ADVERTENTIEW Borstcaramels. Openbare Verkooping De bestuurders vau verschillende spoorwegdiensten hebben zich bereid verklaard de voorwerpen en levensbehoeften die tot leniging van de ratnpeu tot vervoer naar de plaatsen vau ouheil worden aange boden, spoedig en kosteloos te vervoeren, j Z. M. de Koniug heeft vaten met ingemaakte witte 'kooi en aardappelen gezonden aan jde over stroomden. De bestaande Algemeene Commissie voor den wa tersnood heeft f 60.000 beschikbaar gesteld voor goedereu itf Jiatura. Aan de Prov. At.-B, Ct. zijn de volgende bij zonderheden ontleend De spoorwegbrug over de Dieze is weder in orde gebracht zoodat de treinen naar Utreeht hun gere gelde loop kunueu hebben. Ylymen is gelukkig behouden, een paar dagen verkeerde men daar echter in groote spanning. De dykeu te Rosmalen eu Nijland bleven nog gelukkig b'boqden, eensdeels teugevolge van de stille weersgesteldheid, anderdeels door de krachtige hulp der militairen. Toen Woensdag de luiienant Douglas met 50 manschappen aankwam, was de bevolkiug als 't ware moedeloos. Krachtig geholpen door de kapt. Diekhoff van de maréchaussee, werden de dijken zooveel mo gelijk versterkt, waarvan de boeren, door 't voor beeld opgewekt, trouw meehielpen. Zoolang het water zoo hoog blijft, is echter 't gevaar nog niet geweken, waut de dijken zijn op veel puuten zeer zwak en geheel doorweekt. Te Gefen is bijna geen plekje drooggebleven, er keerscht veel ellende^. De ijverige burgemeester heeft zich met levensgevaar naar den Bosch moeten be geven otn schuiten te vragen, om levensmiddelen te kunnen aanvoeren. De huizen staan tot aan de dakeu onder. Om aan te toonen, met hoeveel kracht 't water is komen opzetten, deelen wij mee, dat in den rijksweg onder meer andere een gat is geslagen, meer dan 25 meter lang eu 7 meter diep. Te St.-Michiels Gestel zyn de noodkaden, op de grindwegen gelegd, 11. Woensdag doorgebroken, waardoor ouderscheidene wijken der gemeente ouder water liepen. Vele inwoners zijn opgenomen in 't liefdehuis en de school, waar zij zoo goed mogelijk worden verzorgd. Andere zyu naar Schijudel ver huisd. De Mudakkepjche en Plyuiscbe polder bleef gelukkig behouden. Ondersteuning in dekking en leveusmiddelen is zeer noodig. Uit Dordrecht schrijft men van 8 Januari: Door macht van kruit en stoom is men den ganschen dag bezig geweest om te trachten de versperringen, die bet ijs in onze waterwegen gevormd heeft, op te ruimen. In het Mallegat, even voorbij hel stoomgemaal Leudon, is een detachement torpedisten uit Den Briel vau den vroegeu ochtend af bezig geweest, om de ijsbezetting door middel van kruidmijnen te doen springeu, Zij zijn daarmede over eene lengte van ougeveer 150 meter gevorderd, doch overigens zit het ijs nog vast tot aan het stoomgemaal aan de Mijl, terwijl ook op de Krab liet vau hier afkomende drijfys zich Kèeït vastgezet. Door verscheidene stoom- booten nnar en van Rotterdam is het ijs in de Noord losgewerkt, zoodat daar thans blank water is. Uit Brakel wtfrdt geschreven Toen iu de vorige week de dooi was ingevallen, wekte de toestand der rivieren Waal en Maas al aanstonds eenige bezorgdheid, die allengs vermeer derde en reeds Zaterdag in gegronde vrees overging, toen het ijs hier en daar in meerdere of mindere mate begen in beweging te geraken. Des namiddags begon de Waal op zorgwekkende wijze te wassen, '8 avond liepen al de uiterwaarden onder, en des Zondags voormiddags 10 ure stond het water op enkele duimen ua even hoog als bij het doorbreken van den Nieuwendijk in Maart 1876, beneden den kruin des dijks. Het ijs op de Waal begon nu in werking te komen, kruide daarop tegen en over den dijk en velde daarbij een aantal boornen, die ter nedervieleu alsof het pijpeiteelcn waren. Grooter schade werd echter op de Brakelsche steenfabriek geleden, waar een nog gestookt wordende oven onderliep, waardoor een verlies van ƒ6- a 7000 wordt geleden. Omstreeks den middag begon het water echter gelukkig te vallen, zoodanig, .(lat na verloop van een etmaal de stand 2 meter Verminderde en daar mee ook het gevaar tijdelijk afnam. Terwijl deze regelen geschreven worden, heeft de rivier nochthans betzelfde hoogte-peil vnn Zondag voormiddag ander maal bereikt, ofschoon volgens telegram het water te Keulen 1.70 meter gevalleu is. De Maas was aanvankelijk losgeraakt en het ijs afgedreven, zoodat men te Ponderoijen open water had, waarvan de stand btnrekkelyk laag was. Maan dag jl. veranderde het echter op schrikbarende wijze; het water stond spoedig hoog tegen den Vleugeldijk en vloeide er des avonds over. Toch trachtte meh nog door kistingen het water te keereu, toen men plotseling den dijk zag wegzinken, waardoor men genoodzaakt werd alle verdere pogingen om hem te behouden op te geven. In den vroegen morgen van Dinsdag, ongeveer 6 ure, werd door het luiden der noodklok als sein deze treurmare ter algemeene kennis gebracht. Spoedig zag men door het stygen van het water de bevestiging daarvan; des middags be reikte het de kom van het dorp en steeg des avonds en in den gepasseerden nacht tot eeue hoogte, welke die tijdens de ramp van 1876 nog ougeveer 0.5 meter te boven gaat. Alle woningen, behalve die buiten Waaldijks, zyu dan ook onder geloopen. De bewoners en het vee zyu allen aan den dijk of verblijven op zolder of zyu opgestald. Gelukkig heeft men geen verlies van menschenlevens of van vee te betreuren. Er zijn oratreut 60 personen zonder huis vesting. Zij zijn tijdelijk opgenomen in de pastorie, bet onbewoonde doktershuis en de Spijker. Om het vloedwater te loozen, heeft men den Nieuwendijk laten doorsteken, maar het ijs heeft die opening weer gevuld, zoodat na 33 cM. val er weer eenige was te bespeuren is. Volgens gerucht heeft de rivier zich naar beueden weer vastgezet. Gisteren namiddag bezocht de Commissaris des Kouings dit dorp. Van het IJsuoinmtr van Eigen Haard zal een afzonderlijke uitgaaf verschijnen ten voordeele der noodlydeuden door den watersnood in Noordbrabant en Gelderlaud. Dit blad, ongeveer 24 bladzijden groot quarto formaat, zal rijk geïllustreerd zijn met platen vau Ch. Rochussen, P. A. Schipperus, G. H. Breitner c. a., portretten van beroemde schaatsenrijders, afbeeldingen van sleden enz. enz., en voorts bevatten bijdragen van verscheidene onzer meest gevierde schrijvers, o. a. van Nicolaas Beets, J. J. L. ten Kate, J. J Creiner, C. liouigh, W. P. Woliers, J. de Vries, D. van der Keilen Jr., Waling Dijkstra en anderen. Wederom werden Döuderdag in den vroegen ochtend ten half zes ure de iuwouers van 's Hage uit huuue ru9t door de tonen der brandklok gewekt. Aan de zuidzijde der stad was de lucht sterk rood gekleurd, hetgeen een feilen brand deed veronderstellen, wat bij nader onderzoek dan ook maar al te waar was. De brand was ditmaal niet in den Haag zelf uit gebroken, maar nabij de Geestbrug, onder de gemeente Voorburg, en wel in de stooinmeelfabriek van de firma Köchlin Co. aldaar. Aan de barrière der residentie gekomen kon men reeds den grooteu omvang van het vuur waarneiueu. Vele spuiten, waaronder die vau het reg. grenadiers en jagers, van het hervormd weeshuis en de stoombrundspuit verlieten de stad. Door de vreeselijk hoog stygende vlammen werd de omtrek als ware het in daglicht geplaatst en bij aan komst op het terrein kou men eerst liet onbeil in zijn volle uitgebreidheid gadesluau. De gehecle fabriek vertoonde één vuurzee. Omstreeks half vijf werd in de dag en nacht door werkende fabriek het eerst de vlam waargenomen op de tweede verdieping iu de zoogenaamde Steenkamer, naar men aanneemt door het warm loopen der assen. Eukele beweren reeds vroeger in den naoht een brandlucht te hebben bespeurd. Ofschoon een aantal werklieden aanwezig was en de fubriek vlak aan de trekvaart is gelegen, was het, bij gebrek aan bluschiniddelen nan de inrichting zelf, vour hen niet mogelijk het vuur in zyn geboorte te keeren. Daarby komt dat de vlammen in ongelooflijk korten tijd zich uitbreidden door het geheel gebouw en, de kolossale korenzolders aantastende, gevoed werden door den graanvoorraad eu weldra aan alle zijden door het dak heenslopen, l'it het op eeu half uur afstand gelegen Voorburg werd zoo spoedig mogelijk de brandweer afgezonden, maar zij was natuurlijk tegen zulk een omvangrijken braud niet bestand. Toch deden de autoriteiten, met den burgemeester, mr. Bucaille,nau het hoofd, 'l mogelijke om door gepaste maatregelen althans de aangrenzende, ofschoon door een open plek van de iurichting verwijderde directeurswoning te behouden. Dit mocht hun gelukken met behulp van de uit de residentie aangerukte brandspuiten. In onderling overleg met den burgemeester, den Haagschen opper- brnndmeesler Bodenz eu de directturcu werd echter besloten de hulp van de Hangsche stoombrandspuit niet te aanvanrden, daar er geen gevaar meer bestond voor omringende woningen en er, toen zij in aantocht was, vau de fabriek eu haar voorraad niet veel meer viel te redden. Zij werd du^i teruggezonden. Nadat de geheele fabriek was liitgebrand en alleen een geraamte van steenen inureè eu ijzeren ramen zichtbaar bleef de zolders wnfon namelijk ach tereenvolgens ingezakt woedden de vlmniuen voort onder de puiuhoopen, waarmede het omringende veld lag bezaaid, eu in den voormiddag werd het tooneel der verwoesting volkomen, daar de hoojje muren, de een na den ander, geheel of gedeeltelijk instortten. De fabriek was verzekerd, maar daar de herbouw, veel tijd zal kosteo is dit onheil, vooral voor de 50 werklieden dezer inrichting, een ware ramp. In zijn bekende „Bydragen tot schoolwet-herziening# deelde, naar in bet maandblad Volkzondermj» her- iunerd wordt, eenige jaren geleden de heer Farn- oombe Sanders de volgende herinnering mede uit zijn ambielykc loopbaan: z/Ergeus ten plattelande had zich een aantal ingezetenen vereenigd tot het stichten eener bijzon dere school. Bij mijn bezoek vond ik daar het maatschappelijk onderwys in een zeer onvoldoenden toestand en nagenoeg geheel opgeofferd aan het godsdienstig onderwijs. Kinderen van vyf jaren leerden er spellen uit een boekje in Duitsche letter gedrukt, met lesjes over 's menscheu ellende en ver lossing. Na affoop van den schooltijd zeide ik tot den onderwijzer: Meester, ik heb natuurlijk over de inrichting van uw school niets te zeggen, maar waarom neem je niet liever liet stel leesboekjes van de Utrechtsche diakoniescholen Mij dunkt, die zijn geheel ia uw geest; ik aal er u eens een stel van sturen kijk ze dan eens op uw gemak in.» De onderwijzer, een gemoedelijk oud man, antwoordde mij met tranen in de oogeu„och mijnheer, doe dat maar uietik wou zoo graag, maar ik kan uiet zooals ik wil. O, ik zit er zoo onder.# Wil men iets dergelijks uit lateren tyd? Eeu schoolopziener bezocht een byzondere katho lieke school eu vond daar geen andere leesboekjes dan eeu stel, dat uiet door verscheidenheid en op- wekkeuden toon zich onderscheidt. Hy vroeg den onderwijzer of hij ia 't geheel geen andere boekjes gebruikte, of hy die van Jxwpold of van Bosman, of van Oost veen niet kende. *0, wel zeker; wil mijnheer de schoolopziener ze eens zien?# En te voorschijn kwamen er onderscheidene uit des onder wijzers lessenaar, „Ik mag ze niet gebruiken,# luidde verder de inlichting; maar glimlachend werd toegevoegd: „Weet u, wat ik dot? Nu en d«u schrijf ik daaruit eens eeu leeslesje op het bord, dan gaat het ongemerkt onder de droppels door!# „Leve de vrije school gekscheerde de school opziener. Een zucht was het antwoord. x Onlangs wendde zich een oomité, dat voor een weldadig doel eeue loterij organiseerde, tot ver schillende kunstenaars vau naam om eene of audere bijdrage. Paul Vjurdot de violist, teekeiide een bon voor drie solo-voordrachten, uit te voeren waar de trekker begeerde. Eu wien heeft het lot begunstigd? Een ondernemer van concerten te Valparaiso. Is er geen schikking te treffen, dan moet Viardot tegen wil en dank een kunstreis naar Chili doen. Naar men verneemt is te Arnhem eéa qnacstie aanhangig waarvan, men de oplossing met belang stelling te gemoet ziet. De heer Oorty heeft na melijk van het gemeentebestuur de verguuuiiig ver kregen oin een circus te*bouweu en daarin tot 15 Februari e. k. voorstellingen te geveu terwijl het zelve op de len Maart d. a. v. moet opgeruimd wezen. De directie van den tram ArnhemVelp begint echter weldra met het leggen der rails, terwijl juist de liju door het midden van het paardenspel moet loopen en men in de eerste dagen van Februari rekent tot dit punt genaderd te zullen zijn,' zoodat of de liju omgelegd of de teut opgeruimd zal moeten worden. De Haagsche correspondent van de StichUche Ct. schrijft Voor de behandeling van het rechtsgeding tegen Pincoffs en Kerdyk is nog geen dag bepaald. De instructie is reeds vergevorderd, maar nog uiet af- geloopeu, en er zul thans nieuwe vertraging ontstaan doordien de jongste onthullingen en de Rotlerdainsche zaken, wat althans Pincoffs betreft, de punten van beschuldiging nog aanmerkelijk zullen vermeerderen en waarschijnlijk, (ioor het optreden van medeplich tigen, aan het rechtsgeding een grootere omvang zullen geven. Dunrbij komt, dat, aangezien de hoofd beschuldigde (Pincoffs) voortvluchtig is, eene oproeping zal moeten plaats hebben, die eeu langen termijn eischt. De openbare behandeling der zaak is dus vooreerst nog niet te waohteu. De gezondheidstoestand van Kerdyk ia ongunstig. Gedurende zijne ziekte had zijne vrouw, die zich sedert eenigen tyd te 's-Hage metterwoon heeft ge vestigd, om in zijne nabijheid te zyu, verlof gekregen om hem geregeld in de gevangenis te bezoeke. Volgens de 4m*t. Ct. was de suikerfabriek Beuker Hulshoff verzekerd voor 1,247,000, nl.s het gedeelte Berlyn voor 480,000 (gebouw en macbi* neriën) en 487,000 (suiker), eu bet gedeelte Ham nover voor 140,000 (gebouw fen inochineriën) eq 100,000 (suiker), alsmede J 50.000 in het raff.- contre. Erzijn Donderdag nabeurstijd7 assuradeurs benoemd om de zaak met de firma Beuker Hulshoff in orde te brengen. De puinhoopen der afgebrande suikerfabriek te Amsterdam smeulden Donderdag avond nog altijd en worden nog bespoten. Van Tersohelling wordt onder dagteekening van 6 Jan. geschreven Plechtig rolden heden de tonen der doodsklok over strand en golven. Niet minder dan vijf lijk stoeten begaveu zich achtereenvolgens naar den stillen akker der dooden. Geen oog kon droog blijven bij 't zien van de ellende der 3 weduwen en 14 weesjes, wier verzorgers grafwaarts werden gebracht. Te grooter nog was hier die deelueraing, omdat iu bynaelke steeg, elk straatje meer dan één weduwe woont, omdat een groot aan tal weezen met weemoedige aanblik die zee beschou wen, die in haar onpeilbaren schoot het stof huyner vaders en broeders, hunner dierbaarste betrekkiugen houdt verborgen. Bij menscbengeheugen heeft hier zulk een aangrijpende plechtigheid niet plaats gehad; het jaar 1880 zal in dit opzicht eeu noodlottige bladzijde vallen in het boek der geschiedenis van dit eilund. In de jongste aflevering van de Pragen de» Tijd* heeft met rouw C. Vrolik een bijzouder lezenswaardig artikel geschreven over de opvoeding van meisjes in Zwitserland en in Hollaud. Verscheiden beharti genswaardige wenken komen daarin voor. Onder anderen hetgeen de schrijfster zegt betreffende de keuze der vrouw van een. beroep, waarbij te veel de aau- dacht op het onderwys is gevestigd, zonder dat altijd gevraagd wordt of de noodige aanleg en ge schiktheid voor dezen werkkring bestaan; ook het- geeu zij opmerkt ten aanzien van het huisonderwijs van gouvernantes in vergelijking van bet ouderwijs op scholen. Pleit de schrijfster voor goed onderwijs voor meis jes, zy stelt de zorgen voor de vorming van lichaam eu karakter niet minder hoog. Hoe zij over die karaktervorming deukt, blykt bet best uit bet slot van haar geschrift: „De vreemdeling, die uit eeu land komt, waar men drukker, levendiger is, wordt getroffen door die uitdrukking van bescheiden ingetogenheid, die op de meeste jonge gezichteu te lezen staat, door die geheimzinnige uitdrukking, die het veld laat voor allerlei gissingen. Vau tijd tot tyd gunnen een schittereude opslag vau liet oog, eeu beteekenisvolle glimlach eeu blik iu de wereld daarbiuueu, en als de sluiers der Turksche vrouwen, die haar zoo bekoor lijk staan en, alles willende verbergen, alles laten girseu, zoo omhult die stille ingetogenheid onze Hollaudsche meisjes met een waas van poëzie vol ge heimzinnige beloften. Toeh vergunne men my den weusch uit te spreken, dat een frissche, levenwekkende ademtocht verhin deren moge, dat die goede, zij 't ook eenigszins negatieve eigeuschappen in koude onverschilligheid ontaarden eu als de mist allen, die haar naderen, als tuet een lyltwa omgeven. De jeugd is de tijd van dolle vroolykheid en van gloeiende geestdrift. April moet bloesems geven, wil September oiis vruchten brengen. Bij wat meer leven eu eutrain wat minder teruggetrokkenheid! Het jonge meisje is een belofte, zy moet een krachtige werkelijkheid worden. Wrgeteu wy niet, dat de jonge meisjes van heden de moeders zullen zijn van de geslachten die na oiis komen. Haar wacht op hare beurt, de groote taak van de opvoeding in het huis gezin.# Men schrijft van TexelEen voor ons eiland zeer belangrijk plan is thans iu ernstige bespreking en wel liet bet graven van eeu kanaal van af de haveu Oudeschild naar het dorp de Waal, een lengte van ongeveer 3000 M. inet schutsluis. Het voor deel dut zulk een kanaal zoude oplevereu, is voor oiis eiland zeer belangrijk, en bestaat in le. Afvoer van water uit de vallige en meent- gronden, provinciaal eigendom, waardoor de waarde dier uitgestrekte gronden belangrijk zoude vermeer deren, en die gronden geschikt zouden worden ge maakt tot bebouwing, beweiding en het bezetten met boomgewas. 9e. De haven van Texel (thans onderhoudeu door Texel voor 1/3 en llyk en Provincie voor 2/3), welke erkend is tc klein te zyu, en toch anders spoedig dient vergroot te worden, zou dat niet be hoeven, want een groot der vaartuigen zou een ligplaats in het kanaal bekomen. 3e. Het dorp de Waal, het centrum van liet eiland, om voor los- eu ladiugplaats bijzonder zijn aan te bevelen, waardoor de afstand voor alle in woners belangrijk zou worden verkort, vooral van belang voor de polders Eijerlnnd, het Noorden enz., terwijl men niet meer de altijd gevaarlijke dijkwegen Zou behoeven te rijden. 4e. De uAnvoer van duinwater, van het grootste belang voor een groot getal veehouders, die than in hunne slooten niets dan brak water bezitten, dat tot drenking van hnn vee ougeschikt is, terwijl dat water tevens de alhier bijua vernietigde zee gras-zaak zou doen herleven, daar, alleen zoet water de veerkracht aan dat artikel geeft. 5e. Daar de landerijen, welke het kanaal door snijden zou, een bijzouder goede kleispecie, zeer geschikt voor steeubakkerij, bezitten, gelijk de proe ven, oulang9 genomen, hebben bewezen, zou langs bet kauaal zoodanige industrie begonnen kunnen worden, wat thans wegens het moeielijk eu kostbaar traject ondoenlijk is. Uit Sloten (Noord Holland), wordt ons gemeld: De bloedhouden, die een zoo giuwelijke slachting onder de schapen hebben aangericht, zijn eindelijk naar bet schyut onschadelijk gemaakt. Een is reeds door een onzer boeren gedood, eu ook de anderen zullen wel niet langer bun bloeddorst kunnen bot vieren; waut men beeft toevallig den eigenaar ontdekt. Terwyl onze boeren zich voor het kantongerecht bevonden, verscheen daar iemand voor een andere zauk, en deze werd door eeu der aanwezigen als de eigenaar aangeduid. Door den kantonrechter onder vraagd, trachtte hij wel het bezit van die honden te ontkennen, door het te doen voorkomen als war^n zy het eigendom zijner kuechts, doch vermoedelijk zal het weiuig baten. In ieder geval zullen de beesten wel ten algemeenen nutte worden^ afgemaakt, ru de uit te keeren schadevergoeding zal niet gering zijn. Het Ned. Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen heeft by adres aan den Minister van Justitie zyn instemming betuigd met de vele en gewichtige verbeteringen, die in het outworpen Wet boek van Stratrecht worden aangebracht. Eenige bedenkingen over het stelsel vau gevangenisstraf worden echter gemaakt. liet bestuur keurt af: le. het behoud der „le venslange# gevangenisstraf, die verlenging van straf wegens uieuwe vergrijpen uitsluit, den gevangene alle hoop ontneemt en aan de zedelijke verbetering den sterksten prikkel outneemt. Ook wordt tee onrechte aau den rechter de keuze gelaten tusschen tijdelijke en levenslauge straf: 2e. de beperking van de cellulaire straf tot drie jarenhet Genoot- schad dringt op oen laugcren duur der afzonder lijke opsluiting aan 3e. het verbod van afzonder lijke opsluiting by personeu beneden de 16 jaar; 4e. het voorschrift, dat niemand tot bijwoning der godsdienstoefening kan worden genoodzaakt, dat tot moeilijkheden kau voeren, als de gevuugenen zich tegenover het bestuur stellen5e. de voorwaardelijke invrijheidstelling, die het Genootschap althans eerst nadat de gevangene drie jaren in de gevaugeuis heeft doorgebracht, wij toegepast zien, eu 6e. de bepaling, dat de hechteuis voor 3 dagen of minder in afzou- dering wordt ondergaan, „maar ook bij lnngeren duur als de veroordeelde het verlangt en de omstandig heden het toelaten#. Dit moet niet facultatief gesteld worden, is bet noodig, dau moeten de plaatsen er maar zijn. De helhtenis tot één maand moet volgens het Genootschap steeds in afzoudering worden onder gaan. Het Geuootschap juicht het echter zeer toe, dat er naast de gevangenisstraf een lichtere straf „de hechtenis#, in het ontwerp is opgenomen. Zal echter het volksbewustzijn het spoor uiet byster worden, dan moet voor de hechteuis een ander gebouw worden bestemd dan voor de gevangenisstraf. INGEZONDEN. Aan den schrijver van de brochure: „Eene onbe rekenbare weldaad voor Gouda." Met belangstelling hebben wy uwe „Gedachten by het dertig-jarig bestaan der werkinrigtiug tot wering der Bedelary" gelezen eu wij zeggen U dank voor uwe waardeeriog dier inrigting. Toch speel het ons, dut de uitgaaf dier brochure, geheel buiten onze voorkeunis was geschied, wijl, iudien bij ons inlichtingen genomen waren, sommige opguvep meer juist zouden zijn geschied. De volgorde der benoeming van bestuuidcrs, op de vergadering van 30 Augustus 1849, wordt door U opgegeven te zyn, de heeren L. de Groot, D. C. Sarasom, P. de Graaf, J. F. Herman de Groot, G. van Hofwegen, A. Winkel, D. van Wijk, P. Korver en W. J. Fortuijn Droogleever tecwyl die, volgens de notulen dier vergadering, was: L. de Groot, beftoemd met 168, J. F. Hermande Groot, met 146, P. de Graaf, met 135, G. van Hofwegeu, met 121, W. J. Fortuyn Droogleever, met 117, A. Winkel, met 117, D. van Wyk, inet 116, D. C. Sainsom, met 106 en P. Korver, met 93 stemmen. Onze voorzitter de heer W. J. Forto ij n Droogleever, is alzoo niet, zooals in uwe brochure gemeld wordt, aan liet bestuur toegevoegd, maar even als de audere heeren beuoemd eu oti9 medelid de heer Samsora was dus niet de tweede, maar de achtste der benoemden. Van bet drietal mannen, die op de sociëteit zaten en bespraken of er niets aan te doen was om het bedelen tegen te gaan, ontwierpen, volgens U, twee er van eene circulaire tot het vragen van bedragen. De notulen kunnen hier natuurlijk geen licht geven, maar volgens eene brochure van den heer de Ridder, toen predikant alhier en thans te 's Gravenhage, in 1850 onder den titel„de Inrigting tol het weren der Bedelarij te Gouda" uitgegeven, ging die cir culaire uit van een welgezind burger, den eeretm en eenigen ontwerperen daar werd alleen de heer L. de Groot mede bedoeld. Wij kuunen niet beoordeelen aan wiens zyde de waarheid is, maar verzoeken U, wanneer een tweede druk uwer brochure verschijnen mocht, dit vooraf te willen onderzoekenen dan ook te herstellen de onjuistheden hierboven gemeld, duar wij ons overtuigd houden, dal het U om waarheid te doen is en gij alleen door verkeerde inlichtingen de oujuistheden hebt opgeuomen. Wanneer uw naam op het titelblad der brochure te lezen stond, zouden wij U dit verzoek persoon- lyk of bij bijzouderen brief hebben gedaan, maar nu wisten wij geene andere gelegenheid dan de welwilleudheid der redactie van de Goudscke Courant tot het plaatsen van dit bericht in te roepen, ia de hoop dat dit dan door U moge gelezen worden. Onzen bijzonderen dank betuigen wij U ook, dat de brochure ten voordeele der inrigting is uitge geven en verzoeken U beleefdelijk ons het bedrag der opbrengst in Maart aanstaande te wiHen op geven, ten einde dit iu onze rekening, die 1 April gesloten wordt, te kunnen in ontvaug brengen welke opbrengst wij ook in de GondocAe Courant hopen te vermelden. Gouda, 9 Januari 1880. Bestuurderen der Werkinrigting tot wering der Bedelarij te Gouda. W. J. FORTUIJN DROOGLEEVER, Voorzitter. L. P. HOOGENDIJK, Secretarie Ondertrouwd Entched. Gouda, A. LEERINK EN P. C. MOSSOU. 8 Jan. 1880. Voorspoedig bevallen van een Zoon, G. JONKHEID, geliefde Echtgenoote van D. van der BUUGH. Rotterdam, 9 Jan. 1880. Heden overleed onze jongste lieveling MARIA CORNELIA, in den ouderdom vau 3 jaar en 71/, maand. Nog treurende over het geleden verlies, berusten wg evenwel in Gods wil. S. P. van der KLEIN J. VAN DER KLEIN Gouda, 10 Jan. 1880. van der Keojt. - GEBRUIKT tegen Hoest of Verkoudheid; Dezelve zijn verkrijgbaar bjj JP. AT. Rnaijmakers Banjutbaxkkb, Haten 17. op DINSDAG 13 JANUARIJ a. s. 's morgens 9 ure in de Nieuwsteeg te Gouda, Wjjk E. n°. 17, van MEUBILAIRE en andere ROERENDE GOEDEREN, benevens een INVENTARIS eener TABAKSWINKEL, daags vóór de ver- kooping te zien van 1012 en 24 uur. Breeder bjj Billetten.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 2