O? IZIA Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. a. H c, 1879. tn BINNENLAND. VUUR-SCHOUW. N° 2381. Zondag 30 November. en, en echte bijzonder De Begrootlngsdiscussiên. t Hotel 'ALM. LACONS, BEURS- tS, MAN- r, SIGA- VIJF PRO- e weg I). I3S. Wagenstraat. iw. over den j Woensdag 3 December e. k. heeft eene vergadering plaats der Dtbaling-club. Daarin zal als spreker op- eid MELK S naar Brut- franco onder têsel. of. Ba k kenter g.* Pillen, 8;ndi algemeen ge- )D en Uit SCHENK N G el uitent te d enden, de ide en echte ld in de hier bij de hier- onsje te een namteekeniug Zoon, Apo- bevindt op •zegeld zijn. )lc daer wel >e te zien Alleen die nndteekening tochten voor Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente Gouda, doen 'te weten, dat het bij art. 36 der Verordening op de Brandweer voorgesebreven ondersoek, in Woonhuizen en Gebouwén, door Hee- ren Brandmeesters en Onder-Brandmeesters, zal wor den gedaan, den 8 en 9n December aanstaande, terwyl de naschouw zal plaats hebben den 22 cn 23n December daaraanvolgende, wordende de bewoners of gebruikers uitgenoodigd, genoemde Heeren daartoe in staat te stellen. Gouda, den 28 November 1879. Burgemeester en Wethouders voori|oemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. i der MAAG PER ING. Zy HERPTR in Hl), zij zijn UJVEND. en dubbels De opbrengst van de inschrijvingen, ten behoeve der ongelukkigen ten gevolge der overstrooming in Spanje, bedraagt hier ter stede de som van 294.25 n goederen GOUDA, 29 November 1879. In de gisterenavond gehouden vergadering der afd. „Gouda en Omstreken" der Hollandsche Maatschappij van Landbouw is tot Bestuurslid benoemd in de vacature, ontslaan door het overlijden van Dr. P. de Wilde, de heer A. van Veen. GOUDSCHE COURANT. Maandag zijn deze discuesiën, die waarschijn lijk van het hoogste belang op den verderen loop van zaken zullen zijn door den heer van Houten geopend met een redevoering, die een doorloopende acte van beschuldiging over de optieding van dit ministerie, dat bljjkbaar geen grondwetsherziening wil, bevatte. Geen grond wetsherziening dus, geen verbeterde defensie en vooral geen algemeen stemrecht, dat ideaal van den spreker uit Groningen. Bij de wet tot regeling van het lager onderwys streed hij voor de autonomie der Gemeentebesturen, nu voor het recht van het volk achter de kiezerszon het eene zoowel als het andere niet van een optimisme getuigen, waarover men zich bij den volksman moet verwonderen? Dat de naam des konings door spreker in het debat werd gebracht, dat de kroon werd afgeschilderd als in verband staande met de plutocratie, dat de democratie en bourgeoisie tegenover elkan der werden gesteld zal zeker door weinigen goedgekeurd worden, hoe hoog spreker mocht opgeven van den aandrang, van vele zjjden geuit om het algemeen stemrecht in te voeren. Omtrent den tweeden spreker kunnen wij kort zjjn. De heer Bicbon, onze afgevaardigde toch heeft eenige tientallen van jaren te laat zijn gewichtige betrekking bekleed. Hjj zou dit ministerie bestrjjden, omdat het de liberale politiek van het vorige kabinet wil voortzet ten, daar die politiek nooit anders dan rampen heeft veroorzaakthij heeft een afkeer van het liberalisme, want het verkondigt niets dan on geloof en revolutie, waardoor de menschheid tot godverloochening en menscheiivergoding gebracht wordt; de gruwelijke misdaden ver meerderen en de onveiligheid in stad en land neemt toe. Het is te verwonderen dat de aard appelziekte niet als een straffe Gods dnnit moest doen om het tafereel nog schriller te kleuren. Niet minder vurig sprak de derde spreker, de heer Keuchenius, die uit tal van redevoe ringen bewees, dat de formeerder van het mi nisterie, de heer van Ljjnden, zijn beginselen, vroeger zoo uitstekend verdedigd, verzaakt had, dat zjjn vroegere vrienden door hem verlaten waren, een zaak, die waarlijk zooveel woorden niet vorderde, de minister toch had het zelf reeds openhartig verklaard, het is van algemeene bekendheid, waartoe dan zooveel welsprekend heid te verspillen? Een menigte sprekers volgden elkander in de zitting van Dinsdag op. Grondwetsherziening afgewisseld door tal van andere onderwerpen hield de aandacht bezig. De heer Heijden- rjjck besprak de ministerieele crisis, vooraf ver klarende dat hij geen enkel der geheime stuk- ken gelezen had, nieuws werd dus ook niet medegedeeld. Den heer van Houten huldigde spreker als het enfant terrible van zijn partij, zijn rede had op hem een hoogst onaangenamer: en treurigen indruk gemaakt, vooral omdat hij de vrees koestert dat die rede misschien een deel vaa het program der toekomst zou zijp, als Kappejjne en van Houten samen geroepen worden een ministerie saam te stellen. Vervól gens verheerlijkt spreker de rechterzijde, die hoe verdeeld in richting toch bij stemmingen eendrachtig is. De wet tot regeling van het onderwijs zal steeds door zijn partij bestreden wordenuit liefde voor zijn land en voor de beginselen die hij voorstaat, zal hij blijven han delen. De heer Oldenhuis Gratama uitbreiding vim het kiesrecht wenschende, en het algemeen stemrecht in theorie voorstaande, acht blijkbaar den tjjd daarvoor nog niet gekomen voorberei ding der grondwetsherziening acht hij noodza kelijk, invoering der schoolwet met 1 Juli a. s. wenscheljjk. Nadat de heer van Baar de cruis nog eens behandeld had, herinnerde hij d:n leden dat men begrootingsdiscussiën had, door op de hoog opgevoerde uitgaven te wijzen, en op inkrimping vooral in zake onderwijs aan Ie dringen. Belastinghervorming acht hij wen- schelijk of evenwel voorstellen van deu tegen- woordigen minister zijn goedkeuring zullen weg dragen, is te betwjjfelen. Dat de heer van Wassenaer van Catwjjck nog eens het volkspetion nemen t teyvajrake zou bren gen, was te verwachten, dat van onderdrukking der minderheden sprake zou zijn, kon niet uit blijven, maar waarom dan toch geijverd tegi n algemeen stemrecht en zich tevreden gesteld nut een census binnen de perken door de grondwl gesteld; zoo-houdt men immers altijd verdrul king der massa door een kleine minderheid? De heer Mirandolle bestrijdt de con,stitutip- neele theoriën van den heer van Houten, doch is met hem voor grondwetsherziening. Zal Hjj tegenover dit ministerie vau stilstand een ar- wachtende houding aannemen, dan is het om de financieels ontwerpen af te wachten. Dankt de heer de Savornin Lohman den minister voor zjjn circulaire omtrent de schut- terdienst op Zondag, de otaderwjjsquaestie ver biedt hem dit ministerie te steunen, voor de begroetingen echter geen gevaar, voor zooverre hem betreft; die toch zal hij niet afstemmen om redenen daar buiten gelegen. De heer Mees verdedigt de liberale partj tegen de aanvallen van links en rechtsh j wijst den heer van Houten, op zoovele wettel in het belang der massa door haar tot staul gebracht, en ontzégt den anti-revolutionairei het vermogen om als partij op te treden. H< t ministerie geen lang leven toeschrijveiide, wil hjj echter de daden afwaehten. De minister Kool bespreekt de voorstelle i omtrent de defensie die hij af keurt, terwijl di heer Barge ten slotte de grondwetsherziening bestrijdt en de regeering aanmaant liever o de teekenen des tijds dan op de vragen des tijde te letten. De discussie op Woensdag bracht evenmin veel nieuws. Door den heer Brouwers weru het ontstaan van het tegenwoordig ministerie als ministerie om zaken af te doen verdedigd,, door de onmacht der liberale partij om eeij ministerie saam te stellen dat in staat was de schoolwet uit te voeren; hij zal het ministerie dus steunen. De heer de Jonge had de eej- iets nieuws in het debat te brengen. Na dé 1 regeering geprezen te hebben over de circulair^ I inzake de schutters-exercitiën op Zondag eii omtrent de voornemens tot beteugeling van het drankverbruik, na nog tot de orde geroepen te zijn toen hij over christeljjk onderwjjs uitwijdde, na een verdediging der anti-revolutionairen tegen het gezegde van den heer Mees, dat zij geen regeering konden vormengaf hij ten aanhoore van het geheele volk, in naam onzer christelijke natie zijn verontwaardiging te ken nen over de woorden door den dapperen bevel hebber van Atjeh, den generaal van der Heyden gesproken bij de steenlegging van den nieuwen missigit te Kotta-Radja omdat Gods beste zegen op dat werk was ingeroepenhi] verwachtte daaromtrent inlichtingen van den minister- Nadat de heer Idserda aangetoond had, dat wij wel ministers maar geen ministerie hebben, verklaarde hij zijn stem afhankelijk te maken van de invoering der wet op het onderwjjs; hij vroeg meer bepaald of de regeering omtrent dit onderwerp sedert de adres-discussiën veran derd was en wat de kosten der invoering volgens dezen minister zullen bedragen. Bekend met den inhoud der geheime stukken, betreurde hij die geheimhouding, omdat de opheffing daarvan een geheel ander licht over de crisis voor de natie zou doen opgaan. In een uitvoerige rede deed de heer Rutgers van Rozenburg alle ministers de revue passeeren, wat hem gelegenheid gaf zijn eischen omtrent vele onderwerpen bloot te leggen. Was hjj ingenomen met den minister van financiën, den minister van oorlog zou hij liefst met een credietwet afschepen omdat zjjn crediet in hem niet groot was, daar hjj niet wist wat hij wilde. Over het geheel was deze rede een aange name verpoozing na zooveel ernstige redevoe ringen, al zullen sommigen met het gesprokene minder ingenomen zjjn. Wat reeds herhaaldelijk gezegd was omtrent de groote verdiensten van de mannen, die dezen zomer de portefeuilles aanvaard hebben, werd nog eens herhaald door den heer Corver Hooft. Nieuwe middelen werden door hem noodzake lijk geacht ook bij meerdere opbrengst der belastingen om de uitgaven te dekken. De heer Borgesius acht na al het gesprokene open baarmaking der stukken noodig omdat daaruit' aan de natie zou blijken dat de koning zich niet met de plutocratie verbonden heeft: eerst van voornemen slechts tegen oorlog te stemmen, maakt hij nu Zijn stem afhankelijk van de verklaring die het ministerie omtrent de in voering der schoolwet zal geven. Grondwets herziening acht hij met zoovelen in en buiten het parlement noodig. Ten slotte sprak in de zitting van Woensdag de heer de Casembroot, om den generaal van der Heyden tegen den heer de Jonge te verdedigenverder gaf hij zjjn afkeuring te kennen omtrent de plannen in Atjeh een burgerlijk bestuur in te voeren, waar door bet gewonnene weder in de waagschaal zon gesteld worden. L.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 1