1 i A33VERTENT IËN POSTERIJEN". Burgerlijke Stand. gss Loop der bevolking te Berg-Ambacht over 1879. Gebor. n 56 j. en 58 m., totaal 114; oveileden 29 m. en 26 v., totaal 55 ingekomen 38 m. en 53 v., totaal 91vertrokken 60 m. en 83 v., totaal 143; 17 huwelijken, stirfte 1 op de 46. Bevolking 1321 m. en 1219 v., totaal 2540. Loop der bevolking te Atnraerstol over 1879. Ge boren 26 j. en 14 m., totaal 40; overleden 10 ra. en 5 v totaal 15; ingekomen 13 m. en 15 v., to taal 28; vertrokken 20 m. en 18 v. totaal 38; 9 huwelijken sterfte 1 op de 62. Bevolkiug 476 m. en 459 v., totaal 935. Blijkens mededeel ing aan de Kamer van Koop handel te 's-Hageziju door B. en W. de voorrechten van vasten schipper toegekcud aan P. van der Want en H. van den End te Gouda; aan M. van Leeuwen te Voorschoten en aan G. F. KI ij nis te Voorburg. De door die schippers ingediende tarieven met voorschrift om se verkrijgbaar te stellen en ten kantore van den havenmeester ter le/.ing te leggen. De Eerste Kamer behandelde gisteren-middag de de vraag, of de heer Pickc, de benoeming tot bur gemeester vau Middelburg aangenomen hebbende, ophoudt lid der kamer te zijn. De heer den Tex stelde voor den het r Pické op zijn vraag om feen beslissing te antwoorden, dat „de Kamer geeu termen gevonden heeft om in deze een beslissing te nemen". Met een groote meer derheid werd dit voorstel verworpen, terwijl daarop niet 19 tegeu 8 stemmen de conclusie van het rapport der commissie werd aangenomen, houdende de verklaring dat de hepr Pickc niet heeft opge houden lid der Eerste Kamer te zijn. 's Lands middelen hebben in het jaar 1879 opge bracht 98,361,434.94Vj. verdeeld als volgt: directe belastingen 24,222,529.007a (waaronder grondbe lasting 10,636.015.37, personeel 9,534,480 82, patenten 4,049.702.697a). recht op den invoer 4,490,176.7V» wscjjnsen 38,732,499.02 (waar onder wijn f 2,046,198.447a, binnen- en buitcn- landsch gedistilleerd 21,826,495.047a), waarborg en bel. der gouden en zilveren werken 312,682.237a» indirecte belastingen 22,882,536.417a (waaronder recht van successie en van overgang btj overlijden 9,714,559.62). domeinen 1,492.031.72, posterijen 3,792,778.1972, rijks-telegraphen 912.570.0973, staats-loterij 433,855.acten voor de jacht en visscherij 150,730.50, loodsgelden 939,546.687a» De raming bedroeg 98,908.562. In 1878 was de opbrengst 95,909,767.677a. Het vervoer over den spoorweg LeidenWoerden heeft gedurende de maaud Dec. 1879 opgebracht aan reizigers 5778, aan goederen ƒ4209, tezamen 9987. Sedert 1 Mei 1879 was de opbrengst van reizigers en goederen 75.654. Het vervoer over den Nederl. Rhijnspoorweg beeft gedurende de maand Dcc. 1879 opgebracht aan reizigers 123,951, aan goederen 91,112, aan direct verkeer van reizigers en goederen 213,900, te zameu 428,963. Sedert l Mei 1879 was de opbrengst van reizigers en goederen 4,079,941. De ontwerpers van het groote ^feest tc Amsterdam ten voordeele van de algemeene armen aldaar, heb ben aan Z. K. H. Alexander der Nederlanden, prins van Oranje, het voorzitterschap opgedragen. Omtrent het adviseeren over het herstel van ge bouwen en monumenten verneemt het ll.bld. nog het» volgende. Na de opheffing der Commissie van adviseurs bleef toch voor de Regeering de noodzake lijkheid bestaan, om voorgelicht te worden omtrent monumenten, enz., voor welke gelden uit 's Rijks kas worden gevraagd en verleend. De minister van binnenland8che zaken heeft daarom op 1 Novem ber jl. eenige deskundigen uitgenoodigd, zich te belasten met de taak, om, vóór dat de subsidicn worden uitbetaald, rapport uit te brengen over de deugdelijkheid der uiigevoerde herstellingswerken. Met die taak zijn belast de heeren van den Bergh, Cuypers, Gosschalk en Gugel, die allen zitting hebben gehad ju de voormalige commissie van adviseurs. De berichten aaugaande de werkzaamheden der algemeene vereenigde commissie voor den watersnood, te Amsterdam gevestigd, waren niet in allen deele juist. Men is thans in staat gesteld dienaangaande het volgende mede te deelen. Toen het bericht van de doorbraak te Teeffelen op Zondag 4^deier des avonds te Amsterdam be kend werd, Mmen enkele leden van het collegie van administrateuren van het watersnoodfonds ter stond de noodige maatregelen, zoodat reeds Dinsdag 6 Januari eeue vry aanzieulijke hoeveelheid levens middelen en dekens de overstroomde dorpen aan de Maas bereikte. Men bediende zich daartoe van de tusschenkomst der Districts Watersnood-commissie te Zalt Bommel, die terstond, ingevolge de bepalin gen van een reeds vroeger genomen besluit van ge deputeerde stalen van Gelderland geconstitueerd,! op dat oogenblik de biste en kortste middelen van''ge meenschap aanbood tusschen Amsterdam en de over stroomde streken. Onderwijl werd de algemeene commissie volgens de bepalingen van het reglement op het watersnood fonds door administratieven van het fonds bijeengeroepen en besloot zij voorloqpig tot afschrijving van 60000 van het aanwezige ka pitaal vau 109,000 iusehr. 27j pCt. W. S. Daaruit zijn in den loop der vorige week, behalve «ene aanzienlijke hoeveelheid goederen in nntura, qls brood, spek, booneu, erwten, koffij, dekens, mans-, vrouwen- en kinderkleederen, ook nog 5000}— ter beschikking gesteld vau de Bommelscheeu ƒ8000. van de Noord-Brabantsche provinciale commissie. Tevens overtuigden zich sommige leden der nlgemeque vereenigde commissie door persoonlijk ondersoek, dat de voormelde commissie bij de uitdeeling van den onderstand op zoodanige ervaring wenschclijk w^is. De jongste hooge waterstand der Maas heeft liet waterschapsbestuur van het Oudland van Alteua dopn zien, dat de dijken van dat waterschap en van Stjid en lande van lleusdeu (beide waterschappen hebban óén dijksberinging) op sommige punten, namelijk te Veen eu te Wijk, in verhouding tot de noodpeilèn veel te laag liggen, en daarom reeds nu besloten om in het aanstaande voorjaar omtrent eeue ver hooging van die dijkvakkeu met het bestuur van laatstgemeld waterschap in overleg te treden. Bij den Raad van State is eene quaestie aanhangig nu en in de toekomst van veel belang voor vele gemeentebesturen. Bij het opmaken van den ligger voor toegangs wegen naar de stations van den spoorweg Leiden-r Woerden, beweerde de Maatschappij van dien spoorweg, dat het onderhoud en de verlichting dier toegangs wegen aan de gemeente moest worden opgedragen. Bodegraven eu Zwammerdam verzetten zich daar tegen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland waren vaq oordeel, dat art. 79 der wet van 9 April 1875 (Staatsblad No. 67), hetwelk die quaestie beheerscht, te onduidelijk was, om dat zoo als het daar staat te kunnen toepassen. Dat art. luidt: „Wegen tijdens h«t in werking treden dezer wet aangelegd tot toegang naar een station worden, aan de gemeenten opgedragen, daarna komt het onderhoud en de verlichting ten haren laste." Gedeputeerde Staten, van oordeel dat „tydens het in werking treden dezer wet," alleen kan slaan op het oogenblik waarop de wet in werking trad, en het artikel toch niet geacht kan worden .gemaakt te zijn met het oog op de wegen alleen op dat oogenblik aangelegd, verklaarden die woorden te houden voor niet geschreven en wees Bodegraven en Zwammerdam aan als onderhoudsplichtigen. Dat gevoelen werd ondersteund bij de openbare behandeling voor den Raad van State door den advocaat van de Maatschappij LeidenWoerden, mr. Vlielander Hein. Mr. D. van Eek, advocaat van de beide gemeenten, wees er op, dat men zijne cliënten alleen in het ongelijk had kunnen stellen, door in degen alles afdoende woqrdjpn uit de wet te lichten, wat hij niet geoorloofd achtte. Hg erkende dat art. 70 onduidelijk was, doch blijkbaar sloeg het artikel op voorafgaande handelingen; „wegen aangelegd en andere uitdrukkingen toonden genoegzaam aan, dat het artikel alleen het oog had op wegen, aangelegd vóór dat de wet in werking trad. Ook op de ge schiedenis beriep hij zich en tevens dnt in deze zaak was gebleken, dat de afgetreden Minister van Water staat zich ook in dien zin had verklaard. Volgens pleiter blijven (lus alle toegangswegen aangelegd of aan te leggen door het Rijk of spoorwegonder nemingen na het in werking treden der wet van 7 April 1875 altoos ten laste van hem, die die wegen had aangelegd en niet ten laste van de gemeenten. Bij Koninklyk besluit zal nu spoedig over deze be langrijke vraag een beslissing worden genomen. Onder de merkwaardige nieuwtjes, gisteren per mail aangebracht, behoort, dat een militair apotheker te Salatiga acht dagen arrest heeft gekregen, omdat hij aan het bevel van zyn chef om teerzecp tc fabri- ceeren voor diens hondje niet had gehoorzaamd. Zekere K. N., onlangs ontslagen veldwachter te Dronrijp, gemeente Menaldumadecl, is in hechtenis genomen als verdacht een dozyn malen de hand- teekening van den burgemeester, den heer mr. W. A. Bergsma, te hebben nagemaakt, ten einde zoo van den stationschef kosteloos vervoer met den spoortrein voor de reis naar Zwolle en terug te kunnen bekomen. Van bevoegde zij Ie wordt omtrent den stand der Lekdijkquaestie het volgende aan het llandeli- blad medegedeeld. liet is bekend, dat Gedeputeerde Staten van Utrecht op 31 Juli jl. tegenover het college van den Lekdijk- Bovendani9 het bevel hebben uitgevaardigd tot het aanbrengen van de in dat bevel omschreven dijks- verhooging, en dat op het bcrofp van laatstgenoemd college, bewerende dat de bevolen werken niet noodzakelijk waren, het bevel bij kou. besluit van 3 Dec. jl. is gehandhaafd. Het is tevens bekend dat het dijkscollege, na die hoogste beslissing omtrent de noodzakelijkheid van het werk, van de bevoegdheid welke art. 9 der wet van 12 Juli 1855 (Stbl. 102) het geeft, gebruik heeft gemaakt door tegen het bevel bij den rechter iu verzet te komen, opdat deze uitspraak'j, doe omtrent de vraag of het college verplicht is dat noodzakelijk werk tot stand te brengen. Wij vernemen thans, dat zoowel Ged. Stateu vau Zuid-Holland, als de Commissaris des Koniugs iu Utrecht, ter afwending van anders uit dit verzet voortvloeiende vertraging van het werk, zich bij adres tot den Koning hebben gewend, met dringend verzoek, dat deze van de bevoegdheid gebruik make, welke art. 11 dierzelfde wet hein geeft, om hangende het rechtsgeding, dit werk, als geen uitstel kun nende lijden, van rijkswege fc doen verrichten, behoudens later verhaal op de dijkplichtigen, indien het rechtsgeding ten nadeele van het College van den Lckdijk-Bovendnms mocht worden uitgewezen. Wnuneer aldus het door Ged. Staten van Utrecht bevolen werk ten spoedigste tot stnndkomt, zoo zal daardoor evenwel nog niet voldoende in den ge- brekkigen toestand des dijks zijn voorzien. Alleeu zal die verhooging zijn aangebracht, welke de drie provinciale hoofdingenieurs in hun brief van 25 Juni jl. noemden „minimum, dat, in afwnchting van hetgeen door hen bij eiudrnppoit nog meer zou worden voorgesteld, iu elk geval uitvoering vordert." Bij hun ein-rapport vnn 18 Oct. jl.; hebben dan ook de genoemde hoofd-ingenieurs veel meer ver hooging en verzwaiing des dijks, zoonis zij zich uitdrukten, „tot wegneming of althans merkelijke vermindering van het gevaar, voorgesteld." Veel omvattender was ook het plan tan voorziening, dan door het college vau dcu Lekdijk-Bovendatns zelf; Rijnland en Amstelland, te zamen ongeveer 3/4 der belanghebbende streek vertegenwoordigende, 2 jaar geleden nan de overige belanghebbende water schappen vruchteloos werd voorgesteld, om namelijk voor kosten der gezamenlijke belanghebbenden veel uitgebreider voorzieningen dan de thans bevoleue te doen uitvoeren. Wegens het onvoldoende der thans bevolen voor ziening hebben den ook, naar wij vernemen, Ged. Staten van Zuid-Holland, gelijktijdig met het boven vermeld verzoek aan den Koning, aan hun ainbt- genooten van Utrecht en Noord-Holland iu over weging gegeven; d»t elk aan zijne Sinten zal voor stellen lo. met de Staten der beide andere gewesten aan den Koning de machtiging van art. 97 der provin ciale wet te verzoeken ter regeling van hun gemeeu- schappelyk belang bij den waterkeerenden toestand van den Noo^der-Lekdijk en 2o. aan Ged. Staten, of, zoo de Stalen zulks mochten verkiezen, aan een speciale commissie uit de Staten op te dragen met de Ged. Staten der beide andere provinciën, of speciale commissien door die staten daartoe aan te wijzen in overleg te treden over de gezamenlijke regeling van gezegd onderwerp, en van den uitslag vnn dat overleg aan de Staten rapport uit te brengen, met overlegging eener ontwerpregeling. Ged. S'aten vnn Zuid Holland hebben voorts aan die van Utrecht en Noord-Holland voorgesteld den Koning, volgens art. 66 der prov. wet te ver zoeken, dat de Staten ten spoedigste in buitengewone vergadering mogen bijeenkomen, ter behandeling van dat tweeledig voorstel. Die machtiging zal natuurlijk worden verleend, en zoo al niet vroeger, dan kan althans in de Juli-vergnderiug van dit jaar, rapport omtrent den uitslag der onderhande lingen worden uitgebracht en de regeling totstand komen. Door de besturen van de afdeelingen Rotterdam, Schiedam en omstreken van de Ilollandsche Maat schappij van Landbouw en van de afdecliug Rot terdam en omstreken der Ned. Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde, is besloten, om in de laatste helft van September a. s. alhier eene ten toonstelling te houden van bloemen, planten, land- bouw-voortbrengselen, vruchten, zuivclproduoten en mi&schien ook pluimgedierte. In eene vergadering vnn de afdeeling Dokkum der vereeniging Volksonderwijs is besloten, dat zjöo mogelijk aldaar zal worden opgericht eene scljool voor huisvlijt, en dat het Bestuur zich zal wen&deB tot het Gemeentebestuur en de afdeeling van? de 0 Maatschappij tot A'ut tan 't Algemeen, met verzoek oin (lize nuttige zaak te ondersteunen. Een profetie, uit de 15e eeuw afkomstig, voor spelt voor het jaar 1880 wat goeds. Zij luidt ten minste: ,Eu wie het jaar 1880 beleeft, zal van wonderen kannen spreken en den Heer danken, dal hem de vreesclijke geesel Rods der tien voorafgaande jaren niet getroffen heeft. Maar in 1880 en de daarop volgende jaren, zal de grond dubbel vrucht dragen, en ^drie overvloedige wijnjaren zullen het begin aan kondigen der betere tijden. I)e oogst vau koren en vruchten zal voldoende zijn, rn liet mooiste komt achteraan er zal vrede heerschen op aarde, vele jaren lang.» Ouder de Almanakken voor 1880 verdient nog vermelding die voor landbouwers en veehouders, Leeuwarden, hij W. Eekhotf ell Zoon. Hel bakje, dut reeds een tal van jaren om zijn vele nuttige wenken op het gebied van landbouw en veeteelt gezocht was, en voor den kleinen prijs van 30 eents, na een volledige kalender, 80 pagina's Mengelwerk levert, bevelen wij zeer iu de aandacht van alle aan, die met den landbouw eu reeteelt in betrek- king stnnn. STAAT van BRIEVEN, geadresseerd aan onbe kenden, gedurende de le helft der maand December 1879 uit Gouda Terzonden, en door tusschenkoinst van het Postkantoor aldaar terug te bekomen: J. W, Nijmeyer, Brake); M. van Vught, Rotterdam; Pott, Twello; A. Braham, Utrecht. Uit Bee&IJK: KI. Verbij, Reeuwijk. Briefkaarten: Mej. II. Ingerman, Amsterdam. Gouda, 16 Januari 1880. De Directeur v/h. Postkantoor te Gonda, Van OUIJNE. INQEZ Q N D E N. In den aanvang van het jaar 183n werd hier ter stede door twee vrouwen uit den dcfiigen stand een gesprek gevoerd, dat wel niet opbeurend was in zijnen aard, maar toch weldadig werd iu zijne gevolgen. Zij bespraken den nood der armen en toonden vooral zich bewogen met den toestand van menige behoeftige moeder, die vol zorg dc vermeer dering van haar kroost te gemout zag en wie het bijna aau alles ontbrak wat een pas geboren wicht in het leven en bij de gezondheid bewaren kan. Hierin eenigermate te voorzien was huil verlangen; en dat verlangen vohü spoedig weerklank bij veleu. wqs geschiedt uitvoerig vermeld slaat in de ver schillende verslagen, alle onder mijn bereik. Om alzoo te komen tot eene volledige kennis van het gebeurde vóór 30 Aug. '49, moist ik mij niet tot uw geëerde Vergadering, maar eiders heen om inlichtingen, voor zooverre ik die uoodig had, wenden. Eene andere opmerking ^veroorloof mij hier de orde door u gevolgd, om te keeren) geldt de vraag, die u nitt beslissen kunt, zoo u zegt, of een of meerdere personen het plan dir vereeniging hebben opgevat, en de eerste circulaire hebbeu opgesteld. Iu zeker ondenkbaar geval, herdruk der brochure, noodigt u mij uit tot onderzoek en zoo noodig her stel vau dwaling. Ik kan u geruststellen en verzekeren, dat het on derzoek het scli»ijven der brochure is voorafgegaan. En al wilde ik ook aannemen, (lat Ds. de Uidder, de geachte predikant te 's Hage overigens nooit iets had gezegd, veelmin geschreven, dal niet op de goudschaal der bedachtzaamheid was gewogen, toch moet ik hier verzekeren, dat hij kwalijk was ingelicht. Onderzoek aan welke zijde de waarheid is van het voor ettelijke jaren gebeurde is altijd moeijelijk wegens het wegsterven der geslachten. Zoo ook hier in dit geval. Tot wien dan Tot den heer L^de I Groot, nofr iii leven Met den Heer D. U. Sam- j som is hij" de eenige die hier getuigen kan. Welnu volgens dc bij mij berustende verklaring, heeft de^ brochure zijne volkoinene goedkeuring vervorven, ook iu zake het geïncrimineerde punt. Van de eerste voorbereiders eu Commissarissen leven behalve L. de Gr. en D. C. S., alleen nog de HH, A. Winkel eu Uw geachte Voorzitter. De lieer A. Winkel heeft verklaard, dat de opgave in de bro chure geheel juist is. En de Heer Notaris W. J. For- tugn Droogleever, in zijn verslag uitgebragt op 9 Sept, 1850, zeide na den treurigen vrocgeren toestand te hebben gereleveerd„Dit deed by eenige Stad genoot en het denkbeeld ontstaan of er niet een doel treffend middel te vinden ware om de Bedelarij te j weren." 't Verheugt mij zeer den Heer Droogleever tegen over Ds. de Ridder iu deze aan mijne zijde te zien, en 't staat nu dunkt mij vastniet van éón, maar vau meerdere Stadgcnooten is uwe nuttige Inrichting uitgegaan. En wie ze waren? De eenige, die het konden getuigen hebben het verklaard en ik bea overtuigd, dat zeer veel onzer medeburgers genoeg geheugen en genoeg goeden wil hebben, om immers, voor zooverre iu dit opzicht zulks mogelijk is, hunne i verklaring ie bevestigen. Thans kom ik tot het derde punt, waarop teregt- wijzing is toegepastverkeerde volgorde iu dc be- noeming van bestuurders. tk wil wel wat toe- uwe nauwgezetheid en het zuiver bewaren van de historie uwer Inrichting mij dwuig een minder aangename plicht te vervullen. Zeer waarschijnlijk is u het schoone werk getiteld „Wandelingen door Nederland" (Haarlem bij Kruseroan Tjeenk Willink 1875) bekend, een werk uitstekend geschreven door Craaudijk, prachtig geïllustreerd door Schipperus; een veel verspieid werk van blijvende wnarde. Daar wordt op pag. 28 2/s Krzef?d» nadat veel schoons van Gouda, en veel loffelijks van de Werkinrichting is vermeld„De proef (tot wering der bedelarij namelijk) voor 25 jaar genomen en sints djen ge regeld voortgezet, schijnt zoo goed uitgevallen, dat ten algemeene nutte de -aandacht mag worden ge vestigd op het verslag den 2n Jan. 1875 uitge bracht door den Voorzitter van het bestuur, den man die het plan opvatte, die sympathie en mede- werkiug wist te viudeu, den moed behield onder goed en kwaad gerucht, onder tallooze bezwaren, en aan het einde van het eerste 25-jarig tijdvak met blijdschap cn dankbaarheid aan God en de menschen mogt wijzen op zooveel goeds dat tot stand was gebracht, den Oud-Notaris W. J. Fortuijn Droog Itever. Ziet M. H. ik keu en erken de groote verdiensten van uw voorzitter, maar dat bericht door verkeerde inlichtingen stellig ter goeder trouw gegeven, dat noem ik niet alleen een dwaling, maar een schro melijk onrecht tegen levenden eu dooden gepleegd Het doel mijner brochure was mede dank en hulde te brengen naar verdienste aan alle medearbeiders aan de bewuste goede zaak, doch aan het vereischte der onpartijdig heid iu deze voldoet boven aangehaald bericht niet. Ik weet niet, welke stappen uw Bestuur iu het openbaar heeft gedaan om de openbaar verkondigde onjuistheid te Weerleggen. Heeft evenwel mijn bro chure, zoo ik meen, zonder drift en zonder partijdig heid geschreveu, althans in beperkten kring, mede gewerkt om een onrecht te herstellen, dan geloof ik daarmedo den dank te hebben verdiend van al wat billijk denkt, niet het minst van Uw bestuur, en allereerst van uwen Voorzitter, bij wien de stelregel „Aan elk het zijne", zeker niet minder vast staat, dan bij den schrijver der brochure: „Een onbereken bare Weldaad voor Gouda." Zij hadden de voldoening het Genootschap van Moe- j; de lei(leu(Je gedachte bij dergelijke opgaven derljke Liefdadigheid le zieu ontstaan eu zich uit- j |cau gijn het cijfer der verkregen stemmeu breiden, ondersteuud door dc bijdragen van Neder- j voigent eu eerlijk gezegd, ik heb daaraan niet lands vorstinnen. gedacht omdat ik een anderen gedachtegang Met een dankbaar hart hopen (le Bestuurderessen }iwAa na malitlr nm aaral rlo nntnrnrnvra rlnnriirt dier inrichting op den 2n Februari eerstkomende GEBOREN'; 14 Jan. Jan Hendrik, ouders J. *an Eijk en K. van Leeuwen. 15 Maria Adriann, ouders F. No vels tij n en M. M. I'ijpenzeel. Cornelia Catharina, ouder» J. Tijbout en J. C. van Leeuwen. Cornelis Adrianoi, ouder» M ermaat en N de Gidts. - Wilhelmioa Maria, ouder» W. van der Neut en J. de Jong. 16. Adrianos, onder» A. IIrij en J. van Vliet. OVERLEDEN: 15 Jan. G. Rijkaart, 11 d. ONDERTROUWD16 Jan. J. Broere te Rotterdam, 25 j en M. Meppelink, 24 j. C. Krijgsman, 22 j. en M. van der Heiden te SVaddiniveen, 21 j M. Schoonder- woerd, 52 j. en J. P. Verhaar, 37 j. het Vijftig-Jarig bestaan van het Genootschap te herdenken. Blijmoedig erkennen zij, dat dc nood in Gouda niet meer zóó nijpend is als voor vijftig jaar; maar, hij die zou willen outkennen, dat de gift door de werkzaamheid der bestuurderessen aan de leden verstrekt, niet alleen eene hoogst welkome, maar tevens eene hoogst nuttige gave is, hij zou toouen een vreemdcfiug te zijn op het gebied der armeu- verplegiug. Met volkomen vertrouwen durven dan ook de Bestuurder» ssen hare inrichting bij hare Stadgenoot» n ainibevrien in (le overtuiging, dat het geschenk aan behoeftige maar knappe huismoeders, met oordeel ui'gereikt, eeue wezenlijke weldaad mag genoemd worden. Jan Bestuurderen der Werkinrichting tot wering der Bedelarij te Gouda. Iu de Goudsche Courant van 11 Jan. d. j. No. 2399 vond ik eene Missive van uw geacht bestuur nnn mij gericht als ongenoemden schrijver van het vlug schrift: „eene onberekenbare weldaad voor Gouda." Dat schrijven btvat een woord van dank voor mijne wanrdeering der Inrichting, eene hulde door u aan mijne waarheidsliefde gebracht, en eene drie voudige teregtwijzende opmerking. De beide eerste neem ik dankbaar aan, maar ver geef, mij als ik meen de laatste te moeten bespreken. U betreurt ten eerste, dat ik mij niet om inlich tingen tot u heb gewend. Ik antwoord ik deed dat niet, omdat ik nis tijdgenoot van de oprichting der Instelling uiUmyue eigene geheugenis putten kon, omdat een schrijver, die zich niot verlangt te noemen, zich wel niet in officiëele betrekking met eenig col lege stelt Omdat ik vermoedde, en uw geëerd schrijven be wijst het, dat in uwe notulen niets le vinden was van het gebeurde vóór 30 Aug. 1849, en wat danrnn volgde, namelijk om 't eerst cle ontwerpers, daarna de iedeu der voorbereidende .Commissie en eindelijk het Bestuurslid te noetnen door de vergadering nevens hen,gekozen. 11e twee eersteu begonnen den arlnjid 13 Juni, de zes volgenden in dè eersie lu lft van Juli, de laatst geuoerade 30 Aug. '49. Is nu de door u gewenschte volgorde beter; vergeef mij zoo hier dwaliug is, i9 die toch nog al onschuldig; cu niemand, daarvan ben ik overtuigd, zal mijne brochure uit de hand leggen, met de meeniug, dat het schrijvers plan was uwen geachten Voorzitter achteruit te tetlen. Nog eens in het ondenkbare geval van herdruk, (een tweede druk van zoodanige vlugschriften is een ongehoorde gebeurtenis), maar in dit ondenkbare geval zal ik nota nemeu van uvye \veu9chen en op gave, de stoelende noot wijzigen en schrijven De Bestuurders gekozen in de vergadering van 39 Aug. 1849 waren: de HH. L. de Groot, ontwerper en Voorzitter der voorbereidende Ccrmmissie, met 168 stemmen. J. F. Herman de Groot, lid der voorb. Comm., met 146 P. de Graaf, id., met 135 G. van Hofwegen, id., met 121 W. J. Fortuijn Droogleever, kort daarop door Bestuurders gekozen tot President, met 117 n A. Winkel, lid der voorb. Comm., met 117 D. van Wijk, id., met 116 D. C. Sam8om, ontw. en lid id., met 106 P. Korver, lid voorb. Comm., 93 Ik vlei mij op deze wgze aan uw verlangen te zullen voldoen. Van de oporengst der brochure hoop ik dat de II.II. niet te hoog zullen denken, maar als goede aim verzorgers zullen zg het penuinkske niet ver smaden, dat hun zoodra mogelijk geworden zal. En hiermede zou ik kunnen besluiten zoo niet aeoaaoBfit OÓVltOfcvifDcW Ondertrouwd IJl AJUE KOOT A.Mzn. 1 Little Chapel Street gSI Oxford Street, II CHARLOTTE DOROTHÉCRISTINE il RAPPUS, IJl Wed. van O. H. Ballij, 15 James Street, |5| Oxford Street. §51 London West) 8 Jan. 1880. Bevallen van een' Zoon, N. VERHAAT—de Gidts. Gouda, 15 Januari 1880. Hartelijk dan van deelneming gi het overljjden van 's Gravenhage 17 Januari 1880. ,en, die mij bewjjzen bevalling en bij are echtgenoote. I ROLDANU§. 1- Luit. der Inf. Mevrouw de Weduwe J. ROEST van LIMBURG—van der Meer van Kotfeler be tuigt haren harteljjken dank voor de vele be wjjzen van deelnemingondervonden tyj de bevalling en bjj het overljjden van bare innig geliefde Dochter, Mevrouw Th. J. ROLDANUS Roest van Limburg te 's Hage. Gouda17 Januari 1880

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 2