Vemvs- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
3N,
I
tl
«a
1879.
N9 2352.
as.
ING
f,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Woensdag 24 September.
Huitenlamlscli Overzicht.
Parlementaire Werkzaamheden.
>ofd-Dépot
ran f 26,
lesschen,
iraonden
EN bij
GOUDA,
N AF HE-
8 van 9—4
n
Jbum*
Zeer fijne
ile vinding.
jrden:
«5
GOUDSCHE COURANT
o bruto.
rijk in vruchten zjjn op
skmaS.
niet
de door de wetge-
le wet
op het lager onderwijs, zoo spoedig als de daar-
geen twijfel mogelyk
Eerste Kamer dan moet
van het lager onderwijs zoo
igevoerd worden.
de heer Dujjmaer van Twist.
i IVjjburger,
ten, Eiken
ansche Gre-
arva 8pnf"
Amerikaan-
mwe Vuren
IBER1879,
rkooplokaal
vancirca
etersburger,
he en Wy-
1, Coperw.
oten.
lu Engeland blijft de staat van zaken in Afghanis
tan het Hoofdonderwerp der dagbladen-polemiek en der
politieke redevoeringen. Feitelyk nieuws is cr niet.
it, liggende
c. lach,
Geldersche
e behandeling van dit
wetsontwerp aan de orde zal gesteld worden.
Een reeks ontwerpen, deels van de vorige
zitting overgebleven, werden op de agenda ge
bracht. Behalve onteigenjngs- en naturalisatie-
wetjes worden vermeldQntwerpen tot bekrach
tiging van provinciale belastingen, bepalingen
omtrent den accijns op de suiker in de Indische
begrooting. Daarentegen5 fcjjn de door het vo
rige ministerie ingediendd belastingwetten, het
ontwerp tot regeling van den generalen staf,
dat tot onderhoud der historische monumenten
en dat tot regeling van de verhouding der In
dische tot de Nederlandsche geldmiddelen inge
trokken.
In de zitting van Vrjftwg hield de minister
van financiën de millioenen-speech bij de in
diening der staatsbegrooting voor 1880, welke
redevoering even zakeljjk als duidelijk was.
Zonder in niets afdoende bespiegelingen te tre
den werd de toestand der financiën blootgelegd.
Dit die redevoering bleek dat sedert 1876
jaarljjks tekorten te constateeren zijn en wel
tot een bedrag van bjjna 36 millioenen.en met
het reeds gebruikte van de leening van 1878
van ruim 51 millioen. Als de leening verbruikt
is, zal nog ongeveer twee en een half millioen
gedekt moeten worden. Onder de uitgaven
behooren evenwel bijna 35 millioen voor den
spoorwegaanleg en 10 millioen voor de vesting
bouw, zoodat van 1876 tot 1879 op de gewone
uitgaten een tekort was van bijna 7 millioen.
Gedurende die jaren had ludië geen batige
saldo’s gezonden. -
De begrooting van 1880 sluit met een tekort
van ongeveer 7 millioen, al zijn de uitgaven
“ook ongeveer 5 millioen minder geraamd. Voor
spoorwegen is ruim 7 millioen, voor het ves-
tingstelsel 2*/a millioen uitgetrokken. De
uitgaven voor onderwijs zijn 678,291 hooger,
welk cjjfer echter volstrekt niet voldoende is,
als de wet nog in 1880 wordt ingevoerddan
zal een verhooging noodig zijnook voor
openbare werken zjjn nog verhoogingen van
het eindcijfer der uitgaven te wachten. Een
en ander vergelijkende moe t de minister een
te kort op de gewone uitgaven en ontvangsten
van f 2,560 591 constateeren.
Zulk een toestand is niet houdbaar; of be
zuiniging of aanmerkelijke verhooging van be
lastingen, hetzjj dan met een meer billijke
verdeeling der lasten, kun niet uitbljjven, tenzij
de toestand in Indië ons weder veroorlooft over
overschotten op den Indischen dienst te be
schikken. L.
Is men in de Tweede Kamer even zuinig op
den nationalen tjjd als in de Eerste Kamer, dan
kan dit zittingjaar rijk in vruchten zjjn op
wetgevend gebied.
Slechts één spreker voerde bij de behandeling
van het adres van antwoord het woord, de mi
nister antwoordde, het adres werd zonder ver
dere discussie goedgekeurd, en de Eerste Kamer
ging uiteen. Het adres was dan ook over het
geheel een weerklank op de troonrede; de zin
snede betreffende het onderwjjs luidde: »Wij
verwachten invoering van
vende macht vastgestelde en bekrachtigd!
op het lager onderwjjs, zoo spoedig als de
toe nog noodige voorbereiding toelaat.” Voor
het ministerie is dus
wil het den steun der
de wet tot n
spoedig mogelijk ingevoerd worden.
Die spreker was de heer Dujjmaer van Twist.
Na de ministerieele crisis besproken te hebben,
verklaarde hjj, dat hjj ofschoon geen vriend
van kabinetten van fusie zjjnde, inderdaad niet
kan inzien, hoe, in de bestaande omstandighe
den en na de vrjjwillige abdicatie van de libe
rale party, kans bestond om een ander minis
terie uit eigen krachten saam te stellen, dat
kans had op eenige duurzaamheid.
Wat in de troonrede wordt medegedeeld is
voor spreker en in 't algemeen voor de geheele
liberale partjj vrjj geruststellend, vooral het
cardinate punt, dat de invoering der schoolwet
geen verdere vertraging zal ondervinden dan
noodig is tot voorbereiding.
Vrees koesterde spreker of in de praktjjk
niet zal bljjken, dat net samengaan van zoovele
verschillende richtingen in het ministeriehoogst
moeiljjk, ja onmogeïjjk is. Spreker eindigde
met de hoop nit te drukken dat de handelin
gen van het nieuwe ministerie van dien aard
zullen zjjn, dat het den noodigen steun zal
kunnen vinden bjj de vertegenwoordiging des
volks.
Even welwillend als de rede van den volks
vertegenwoordiger, was het antwoord van den
minister van Ljjnden van Sandenburg. Weder
werd het «Wacht op onze daden” vernomen,
en de Kamer hechtte daaraan haar goedkeuring
door in geen verdere discussie te treden, het
vragen van meer licht aan de Tweede Kamer
overlatende.
In de Tweede Kamer zjjn de geloofsbrieven
onderzocht en in orde bevonden, alleen omtrent
die van den heer du Tour de Bellinchave be
stonden bezwaren wegens feilen in een der kie
zerslijsten. Do discussie over het voorstel om
den minister om inlichtingen te verzoeken, zal
nader plaats hebben.
Bjj net opmaken van de voordracht van een
voorzitter der Tweede Kamer genoot de heer
Dullert de welverdiende eer om andermaal zon
der noemenswaarde oppositie tot eersten candi-
daad benoemd te worden. Hjj toch had 71
stemmen van de 75, die uitgebracht waren.
Voor den tweeden candidaat hadden echter
4 stemmingen plaats, bjj de laatste verkreeg
de heer Mirandolle 42 en de heer Cremers 22 stem
men, terwjjl 12 blanco-billeten werden ingeleverd.
Voor den derden candidaat eindeljjk verkreeg
de heer Lnjjben 38, de heer Cremers 34 stemmen.
Moet uit die stemmingen opgemaakt wor
den, dat een groot gedeelte der liberale
partjj zich bepaald verklaard heeft tegen de
twee mannen, die tjjdens de ministerieele crisis
veel van zich hebben doen spreken Is door
die stemmingen het feit geconstateerd dat een
klove bestaat tusschen de leden der liberale
Aangaande het vaugen van Ketsjwayo, worden nog
eenige bijzonderheden gemeld. De koning der Zoeloes,
vergezeld van slechts een achttal mannen en vrouwen,
werd omsingeld door Engelsehe dragonders. Hij was
zoo vermoeid en gewond door zijn overhaaste vlucht,
dat hij noch loopen, noch te paard rijden kon. Toen
een Engelsch dragonder hem ruw de hand op de
schouders legde, zcide bjj in het Engelsch, terwjjl hij
hem met minachting van zich afweerde: „Blanke
soldaat, laat mij ongemoeid. (White tMier,letme be.)
Hij vroeg hieröd den rang van den officier, die hem
gevangen nam, ei verzocht onmiddelijk gefusilleerd
te worden. Toen hem gezegd werd, dat hij enkel
gevangen zou worden gehouden, ging hjj tusschen
de soldaten door naar zijn tentzijn houding was
kalm en waardig, zijn roede deken als een Romeiu-
sche toga over zijn borst geslagen, ging hij met
opgehesen hoofd langs de soldaten, en behandelde
de inlandsche troepen der Britten met voorname
minachting. Op een kar werd hij vervoerd.
Een vijftal zijner volgelingen, die poogden te ont
snappen, werden door de Engelschen doodgeschoten.
Veel opspraak verwekt in Duitsohland een brief
van den afgetreden Minister van Eeredienst Falok
aan den hoofdredacteur van de Deutsche revue; Falck
verklaart daarin niet zulk een algemeene vrees ie
hebben voor reactie, ook niet voor een gang van
Bismarck naar Canossa, maar toch niet zonder be
duchtheid te zjjn voor het onderwijs, daar de wijze
waarop dit geleid wordt afhankeljjk is van het
administratief bestuur. Falck spoort om die reden
de kiezers aan, hun plicht to doen en de handen niet
in den schoot te leggen.
Naar men in Duischland vrjj algemeen verzekert,
wordt er drnk gearbeid aan de vorming van een
groote liberale partij, waarvan de nationaal-liberalen
en de leden der partij van vooruitgang de elementen
zullen uitmaken. Ten einde deze samenstelling tot
stand te kannen brengen, wordt een nieuw programma
voorgesteld, en als eerste doel der nieuwe partjj
wordt genoemd„Verdediging van hetgeen door de
liberalen in de jongstverloopen jaren op het gebied
van Staat en Kerk is verworven®.fc
Met het oog hierop verdient echter aandacht, wat
een Duitsch liberaal aan de redactie van den Engel-
sohen Spectator heeft verzekerd. Hjj is een over-
tuigd^liberaal, zegt het Engelsehe blad, en zijn
woorden verdienen aandacht. Volgens hem hebben
de Duitsche nationaal-liberalen twee derden van hun
zetels verloren door oppositie; te loeren tegen prins
von Bismarck, en zoo ze dit\ voortzetten, zullen ze
de andere ook verliezen. Duijsohland heeft algemeen
stemrecht en met uitzondering der socialisten zeggen
de kiezers overal: „Bismarck weet wat hjj wil;
hjj wenscht zijn werk te voltooien en men moet
hem zijn gang laten gaan.
«Deze loyauteit is persoonlijk voor hem en
voor zjjn beginselen, doch ze is volkonibn
onwankelbaar
Zoolang Bismarck leeft of aan het roer van den
Staat blijft, laten de Duitsohers hem regeeren en
hebben de liberale beginselen en de parlementaire
regeering geen kansen.
Onlangs hebben de leiders der groepen, die samen
de rechterzijde vormen in den Oostenrjjksche Rijks
dag, eene vergadering gehouden onder leiding van
den heer de Hohcwart. Daarin werd besloten, om
al die groepen te vereenigen tot één groote partij
waarvan zoowel de Czechen als de Polen deel zouden
uitmaken en dat de verschillende comités trachten
zouden, de samenwerking dier zoo tegenstrijdige
partjjen mogelijk te ftiaken. Zeer zeker zouden, als
deze poging gelukte, de liberalen een geduchte tegen
partij ‘leu Rijksdag krijgen; de vele vergeefsche
pogingen, die echter reeds zoo vnak werden aange
wend, om zulk eene samenwerking te verkrijgen
doet evenwel ernstig twijfelen of er ook ditmaal
wel eenige kans voor bestaat.
GOUDA, 23 September 1879.
Naar wjj vernemen hebben zich industrieelen aan
gemeld voor de Vergadering met de Commissie voor
Party? Ook hieromtrent zullen volgende dis-
Cussiën en stemmingen licht moeten verschaffen.
Een zaak is echter zeker, er moge strijd om
personen bestaan, wanneer het de beginselen
der party betreft, wanneet sprake is van han
delsvrijheid, openbaar onderwjjs, verbetering
van ons belastingstelsel en andere qnaestiën,
dan zullen allen vereenigd zijn.
De door Z. M. benoemde voorzitter, de heer
Dullert, aanvaardde hek voorzitterschap met
eene redevoering, waarin door hem gewezen
werd op het gewichtige werk tot vaststelling
van een nationaal wetboek van strafrecht; de
doelmatige behandeling daarvan voor te berei
den is kenneljjk zijn voornaamste plan, zoodat
spoedig het voorstel tot wyziging van het regle
ment van orde voor de behandeling van dit
de orde zal gesteld worden.
zitting overgebleven, werden op de agenda ge-
wetjes worden vermeld
provinciale