Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Ultt en BEDIE- ieven franco 468 bjj den i Arnhem. J200L. ÏW. X 1879. N9 2392. BUITENLAND. BINNENLAND. Vrijdag 26 December. I Bultenlandsch Overzicht. Nationale Militie, TWEEDE KENNISGEVING. j Z Voorts strekt tot informatie van de Belanghebbenden Voor ingezeten wordt gehouden Art. 16. De inschrijving geschiedtw Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven. ver- 5 De in V KMAN. 20 per jr. ijn 1 'ijs, waarvan ïrwjjzer moet 'an Toezicht kschool, tTING, cretarit. tegen Half it - 10 te -12 idachtig GOUDSCHECOURANT. de inichryvin^ Wijk juiat kan opgeven. Gouda, 23 December 1879. Burgemeester en Wethouder» voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretarie, JBROUWEB. iINGEN voor :n ELÈVEN dd. Schutterij December tot drie uren lits-Albnms, Blits et de en overeenkomstig gemeente tot aangifte ver- i ter Secretarie aan te melden van des voorraiddags 10 ige’ en kinderen dien worden fiving, welke zal worden aten is voor tot des namiddags 1 ure en zich in de daarbij melde orde te doen inschrijven, te weten die hun geslachtsnaam begint met de Letter A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, en M tusschen den 2 en 15 Januarij 1880 en die hun geslachtsnaam begint met de Letter N, O, P, Q, R. S, T, U, V, W, X, Y en 2 tusschen den 15 en 31 Januarij 1880. dat het register van inschrijving op den Sisten Januarij, des namiddags ten 4 ure voorloopig wordt gesloten en zij die alsdan verzuimd hebben de voor schreven aangifte te doen, ingevolge art. 183 der Wet vervallen in eene boete van ƒ25.tot. 100. dat ieder, die voor de Militie moet worden ingeschre ven, zich behoort te voorzien van een extract uit het geboorte-register, hetwelk bij de aangifte moet wor den medegebragt Dat dit extract aan hen, die binnen deze Gemeente zijn geboren, op hunne aanvrage, op het Bureau van den Burgerlijken Stand gratis zal worden uitgereikt, terwijl zij die elders geboren zijn, zich ter Gemeente secretarie kunnen aanmelden, ten einde genoemd extract van het Gemeentebestuur hunner geboorte plaats te doen aanvragen, en dat een ieder gehouden is te zorgen dat hij bij ”'7C en Nommer zijner woning jaren voortdurende en zeer nadeelig voor een goed beheer. Hij meende, dat men wel zou doen, voor taan voor de algemeene administratie een anderen datum dan 1 Januari als aanvang van het financieel jaar te bepalen. Wel een bewijs, dat de spreker zelf verlegen was met de tegenwoordige wijze van handelen in den Senaat. De minister van financiën ontkende de nadeelen van den bestaanden toestand meer of min, maar toonde zich desniettemin niet ongenegen de quaestie ernstig te onderzoeken. De onderhandelingcn tusschen Duitschland en Oostenrijk over voorloopige schikkingen betreffende het handels verdrag staan nu zoo gunstig, dat men "binnen weinige dagen de tijding van de overeen komst verwacht. Wat omtrent den verderen loop van zaken en de eigenlijke bedoelingen van de on derhandelaars in sommige Duitsche Dagbladen wordt medegedeeld, schijnt toe niet meer te wezen, dan gissing. De Italiaausche kamer is tot 19 Januari uiteen gegaan na de regeering een crediet van 12 millioen lire te hebben toegestaan voor den aanleg van openbare werkenmen hoopt op deze wijze in den nood, die ook in Italië nijpt, voor een deel tegemoet te komen. De verwarring duurt te Madrid steeds voortde berichten zijn echter zoo vaag, dat het moeilijk is er zich een -duidelijke voorstelling van te vormen. De minderheid verschijnt nog altijd niet, noch in de Cortes, doch in den Senaat. Uit de laatste berichten van ons vorig nummer is onzen lezers reeds gebleken, dat de minister-ver- andering in Frankryk niet plaats grijpt volgens de vooraf aangekondigde rolverdeelinghet ministerie heeft wel zijn ontslag gevraagd, maar Freycinet heeft de opdracht nog niet aanvaardvoorloopig heeft Grévy daarom het ontslag van het ministerie nog niet aangenomen. Een nader bericht uit Parijs meldt omtrent de crisis nog het volgende Grévy heeft geoordeeld dat het programma van Freycinet en de door dezen voorgestelde keus van collega's niet juist beantwoor den aan den parlementairen toestand in Kamer en Senaat. Daar Freycinet hierop de opdracht afwees, heeft de president daarmede Waddington belast. Le- royer en Gresley hebben hun ontslag ingediend. Wad dington heeft Challemel Lacour ontboden, om hem de portefeuille van binnenlandsche zaken aan te bieden. De communard Humbert is te Orange gevallen als candidaat voor de kamer; hij verkreeg 4119 stem men tegenover 6169, op Gent uitgebracht. Het is echter merkwaardig, dat ruim vierduizend personen aan een commune-man den voorrang gaven. Gunstige berichten uit Zuid-Afrika troosten de Engelschen eenigszius over den luop van zaken in Afghanistan, waaromtrent men nog steeds bezorgd heid koestert. Te Sheffield hebben de liberalen de overwinning behaald in den verkiezingsstrijd het verschil bedroeg ongeveer duizend stemmen. De Belgische Senaat is ook weder in reces ge scheiden, na, met den gewonen spoed, in werkelijk heid elk ernstig onderzoek, elke grondige discussie uitsluitende, in ettelyke dagen tijds de lange reeks van wetsontwerpen te hebben gestemd, aan dut lichaam door de Kamer van Volksvertegenwoordigers toegezonden. Als naar gewoonte beeft de Belgische Eerste Kamer met huren arbeid luchtig omgesprongeu, schier zonder eenige beraadslaging met algemeene stemmen de begrooting van justitie en die van fi nanciën aannemende. Bij de behandeling van laatst gemeld budget maakte een lid gegronde aanmerking over al het onregelmatige, voortvloeiende uit de late indiening der verschillende hoofdstukken van 's lands begrooting, een toestand sedert bijna vijftig INSCHRIJVING VOOR DE BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente Gouda. Gezien de Wet van den, 19den Augustus 1861 (Staatsblad n°. 72,) betrekkelijk de Nationale Militie. Herinneren bij deze alle belanghebbenden aan hunne verpligting, tot het doen van aangifte ter inschrijving ▼oor de Nationale Militie, in de maand January 1880 en brengen ter hunner kennis 'de volgende bepalin gen der genoemde Wet Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie inge schreven alle mannelijke ingezetenen, die op den laten Januarij van het jaar hun 19e jaar waren ingetreden. 1°. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder; of, zijn beiden overleden, wiens voogd inge zeten is volgens de Wet van den 28slen July 1850 (Staatsblad no. 44) 2o. Hij, die geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, acht tien maanden in Nederland verblijf hield 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende in gezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem deling behooreude tot eenen staat, waar de Neder lander niet aan de verpligte krijgsdienst is onder worpen, of waar ten aanzien der dienstpligtigheid het beginsel van wederkeerigbeid is aangenomen. lo. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de vader, of, ia deze overleden, de moeder, of, zyn beiden overleden, de voogd woont 2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente, waar hy woont; So. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door deze is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’s lands gevestigd is, in de Gemeente waar hij woont 4o. Van den buiten *s lands wonenden zoon van een Nederlander die ter zake van ’s lande dienst in een vreemd land woont, in de Gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. lo. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten die geen Nederlander is: 2o. De in een vreemd Rijk verblyfhoudende ou- derlooze zoon van een vreemdeling al is zyn voogd ingezetenen 3o. De zoon van den Nederlander, die ter zake van *s lands dienst in 's Ryks overzeesche bezittingen of'koloniën woont. Art. 18. Elk die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe by Burgemeester en Wethouders aan'te geven tusschen den laten en Sisten January. By ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zyn voogd tot het doen van die aangifte verpligt. De wijze, waarop van het doen van die aangifte blyken moet, wordt door Ons bepaald. Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zyn 19e jaar, doch voor het volbrengen van zyn 20ste, ingezeten wordt, is verpligt zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven by Burgemeester en Wet houders der Gemeente, waar de inschrijving, volgens art, 16 moet geschieden. Daarbij gelden de bepalingen der 2e en 3e zin snede van art. 18, Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort. Burgemeester en Wethouders voornoemd, roepen dien tengevolge de ingezetenen, die hUD 18de jaar hebben bereikt, dat zijn zij, die in het jaar 1861 zijn geboren, het vorenstaande in deze ge mee i pligt zyn, op, om zich op de volgende dagen GOUDA, 25 December 1879. Dinsdag 6 Januari e. k. zat de. heer P. M. Keiler van Hoorn, uit Dordrecht, een voordracht houden in het Departement „Gouda” van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Omtrent de in ons blad van 11. Woensdag kortelijk vermelde vergissing in den persoon van een reiziger aan het station alhier wordt ons nog het volgende gemeld Aan het station te Gouda kwam 24 November met den trein van 10 uur 49 min. des voormid- dags een reiziger uit Rotterdam aan en vertoonde aan den uitgang van het station aan den portier Tenders een tweedaagsch retourbiljet Rotterdam Utrecht, waarop de datum van afgifte in het stempel was uitgekrabt en onzichtbaar gemaakt. De stations chef Muller, dit vernomen hebbende, telegrafeerde dadelijk aan zijn collega te Utrecht om te vernemen op welken dag dat retourbiljet aldaar was afge geven en kreeg tot antwoord dat dit geschied was op 22 November, zoodat het vertoonde retourbiljet niet meer geldig was. De reiziger werd nu ver zocht de verschuldigde vracht te betalen, hy weigerde dit en wilde ook zijn’ naam niet opgeven, niette genstaande ook de agent van politie Ronsberg, die met de zaak in kennis was gesteld, daarop aaudrong. Eindelijk verscheen de machinist Goettsch uit ’s Hage, die verscheidene jaren in Utiecht gewoond hebbende verklaarde, dat de reiziger was de steenhouwer Lamie uit Utrecht. De opzichter bij den Rijnspoor Wientjes uit Gouda, die eenige oogenblikken daarna verscheen, en ook te Utrecht had gewoond, ver- eenigde zich hiermede. De reiziger werd toen door den Stations-chef vrijgelaten en vervolgde, na eenige uren te Gouda te hebben doorgebracht, zijne reis naar Utrecht. Tegen den steenhouwer Lamie werd nu door den portier Tenders procesverbaal opgeraaakt en deze voor het Kantongerecht te Gouda gedag vaard. Op 17 December verscheen hij voor het Kantongerecht en toen bleek het, dal de machinist en ^e opzichter, die (evenals de portier Tenders, de onderstations-chef Boon, welke ook geruimen tijd met den reiziger bezig was geweest en de agent van politie Rondberg) als getuigen Waren opgeroepen, zich in den persoon vergist hadden, en dat de ge dagvaarde door lengte en gelaatstrekken wel zeer veel op den reiziger geleek, maar deze toch niet was en op 24 November Utrecht niet hud verlaten. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie requireerde daarop natuurlijk vrijspraak en gisteren Woensdag 24 December werd de steenhouwer Lamie dqor den

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1879 | | pagina 1