1
i
A33VERTENT IËN
POSTERIJEN".
Burgerlijke Stand.
gss
Loop der bevolking te Berg-Ambacht over 1879.
Gebor. n 56 j. en 58 m., totaal 114; oveileden 29
m. en 26 v., totaal 55 ingekomen 38 m. en 53
v., totaal 91vertrokken 60 m. en 83 v., totaal 143;
17 huwelijken, stirfte 1 op de 46. Bevolking 1321
m. en 1219 v., totaal 2540.
Loop der bevolking te Atnraerstol over 1879. Ge
boren 26 j. en 14 m., totaal 40; overleden 10 ra.
en 5 v totaal 15; ingekomen 13 m. en 15 v., to
taal 28; vertrokken 20 m. en 18 v. totaal 38; 9
huwelijken sterfte 1 op de 62. Bevolkiug 476 m.
en 459 v., totaal 935.
Blijkens mededeel ing aan de Kamer van Koop
handel te 's-Hageziju door B. en W. de voorrechten
van vasten schipper toegekcud aan P. van der
Want en H. van den End te Gouda; aan M. van
Leeuwen te Voorschoten en aan G. F. KI ij nis te
Voorburg. De door die schippers ingediende tarieven
met voorschrift om se verkrijgbaar te stellen en ten
kantore van den havenmeester ter le/.ing te leggen.
De Eerste Kamer behandelde gisteren-middag de
de vraag, of de heer Pickc, de benoeming tot bur
gemeester vau Middelburg aangenomen hebbende,
ophoudt lid der kamer te zijn.
De heer den Tex stelde voor den het r Pické op
zijn vraag om feen beslissing te antwoorden, dat
„de Kamer geeu termen gevonden heeft om in deze
een beslissing te nemen". Met een groote meer
derheid werd dit voorstel verworpen, terwijl daarop
niet 19 tegeu 8 stemmen de conclusie van het
rapport der commissie werd aangenomen, houdende
de verklaring dat de hepr Pickc niet heeft opge
houden lid der Eerste Kamer te zijn.
's Lands middelen hebben in het jaar 1879 opge
bracht 98,361,434.94Vj. verdeeld als volgt: directe
belastingen 24,222,529.007a (waaronder grondbe
lasting 10,636.015.37, personeel 9,534,480 82,
patenten 4,049.702.697a). recht op den invoer
4,490,176.7V» wscjjnsen 38,732,499.02 (waar
onder wijn f 2,046,198.447a, binnen- en buitcn-
landsch gedistilleerd 21,826,495.047a), waarborg
en bel. der gouden en zilveren werken 312,682.237a»
indirecte belastingen 22,882,536.417a (waaronder
recht van successie en van overgang btj overlijden
9,714,559.62). domeinen 1,492.031.72, posterijen
3,792,778.1972, rijks-telegraphen 912.570.0973,
staats-loterij 433,855.acten voor de jacht en
visscherij 150,730.50, loodsgelden 939,546.687a»
De raming bedroeg 98,908.562. In 1878 was de
opbrengst 95,909,767.677a.
Het vervoer over den spoorweg LeidenWoerden
heeft gedurende de maaud Dec. 1879 opgebracht
aan reizigers 5778, aan goederen ƒ4209, tezamen
9987. Sedert 1 Mei 1879 was de opbrengst van
reizigers en goederen 75.654.
Het vervoer over den Nederl. Rhijnspoorweg
beeft gedurende de maand Dcc. 1879 opgebracht
aan reizigers 123,951, aan goederen 91,112, aan
direct verkeer van reizigers en goederen 213,900,
te zameu 428,963. Sedert l Mei 1879 was de
opbrengst van reizigers en goederen 4,079,941.
De ontwerpers van het groote ^feest tc Amsterdam
ten voordeele van de algemeene armen aldaar, heb
ben aan Z. K. H. Alexander der Nederlanden, prins
van Oranje, het voorzitterschap opgedragen.
Omtrent het adviseeren over het herstel van ge
bouwen en monumenten verneemt het ll.bld. nog
het» volgende. Na de opheffing der Commissie van
adviseurs bleef toch voor de Regeering de noodzake
lijkheid bestaan, om voorgelicht te worden omtrent
monumenten, enz., voor welke gelden uit 's Rijks
kas worden gevraagd en verleend. De minister
van binnenland8che zaken heeft daarom op 1 Novem
ber jl. eenige deskundigen uitgenoodigd, zich te
belasten met de taak, om, vóór dat de subsidicn
worden uitbetaald, rapport uit te brengen over de
deugdelijkheid der uiigevoerde herstellingswerken.
Met die taak zijn belast de heeren van den Bergh,
Cuypers, Gosschalk en Gugel, die allen zitting
hebben gehad ju de voormalige commissie van
adviseurs.
De berichten aaugaande de werkzaamheden der
algemeene vereenigde commissie voor den watersnood,
te Amsterdam gevestigd, waren niet in allen deele
juist. Men is thans in staat gesteld dienaangaande
het volgende mede te deelen.
Toen het bericht van de doorbraak te Teeffelen
op Zondag 4^deier des avonds te Amsterdam be
kend werd, Mmen enkele leden van het collegie
van administrateuren van het watersnoodfonds ter
stond de noodige maatregelen, zoodat reeds Dinsdag
6 Januari eeue vry aanzieulijke hoeveelheid levens
middelen en dekens de overstroomde dorpen aan de
Maas bereikte. Men bediende zich daartoe van de
tusschenkomst der Districts Watersnood-commissie
te Zalt Bommel, die terstond, ingevolge de bepalin
gen van een reeds vroeger genomen besluit van ge
deputeerde stalen van Gelderland geconstitueerd,! op
dat oogenblik de biste en kortste middelen van''ge
meenschap aanbood tusschen Amsterdam en de over
stroomde streken. Onderwijl werd de algemeene
commissie volgens de bepalingen van het reglement
op het watersnood fonds door administratieven van
het fonds bijeengeroepen en besloot zij voorloqpig
tot afschrijving van 60000 van het aanwezige ka
pitaal vau 109,000 iusehr. 27j pCt. W. S. Daaruit
zijn in den loop der vorige week, behalve «ene
aanzienlijke hoeveelheid goederen in nntura, qls
brood, spek, booneu, erwten, koffij, dekens, mans-,
vrouwen- en kinderkleederen, ook nog 5000}—
ter beschikking gesteld vau de Bommelscheeu ƒ8000.
van de Noord-Brabantsche provinciale commissie.
Tevens overtuigden zich sommige leden der nlgemeque
vereenigde commissie door persoonlijk ondersoek, dat
de voormelde commissie bij de uitdeeling van den
onderstand op zoodanige ervaring wenschclijk w^is.
De jongste hooge waterstand der Maas heeft liet
waterschapsbestuur van het Oudland van Alteua dopn
zien, dat de dijken van dat waterschap en van Stjid
en lande van lleusdeu (beide waterschappen hebban
óén dijksberinging) op sommige punten, namelijk te
Veen eu te Wijk, in verhouding tot de noodpeilèn
veel te laag liggen, en daarom reeds nu besloten
om in het aanstaande voorjaar omtrent eeue ver
hooging van die dijkvakkeu met het bestuur van
laatstgemeld waterschap in overleg te treden.
Bij den Raad van State is eene quaestie aanhangig
nu en in de toekomst van veel belang voor vele
gemeentebesturen.
Bij het opmaken van den ligger voor toegangs
wegen naar de stations van den spoorweg Leiden-r
Woerden, beweerde de Maatschappij van dien spoorweg,
dat het onderhoud en de verlichting dier toegangs
wegen aan de gemeente moest worden opgedragen.
Bodegraven eu Zwammerdam verzetten zich daar
tegen
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland waren vaq
oordeel, dat art. 79 der wet van 9 April 1875
(Staatsblad No. 67), hetwelk die quaestie beheerscht, te
onduidelijk was, om dat zoo als het daar staat te
kunnen toepassen. Dat art. luidt:
„Wegen tijdens h«t in werking treden dezer
wet aangelegd tot toegang naar een station worden,
aan de gemeenten opgedragen, daarna komt het
onderhoud en de verlichting ten haren laste."
Gedeputeerde Staten, van oordeel dat „tydens het
in werking treden dezer wet," alleen kan slaan op
het oogenblik waarop de wet in werking trad, en
het artikel toch niet geacht kan worden .gemaakt te
zijn met het oog op de wegen alleen op dat oogenblik
aangelegd, verklaarden die woorden te houden voor
niet geschreven en wees Bodegraven en Zwammerdam
aan als onderhoudsplichtigen.
Dat gevoelen werd ondersteund bij de openbare
behandeling voor den Raad van State door den
advocaat van de Maatschappij LeidenWoerden, mr.
Vlielander Hein.
Mr. D. van Eek, advocaat van de beide gemeenten,
wees er op, dat men zijne cliënten alleen in het
ongelijk had kunnen stellen, door in degen alles
afdoende woqrdjpn uit de wet te lichten, wat hij
niet geoorloofd achtte. Hg erkende dat art. 70
onduidelijk was, doch blijkbaar sloeg het artikel op
voorafgaande handelingen; „wegen aangelegd en
andere uitdrukkingen toonden genoegzaam aan, dat
het artikel alleen het oog had op wegen, aangelegd
vóór dat de wet in werking trad. Ook op de ge
schiedenis beriep hij zich en tevens dnt in deze zaak
was gebleken, dat de afgetreden Minister van Water
staat zich ook in dien zin had verklaard. Volgens
pleiter blijven (lus alle toegangswegen aangelegd of
aan te leggen door het Rijk of spoorwegonder
nemingen na het in werking treden der wet van 7
April 1875 altoos ten laste van hem, die die wegen
had aangelegd en niet ten laste van de gemeenten.
Bij Koninklyk besluit zal nu spoedig over deze be
langrijke vraag een beslissing worden genomen.
Onder de merkwaardige nieuwtjes, gisteren per mail
aangebracht, behoort, dat een militair apotheker te
Salatiga acht dagen arrest heeft gekregen, omdat hij
aan het bevel van zyn chef om teerzecp tc fabri-
ceeren voor diens hondje niet had gehoorzaamd.
Zekere K. N., onlangs ontslagen veldwachter te
Dronrijp, gemeente Menaldumadecl, is in hechtenis
genomen als verdacht een dozyn malen de hand-
teekening van den burgemeester, den heer mr. W.
A. Bergsma, te hebben nagemaakt, ten einde zoo van
den stationschef kosteloos vervoer met den spoortrein
voor de reis naar Zwolle en terug te kunnen bekomen.
Van bevoegde zij Ie wordt omtrent den stand
der Lekdijkquaestie het volgende aan het llandeli-
blad medegedeeld.
liet is bekend, dat Gedeputeerde Staten van Utrecht
op 31 Juli jl. tegenover het college van den Lekdijk-
Bovendani9 het bevel hebben uitgevaardigd tot het
aanbrengen van de in dat bevel omschreven dijks-
verhooging, en dat op het bcrofp van laatstgenoemd
college, bewerende dat de bevolen werken niet
noodzakelijk waren, het bevel bij kou. besluit
van 3 Dec. jl. is gehandhaafd.
Het is tevens bekend dat het dijkscollege, na
die hoogste beslissing omtrent de noodzakelijkheid
van het werk, van de bevoegdheid welke art. 9 der
wet van 12 Juli 1855 (Stbl. 102) het geeft, gebruik
heeft gemaakt door tegen het bevel bij den rechter
iu verzet te komen, opdat deze uitspraak'j, doe
omtrent de vraag of het college verplicht is dat
noodzakelijk werk tot stand te brengen.
Wij vernemen thans, dat zoowel Ged. Stateu vau
Zuid-Holland, als de Commissaris des Koniugs iu
Utrecht, ter afwending van anders uit dit verzet
voortvloeiende vertraging van het werk, zich bij
adres tot den Koning hebben gewend, met dringend
verzoek, dat deze van de bevoegdheid gebruik make,
welke art. 11 dierzelfde wet hein geeft, om hangende
het rechtsgeding, dit werk, als geen uitstel kun
nende lijden, van rijkswege fc doen verrichten,
behoudens later verhaal op de dijkplichtigen, indien
het rechtsgeding ten nadeele van het College van
den Lckdijk-Bovendnms mocht worden uitgewezen.
Wnuneer aldus het door Ged. Staten van Utrecht
bevolen werk ten spoedigste tot stnndkomt, zoo zal
daardoor evenwel nog niet voldoende in den ge-
brekkigen toestand des dijks zijn voorzien. Alleeu
zal die verhooging zijn aangebracht, welke de drie
provinciale hoofdingenieurs in hun brief van 25
Juni jl. noemden „minimum, dat, in afwnchting
van hetgeen door hen bij eiudrnppoit nog meer zou
worden voorgesteld, iu elk geval uitvoering vordert."
Bij hun ein-rapport vnn 18 Oct. jl.; hebben dan
ook de genoemde hoofd-ingenieurs veel meer ver
hooging en verzwaiing des dijks, zoonis zij zich
uitdrukten, „tot wegneming of althans merkelijke
vermindering van het gevaar, voorgesteld."
Veel omvattender was ook het plan tan voorziening,
dan door het college vau dcu Lekdijk-Bovendatns
zelf; Rijnland en Amstelland, te zamen ongeveer
3/4 der belanghebbende streek vertegenwoordigende,
2 jaar geleden nan de overige belanghebbende water
schappen vruchteloos werd voorgesteld, om namelijk
voor kosten der gezamenlijke belanghebbenden veel
uitgebreider voorzieningen dan de thans bevoleue
te doen uitvoeren.
Wegens het onvoldoende der thans bevolen voor
ziening hebben den ook, naar wij vernemen, Ged.
Staten van Zuid-Holland, gelijktijdig met het boven
vermeld verzoek aan den Koning, aan hun ainbt-
genooten van Utrecht en Noord-Holland iu over
weging gegeven; d»t elk aan zijne Sinten zal voor
stellen
lo. met de Staten der beide andere gewesten aan
den Koning de machtiging van art. 97 der provin
ciale wet te verzoeken ter regeling van hun gemeeu-
schappelyk belang bij den waterkeerenden toestand
van den Noo^der-Lekdijk en
2o. aan Ged. Staten, of, zoo de Stalen zulks
mochten verkiezen, aan een speciale commissie uit
de Staten op te dragen met de Ged. Staten der
beide andere provinciën, of speciale commissien
door die staten daartoe aan te wijzen in overleg
te treden over de gezamenlijke regeling van gezegd
onderwerp, en van den uitslag vnn dat overleg aan
de Staten rapport uit te brengen, met overlegging
eener ontwerpregeling.
Ged. S'aten vnn Zuid Holland hebben voorts
aan die van Utrecht en Noord-Holland voorgesteld
den Koning, volgens art. 66 der prov. wet te ver
zoeken, dat de Staten ten spoedigste in buitengewone
vergadering mogen bijeenkomen, ter behandeling
van dat tweeledig voorstel. Die machtiging zal
natuurlijk worden verleend, en zoo al niet vroeger,
dan kan althans in de Juli-vergnderiug van dit
jaar, rapport omtrent den uitslag der onderhande
lingen worden uitgebracht en de regeling totstand
komen.
Door de besturen van de afdeelingen Rotterdam,
Schiedam en omstreken van de Ilollandsche Maat
schappij van Landbouw en van de afdecliug Rot
terdam en omstreken der Ned. Maatschappij van
Tuinbouw en Plantkunde, is besloten, om in de
laatste helft van September a. s. alhier eene ten
toonstelling te houden van bloemen, planten, land-
bouw-voortbrengselen, vruchten, zuivclproduoten en
mi&schien ook pluimgedierte.
In eene vergadering vnn de afdeeling Dokkum
der vereeniging Volksonderwijs is besloten, dat zjöo
mogelijk aldaar zal worden opgericht eene scljool
voor huisvlijt, en dat het Bestuur zich zal wen&deB
tot het Gemeentebestuur en de afdeeling van? de
0
Maatschappij tot A'ut tan 't Algemeen, met verzoek
oin (lize nuttige zaak te ondersteunen.
Een profetie, uit de 15e eeuw afkomstig, voor
spelt voor het jaar 1880 wat goeds. Zij luidt
ten minste:
,Eu wie het jaar 1880 beleeft, zal van wonderen
kannen spreken en den Heer danken, dal hem de
vreesclijke geesel Rods der tien voorafgaande jaren
niet getroffen heeft. Maar in 1880 en de daarop
volgende jaren, zal de grond dubbel vrucht dragen,
en ^drie overvloedige wijnjaren zullen het begin aan
kondigen der betere tijden. I)e oogst vau koren en
vruchten zal voldoende zijn, rn liet mooiste
komt achteraan er zal vrede heerschen op aarde,
vele jaren lang.»
Ouder de Almanakken voor 1880 verdient nog
vermelding die voor landbouwers en veehouders,
Leeuwarden, hij W. Eekhotf ell Zoon. Hel bakje,
dut reeds een tal van jaren om zijn vele nuttige
wenken op het gebied van landbouw en veeteelt
gezocht was, en voor den kleinen prijs van 30 eents,
na een volledige kalender, 80 pagina's Mengelwerk
levert, bevelen wij zeer iu de aandacht van alle
aan, die met den landbouw eu reeteelt in betrek-
king stnnn.
STAAT van BRIEVEN, geadresseerd aan onbe
kenden, gedurende de le helft der maand December
1879 uit Gouda Terzonden, en door tusschenkoinst
van het Postkantoor aldaar terug te bekomen:
J. W, Nijmeyer, Brake); M. van Vught, Rotterdam;
Pott, Twello; A. Braham, Utrecht.
Uit Bee&IJK: KI. Verbij, Reeuwijk.
Briefkaarten: Mej. II. Ingerman, Amsterdam.
Gouda, 16 Januari 1880.
De Directeur v/h. Postkantoor te Gonda,
Van OUIJNE.
INQEZ Q N D E N.
In den aanvang van het jaar 183n werd hier
ter stede door twee vrouwen uit den dcfiigen stand
een gesprek gevoerd, dat wel niet opbeurend was
in zijnen aard, maar toch weldadig werd iu zijne
gevolgen. Zij bespraken den nood der armen en
toonden vooral zich bewogen met den toestand van
menige behoeftige moeder, die vol zorg dc vermeer
dering van haar kroost te gemout zag en wie het
bijna aau alles ontbrak wat een pas geboren wicht
in het leven en bij de gezondheid bewaren kan.
Hierin eenigermate te voorzien was huil verlangen;
en dat verlangen vohü spoedig weerklank bij veleu.
wqs geschiedt uitvoerig vermeld slaat in de ver
schillende verslagen, alle onder mijn bereik.
Om alzoo te komen tot eene volledige kennis
van het gebeurde vóór 30 Aug. '49, moist ik mij
niet tot uw geëerde Vergadering, maar eiders heen
om inlichtingen, voor zooverre ik die uoodig had,
wenden.
Eene andere opmerking ^veroorloof mij hier de
orde door u gevolgd, om te keeren) geldt de vraag,
die u nitt beslissen kunt, zoo u zegt, of een of
meerdere personen het plan dir vereeniging hebben
opgevat, en de eerste circulaire hebbeu opgesteld.
Iu zeker ondenkbaar geval, herdruk der brochure,
noodigt u mij uit tot onderzoek en zoo noodig her
stel vau dwaling.
Ik kan u geruststellen en verzekeren, dat het on
derzoek het scli»ijven der brochure is voorafgegaan.
En al wilde ik ook aannemen, (lat Ds. de Uidder,
de geachte predikant te 's Hage overigens nooit
iets had gezegd, veelmin geschreven, dal niet op de
goudschaal der bedachtzaamheid was gewogen, toch
moet ik hier verzekeren, dat hij kwalijk was ingelicht.
Onderzoek aan welke zijde de waarheid is van het
voor ettelijke jaren gebeurde is altijd moeijelijk
wegens het wegsterven der geslachten. Zoo ook hier
in dit geval. Tot wien dan Tot den heer L^de
I Groot, nofr iii leven Met den Heer D. U. Sam-
j som is hij" de eenige die hier getuigen kan. Welnu
volgens dc bij mij berustende verklaring, heeft de^
brochure zijne volkoinene goedkeuring vervorven,
ook iu zake het geïncrimineerde punt.
Van de eerste voorbereiders eu Commissarissen
leven behalve L. de Gr. en D. C. S., alleen nog de
HH, A. Winkel eu Uw geachte Voorzitter. De lieer
A. Winkel heeft verklaard, dat de opgave in de bro
chure geheel juist is. En de Heer Notaris W. J. For-
tugn Droogleever, in zijn verslag uitgebragt op 9 Sept,
1850, zeide na den treurigen vrocgeren toestand
te hebben gereleveerd„Dit deed by eenige Stad
genoot en het denkbeeld ontstaan of er niet een doel
treffend middel te vinden ware om de Bedelarij te
j weren."
't Verheugt mij zeer den Heer Droogleever tegen
over Ds. de Ridder iu deze aan mijne zijde te zien,
en 't staat nu dunkt mij vastniet van éón, maar
vau meerdere Stadgcnooten is uwe nuttige Inrichting
uitgegaan. En wie ze waren? De eenige, die het
konden getuigen hebben het verklaard en ik bea
overtuigd, dat zeer veel onzer medeburgers genoeg
geheugen en genoeg goeden wil hebben, om immers,
voor zooverre iu dit opzicht zulks mogelijk is, hunne
i verklaring ie bevestigen.
Thans kom ik tot het derde punt, waarop teregt-
wijzing is toegepastverkeerde volgorde iu dc be-
noeming van bestuurders. tk wil wel wat toe-
uwe nauwgezetheid en het zuiver bewaren van de
historie uwer Inrichting mij dwuig een minder
aangename plicht te vervullen. Zeer waarschijnlijk
is u het schoone werk getiteld „Wandelingen door
Nederland" (Haarlem bij Kruseroan Tjeenk Willink
1875) bekend, een werk uitstekend geschreven door
Craaudijk, prachtig geïllustreerd door Schipperus; een
veel verspieid werk van blijvende wnarde. Daar
wordt op pag. 28 2/s Krzef?d» nadat veel schoons
van Gouda, en veel loffelijks van de Werkinrichting
is vermeld„De proef (tot wering der bedelarij
namelijk) voor 25 jaar genomen en sints djen ge
regeld voortgezet, schijnt zoo goed uitgevallen, dat
ten algemeene nutte de -aandacht mag worden ge
vestigd op het verslag den 2n Jan. 1875 uitge
bracht door den Voorzitter van het bestuur, den
man die het plan opvatte, die sympathie en mede-
werkiug wist te viudeu, den moed behield onder
goed en kwaad gerucht, onder tallooze bezwaren, en
aan het einde van het eerste 25-jarig tijdvak met
blijdschap cn dankbaarheid aan God en de menschen
mogt wijzen op zooveel goeds dat tot stand was
gebracht, den Oud-Notaris W. J. Fortuijn Droog
Itever.
Ziet M. H. ik keu en erken de groote verdiensten
van uw voorzitter, maar dat bericht door verkeerde
inlichtingen stellig ter goeder trouw gegeven, dat
noem ik niet alleen een dwaling, maar een schro
melijk onrecht tegen levenden eu dooden gepleegd Het
doel mijner brochure was mede dank en hulde te brengen
naar verdienste aan alle medearbeiders aan de bewuste
goede zaak, doch aan het vereischte der onpartijdig
heid iu deze voldoet boven aangehaald bericht niet.
Ik weet niet, welke stappen uw Bestuur iu het
openbaar heeft gedaan om de openbaar verkondigde
onjuistheid te Weerleggen. Heeft evenwel mijn bro
chure, zoo ik meen, zonder drift en zonder partijdig
heid geschreveu, althans in beperkten kring, mede
gewerkt om een onrecht te herstellen, dan geloof ik
daarmedo den dank te hebben verdiend van al wat
billijk denkt, niet het minst van Uw bestuur, en
allereerst van uwen Voorzitter, bij wien de stelregel
„Aan elk het zijne", zeker niet minder vast staat,
dan bij
den schrijver der brochure: „Een onbereken
bare Weldaad voor Gouda."
Zij hadden de voldoening het Genootschap van Moe- j; de lei(leu(Je gedachte bij dergelijke opgaven
derljke Liefdadigheid le zieu ontstaan eu zich uit- j |cau gijn het cijfer der verkregen stemmeu
breiden, ondersteuud door dc bijdragen van Neder- j voigent eu eerlijk gezegd, ik heb daaraan niet
lands vorstinnen. gedacht omdat ik een anderen gedachtegang
Met een dankbaar hart hopen (le Bestuurderessen }iwAa na
malitlr nm aaral rlo nntnrnrnvra rlnnriirt
dier inrichting op den 2n Februari eerstkomende
GEBOREN'; 14 Jan. Jan Hendrik, ouders J. *an Eijk
en K. van Leeuwen. 15 Maria Adriann, ouders F. No
vels tij n en M. M. I'ijpenzeel. Cornelia Catharina, ouder»
J. Tijbout en J. C. van Leeuwen. Cornelis Adrianoi, ouder»
M ermaat en N de Gidts. - Wilhelmioa Maria, ouder»
W. van der Neut en J. de Jong. 16. Adrianos, onder»
A. IIrij en J. van Vliet.
OVERLEDEN: 15 Jan. G. Rijkaart, 11 d.
ONDERTROUWD16 Jan. J. Broere te Rotterdam, 25
j en M. Meppelink, 24 j. C. Krijgsman, 22 j. en M.
van der Heiden te SVaddiniveen, 21 j M. Schoonder-
woerd, 52 j. en J. P. Verhaar, 37 j.
het Vijftig-Jarig bestaan van het Genootschap te
herdenken.
Blijmoedig erkennen zij, dat dc nood in Gouda
niet meer zóó nijpend is als voor vijftig jaar; maar,
hij die zou willen outkennen, dat de gift door de
werkzaamheid der bestuurderessen aan de leden
verstrekt, niet alleen eene hoogst welkome, maar
tevens eene hoogst nuttige gave is, hij zou toouen
een vreemdcfiug te zijn op het gebied der armeu-
verplegiug.
Met volkomen vertrouwen durven dan ook de
Bestuurder» ssen hare inrichting bij hare Stadgenoot» n
ainibevrien in (le overtuiging, dat het geschenk aan
behoeftige maar knappe huismoeders, met oordeel
ui'gereikt, eeue wezenlijke weldaad mag genoemd
worden.
Jan
Bestuurderen der Werkinrichting
tot wering der Bedelarij te
Gouda.
Iu de Goudsche Courant van 11 Jan. d. j. No. 2399
vond ik eene Missive van uw geacht bestuur nnn
mij gericht als ongenoemden schrijver van het vlug
schrift: „eene onberekenbare weldaad voor Gouda."
Dat schrijven btvat een woord van dank voor
mijne wanrdeering der Inrichting, eene hulde door
u aan mijne waarheidsliefde gebracht, en eene drie
voudige teregtwijzende opmerking.
De beide eerste neem ik dankbaar aan, maar ver
geef, mij als ik meen de laatste te moeten bespreken.
U betreurt ten eerste, dat ik mij niet om inlich
tingen tot u heb gewend. Ik antwoord ik deed dat
niet, omdat ik nis tijdgenoot van de oprichting der
Instelling uiUmyue eigene geheugenis putten kon,
omdat een schrijver, die zich niot verlangt te noemen,
zich wel niet in officiëele betrekking met eenig col
lege stelt
Omdat ik vermoedde, en uw geëerd schrijven be
wijst het, dat in uwe notulen niets le vinden was
van het gebeurde vóór 30 Aug. 1849, en wat danrnn
volgde, namelijk om 't eerst cle ontwerpers, daarna
de iedeu der voorbereidende .Commissie en eindelijk
het Bestuurslid te noetnen door de vergadering
nevens hen,gekozen. 11e twee eersteu begonnen den
arlnjid 13 Juni, de zes volgenden in dè eersie lu lft
van Juli, de laatst geuoerade 30 Aug. '49. Is nu
de door u gewenschte volgorde beter; vergeef mij
zoo hier dwaliug is, i9 die toch nog al onschuldig;
cu niemand, daarvan ben ik overtuigd, zal mijne
brochure uit de hand leggen, met de meeniug, dat
het schrijvers plan was uwen geachten Voorzitter
achteruit te tetlen.
Nog eens in het ondenkbare geval van herdruk,
(een tweede druk van zoodanige vlugschriften is een
ongehoorde gebeurtenis), maar in dit ondenkbare
geval zal ik nota nemeu van uvye \veu9chen en op
gave, de stoelende noot wijzigen en schrijven
De Bestuurders gekozen in de vergadering van
39 Aug. 1849 waren:
de HH. L. de Groot, ontwerper en
Voorzitter der voorbereidende
Ccrmmissie, met 168 stemmen.
J. F. Herman de Groot, lid
der voorb. Comm., met 146
P. de Graaf, id., met 135
G. van Hofwegen, id., met 121
W. J. Fortuijn Droogleever,
kort daarop door Bestuurders
gekozen tot President, met 117 n
A. Winkel, lid der voorb.
Comm., met 117
D. van Wijk, id., met 116
D. C. Sam8om, ontw. en lid id.,
met 106
P. Korver, lid voorb. Comm., 93
Ik vlei mij op deze wgze aan uw verlangen te
zullen voldoen.
Van de oporengst der brochure hoop ik dat de
II.II. niet te hoog zullen denken, maar als goede
aim verzorgers zullen zg het penuinkske niet ver
smaden, dat hun zoodra mogelijk geworden zal.
En hiermede zou ik kunnen besluiten zoo niet
aeoaaoBfit
OÓVltOfcvifDcW
Ondertrouwd
IJl AJUE KOOT A.Mzn.
1 Little Chapel Street
gSI Oxford Street,
II CHARLOTTE DOROTHÉCRISTINE
il RAPPUS,
IJl Wed. van O. H. Ballij,
15 James Street,
|5| Oxford Street.
§51 London West) 8 Jan. 1880.
Bevallen van een' Zoon,
N. VERHAAT—de Gidts.
Gouda, 15 Januari 1880.
Hartelijk dan
van deelneming gi
het overljjden van
's Gravenhage
17 Januari 1880.
,en, die mij bewjjzen
bevalling en bij
are echtgenoote.
I ROLDANU§.
1- Luit. der Inf.
Mevrouw de Weduwe J. ROEST van
LIMBURG—van der Meer van Kotfeler be
tuigt haren harteljjken dank voor de vele be
wjjzen van deelnemingondervonden tyj de
bevalling en bjj het overljjden van bare innig
geliefde Dochter, Mevrouw Th. J. ROLDANUS
Roest van Limburg te 's Hage.
Gouda17 Januari 1880