H
MEETIÏTQ
V
taak en loopt voort in de hoop het kwartje op te
nullen loopen, doch hoe? Het i9 al zoo laat. Hij
ontmoet een anderen jongen, die hem uitlacht met
zijn vrees geeu kwartje te kunnen krijgen, hij loopt
yank wel drie kwartjes op, maar hij heeft er slag
van, zie, daar loopt hij een heer na, vraagt op
huiligertn toon eeu centje voof zijn zieke moeder,
ten ongelukkige weduwvrouw (die echter met haar
man in eeu anderen hoek der stad loopen bedelen)
en krijgt eenige centen. Jau loopt daarop verder
en verder, totdat hij eindelijk doodmoe op een stoep
van een ouwerwetsch huis neervalt en inslaapt.
Haar wordt hij den volgenden morgen gevonden door
den bewoutr van 't huis, dpu drogist van Toorn,
wieus vrouw het knaapje verkwikt met een boterham
i en een kop kofKe, heiu betere kheren geeft en op
Nden koop toe een kwartje. Thuis gekomen worden
hein de kiemen spoedig ontnomen, daarmede kon
Jan toch niet bedelen, meent zijn stiefmoeder en
tevens wordt hem eeu ringetje ontnomen, dat Jan in de
gekregen broek had gevondeu en dat hij aan jutl'rouw
van Toorn wou terugbrengen. Hij krijgt dat echter
weer in handen door toedoen van zijn broertje en
gaat nu met dezen naar de drogisten winkel om het
terug te brengen. Onderweg wordt hij echter overreden
en naar 't gasthuis gebracht, waar juffrouw van
Toom en Bertus getuigen zijn van zijn overlijden.
Dus is de korte inhoud van het verhaal, waarin
de teekeiiing der twee jong9kes, die van //Leen"
en haar man, die van den drogist enz. niets te
weti8cheu overlieten. Het aandoenlijke tafereeltje van
Jan's sterfbed vooral werd keurig geschetst' en met
de grootste aaudacht gevolgd.
Na de pauze droeg spr. een humoristisch schetsje
voor, getiteld Een avond vol kunstgenot.
Spr. bracht ons in een lokaal in de Warmoesstraat
te Amsterdam waar tooneelvoorstelliugen plaats heb
ben voor 't volk en waar men voor 10 ceut9 een
gewone, en voor 15 cents een gereserveerde zitplaats
krijgt. Hij deed ons een dergelijke voorstelling bij
wonen, beschreef ons acteurs, publiek, tooneel, kleed
kamer enz, en deed ons geheel deelen in 't eigenaar
dige kunst-genot, dal daar te smaken valt.
Opgevoerd werd een drama in 5 bedr. getiteld
Maxime de Florival, of de driedubbele moord in de
slotkapelHoofdpersonen Maxime de Florival,
Cheristane, Salviati en de hertog Spalatriui. Het
spel der acteurs is het stuk waardig. He costumes
wedijveren met het decoratief, oin de illusie te vol
maken. Het is natuurlijk slechts zuiver Nederlandsch,
dat wij hooren en de uitsprak laat niet^ te wenschen
over 1
Zoo zegt Cheristane o. a. „O Makzierrfp^^VJjt
wel vreet, dat gij uwe Seristane zoo laat wachten!
doch hij 9al komen, seker, seker. Daar is hij reeds:
O, teer beminde, hoe seer hep ik naar uw verlangd 1"
Maxime antwoordt„O Serrristane gij voorrr wien
deez poesera zoo getrrrouwelijk klopt, gij zijt de
uitverkorrrue mijnerrr ziel en ik zweerrr u bij de
asche mijnerrr onverrrgetelijke moederrr, niemand
dan gij zal mijne echtgeuoote worrrden
Er deden zich echter verscheidene hinderpalen op,
voor het huwelijk, Spalatrini, Cheristane's voogdver-
wijt Maxime dat hij op het vermogen van het meisje
aast en dat hij haar nooit zal trouwen. Maxime
wordt natuurlijk woedend en schreeuwt //Gij zijt
een oninensch, een ellendeling, manrrr vrvrees mijn
wrrraak, niemand beeft ongestrrraft eeu telg uit hel
oud adelijk geslacht der Florrrivals beleedigd. On-
rimiks u, ondanks uwe harrrdnekkige weigerrring,
zal Serrristane de mijne zyn. Gij kunt mij hoonen,
verrrtrrrappeu, beleedigeu en verrrnederen, maurrr
nimmerrr doe ik afstaud van mijn bëmiudeu Serrri
stane."
Het stuk eindigt met een heerlijk s^ottooneel,
waariu Maxime: Salviati eu Spalatrini doodsteekt,
Cheristane aan vergif sterft en ook Maxime zich
een dolk in het hart stoot, met de woorden Serrri
stane is niet meerrr, Makzieme volgt haarrr in den
dood
Het scherm valt, het genot is uit en een smids
jongen zegt//Het is toch niet veel geld, hoor,
vier dooien voor één dubbeltje 1"
De beide schetsen kwamen door de goede voor
dracht vau den spieker ten volle tot hun recht.
Luide toejuichiugen kouden den heer van Maurik
overtuigen van deu bijval zijner toehoorders, die
hem zeker een volgend jaar weder gaarne als spreker
zullen zien optreden.
Voor de Prov. Staten moet te Schiedam een her
stemming plaats hebben tusschen de hh.: mr. A. K.
'Ju v. d. Drift en C. J. A. Wijnaendts die 240 en
stemnïen bekwamen.
Benoemd tot hulponderwijzer te Bleiswijk, de heer
A_. 11. Disselkoen te de Lier.
Naar wij vernemen, zou de Regeering voornemens
zijn, het verbod van invoer van aardappelen uit de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika, dat bij kon.
besluit van 3 Juli 1875 (Stbl. n°. 130) Werd uitgevaar
digd, in te trekken.
Tot gewoon hoogleeraar in de geschiedenis van het
christendom aan de universiteit van Amsterdam is
benoemd de heer dr. J. J. van Toornenbergen, predi
kant te Rotterdam.
Door de lib. H. I. E. van Hoorn te Hoorn, W. G.
Hage te Beets en H. de Boer te Grootebroek is aan
alle ouderwijzers in ons land eene uitnoodiging gezon
den, om in de week tusschen Kerstmis en Nieuwjaar
te Utrecht eene vergadering te houden om te spreken
over het richten van een adres tot de Regeering en de
Kamers, waarin wordt verzocht, dat van rijkswege den
onder wijzers weduwen en weezen een pensioen worde
verzekerd tegen percentsgewijze korting op de trakte
menten van alle onderwijzers en tevens om de hoofd
besturen van Volksonderwijs en van de Maatschappij
tot Nutftan 't algemeen, alsook dat van 'tNed. onder-
'wijzers-gfcnootscliap, uit te noodigen aan dit adres
adhaesie te willen verlecnen.
Men schrijft aan de Leidsche Ct. Gemiddeld half
October is het meeste vee gestald. Er was geen gras
meer op de weilanden, die toch na zqoveel nattigheid
in het geheel niet op hun verhaal gekomen waren.
Zulk vroeg stallen met zoo weinig hooi valt den
landman erg uit de hand. Om hierin «enigszins te
voorzien komt de beetwortel als voedsel voor het
melkvee dit jaar zeer in aanmerking. Het toedienen
van den beetwortel verschaft eahter meer opbrengst
van melk, dan wel eene betere hoedanigheid.
De ongekende welvaart in Zeeland teil opzichte
van den handel in aardappelen heeft dit jaar niet
stand gehouden. Zonder wijd vermaarde jammen tot
wintervoorraad achtte men over het algemeen het
niet te kunnen stellen. In gelijke mate als de Zeeuwsehe
boer het hoofd opstak bij dit verschijnsel, gevoelt
Wyzich nu terneergeslagen. Er zijn in Zeeland veel
nieer onrijpe, glazige, dan rotte aardappelen bevonden,
want de plasregens hebben den knol bij deu wasdom
gesmoord. Nu wordt Saksen bezocht door Neder
lander?, Denen, Franschen en anderen, eu Saksen
levert een gezonden, smak el ij ken aardappel, al wordt
hij niet zoo voedend geacht als de Brielsche jam,
tegen matigen prijs. Met dien aardappel als winter
voorraad zal het waarschijnlijk toch 1 wel te doen zijn.
Ware de oogst in Zeeland nog maar gelukt, de boer
zou de markt wel gedwongen hebben. De onont
beerlijke jam zou J^ijna tegen goud geld hebben
opgewogen.
Het Nederlandsche Protestantenbond hield Dinsdag
avond te Leiden bij gelegenheid van den zevewlen
Protestantendag een feestelijke godsdienstoefening. Ont
vangen door het sehoone orgelspel van den heer J.
Godefroy, hief degansche vergadering het ,«11 alleluja
lof zij den Heer" aan en na eeu korten welkomsgvoet
van dr. Ilooijkaas werd door het zangkoor ouder lei
ding van den heer Wetrens de 84e psalm, muziek
van Joh. Verhuist, uitstekend ten g'dioore gebracht.
I)r. Hooijkaas hield hierop een boeiende feestrede,
welke met de diepste aandacht werd aangehoord, en
daarna hief het zangkoor met begeleiding van orkest
het eerste gedeelte van den 42en psalm aan, muziek
van Mendelsohn Bartholdy.
Prachtig klonk daarna.het slotkoor van het 2e deel
uit de //Messias" van Handel. Dr. Hooijkaas sprak ten
slotte een woord van hartelijken dank zoowel tot de
heeren kerkmeesters, die welwillend het gebouw had
den afgestaan, als als aan de Leidsche aftiteling vau
het Protestantenbond, en eindelijk niet het minst aan
allen, die door de gave der muziek zooveel hadden
bijgedragen tot het welslagen van den zevenden Neder-
landschen Proteatantendag.
Wij vestigen de aandacht van het publiek op het
koninklijk besluit van 10 October 11., waarbij alle
postzegels en briefkaarten van vroegere uitgiften buiten
omloop worden gesteld, te rekenen van 1 November
e. k.
Wie na dien datum andere postzegels en briefkaarten
gebruikt dan de laatst ingevoerde, thans in gebruik
zijnde, wordt geacht ziju brieven, gedrukte stukken,
mousters enz. niet gefrankeerd te hebben en ongeldi
ge briefkaarten te hebben verzouden, zoodat ziju
stukken als ongefrankeerde, met dubbel port worden
belast.
Intusschen kan men gedurende 3 maanden, dus
van 1 November 1879 tot 31 Januari 1880, ziju
buiten omloop gesnelde postzegels eu briefkaarten,
zoo zij zich in ongeschonden siaat bevinden, op de
postkantoren iuwis9eleö tegen geld of gangbare zegels
en briefkaarten.
Dinsdag avond had te Nt'euwerkerkl a/d. lIJsel de
eerste winter-vergadering plaats vau de Vereeniging
De Eensgezindheid. Nadat de voorzitter de aanwezigen
het welkom had toegeroepen werd door hem de eerste
leziug géhouden. Vervolgens werd in dé pauze
rekening en verantwoording gedaan over hpt afge-
loopen dienstjaar en bleek die rekening te sluiten
met een batig saldo van 11.12. Daarua werd door
verschillende leden eene bijdrage geleverd, waarna
door den voorzitter met de voordracht van Eliza's
Vlucht deze eerste vergadering werd gesloten.
Vele veehouders in de provincie Friesland zien te
vergeefs uit naar koopers van het vee, dat zij kuuneu
en dikwijls ook moeten missen. Sommigen hebben
nu de proel genomen met publieke veeverkoopingeu
doch zonder gunstig gevolg. Zoo werden o. a. eenige
dagen geleden, bij zulke eene verkooping in de gemeente
Lemsterland, van i|e 78 aangevoerde koeien slechts
eenige verkocht. Verreweg de meeste werden door
de eigenaars ingehouden.
In de vorige week werd in den Haag een geheel
huisgezin, uit ncht personen bestaande, plotèeling
ongesteld; bij allen deden zich dezelfde verschijnselen
voor; de ingeroepen geneesheer dacht natuurlijk dade-
lyk ami het voedsel en daaromtrent bleek, dat de pa
tiënten daarvan geen van allen hetzelfde hadden
gebruikt, alleen hadden allen van hetzelfde vlecsch ge
geten. l)it werd onderzocht; het werd vrij bevon
den van lood- of kooperdeeleu, arsenicum en derge
lijke giftige bestanddeelentoen werd het overgebleve
ne eeu paar dagen in azijn gezet en opnieuw opgebradcu-
daarna gebruikteu slechts eenige ledeu van het gezin
er van eu bij dezen zoowei als bij den geneesheer
die ook een 9tukje van gegeten had, deden zich
weél dezelfde ziekte verschijnselen voor, terwijl de
auderif leden van het gezin er vrij van bleven.
Hierdoor scuijut wel bet bewijs geleverd, dat het
toch uit een beste slachterij afkomstig vleesch, de
oorzaak is geweest, zonder dut echter eeu nog nader
ingesteld onderzoek haar met de juistheid heeft kunnen
bepalen. Ook eeu geneesheer hier ter stede heeft
overeenkomstige gevallen in ziju praktijk Waargenomen.
Een bepaalde gevolgtrekking valt uit eeu en auder
nog bezwaarlijk te maken; maar eeu waarheid wordt
er opnieuw door bevestigd, uuraelijk, dat het toezicht
op de gezondheid van het vee voor «lacliliug bestmd
en de keuriug van geslacht vleesch nooit met te groote
nauwgezetheid kan plaats hebben. Dagblad
Vervalsching van levertraan. IXze behoort wel
tot de tervulschiugeu, waarvan nog zeer woiuig is
gesprokeu. Toch wordt ook dit product vervalscht
en begint deze vervalsehiug reeds op de plants van
oorsprong, waar de traan uit de lever van den
//Seymnu8 borealis" soms aan den (onkundigen)
man wordt gebracht. Die traan is ook fraai helder,
bevat weinig stearine en is beterkoop dan dorschc-
traan. Ze reageert ook wel zuur, maar heeft een
zeer onaangename» reuk en is zeer moeielijk te ver
teren. Ook wordt het vloeibare vet van zeezoogdieren
(robben en dirg) als blanke levertraan verkocht,
Manr daarin komen weinig vetzuren voor en ze is
zwaar te verteren. Deze vervttlsching wordt gezegd,
niet in Bergen voor te komen, maar door de tweede
en verdere handen te geschieden.
Op het raadhuis van een stadje in Ilanover kwain
een paar dat in den echt wenschte te worden verbonden.
I)e noodige papieren waren overgelegd, de beide
wettige getuigen tegenwoordig; alles was in de beste
orde, en de ambtenaar begon het formulier in te vullen.
Hij wendde zich tot den bruigom eu vroeg: //Zijt gij
Hendrik SchuUze?" Deze antwoordde bevestigend.
Maar toen hij de bruid vroeg of zij Anna Muller was,
kwatn het uit, dat zij niet Alma, maar Doretle Muller
heette, eu als zuster van de bruid was ineegegaau. //Wij
hebben morgen»bruiloft bij ons aan huis, mijnheer,
en mijn zuster had nog zooveel te doen dat zij zelve
niet kan komen. Daarom ben ik maar meegekomen
om de zaak op het stadhuis voor haar iu orde te
maken."
OVER DE
Ingevolge de oproeping, bij advertentie in deze
Courant, door den heer M. H. Diepeveen gedaan, had
zich een groot aantal ingezetenen gisterenavond ten
acht ure ia het bovenlokaal van //(le Harmonie" ver-
eenigd. Ruim honderd personen waren aanwezig,
waaronder eenige leden van den Gemeenteraad.
De heer Diepeveen opende de vergadering en sprak
ongeveer aldus
Mijne Ilceren
Het doel, waarvoor wij hedenavond te zamen zijn
gekomen, is U bekend en daarover behoef ik alzoo,
naar ik geloof, niet verder uit te wijden.
De groote belangstelling in de verbetering van ons
drinkwater, de langdurige en vele debatten in (len
Gemeenteraad over deze zaak sedert 1875 gehouden,
de stilzwijgendheid van het publiek omtrent (leze zaak
en nu laatstelijk de voorstellen van Dr. Luijten, Mr.
Sucl en Jhr. de Rotte, benevens het opnieuw -,inge«
diende adres van de hh. de Vries Robbé en Kaptijn,
ffiet de memorie van toelichtingdit alles, Mijne
Heeren, deed mij de stoute schoenen aantrekken om
alle belangstellenden in eene waterleiding hetzij
voor- of tegenstanders uit te noodigen eene mee
ting te willen bijwonen, ten einde van gevoelen te
wisselen over het al dan niet noodzakelijke van een
dergelijke zaak voor onze gemeente.
Met veel genoegen, Mijne Heeren, zie ik aan deze
groote opkomst van belangstellenden dat mijne op
roeping niet te vergeefs is geweest en ik heet V dan
ook allen hartelijk welkom te dezer plaatse met den
weusch, dat deze samenkomst goede vruchten moge
dragen ten opzichte vau een onzer voornaamste le
vensbehoeften, nl. verbetering van ons drinkwater door
eene waterleiding.
Gaarne evenwel zou ik in het belang der discussien
zien, dat een uwer deze vergadering presideerde, waarom
ik bij deze den heer mr. Kranenburg beleefd nitnoodig
de discussieu in deze vergaderiug te willen leiden
en tevens den lieer S. W. van Buureu verzoek als
secretaris te willen fungeeren door dö behandelde
punteu te willen notuleerpn.
l)e heer mr. H. J. kranenburg neemt daarop
het woord om te keuuen te geven die uitnoodiging
niet te kunnen aanuèmeij, spr. acht het meer wen
schelijk dut de heer Diepeveeu zelf het presidium
waarneemt. Deze hapdhauft zijn verzoek dat de heer
Kranenburg zich met het voorzitterschap zal belasten
en zegt o. a.Als eeu lord Bcaconsfield, Eugelaiul's
premier, Grévy eu Gambetta zich niet ontzien bunne
stellingen in tegenwoordigheid van het volk, in volks-
vergaderiugeu te verdedigen, dan kan een geacht lid
van deu Goudscheu gemeenteraad hun voorbeeld wel
volgen, waarom ik opnieuw den heer Kranenburg
uitnoodig het voorzitterschap op zich te nemen.
Deze woorden worden gevolgd door appluudisse-
rnent, waarop spreker vervolgt: Het groote applaus
bewijst dat de vergadering mijne keuze ten volle
beaamt, zoodat het mij bijzonder genoegen zal doen,
zoo de heer Kranenburg de opdracht wil aanvaarden.
De heer Kruueuburg volhardt echter bij zijne verklaring,
waarop de heer Diepeveen den heer H. W. F. Boute
uituoodigt het voorzitterschap op zich te nemen. D<ze
Zigt die uitnoodiging evenmin te kunnen aannemen,
waarop de heer Diepeveen, blijkens het verlangen der
vergadering, het praesidiuin op zich neemt, terwijl
de heer 8. W. van Buureu hem als secretaris ter
zijde staat.
De voor/ittpr deelt daarop mede, dat de heeren
jnr. J. Fortuija Uroogleever, rar. P. J. Snel en
J. de Vries Robbé hebben kennis gegeven verhinderd
te zijn deze vergadering bij te wonen, waarna spr.
als zijn gevoelen mededeelt, dat op deze vergadering
niet in bijzonderheden moet worden getreden, maar
dat alleen deze vraag moet worden behandeld Is
in de gemeente Gouda een waterleiding al dan niet
noodzakelijk? Of die van gemeentewege, dan wel
bij verleening van Qpncessie moet worden opgericht
behoeft volgens spr. hier niet te worden uitgemaakt.
Mocht (le vergadering zich vóór eene waterleiding ver
klaren, dan zou naar spr.'s gevoelen een adres moeten
worden ingediend aan den gemeenteraad, waarin wordt
verzocht e.ene waterleiding tot stand te brengen.
De eerste vraag is dus deze, zegt spr.Is er
in Gouda behoefte aan eene waterleiding
Een luid npplaudissement volgt op deze woorden,
dat spr. doet vragen //Is er niemand tegen de op
richting eener waterleiding?" Niemüiul spreekt,
waarop spr. vervolgtUw stilzwijgen is mij alzoo
een bewijs, dat het onbetwistbaar is, (lat er in deze
gemeeute behoefte bestaat aan eene waterleiding,
men is alzoo eenparig van gevoelen, dat het wen-
schelijk is dat men niet langer het vuile, drabbige
water uit de Goudsche grachteu zal moeten drinken
maar dat in de plaats daarvan goed water te ver
krijgen zal zijn. Spr. vraagt daarop of iemand nog
het woord wil voeren, daar dit niet het geval is,
stelt spr. daarop voor aau de aanwezigen het vol
gende adres te onderteekenen
Aan den Gemeenteraad
van Gouda,
Geven met den mecsten eerbied te kennen de on-
dergeteekenden, allen inwoners van Gouda,
Dat zij het hoogst noodzakelijk achten, dat hier,
zoowel voor hun eigen gebruik, als in het algemeeu
belang eene waterleiding worde gemaakt, hetgeen zij
dan ook gehoopt hadden al lang tot stand te zien
komen.
Dat zij alles ten gunste van zulk eene onderne
ming hier niet opnoemen,, omdat dit door de Cou
ranten en Gemeente-verslagen nl herhaaldelijk is ge
publiceerd. j
Redenen, waarom zij zich tot UEd. Achtbaren wen
den, met het beleefd, maar dringend verzoek, in uwe
eerstvolgende Vergadering, waarin deze zaak in behan
deling wordt genomen, het besluit te willen nemen,
dat er hier ter stede, door wien dan ook, eene wa
terleiding van gezuiverd IJselwater zal tot stand ge
bracht worden;
't Welk doende enz.
De heer G. II. G. de Lange vraagt daarop het
woord eu vraagt of het niet wenschelijk is meer in
bijzonderheden te treden en ook te bespreken de wijze
waarop de waterleiding tot stand zal koinen. Onder
hen toch, die eene waterleiding verlangen bestaat ver
schil wan gevoelen omtrent de details der zaak, waarom
hij dit adres niet voldoende acht.
Is het IJselwater goed of niet goed? Daarover ziju
de deskundigen het niet eens, zou die vraag hier niet
besproken kunnen worden? Spr. yraagt ten slotte of
het water niet van den Lekkant te verkrijgen zou zijn
De voorz. betoogt daarop de groote behoefte aan eene
waterleiding, als er eens een cholera- of andere epi
demie optstond zou het gemis zeer worden gevoeld
en al moet eene waterleiding nu al wat geld kosten,
de zaak is het waard.
De heer 8. W. van Buuren zegt, dat het voldoende
gebleken is, dat ieder aanwezige op deze vergadering
vóór eene waterleiding is, het voorgelezen adres bevat
alleen een verzoek tot oprichting eener waterleiding,
de wijze waarop aan dat verzoek zal worden voldaan,
wordt in het midden gelaten, zoodat men nu tot tee
keiiing van dit adres kan overgaan. Is er echter
iemand tegen de waterleiding, dat hij spreke.
De heer A. van Dantzig vraagt daarop het woord
en zegt dat de vergadering heeft uitgemaakt dat er
behoefte is aan -eene waterleiding. Wij zijn hier bij
een, zegt spr., opdat de stem van,het volk in de
raadszaal gehoord worde dat er een algemeen verlangen
bestaat naar eene waterleiding. De behoefte daaraan
i^ liier geconstateerd. De Jinantieele zijde der zaak
moet door den gemeenteraad worden uitgemaakt.
Burg. en Weth. erkennen in hun rapport dat het
IJselwater oneindig beter is dan het tegenwoordig
gebruikt wordende grachtwater, hoewel zij in dat
zelfde rapport later en daardoor komen zij min of
meer met zichzelf in tweestrijd tegen dat IJs-lwater
te velde trekken en zelfs zeggen dat dit een nadeeligen
invloed uitoefent op het darmkanaal. Ik ben in de gele
genheid geweest, zegt spr., het IJselivater te observeeren,
niet als deskundige, maar als leek en dan moet ik
verklaren dat de mannen en vrouwen^ die dat drinken
vaak een volmaakte gezondheid genieten en dat hunne
kinderen rozen op de wangen hebben doch wij
hebben, zegt spr. een nog éclatanter bewijs, bijdeus
de cholera-epidemie is hier het IJselwater op kosten
der gemeente door de straten gereden eu aan de
huizen gebracht, die m .atregel werd toen alleszins
goedgekeurd, waarom zou het water, dat toen werd
goed geoordeeld, dit thans niet meer zijn
Een der redenen, waarom Zovele léden van den
gemeenteraad tegen een waterleiding zijn is, volgens
spr., hierin gelegen, d it zij op de Haven wonen, de
qualiteit van het water daar is oneindig beter dan
in audere straten eu buuvteu eu bij gelegenheid van
de doorbraak van de iiouwe is ieder in de gelegen
heid geweest te zien in welken toestand de bodem is,
waarover ons grachtwater loopt. De bodem was ais
bedekt met een groot aantal bloemen van verschil
lende kleur-schakeeringen, dat b.jna deed denken
aan eeii smyrnasch tapijt
Ik moet hier nog dit bijvoegen, zegt spr., dat de leden
van den raad wel mogen toezien dat niet door verdeeld
heid in eigen boezem de waterleiding niet tot stand
komt. Er zijn toch twee voorstellen aanhangig1°.
om eene waterleiding van gemeentewege op te richten
pil 2". om die bij verleening van concessie met Yente-
garantie tot stand te doen komen liet is te hopen
dat verschil van gevoelen daarover niet de geheele
zaak doe vervallen. Er is onder de raadsleden o. a.
een, die een grondige studie van de zaak heeft gemaakt,
die alles onderzocht heelt en jaren lang daarover stu
deerde, en die houdt vol (lat het op den duur aan
de gemeente geen geld zal kosten alleen in de eersfte
jaren zal dat het geval zijn. Maar al moet het nu
aan de gemeente ee'nig geld kosten, het geldt hier
de gezondheid der ingezetenen en die is eenige gelde
lijke opofferingen waard. B. en VV. zeggen iu hun
rapport dat de gezondheids-toestand hier niet minder
is dan plders, doch moeten zelf toestemmen dat de
kindersterfte groot is, welk feit zij echter verder niet
in aauinerking nemen bij hunne beschouwing u*, wat
bijna zou doen vermoeden dat zij, evenals b. v. de
heer van Houten met zijn twee-kinderen-stelsel, de
overbevolking eenigszins willen tegengaan of wellicht
denken zij aan het bekende versjeAan een boom zoo
vol geladen, mist men een enkele niet.
Deze vergadering, zegt spr., spreke-liet krachtig uit,
dat eene waterleiding verlangd wordt, op welke wijze
die tot stand komt, (lat moet aan den gemeenteraad
overgelaten worden, manr dat er eene dergelijke in
richting kome is hoogst noodzakelijk. Diegenen der
ruadsledcu, welke vóór de waterleiding zullen stemmen,
zullen aanspraak hebben op den dauk van Gouda's
burgerij, en mocht eenmaal het standbeeld ter eere
van de gebrs. Houtman verrijzen, dan zou een groep
van die raadsleden daaromheen niet misplaatst zijn!
Dc heer L. Slotemnker vraagt danrop het woord
en stelt voor in het adres het woord IJselwater
te veranderen in water. Spr. wil alleen het wensehe-
Jijke constatecren in dat adres, dat eene waterleiding
tot stand kome, welk water ons daardoor zal worden
verschaft, wil spr. in 't midden laten, hij voor zich
zou b. v. Duinwater vene prélereeren boven IJselwatér.
De voorzitter acht Duinwater onmogelijk, waarop
de heer I. van Dantzig er op wijst dat dr. Luijten
in den raad heeft betoogd dat de commissie, die
indertijd het IJselwater onderzocht eu het afkeurde,
dat niet op voldoende wijze deed, terwijl gezuiverd
IJselwater toch zeker veel beter is dan het nu
gebruikte grachtwater. Spr. wijst voorts op Dordrecht,
waar eveneens dezer dagen eene meeting werd ge
houden over eene op te richten waterleiding.
De heer M, van Dantzig beantwoordt den heer
Slotemaker en zegt dat niet deze vraag aan de orde
is in den Raad of er IJselwater zal worden gebruikt,
want er zijn reeds démarches gedaan om de plaats
te bepalen waar de machine zal worden geplaatst
voor de waterleiding en derhalve moet ook deze
vergadering niet die vraag behandelen; wij moeten,
zegt spr., den raad niet vooruit loopen iu deze, doch
Duinwater te verlangen zou hier eeu illusie ziju, Spr.
sprak onlangs daarover met een deskundige en die
achtte dit eveneens onmogelijk, wilde men dat water heb
ben, 't zou dan wel uit Custricuin moeten komen, in
den Haag toch is dat ook niet zoo bijzonder goed. Het
is voldoende, dat uit deze vergadering een stem, eea
krachtige stem opga ten gunste eener waterleiding
die ons beter water zal verschaffen dan liet thanp
gebruikte, welk water dat zijn zal moeten wij in X
midden laten, in den raad zelf is nooit over andör
water gesproken dan over IJselwater. Mocht hejt
echter blijken, dat daarover in den raad nog qaaestif
ontstond, dan zal het nóg tijd ziju om daarover dé
burgerij haar gevoelen te doen zeggen, de belang*
stelling is groot de talrijke opkomst getuigt het e
eu eene vergadering als (leze is dan spoedig weder
bijeen geroepen, eu wij kunnen dan toonen dat wij
bereid z.jn eenige finantieele offers te brengen aau
een zaak, die voor de gezondheid zoo hoogst nood
zakelijk is. Op deze vergaderiug, talrijk bezocht eu
met de tegenwoordigheid van eenige geachte raads
leden vereerd, moet alleen de wensch naar eene water
leiding worden uitgesproken, terwijl al het andere iu
het midden moet worden gelaten.
De heer Slotemaker is dit met den heer van Dant
zig eens, doch juist daarom moet hij er op bliiven
aandringen het woord IJselwater te doen vervallen
uit het adres, hij wil alleen het wenschelijl^e eener
waterleiding geconstateerd zien.
De heer H. VV. F. Bonte is van oordeel dat het
voorgelezen adres weinig effect zal sorteeren, al word%
het door 400 en nner ingezetenen onderte.ekeud.
De vraag: is er behoefte aan een waterleiding kun
nen wij allen bevestigend beantwoorden doch meer
nut zou het heblx u, als wij hier deze vraag be
spraken tot hoever wij bereid ziin ons finantieele
offers te getroosten. De finantieele zijde der zifak
behoeft niet onaangeroerd te blijven, integendeel, veel
meer zou 't wenschelijk ziju dat wij den raad eenigszins
inlichten tot welke offers wij bereid zijn. Het zal
de stad in ieder geval geld kosten, meent spr. eu
nu heelt de raad veel meer aan eene verklaring
dat de burgerij bereid is die offers te brengen, dan
aan die, in dit adres uitgedrukt. L)it adres is,
meent spr., van weinig waarde.
De voorzitter wijst er op dat de zaak der water
leiding zoovele jaren aanhangig is, liet voor en tegen
is reeds dikwijls in den raad overwogen en wanneer
men nu ziet, dat een Lniksche Compagnie die
gelieel op de lioógte is van deze zaken niet
scliroomt eeu groot gedeelte van het kapitaal te geven,
dan moet er toch alleszins reden zijn te denkeu, dat
deze zaak ook financieel niet slecht is. Al mocht
de zaak echter ook geld kosten aan de gemeente, het
geldt hier de gezondheid der burgerij en die is eenige
rinuntiëele offers waard. Dat is echter reeds dikwijls
behandeld en die qunestie behoeft, volgens spr., nu
niet meer besproken te worden.
De heer Bonte is dit niet met den vorigen spr. eens.
Hij wil volgaarne oprichting eener waterleiding, mits
de kosten, daardoor veroorzaakt, niet te zwaar zouden
^rukken op de burgerij. Spr. zou gaarne zien dat
jtiit den boezem dezer vergadering aanwijzing aan den
Yaad werd gedaan, in welke richting men zou wen
schen dat die handelde. Dat wij eetie waterleiding
verlangen is bekend, maar minder bekend is het tot
hoever wij bereid zijn daardoor finantieele offers te
brengen.
De voorzitter meent dat deze vraag niet aan de
orde is, waarop de heer de Lange de wensehelijkheid
betoogt dat met een lijst worde rondgegaan bij de
ingezetenen, opdat die zich verklaren omtrent eene
eventuëele deelneming aan de op te richt» n water
leiding. l)an weet de raad ten minste dithoevelen
bereid zijn het water in hunne huizen te nemen. De
voorzitter acht dit niet wenschelijk, dat zou gevaarlijk
zijn, velen van hen, die niet bij ondervinding weten
welk nut eene waterleiding zou doen, zouden zeggen:
ik kan 't wel op de oude wijze, blijf en doen. In den
aanvang zal de deelneming wellicht gering zijn, maar
langzamerhand zou die deelneming grooter worden.