Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
N1NGEN
rara,
O!
I
0N1NG
ÏODDA.
illende kanten
jjne medebur-
n van het nut
lemeente, eene
op VVOEN8-
's avonds ten
onie< by den
jde die zaak
omst zal hem
IBS
ïo. 354 aan
BINNENLAND-
BUITENLAND.
1879.
iland
LAND
jente
•LAS»,
ctwn.
1ÈL,
Bulteiilatidsch Overzicht.
Vrijdag 31 October.
7
?r!879,
unie” op de
pingen.
>r 1879
rge van K.
van:
oa.
er 1879,
monie” op de
ii
hebbe
eenigszins sprake van,
er
GOUDSCHE COURANT.
bevordering
jgroet.
belegging
beeld
zien.
jente
I
IK.
Ismede onge-
IPEVEEN.
de eer U de
rate Modellen
•EN.
tan bevelen tot
TUMES enz.
^ienareuen,
HAËL.
men om da-
ÏONDWA-
aau bevolen
r Gebr. WIE-
or Gouda en
B. SCHOL-
sene begeerlijke zaak
i 6m zich in Kuro-
jn. Verdere
VHLSTEDE
eene.- algemeene ontwapening verwezenlijkt te
In allen ernst vergadert op dit oogenblik te
Napels zulk een comité, waarin de wensch uitge
sproken werd, dat de mogendheden, zoo al niet tot
een geheele, dan toch tot eene evenredige verminde
ring der strijdkrachten mochten overgaan. Bij dien
wensch zal het echter wel blijven; practisch nut
hebben zulke comité’s natuurlijk nooit.
Veel practischer is de raad, dien de Opinione ern
stig aan de Regiering geeft, om zich, nu zooveel
nieuwe verbonden in Europa gesloten of besproken
worden, bij tijds te zorgen om, als de nood aan den
man komt, niet alleen te staan en zich bij Duitsch-
land en Oostenrijk aan te sluiten. Of de Regeering
dien raad echter zal opvolgen, is* nog twijfelachtig;
een verbond tusschen Oostenrijk en Italië zou zoo
zeer kanten tegen de neigingen van een groot deel
der natie, dat de Regeering zich nog wel eens ernstig
zal bedenken, voor zij daartoe stappen doet.
GOUDA, 30 October 1879.
Zijne Exc. Mr. W. Baron van Goltstein, Minister
van koloniën, Eere-Voorzit ter van het Houtmans-
comité alhier, bracht gisteren een bezoek aan onze ge
meente, ten einde het model voor het eerlang op te
richten monument te bezichtigen. Met veel belang
stelling nam Z.Exc. het ontwerp in oogenschouw en
liet zich de verschillende symbolen verklaren door den
vervaardiger, deivheer Xav. Stracké.
Z.Exc. betuigde zeer zijné tevredenheid over het ont
werp en wenschte de commissie geluk met het resul
taat barer pogingen.
Naar w j vernemen is er eenigszins sprake van, om
de onthulling in Augustus 1880 te doen plaatshebben.
In de tweede abonnemeuts-voorstelling van het Ne-
derlandsoh Tooneel, die de volgende week plaats heeft,
zjillen worden opgevoerd: Niemand nierft van blijdschap
door Mevr. Emile de Girardin en Een diplomaat uit
de oude school door Hugo Muller.
Werd het bij de vorige voorstelling door velen be
treurd, dat Mevr. Kleine niet medewerkte, thans zal,
zeker tot algemeen genoegen, genoemde actrice in beide
stukken een rol vervullen.
Voorts zal men in de gelegenheid zijn het nieuwe
lid der Vereeniging, den heer Louis Bouwmeester, te
zien spelen, wat eveneens voor velen een reden zal
zijn de voorstelling bij te wonen.
Bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier is
bericht ontvangen, dat aan de Maatschappij vtnf
Schroefstoombootdienst te Haarlem (directeur W. Bus)
vergunning is jrerteend tot uitoefening van verschil
lende stoömbootdienstcn, o. a. tusschen Leimuiden en
Gouda, met intrekking van alle vroegere beschikkingen
voor .gelijke diensten aan wijlen J. van der Tang te
Rijnsaterwoude verleend.
de handen vrij zou hebben, «on de liberale partij
volgens de volgende algemeene beginselen regeereu.
Engelands politiek behoort geene navolging te zijn
van de politiek van eenige andere mogendheid, wyl
Engelands positie en hulpbronnen geheel van die van
anderen verschillen. Als eiland is het veilig voor
een inval op zijn grondgebied, wat andere staten
niet zijn, en het is niet te verwonderen, dat de
politiek van andere staten den invloed ondervindt
van dat steedsbestaande gë^nar, dat hen met een
naijverig oog de bewegingen hunner naburen doet
gadeslaan. Engeland staat daarentegen ooor zijne
uitgebreide koloniën en zyu Indisch keizerrijk bloot
aan aanvallen, die echter het 'levensbeginsel van den
staat minder bedreigen dan een aanval op het
moederland dat doen Zou. Dé conclusie hieruit moet
zijn, dat Engeland minder dan eenige andere staat
aangewezen is voor eene politiek die op militair ver
toon berust. Eu als het waar is wat lord Beaconsfield
zeide van de groote hulpbronnen, waarover Engeland
op den dnur kan beschikken, is het niet minder
waar, dat Engeland minder dan eenige andere mo
gendheid voorbereid is op een dadelijk aan te vat^gji
veldtocht Daarom moet geen minister dreigen met
Oorlog of oorlog voeren, UnSj >ij zich de vraag
hebbe voorgelegd, óf de reden voor dien oorlog zoo
rechtmatig is niet alleen op zichzelve, maar ook
in de oogeu van het gausche volk dat dit de
opofferingen van een langdurige» oorlog zou willen
dragen. Daaruit behoeft niet te tolgen, dat Engelands
politiek het karakter zou dragen van zelfzuchtig, be
schroomd isolement. Eigelandt hulpbronnen zijn zoo
groot, zijne zeemacht i? zoo sterk, dat een verbond
met Engeland altijd in Eur*"'^*-u
zmI blijveiu Eu die gGegc
peeschc combinaties te begeven moet Engeland ge
bruiken tot behoud van den vrede eu du onafhai.kelijk-
In id van Europa, tot het weerstaan van heerschzuchtige
aanvallen van welke mogendheid ook, tot het be
schermen van den zwakke tegen den sterke, van den
vrye tegen den verdrukker.
Deze beginselen van lord Hartington hebben een
schoonen klank.
Hij z< gt, dat zij in hoofdzaak altijd der liberale
j par. ij tot leiddraad hebben gestrekt in de buitenlandsche
i politiek. Zoo was zeker het beginsel der bescherming
van den zwakke tegen den sterke geëerd, toen Engeland
in 1864 lijdelijk den Deenschcn oorlog aanzag. Het
is niet overtollig hierbij op te merken, dat in het
toenmalige ministerie Palmerston ook graaf Granville
zitting had, thans lord Hartington’s collega-leider der
liberale partij, die hoogstwaarschijnlijk in een minis
terie dier partij de portefeuille van buitenlandsche
zaken zou aanvaarden.
De Engelschcu hebben besloten den post op den
Sjoetnrgardan ie verlaten en de troepen die daar
legerden naar Kaboel te doen rukken, waar winter
voorraad genoeg wezen zal. De correspondent van
de Times zegt, dat men niet moet gelooven, dat in
Afghanistan thans regeeringloosheid hccrscht. liet
land is nooit eene eenheid geweest naar Westersche
begrippen en het bezetten der hoofdstad heeft dus
ook niet zulke storende gevolgen. In Turkestan gaat
alles geregeld. In Afghanistan houden de kleine
hoofden orde. Herat is gausch rustig onder het
onafhankelijk bewind van Ajoeb Khan. Khandahar
wordt bestuurd onder Engelschcu invloed en in
Kaboel wordt de orde geheel door de troepen be
waard. Hij zou onvoorzichtig oordeelen, als men
in dien toestand spoedig verandering bracht, maar
wat er ook gebeure, men gelooft in Indië niet meer
te moeten terugkeeren tot het stelsel, waarvan majoor
Cavagnari het slachtoffer werd. Toen stelde het
wezenlijk de bevolking te leur te vernemen, dat
Engeland niet zich wenschte te mengen in de binnen-
landsche aangelegenheden. Thans moet men stellig
doen weten, dat dit voortaan anders zal zijn. Men
vertrouwt, dat dit zelfs van zeer got den invloed
wezen zou op de houding der half-ounfhankclijke
stammen. Tot dusver echter schijnt nog niets te
zijn besloten.
Eigenaardig is bij die vrees welke voor een uit
barsting van oorlog bestaat, die Natuurlijk geheel
Eurapa in beroering zou brengen, een poging van een
comité in Italië, om bet reeds meer besproken denk-
De heer Justus van Maurik jr. trad Dinsdigavond
als spreker op in de vergadering van het hier ge
vestigde Departement der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen.
Hij gaf allereerst een Schels uit het Amsterdamsche
volksleven, waarvan de hoofdpersoon wasJan Smeets,
het ongelukkige kind uil een achterbuurt, dat meer
slaag kreeg dan eten en meer vloeken hoorde dan
vriendelijke woorden, dat de straat werd opgezonden
om te bedelen en te midden van de gemeefbte om
geving opgroeide. Te midden van al die ellende
droeg Jan nog de heriunering bij zich om aan een
brave moeder, wier liefdevolle persoonlijkheid nog
leefde in zijn geest en waarover hij somwijlen sprak
met zijn broertje Bertus, dat in ’t begin van het
verhaal o. a. door hem verkwikt wordt met een broodje,
dat het hongerige ventje zeer welkom was. Jan
wordt, daar hij niet genoeg geld had opgeloopen,
door zijn stiefmoeder bijgeuaamd dronke Leen
op bedelen uitgezonden met de bijvoeging„voor
je een kwartje heb, kora jeer niet weer in!" Hij
loopt de straat op, vergeet voor een oogeublik zijn
ellende bij het zien van allerlei fraaiigheden in een
speelgoed-winkel uitgestald, doch herinnert zich zijn
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Uit de troonrede, waarmede de Pruisische Landdag
geopend werd, verdienen een paar zinsneden uitdruk-
itlijke vcrmeldjng. Onder de belastingontwerpen,
die werden aangrkondigd, behoort er een ter belas
ting van alle tapperijen, waar geestrijke dranken
worden geschonken, en van den kleinhandel in
brandewijn. Deze aankondiging werd met levendige
toejuichingen begroet. De belasting zal zijn eei^ge-
meentebelasting, waardoor, zooals de troonrede rfgt, de
gemeeutebuishouding verlicht zal worden en een
heilzame beperking zal worden verkregen van de in
oeconomischen en zedelyken zin bedenkelijke uit
breiding van dergelijke bedrijven.
Op oeeonomisch gebied legt de troonrede grooten
nadruk op de noodzakelijkheid om in ’t belang der
algemeene welvaart de spoorwegen te naasten en om
nieuwe lijnen door den Staat zelf of met zijn steun
aan te leggen. Tevens wordt een uitvoerig plan be
loofd tot verbetering der waterwegen. De reguletring
der vijf hoofdstroom™ Rijn, Wezer, E16e, Oder en
Weiohsel zal ter hand worden genomen volgens een
stelsel, dat in een over te leggen memorie zal
worden ontvouwd.
Over ’t geheel, zegt de correspondent der Kölnische
Zeitung, heeft de troonrede weinig indruk gemaakt.
Men was slechts verbaasd over de uitgebreide taak,
die in 4 maanden afg werkt moet worden. Het
centrum nam geen deel aan de toejuichingen* waar,
mee de in rede uitgesproken hoop op bevordering
van den binnenlandschen vrede werd begroet. Men
had hier duidelijker uitspraak omtrent de by leggi ng
van den kerkdijken strijd verwacht en toonde zich
zeer teleurgesteld.
Wie nu tot president gekozen worden zal, is onze
ker. Met dacht de heer voy Bennigsen, toen
sprake was van eene vereeniging tusschen conserva
tieven en nationaal-liberalen. Maar daarvan sehijnt
niet te zijn gekomen en nu is tusschen de zooge- i
naamde vrije conservatieven en de conservatieven eene j
aansluiting. Vermoedelijk zal dan wel een conserva
tief tol eersten president worden benoemd. De zaak
is echter nog geheel onzeker, daar de fraction kwalijk
tijd hadden om te overleggen.
De Keizer zdf las de rede, wat hem niet gemak-
kriyk scheen te vallen. Het stuk trouwens was be
trekkelijk lang. Maar de grijsaard was blijkbaar
geheel wet en verraste vele aanwezigen door zijn
krachtig voorkomen.
Omtrent den inhoud der troonrede geeft de Nordd.
Allg. Zeit. nog de volgende mededeelingenVrijdag
jl. is het stuk in den ministerraad vastgesteld. Reeds
bij de stichting van het Noordduitsche Bond heeft
men het beginsel aangenomen, om de buitenlandsche
staatkunde, als eene rijkszaak, niet ’n de Pruisische
troonrede te behandelen. Vandaar dat ook nu met
geen woord gerept is van de jongste gebeurtenissen
op het gebied ‘der algemeene staatkunde. Van kerk
en school is niet gewaagd, omdat, wat deze betreften
geen wetsontwerpen in aantocht zijn.
Door een zelden in constitu’ioneel geregeerde landen
voorkomenden samenloop van omstandigheden, zal het
Engelsche kiezersvolk bij de aanstaande verkiezingen
kunnen nangeven, welke buitenlandsche politiek het
heilzaam acht voor het land. Met eene te waardeeren
oprechtheid geven de leiders der verschillende partijen
aan hoe zij dit belangrijk deel van het staatsbestuur
willen beheerd zien. Vrijdag avond was het de beurt
van lord Hartington te Manchester, om vooreerst de
laatste redevoering van lord Salisbury te critisteren
en in de tweede plaats aan te geven wat de bui
tenlandsche politiek van een liberaal kabinet zou
zijn, als dit thans werd geroepen tot regeeren. Libe
ralen gevoelen, als ieder ander, dat internationale
verbintenissen behooren te worden nagekomen, zoo
lang de omstandigheden niet zijn veranderd, waar
onder ze tot stand zijn gekomen. De gevolgen der
apolitiek vhn lord Beaconsfield zouden dus door de
iberalen geëerbiedigd moeten worden; doch waar zij
l\