am-
s'crdatp, en speelde, onder directie van Voet, in
Flieitórg, Plantage, Middeulaan. Hij had nu den
voet in den stijgbeugel j welhaast zon hij in den
zadel zitten. Altijd zijn beat doende, nooit iets gering
achtende of zorgeloos opvattende, had hy zich reeds
zooverre ontwikkeld, dat een geoefend oog in hem
niet alleen buitengewonen aanleg, maar reeds meer
datr dat opmerkte. Van "Velj|n, destijds tooneel-
meester 'aan den Stadsschouiri^Bpldaar, bad Albregt
zien spelen, en deelde de^Wgnmaligen directeur
J. Eduard de Vries, eens by toeval mede, een jong
acteur, die veel voor het komische vak beloofde, te
hebben aangetroffeu. Dat was allesbehalve aan „een
doove gezegd.» De Vries ging, zoodra hy een vrijen
avond had, een kijkje nemen. Albregt trad joist op
in drie stukjesHarto en Frontin, de Engelschtn
op rei» en Een halaal in den Schouwburg. Weinig
vermoedde de 20-jarige Albregt, dat die avond voor
zijn toekomst, en dat in menig opzicht be
slissend was. De Vries had met den snellen blik
hem zoo bijzonder eigen, dadelijk gevat welk een
degelyk talent in dien aankomende acteur schuilde,
en hoe de weg moest zyn om het tot volle ont
wikkeling te brengen. Hy, een vriend van denken
en doen tegelijk, liet ook geen graa groeien over de
nieuwe ontdekking. Reeds den volgenden morgen
verscheen Albregt op de directie-kamer van de
Amsterdamsohe Stads-schouwbnrg en werden zyne
debuten bepaald.
Wat de kenze der rollen betrof, kwam hem de
zaak- eu knnstenaarskenuis van de Vries goed te
stade, en Albregt was verstandig genoeg zich te
laten raden. De uitslag bedroog de Vries dan ook
niet, en stelde den debutant evenmin te leur. De
schrandere directeur kende het spel zoo goed ais
den sprier, en ook het publiek. Albregts eerste
debut was Fitter in Mentchenhaat en Berouw, hst
tweede van der Hulde in De Onechte! Zoon, het derde
Karei Deeroehe» in De Eerste Liefde.
De debuten liepen uitmuntend af en in 1860 werd
hij voor den tjjd van drie jaar aan den Stads
schouwburg geëngageerd.
Weldra stond hij, en hy is bet sedert gebleven,
bij het publiek hoog aaugesclireveu. In zyn direc
teur had lijj een ou waardeerbaren leermeester, een
man die met fotografische nauwkeurigheid de beste
iraditiën der eerste maunen van het vak, die op
deu Stads-sehouwburg iu ziju tyd geschitterd had
den, eu by kende den glnustyd i wist aan
schouwelijk te maken voor de verbeelding van den
jongen kunsteuaoreen leermeester, die tegen alle
klippen, waarop een aankomend talent kon stranden,
wist te waarsohuwen, en Albregt had bij uitnemend
heid de gave om zyu voordeel te doen roet de
kennis vau den door en door ervaren directeur.
Bovendien, werken was Albregt's lust en leven, en
was hy snel en gelukkig in zyne opvattingen, nie
mand besteedde ooit meer zorg aan de voorbereiding
en de nitvoering dan bij.
Zijn repetecreu was niet een ter loops zich over
tuigen van rolyastheideen oppervlakkig kennis
nemen van de ineenzetting, neen, zyn repeteeren
was altijd spelen, met zorg en inspanning, ala
ware het publiek reeds voor hem om ta oordeelen;
niets verzuimen, niets aait het toeval of het oogen
blik overlaten was z|jn lens en leer. Hy was
daardoor altyd ad remvoorbeeldig thnis op de
lanken. Niemand bewoog zich gemakkelijker' dan
ij. Dat zjjne opvattingen gelukkig waren, bleek
O. n. nadat hy Orignon in Soribe's Bataille van
vrouwen bad gespeeld. Toen later namelyk de be
roemde Regnier, vau het Thédtre Frangai», hier
dezelfde rol speelde, vertolkte hij dat karakter op
dezelfde wyze als Albregt, en dat deze, by z|jne
oorspronkelijkheid, echter ook meesterlyk kopiëereu
kon, bleek toen ror. J. H. Burlage, op wiens welwillend
heid nooit te vergeefs een beroep gedaan werd, hem door
eene uitmuntende,vertaling van la Joie fait peur,in staat
stelde de rol, die Regnier unarin bier gespeeld bad,
te vervullen. Wie Albregt toen zag had Regnier
gezien. De kopie was bedriegclijk getronw.
In 1851 met Willtelmiua Reiueira Engelman ge
huwd, viel hem het voorrecht van een gelukkige eolit
te beurt. Wel kende hy zoowel vadersmnrt als va
dervreugde, en moest bij ineor dan eeua een ziels
geliefd kind ten grave brengen, maar zijne gade was
bem evenzeer eene "uitstekende gezellin op het gcbiid
der kunst ais in het buisselijk leven. Tot de ure
zyns doods was het hare hand, die hem met de tee-
derste zorg verpleegde en zy wist haar leed en smart
voor hem te verbergen, een bemoedigend gelaat te
bewaren, terwyl haar het harte brak. Wie het treu
rig voorreoht heeft gehad den lyder aan zyn ziekbed
le bezoeken, heeft van hare liefde en zyne dankbare
waardeering de aaudoenlykste bewijzen aanschouwd.
Nog enkele malen verhelderde een flikkering- van
hoop den nacht des lydensoogeublikken van stilte,
die nieuwe stormen voorafgingen. Eindelyk was bet
wederstaudsvermogen uitgeput, en in deu nacht van
Zondag op Maandag, 21 dezer, blies Albregt den
laatste» adem nit.
Welk een verschil nu in die vriendelijke, gezellige
woning, welk een contrast in dat sombere sterfhuis!
Overal ontmoet het oog, hier in de werken van ge
vierde meesters, daar in sierlyke en kostbare ge
schenken, ginds in prachtige kransen, de béw|jzen
van waardeering zijner garen als kunstenaar, hem
aangebodenmaar het ia of dat allea zyn glans
verloren heeft, nu h|j verscheiden is, wien al die
eerbewijzen golden, hg, die ze zoo wèl verdiend had,
en wien ze zoo hartelijk werden gegund.
Albregt's naam ataat in bet gedenkboek der vsder-
landsche toooeelspeelknnat met gulden letteren opge-
teekend, en in de harten zijner betrekkingen en vrien
den ia z|jn beminnelijk beeld met onuitwiachbare
trekken geprent.
De teraardebestelling van het stoffelijk overschot
heeft morgen ten 11 ure plaats. Tal van vereeni-
gingen, tooneelgezelschappen en corporatien zullen by
deze plechtigheid tegenwoordig zijn.
De aardappelenziekte vertoont zich in de omstreken
van Amersfoort, Harderwijk en Elburg op onrust
barende wyze, niet alleen in de vroege soorten maar
ook in de late.
Een komisohe drukfout. Op de internationale
landbouwtentoonstelling te Kilbnrn in Engeland ge-
houden, werd Nederland volgent 't Bengel. Zon-
dugtblad vertegenwoordigd door een stier en
drie hazen, 't Moet zijn drie kazen. Onze fi
guur op die tentoonstelling is *1 treurig genoeg
gewrest dat wij haar waarlijk niet door drukfouten
behoeven te parodieeren.-
Een jeugdig infanterist, Rudolph Swaab genaamd,
dezer dagen uit het garnizoen te Naarden gedeserteerd,
wist zich aan de Ooster-8poorwegatalion te Amsterdam
meester te maken van een koffer, den commandeerenden
officier vau een transport O.-I. militairen toebehoorende
en zoowel belangrijke dienstbrieven als bet civiele
kostuum vau dien offieier bevattende. In het Von-
delspark, waar de opengebroken kist met een soldaten
plunje onder de struiken' gevonden werd, heeft de
infanterist zyne uniform verwisseld met de Heeding
van den offieier eu, tich uitgevende voor den hof
meester van eene der Suez-booten, ontstal hy een
vriend, waar hij afscheid veinsde te nemen, een
kostbaar horloge. Jl. Zaterdag wist hij zich aan
de oogen eau een huurkoetsier, die hem uren achtereen
had rondgereden, te onttrekken door iu een particu
liere woning tot op het dak te klimmen en op tijnr
schuilplaats te bljjren tot laat in den nacht, als
wanneer hij over daken en goten het vensier vau
een lugr ment iu de Wurmoesstraat ia binnengeklommen.
Op eene der logeerkamers tiucllte hy zich van een
valies met kieederen meester te makeu, maar de be
woner van de kamer grtep Item en leverde bem
met hulp san den logementhouder aoh de politie over.
(ff Ct.)
De tléueetrel zegt, dat de beroemde zangeres Alhani
zich in het aanstaande seizoen ook in onze rezidentie
zal doen hooren.
Een belangrijke uitgave heeft thana het lieht gezien.
De heer H. C. Susan CHzn. te 'a Huge heeft de eerste
aflevering uitgegeven van het werk: Het Binnenhof
in plaat en schrift. In twintig platen zal hy out het
oudste en merkwaardigste onzer historische monu
menten afbeelden, terwyl een uitvoerige beschrijving
der platen tal van historische bijzonderheden geeft,
waaronder vele z|jii, die nog niet in druk verschenen.
De platcii zyn naar origineelen van eenigen onzer
beate kunsteuaars gelithografieerd door de firma S.
Lankhout eu Co., terwijl de beschrijvende tekst door
den heer A. Ising is bewerkt, ouder toezicht van
de heeren dr. M. F. A. G. Campbell, jhr. mr. J.
K. J. de Jonge, jbr. mr, Victor de Stoers en D.
Veegens.
De portefeuille zal 20 platen bevatten. De beide
thana versohenen platen, «de Trcveszaal» en het
Stadhouderlijk kwartier» geven ois reeds uu dc
gelegenheid om te oordeelen over de uitstekende
wijze, waarop de uitgever zyu plan uitvoert. De
belangrijke bijdrage voor onze vaderlandaohe geschie
denis en kunst, die w|j aan de pogingen van den
heer Susan zullen te danken hebben, verdient werkelijk
krachtige ondersteuning en algemecnen bijval.
Dezer dagen is te Winkel de algemcene vergadering
van aandeelhouders der modelboerderij gehouden.
Tot directeur werd benoemd de heer N. Loder, in
de plaats van den heer W. Sluis, die verzocht hsd
niet meer in aanmerking te komen. Tot commis
sarissen werden gekozen de beeren K. Winkel en
Wistmecr.
Uit Vlissingen wordt gemeld
Het Engelsche schip St. Bernards was na eene
voorspoedige reis van New-York, btstemd naar
Antwerpen, met een Engeischcn kanaalbode en een
Belgischen Schelde-loods aan boord Zondag middag
tot by het lichtschip Rvijtingen gevorderd. Na ge
durende den nacht van Zondag op Maandag naar
gissing op de hoogte van Osteude te zijn bijgedraaid,
werd liesloten de Wielingen iu te sturen, doch door
de aanhoudende dikte van regen misleid, stond men
oostelijker dun gegist werd, en stootte het schip des
morgens ten half vijf are op eene der banken (ver- j
moedelijk de Rassen). Al spoedig, misschien een
half uur daarna, zag men een gedeelte van de kiel 1
en achtersteven opdrijven en dreigden de masten over- I
boord te gaan, waarom besloten werd met de booten i
bet schip te verlaten, betgeen ten 6 uur 30 plaats had.
In de boot van den kapitein bevonden zich de
beide loodsen, de 2de stuurman en zes matrozen; I
in de andere boot de late stuurman met 10 ma
trozen. Nadat beide booten ongeveer anderhalf nur i
door eene verschrikkelijke branding in oostelijke
richting waren heengesluurd, zag men eensklaps de
boot van deu kapitein bet onderst boven drijven
en drie mannen zich aan baar vastklampen, worste
lend tegen de golven.
Het mocht den lsten stuurman gelukken, hoewel
met groot gevaar, deze drie personen in zyne boot
op te nemen; de overige zeven personen waren
verdwenen.
Na verloop van ongeveer nog een half uur be
reikte men het alraud van bet Ooatgat en landde
op de hoogte der Kaapduinen.
Het schip was geladen met 2400 ton graan.
Verdronken ziju by deze ramp: de kapitein M.
Burns, de 2de stourman, de Belgische loods (uaaui
nog onbekend), beuevens vier matrozen, ouder wie
de zoon vau deu kapitein; de namen der overige
matrozen z|ju onbekend.
De Amerikaan Bundy beeft een klok uitgevonden,
welker wederga men elders tevergeefs zal zoeken.
Zy is gebeel van prachtig gegraveerd metaal ver
vaardigd en rjjk verzilverd en vergald.
De zamenstelling ia van dien aard dat elk gedeelte
van het werk zichtbaar is. De hoogte der klok be
draagt, zonder de kast, drie voet. Het eigenlijk
uurwerk is geplaatst op vier stylen. Deae vormen te
zamen het lijstwerk en tevens tija de verschillende
aanwijzingen van nnr, dag, maand enz. daaraan
bevestigd.
Rondom bet gaande werk bevindt zich een w|jzer
van reu voet in doorsnede, en daaromheen is in
een kring een klokkespel van 8 bellen geplaatst.
Één kwartier over bet uur slaan deze éëumaal been
en terug aan eu geven dua 16 slagenby een half
nnr bewegen te zich tweemaal over en wÓa r en geven
dns 32 slagen, een kwartier vóór een vol uur drie
maal of 48 slagen. Telkens wanneer de bellen klin
ken, worden tevens kleine •utÓBUUn, die zich iu den
linker benedenhoek bevinden, in beweging gebracht
twee soldaten op den voorgrond slaan den trom
mel en achter hen komen kleine gestalten uit een
miniatuurgrot te voorscbyn. Bij eik vol unr geeft
een groot speeltuig dën tyd aau en wordt door een
instrument, Jtapch midden op den bodem der klok
bevindt, eeuÉhra uitgevoerd. Dit instrument speelt
ces verschillende wjjzen, die gedurende een etmaal
ieder 4 keer worden herhaald.
Onder het uurwerk, in bet midden der klok, is
een toestel aangebracht, die dagelijks deu stand der
maan aangeeft, alsmede een almanak waarop de
verschillende kwartieren zyn aangeduid. Daaronder
bevindt zich nog een almunak, dag, datum en maand
aanwijzende. Deze loopt voortdurend door en geeft
in iedere maand het juiste aantal dagen aanook
de 28e Febi. vau het schrikkeljaar ia niet vergeten.
Beneden dit gedeelte is nog een muziekinstrument,
dat det middags te 12 u. eeu aria speelt.
Daarop volgt de spil, die door middel van kleine,
op den achtergrond zichtbare metalen draden, het klok
kenspel in beweging brengt. Aan wêerszijden dezer
spilis een mechaniek aangebracht, waaraau zij haar
beweegkracht ontleent.
Daaronder bevindt zieh het muziekwerk, dal ieder
uur een aria doet hooren.
Het Amerikaanaehe tijdschrift, waaruit we de be
schrijving dezer klok overnemen, vermeldt verder
nog dat zich daaraan een toestel, bevindt, die alle
achtereenvolgende jaren, tot het jaar 8898 aanwijst.
Deze toesul zou zeer eenvoudig zya zaamgesteld, en
slechts bestaan nil een viertal raderen, waarvan
het eerste éón omwenteling volbrengt io den tyd van
10 jaar, het tweede in 100 en het derde in 1000
jaar, terwyl eindelyk het vierde in den tyd van
10,000, zegge tien duizend jaur, slechts éénmaal om
tjjue as draait I Wij laten het bedoelde tijdaohrift
natuurlijk verantwoordelijk voor de jnislheid dezer
bijzonderheden en willen nog slechts vermelden dat
het aantal stukken, dut door de klok kan worden
gespeeld, meer dan 3000 moet bedragen.
w- 1 i
BATAVIA, 14 Juni.
Aan het rapport van den Gonverneur van Atjeh
is het volgende ontleend:
Op 18 Mei bracht de Atjeher te Tjot Basatoel
het bericht, dat zieh in kampong Touh (westelijk
van Lamara) drie ons zeët vijandige personen op
hielden, die in die kampong gelden opzamelden tot
voorzetting van den oorlog. Hy bood aan ons dip
personen in handen te spelen.
Een patrouille van 5 bajonnetten onder den 2en
luitenant Lindgreen, door den berichtgever geleid,
begaf zich dadelyk op weg naar Yeuh. Zonder
ontdekt te zijn, gelukte bet den luitenant Lindgreen
twee huizen te omeingelen, waarin zich bedoelde
personen bevonden. Een hunner, Hadji Rachman,
had zich in een der vertrekken zijner wotting ver
borgen en bracht nog een klewanghonw toe aan
een Amboineesch fuselier, die binnendrong om hem
te arresteeren. Door bet huia in brand te steken
noodzaakte men Hadji Rachman zyn schailplaats te
verlaten. Hy sprong het huis uit, viel de troepen
met den klewang aan, maar werd nog tjjdig neer-
geachoUn.
In het tweede huis bevond zich een zekere Nja
liansan, die aan alle gevechten van den laatsten tyd
tegen ons had deelgenomen. Hij poogde zich ge
wapenderhand tegen eene arrestatie te verzetten en
werd eveneens nedcrgeschoten.
In de huizen werden twee Baumontgeweren
met een 200tal daarbij behoorende patronen, één
getrokken infanterie geweer (zeker afkomstig van de
lste expeditie in 1873), eenige geweren en donder
bussen en eene kleine hoeveelheid kruit en lood
buitgemaakt.
De Atjeher, 8ie-In, een aanvoerder, die gevankelijk
naar Tjot Basatoel was medegevoerd, werd daar bij
eene poging tot ontvluchting neergeschoten.
De herhaalde pogingen om Hadji Ma-Ali te ar-
resteeren mislukte. Een drtachtement omsingelde het
buis te Tjot Bads, waar hij, naar bericht was,
vertoefde; maar het bleek, dat hy zich ophield in
kampong Lambaroe (VII Moekims). Het detache
ment dat na naar de plaats gezouden werd zag,
toen de insluiting nog niet voltooid was, 4 Atjehers
vluchten over de sawah. Men vuurde op beu, maar
zij wisten, hoewel een hunner blijkbaar gewond was,
te ontsnappen in kampong Lcpoiig.
De kapitein van de rt,lilde rukte daarop den 30en
Met Lepong binnen op het punt waar Hadji Ma-Ali
den vorigen dag iu die kampong was gevlncht. De
bewoners van Lepong bevestigden het bericht van
zyne verwonding en verklaarden 'lat men hem deu
vorigen avond naar het gebergte had vervoerd.
Het detachement keerde daarop naar Tjot Basatoel
terng, aangezien men geeue juiste inlichtingen omtrent
de nienwe verblijfplaats vnn Ma-Ali kou verkrjjgen.
Gevonden eu uo hei B ireau van Politie gede-
neerd Een Jongeus JASJE.
Tot ruim vorige prijzen tras de omset niet groot.
Poldertartre puike f 10.75 a f 11.40 Miuderu
9.75 a 10.50. Rogge, puike 7.20 a 7.50.
Mindere 6.25 a f 7.Voer 4.80 a ƒ5.26,
Gerst, puike 7.a 7.50. Mindere 6.a
6.75. Haver, zware 4.25 a 5.—. Ligte
ƒ8.25 a ƒ4.—.
De veemarkt met weinig aanvoer, den handel zeer
lusteloos, vette schapen vlug, lammeren traag, magere
varkens en biggen vlug verkocht.
Aangevoerd 90 partijeu kaas, eerste kwaliteit vau
25.a 32.tweede kwaliteit van 19.a
25.;—
Goeboter, 1.40 a ƒ1.60.
Weiboter 1.10 a 1.20.
GEBOREN: 28 Juli. Adrian» Willemin», ouders J. G,
Schoonderwoerd en G. Polet. 22. Murgaretha, oudera H,
•au der Mus en Ad» Gruil.
OVERLEDEN: 21 Juli. A. A. Gisius wed. van M. van
Rossem, 75 j A. Vingerling wed. T de Jong, 88 j
GEHUWD: 23 Juli. J. P. Arrt eu D vau der Bree.
H. J van buleu en J. Vtrkaaik. H. Vermeulen eu A. vau
Re ede.
Burgerlijke Stand van onderstaande gemeenten van
10 tot 16 Juli 1879.
Moordrecht:
Geene aangifte hebben plaats gehad.
OVERLEDEN J. v. Bulk 2 j. 6 m. - A Trouwborst, 5 w.
GEBORENHendrik, ouders A. de Jong en C. *»n Druoe».
Willem NicoUav, ouders E. Bobres en A Verburg.
OVERI.EDKNL. .Molk, 3 m. 6. Vopilur, 75 j.
H Heb, 60 j.
GEHUWD: A. ma Ree en J. Vink.
GEBOREN: Pietcr, oudere L. Voorkarfiji eo A van dea
Barg. Petronclla Gesieaa, oudere A. ven der Loo eo Q.
van Leerdam.
OVERLEDEN; J. G. Ziens, 58 j M. Eindhoven, 2 m.
J. Slootjes l ui.