F VST JZN I Secretaris9eM' I Justus van Maurik Jr. worden opgevoerd, getiteld S of Z, waarin optreden mevr. Kleine, mevr. de Vries, mej. van Bieue en Sablairolles beneveus de heeren L. Bouwmeester, Morin, de Boer en Schultze. Voorzeker zelfs de kieskeurigste en meest-eischende zal bij een dergelijke* vereeniging van acteurs en actrices tevreden kunnen zijn. En het stuk Dat wordt door nagenoeg alle bladen uitstekend beoordeeld. Om te doen zien welken gunstigen indruk het munkte, laten wy hieronder een eu ander uit de meest gezaghebbende bladen volgen. De Nieuwe Rotterdamsche Ct. zegtS of Z speelt in den tegen woord igen tijd; de handeling loopt in drie dagen af. De bouw van het stuk laat niets te wenschen over, de dialoog is zeer vloeiend en aan genaam, de verwikkeling zoo sober mogelijk, eu de ontwikkeling geleidelyk. Met veel zorg is het stuk samengesteld, de schrijver heeft zich toegelegd op eenvoud en natuurlijkheid. In het geheele stuk komt geen enkel ter zijde voor en niet één alleenspraak. S of Z werd uitmuntend door het publiek ont vangen; de intrige, ofschoon niet spannend is boeiend en de talrijke geestige tooneeltjes en zetten werden telkens luide toegejuicht. Het Handelsblad: Het publiek*heeft het stuk toege juicht. Men wilde den schrijver ten tooneele zien, die echter bescbeideulijk daaraan niet voldeed. Wy begroeten het nieuwe werk van dejf heer van Maurik jmet iugenomendheid; pmdat/net een schrede vooruit is in de loopbaau Van dézen talent vollen schryver. Hy wendt zich vau^de klucht naar de ernstiger comédie. En al schemeren door S of Z nog de eigenaardigheden der klucht, deze eerste proeve in een ander genre verdient waar deering eu aanmoediging. Daarom verheugen we ons dat Het Nederlandseh Toonèel het stuk heeft opgevoerd- en dat de artisten 't zoo uitmuntend hebben gespeeld. Het RQtterdamsch NieuwsbladDe dialoog is zeer levendig en geestig en de karakters zyu flink ge-, teekend, zoodat we den schryver van harte geluk kunnen wenschen met den goeden uitslag, daarbij eonstateerende, dat Jiij een, groote schrede voor waarts heeft gedaan op de baan der kunst. Een gedeelte van zijn sucqcs heeft de heer van Maurik iutusschen te danken aan de voortreffelijke vertolking door de artisten der vereeniging Het Nederlandseh Tooneel. Het Nieuws van de Dag: Het stuk bevat een goed geteekende figuur, dié geheel nieuw is, nl. een steeds ontevreden eu pruttelend O.-I. ambtenaar; terwijl docter de Wild een geleerde, die steeds microscopiseert en zich veel meer bemoeit met wat in den baard van een oester, dan in zijn woning voorvalt, uitmuntend geteekend is. Zouden er op den bouw van het geheel aan- merkiugeu te maken zijn, deze worden verdrongen door de prettige wijze waarop het gedialogiseerd is; de tooneelen waarin de 'gelieven in strijd komen met de kleingeestigheid der familie, hebben zelfs eene dramatische beteekenis, als die tot nog toe in de stukken van den heer van Maurik niet was op te merkeu. Kortom, Sof Z is eene goede en welgeslaagde schrede van den schryver iu de richting der comedie. Wat de opvoering betreft, deze was onverbeterlijk. De beste krachten der Vereeniging zijn in het klein aantal vertooners van dit stuk bijeengebracht. Het DagbladHet nieuwe stuk vau den heer van Maurik heeft een veel fijner organisme dan Janus Tulp. Het is een salon-stuk, maar zeer populair ge schreven, met veel kennis van het tooneel. Evenals Sardou schijnt van Maurik zijn werk als 't ware op de planken zeiven in een te zetten en zijn bedrijven, in gedachte repeteerende en spelende, te schrijven, alle ballast wegwerpende, alleeu -datgene behoudende wat den toehoorder kan boeien en hem niet dopt afdwalen van deu hoofddraad. Wel schittert van Maurik niet .met het vernuft van Sardou, maar hij overtreft hem dikwijls in soberheid en eenvoud, in het nauwgezet vermijden vau alle theater-trucs en kunstmiddeltjes, waarmede Sardau ,wel handig maar niet altyd bewonderenswaardig manoeuvreert. f 8 of Z heeft vooral twee deugdenhet boeit van het begin tot het eind door de voor een Nederlansch schrijver uitstekende wijze, waarop het ineen gezet werd, en het schittert door geestig bijwerk. Naar wij met genoegen vernemen zal de tooneel- voorstelling op Donderdag 29 Januari nog niet de laatste zijn in dit seizoen. VVoeusdag 25 Februari e. k.,' zal nl. door het ,Botterdamsch Tooneelgezelschap der heeren Ee Gras, van Zuylen en Haspels het bekroonde en met uitste kenden bijval opgevoerde drama «De Roofvogels/ van H. G. Roodhuijzen, alhier worden opgevoerd, waarin o. a. de heeren Rosier Faassen en J. Haspels en mevr. Egenervan Dam zullen optreden. In de zitting der Rotterdamsche Arr. Rechtbank van Dinsdag morgen werd o. a. veroordeeld: W. v. d. Hwonende te Berg-Ambacht, bekl. van mishandeling, tot 8 dagen gev. cell. Vervolgens stondeu terecht: G. de H., .wonende te Capelle aan den IJsel bekl. van mishandeling. Ei$ch 7 dagen gev. cell. G. v. W., wonende te Capelle aan den IJsel, bekl. van diefstal van steenkolen. Eisch 1 maand gev. Bij beschikking van den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid is de aan de firma Cramer en Tromp te Wageningen verleende vergunning voor eeuen stoombootdieust tot vervoer van goederen en vee van Wageningen over Rotterdam en Gouda naar Amsterdam en Zaandam overgeschreven ten name van C. G. Tromp, te Wageuingen. Iemand zendt aan het Ilaagsche Dagblad het volgende: Het Handelsblad b^vat eenige mededeelingen van bevoegde zijde oratreut den staud der (Noorder) Lekdijk-quaestie. Daarin leest men het volgende «Wanneer het door Gedeputeerde Staten van Utrecht «bevolen werk ten spoedigste tot stand komt, dan «zal daardoor evenwel nog niet voldoende in den «gebrekkigen toestand des dijks zijn voorzien." Sedert eenigeu tijd wordt het land in rep en roer gebracht door allerlei verontrustende berichten omtrent den toestand van den Noorder Lekdijk in het dis trict Bovendams, eu zeer breed Worden uitgemeten de rampen, welke voor een groot deel des lands door eeu doorbraak zouden ontstaan. Maar het kwaad bestaat alleen in de onvoldoende hoogte van een gedeelte van den dijk. Wanneer die gedeelteu zullen zijn verhoogd overeenkomstig het nevel van Gedepdleerde Staten van Utrecht zal hij een der sterkste en zwaarste waterkeeringen uitmaken, welke langs onze hoofdrivieren worden aangetroffen. Het 'gaat niet aan om van den gebrekkigen toe stand van den Noorder Lekdijk te sprekenhoe feer hij over eenige gedeelten lager is dan de tegenover liggende dijken van de Neder-Betuwe en bet Land van Buren, is hij evenwel reeds veel zwaaider dan die dijken. De Noorder-Lekdijk Bovendams heeft een kruins breedte van 7.50 M. en beloopeu buiten en binnen vau 3 op 1; de tegenover liggende Zuiderdijken hebben vrij algemeen een kruinsbreedte van slechts 4.50 M en beloopen van hoogstens 2 op 1; op dit oogenblik is de inhoud van het profiel van den Noorder-Lekdijk, op het punt waar hij, vergeleken met den tegenover liggenden dijk, het meest in hoogte ontbreekt, nog in verhouding tot den Zuide- lijkeu dijk als van 19 tot 14,5. Dijkversterkingen zijn altyd nuttig en raadzaam, maar waar het betreft een dijk als de Noorder-Lekdijk Bovendams, kan men niet met groud van zijn ge brekkigen toestand spreken, alsof die nog zou aanwezig zyn, nadat de door Ged. Staten van Utrecht bevolen verhoogiug zal zijn tot stand gekomeu. Krachtigen aandrang oin Jiet door die Ged. Staten bevolen werk uit te voeren, is nutuurlyk raadzaam en gebiedend noodzakelijk maar onnoodige vreesaan- jaging, door ook nog op een gebrekkigen toestand des dijks te wijzen, als het werk zal ziju uitgevoerd, is zeer af te keuren. Staten-Generaal- Eerste Kamer. Zittingen van 20 eu 21 Januari 1880. In de zitting van Dinsdag zijn de algem. beraadsla gingen over de staatsbegrooting gesloten, nadat enkele leden hadden aangedrongen op eene spoedige invoering der schoolwet en op de handhaving eener vrijhandels politiek. De hoofdstukken IIIV werden met al- gemeene stemmen aangenomen.Bij het hoofdstuk Buitenlandscbe zaken, verklaarde de minister van Lynden, dat met Luxemburg eene conventie was gesloten, tot algebeele liquidatie van de fiuancieele betrekkingen met gesloteu beurzen. Bij deu minister bestond geen bezwaar om eventueel Luxemburg door NederlAndsche gezauten te laten vertegenwoordigen, als de belangen van dien staat niet strijdig met die van Nederland waren. In de zitting vun gisteren zijn de hoofdstukken van binneulandsche zaken, alsmede die van finantiën, marine en oorlog en de vesting- en spoorwegbegroo- ting aangenomen. I Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage werd gisteren bepleit het hooger beroep door den timmerman D. J., te Aarlanderveen, ingesteld tegen een vonnis der Haagsche rechtbank, waarbij hem eene vordering tegen de heeren dr. S. en H. was ontzegd. In het jaar 1874 had de appellant aangenomen, om voor de geintimeerden te bouwen een gebouw, tegelijk bestemd voor logement en sociëteit, in de gemeente Nieuwveen, voor den prijs van omstreeks 21.000. Volgens het bestek had dit deu In Nov. 1874 moeten opge leverd zijn, hetgeen volgens de aanbesteders niet het geval was geweest. Het grootste gedeelte der aan- uemingssom was reeds betaald, toen de geintimeerden den appellant sommeerden om binnen 14 dagen het werk geheel gereed op te leveren, hoewel hij hun reeds vroegen schriftelijk vergunning hnd verleend van - dat-gedeelte het wel ^gereed was, in gebruik te nemen. Iutusschen ontkende de appellant iu hooger beroep de echtheid vau het stuk, waaruit die vergunning zou blijken. 1 Na de sommatie der geintiraeerden, dagvaardde de appellaut ben tot betaling van den laatsten termijn en van het geleverde bijwerk, tezamen rujm ƒ5000. Deze vordering werd hem ontzegd, terwijl aan de gedaagden die reconventioneel ontbinding van het contract hadden gevorderd wegens niet tijdige en slechte oplevering van het werk, ambtshalve werd toegestaan door getuigen te bewyzen, dat het werk in onvoldoenden staat was opgeleverd. Namens den appellant werd dit vonnis bestreden door den advocaat mr. H. J. Ktanenburg uit Gouda, die iu hoofdzaak betoogde dat de eisch in conventie wel hnd moeten worden toegewezen, omdat het werk door flen opzichter en gemachtigde der aan besteders was opgeuomcu en goedgekeurd, terwijl al het bijwerk, waarvan betaling gevorderd werd, door' de gi intimeerdeu was besteld. Wat betreft den eisch in reconventie, deze had volgens pleiter niet mogen worden toegewezen, omdat er reeds voor een gedeelte geleverd en betaald, was, eu voor de niet- tydige oplevering eene boete bepaald was. Namens geintimeerden werd het Haagsche vounis verdedigd door den advocoat mr. S. Katz, van Am sterdam. Iu eene breedvoerige pleitrede betoogde deze, dat de aanbesteders niet verplicht ware,n tot de van her. gevorderde betaling, omdat het werk in het geheel niet was opgeleverd, en ten aanzien van het bijwerk niet overeenkomstig het gesloten contract gehandeld was. De opzichter, die volgens den appellaut het werk had opgenomen en goedgekeurd, was daartoe niet gemachtigd, en het bijwerk was niet geheel door de geintimeerden besteld, terwijl vooral ook de prijs daarvau niet vooraf was goedgekeurd. r l)e ontkentenis der echtheid van het overgelegde I stuk waarin vergunning werd verleend tot het iu ge bruik nemen van het geraed zij ude gedeelte, was niet overeenkomstig den vorpi der wet. Iutusschen zou het Hof moeten beslissen of iu deze eeu ouderzoek naar de echtheid noodig was. Wat de vordering ia reconventie aangaat, zoo meende pleiter tiut o»k na gedeeltelijke nakoming ontbinding kon gevorderd wor den, gelijk dau ook dikwerf was beslist. De omstan digheid dat eene boete was bepaald voor de late op levering, deed hiertegen niets af. Derhalve zag pleiter met vertrouwen de uitspraak in deze tegemoet. Wy vermelden die later. Meu schrijft aan de Leidsche Ct.De wind heeft gedurende vier weken, met bijna volslagen stilte, geen dag vasten koers gehouden. Het ergstewas dit voor és koren- en moutmoleus, die zeer naar wind verlangden. De temperatuur was wisselvallig, beurtelings vWst en dooi, ook beurtelings zonnige en doukere dazen. Maaudag morgen ten 8 ure tetskeude de thermometer 13° Fahr.; Dinsdag morgen ten 8 ure 31°. 'De barometer heeft bijna geen verandering oudergauu, hy heeft zijn hoogeu stand behouden. Hieruit zou men opmaken dat de winter met afwisselende strenge vorst nog niet ztjf wijken. De zomer zal arm aan rozen zijn, naar het zich laat aanzien. Want ook het hout eener menigte van dat gebloemte is in December bevroren. Eene commissie, in het leven geroepen door den vorigen minister van financiën, mr. J. G. Gleichmnn en bestaunde uit de heeren mr. Hartseu Jczu., direc teur van de Hollandsche sociëteit van levensver- zekering te Amsterdam, er» de hoogleeraren*van.Geer en van Pesch, te Leiden eu te .Amsterdam, had in last de grondslagen te onderzoeken, waarop aan weduwen en weezen van alle burgerlyke ambtenaren pensioen zou kunnen worden verleend en teveus de grondslagen na te gaan van het reeds bestaand weduwen- en weezenfonds der ambtenaren van alge meen bestuur. De commissie is door haar onder zoek tot de overtuiging gekomen, dat geen afdoende maatregelen te nemen zyn zonder diep ingrypende wijziging van de voorwaarden, waarop aan de bur gerlijke ambtenaren pensioen wordt verleend. Wanneer aan de toekomstige weduwen en weezen en alle ambtenaren, op 1 Jauuari 1878 in dienst geweest zijnde, een pensioen verzekerd werd van een derde deel der toen bestaande tractementèn en geen bijdragen van het personeel zelf gevraagd werden, nam de staat daardoor eene verplichting op zich, die geiyk staal met eené storting in eens van 14,000,000 op gemeld tijdstip, of ongeveer zooveel als aanwezig is in de kas van het burgerlijk pensioenfonds, dat nu voor de pensioenen van de ambtenaren zelven dient. Zal het peusioen een derde deel var» het laatste traotement zijn, zoo tnoct voor de latere ver hoogingen afzonderlijk betaald worden, en eveneens voor hen, die later aangesteld zijn of zullen worden. Wanneer de staat niets bijdtaagt, maar de ambte naren zelven deze pensioenen moesten opbrengen, zou de gemiddelde jaarlijksche korting-voor het tegen woordig personeel moeien bedragen doorloopend ten honderd van het inkomen. s De regeling, die de commissie het wcnschelykst acht is dat de aanzienlijke kapitalen, die het bur gerlijk persioenfonds bezit, voor de weduwe-pensioenen beschikbaar zullen gesteld worden. De millioeuen in de kas van het fonds, benevens de stortingen van eenmaal het tractement en eenmaal elke ver hooging bij de volgeude aanstellingen en verhoogingen, zullen juist voldoende zijn om de verlangde weduwe- persioenen uit te betalen. Dan moet de staat de verplichtingen van het- burgerlijk pensioenfonds op zich nemen, dat zoo veel te lichter zal vallen, daar de pensioenen van alle vóór 1846 aangestelde», nu toch nog uit de staatsbegrooting gekweten worden en uit het pensioenfonds nog geeu 200,000 's jaars betaald wordt. In den Haagschen Gemeenteraad werd Dinsdag vrij uitvoerig van gedachten gewisseld over het voorstel van het raadslid, den heer Gevaerts van Simonshaven, tot het nemen van maatregelen tegen het toenemaud drankgebruik binnen die gemeeute. De voorsteller trad tot toelichting van zijn voorstel iu eene ver gelijking van in de verslagen der gemeente over de laatste jaren voorkomende cijfers nopens het drank gebruik, en het was hem opgevallen dat er in 1879 243 personen voor eigen veiligheid waren in bewaring genomen, in 1872 559 en dat iu 1872 tegen 1250 personen ter zake van dronkenschap procesverbaal was opgemaakt. Wel is waar is door de hooge regeering de indiening van een voorstel tot beteugeling van het drankmisbruik toegezegd; maar de voorsteller geloofde dat art. 135 der gemeentewet toelaat dat de Raad in deze handelend optrede. Ook wat het aantal tapperijen aangaat, dat bij eené toename der bevolking met 20 pCt. niet minder dan met 60 pOt. was vermeerderd, en thaus bij eene bevolking van 111,000 zielen 955, of 1 op de 177 zielen bedraagt, gaf hem annleiding het voorbeeld eener andere ge- meeute wier verordening dé goedkeuring der hooge regeering n ocht wegdragen iu deze te volgen, namelijk om handelend op te treden en maatregelen te beramen tegen de vermeerder,ug der gelegenheden waar sterke drank wordt verkocht. Hy hoopte dat de Raad zich met ziju voorstel zou vereeiiigeo en het zou in handen stellen vau de Commissie voor de strafverordeningen. Het voorstel vond krachtige ondersteuning bij de heeren van Bell en Evers. Eerstgenoemde zou het betreuren wanueer men zoude wachten totdat in deze maatregelen door de wetgevende macht worden genomen. Z. i zal het hiermede gnau als met de quaestie omtrent hel hoofdverblijf, waaromtrent nog voorziening gewacht wordt eu iutusschen zou de kanker der maatschappij blijven hei-rschen. De heer Evers beschouwde de quaestie uit eeu geneeskundig oogpunt. De gemeentewet ge®ft den Raad de be- voegdht ia te waken voor de zedelijkheid en gezond heid, en nu bepaalt zich het kwaad niet alleen tot den di inker zelf, maar-strekt zich ook uit tot het kind en het kleiukiud, waardoor het Nederlandsche volk, in elk geval de volkswelvaart zeer zeker zal te gronde gaan. Naar zijn gevoelen moet daar een einde aan komen. Als docter moet hij aanraden bij gebreke van een radicaal geneesmiddel palliatie ven te gebruiken eu het némen van maatregeleu tegen het drankmisbruik niet uit te stellen. Niettegenstaande deze krachtige ondersteuning was de meerderheid van den Raad eeu ander gevoelen toegedaan. Meu gaf toe dat het misbruik van sterken drank schrikbarend toeneemt, en dat er maatregelen tegen moeten genomen worden; maar men oordeelde toch dat op het toegezegde wetsont werp door de hooge regeering niet moest worden vooruitgeloopen. De burgemeester deed zeer uitkomen dat het hier een ramp geldt waaronder het geheele land gebukt gaat, en daarom was het rationeel met het nemen van maatregelen te wachten totdat de hooge regeering besproken had. Met deze zienswijze verecnigde zich de Raad dan ook, daar tien slotte met algemeeue stemmen werd aangenomen een voorstel van den heer van der Kemp, tot aanhouding van het voorstel van den heer Gevaerts gedurende dit zittingjaar der Staten-Generaal, om het in de maand September weder in behandeling te nemen. De civiele rechtbank te Parijs heeft dezer dagen een ^vonnis geveld, dat zeker niet naar den zin zal zijn. van de «huwelijks-makelaars" vrouwelijke en mannelyke, en hen stellig zou dringen tot het uit denken van nieuwe #streken* om «eerlijk hun affaire te blijven dryveii. Men weet dat dergelijke personen in Frankrijk, ook in Duiischland bestaan, wel niet officieel bij aanstelling eener autoriteit, toch Vry openlijk de zaken dryvende, jsclfs bij uitnoodi- ging eu. aanbeveling'in de advertentiëu of zeldzame kolommen, der dagbladen. Wy Hollanders schijnen daartoe nog wat te nuchter, of te weinig geavau- ceerd, zoodat de instelling hier nog niet wortel heeft willen schieten. Zoude men bij ons nog wat meer hechten aan het oude denkbeeld, dat de sluiting van een huwelijk op wederkeerige liefde eu achting dient gegrond te zijn? 't Is mogelijk, schoon som mige verschijnselen het weerspreken. Evenwel mag het zonderling schijnen, daar wij, helaas, zóó erg nationaal zijn, dat wij de vreemden in zoo velerlei nabootsen, hun alles toegeven, en zelfs zóó vrijgevig zijn, om hun zonder equivalent present te geven wat ons toekomt, terwijl eigen landskinderen daar door gebrek lijden, en we ook andere dingen, even moreel of inlmoreel, al klakkeloos navolgen, zooals we de makelaardij iu ridderorden eu doctorsbullen ook al schaamteloos zagen aangekondigd. Ofschoon het laatste al niet niéuw mag heeten, als 't waar is, dat vroeger «Harderwijk" was «eene stad van negotie" waar men verkocht «bokking eii bullen van promotie" en aldaar een professors vrouw, naar de auecdote, die de bullen had klaar'liggen, wel ezels maar nog geen paarden wilde doctoreeren. De zaak, waarin bovengemeld vonnis werd geveld, was de volgeude Generaal baron de Juniac, 67 jaar oud, sinds langen tijd weduwnaar, verliet deu actieven dienst, en werd kort daarna, door bemiddeling van madame Móreau cn madame Starck, in aanraking gebracht met madame Pré Reguier, na vooraf gesloten en deugdelijk geteekende overeenkomst, waarbij de baron zich verbond 5 pCt. van den geraamde» bruidschat der dame, in ronde som 8000 francs, te betalen aan de makelaars-firma Mqreau Starck. De trouwplechtigheid geschiedde en eveneens de betaling iu promessen. Maar de zaak kwam verkeerd uit. Beide partijen verklaarden zich bedrogen. De dame bevond, dat zij een invalide had gehuwd, en de baron kwam tot de overtuiging, dat zijne vrouws aanbrengst minder dan negatief was, aangezien zij niet in het geld, maar iutegendeel diep in schulden zat. Het gevolg was, dat de promessen op deu vervaldag opgevorderd niet werden gehonoreerd, en de huwelijks-makelaressen nu eene actie instelden tot betaling. De rechtbank echter, ter zijde stellende de quaestie vau den bruidschat, die niet had bc-- staan, besliste, dat de promessen als vau onwaarde waren te beschouwen. Zij achtte het huwelijk van een te verheven karakter, rakende de heilige rechten i des gezins, niet gelyk te stellen met eene bloot I commerciëele operatie met tusschenkomst vau eeu door winstbejag en speculatiegeest gedreven ageut. Zoo waren nu alle drie parigen, bij de affaire ge- ïuteresseejfd, de barou, zijne vrouw en de rnukela- resseu evenzeer teleurgesteld. ALGEMEEN E VERLOTING VAN Voorworpen van Kunst en Smaak, ten behoeve der noodlijdenden door der» wntersnood van 1880, onder bescherming van HH. MM. den Koning en ffe Koningin, te houden te 's-Graven- hage, goedgekeurd bij Koniuklyk besluit van 12 Januari 1880, No. 23. Toen in de eerste dagen dezes jaars de treurmare alom in den lande weêrklouk, dat de oude erfvyand van Nederland, het water, weder zulke groote ver woestingen had aangericht, eu nog vreeselijker on heilen dreigden, ontwaakte allerwege opnieuw die geest van liefdadigheid, welke zich reeds zoo dikwerf de schutsengel der fel geteisterde streken had be wezen. Vau meer day ééne zijde werd een beroep gedaan op de barmhartigheid van het Nederlandsche volk én nu, als steeds, met een offervaardigheid beantwoord, zooals die vooral op onzen gezegcudeu vaderlandschen bodem wordt gezien. En ook toen het den Almachtige genadig be haagde, de macht der watereu te beperken en daar door verdere uitbreiding van den rump te voorko men, werkte het besef vun deu omvang der schade, die reeds was aangericht, nog zoo krachtig op het volksgemoed, dat de hand Van 't raededoogen, een maal reddeud uitgestoken, allerminst werd terugge trokken. De berichten uit de meer geteisterde streken luidden dan ook treurig genoeg, om .veler hart tot weldoen te stemmen en hen op te wekkey aan die gedeelten van ons vaderland, welke door hun eigen aardige ligging in wintertijd voortdurend aau zoo groote gevaren zijn blootgesteld, door ruime tege moetkoming te vergoeden wat hun bevolking in be doeld opzicht, meer dan de bewoners van de overige deelen des Rijks, te verduren heeft. Te midden van die beweging der nationale be langstelling, trad onze geëerbiedigde Koning, aan de geschiedenis zijner veelzius zegenrijke regeering getrouw, weder met al de bereidwilligheid Zijner vurige raenschenliefde op den voorgrond. Onmid dellijke hulp werd door Hem naar het tooneel der ellelide gezonden, terwijl Hij zich door vertrouwden, uit eigen omgeving naar de bedreigde gewesten af-A gevaardigd, op de hoogte der droeve zaak liet stellen.f Zoo mocht Nederland het bij vetuieuwing ervaren, dat zijn Koning een waar Vader voor zijne onder danen wil zijn. Het was in die dagen, dat Zijne Majesteit zich wel geliefde te herinneren hoe iu 1861, door het houden eener algemeeue verloting, eeu aanzienlijke geldsom ten behoeve der noodlijdenden was bijeen gebracht. Die herinnering aan hetgeen destijd ook langs dien weg met zooveel geestdrift door de natie was geofferd, leidde er Z. M. toe, den wensch te uiten, dat wederom zulk eeue algemeeue verloting mocht worden gehouden. De opdracht, aan een der or.dergeteekenden ver strekt, om een nieuwe commissie, welke tot het bereiken van het door Z. M. gewenschte doel zou werkzaam zijn, bijeen te brengen en zich daartoe, behalve door Z. M. zelven aangewezen pprsonen, in de eerste plaats te wenden tot de nog iu de re sidentie gevestigde leden der Commissie van 1861, mocht gelukkig slagen. Voor zooverre uiet door ongesteldheid of afwezigheid volstrekt verhinderd, stelden laatstgenoemden zich gaarne beschikbaar en werden ook alle overige daartoe uitgenoodigden be reid bevonden het lidmaatschap der commissie aan te nemen. Met lust en moed aanvaardt de commissie haar taak, sterk iu de overtuiging, dat de nationale bijval ook nu deze nuttige ouderneming gaarne zal steunen eu aangemoedigd niet minder door de omstandigheid, dat HH. MM. onze geëerbiedigde Koning en Koningin deze echt vaderlandsche zaak onder hunne hooge bescherming willen nemen. Aan deze roepstem des Kouiugs zal men toch in alle kringen des volks gaarne gehoor verleenen. De voorgang van Oranje heeft vanouds zulk een machtigen invloed op^ de volksstemming geoefend. De commissie vertrouwt daarom, dat ia 1880 niet minder dan iu 1861 alom in de lande de warmste deelneming iu deze algemeene verloting zal worden getoond en dat het cijfer der sub-comroissiëu, tot welker vorming de hoofden vau de gemeenten des lands zullen worden uitgenoodigd, minstens niet lager dan nu straks 20 jaren geleden, zal zijn. Hunne Majesteiten de Koning en de Koningin voegden reeds, bij Hunne zedelijke bescherming van het plat», ruime stoffelijke hulp, zoowel door het nemen van een groot aantal loten én het toezeggen van geschenken als prijzen, als door het beschikbaar stellen van een prachtige zaal in een der vorste lijke paleizen, om daar den keurschat ten toon te stellen, die als prijzen voor deze verloting zal worden bijeengebracht. I Verwacht de commissie veel van de medewerking der vrouwen van Nederland, die de proeven van haar kunstvaardigheid gaarne voor dit goede doel zullen willen afstaan, en alzoo deze expositie op nieuw zullen laten getuigen van hetgeen de toewij ding der vrouwen vermag, ook °P de kunstbe- oefeuaars in ons vaderland doet zij met vertrouweu een beroep, om van hen menige bijdrage te mogen ontvangen, welke bewijzen zal hoe teekenstift en penseel ook aan de macht der liefde bezieling kunnen ontleenen. Eindelijk zal de commissie hare verwachtingen wel niet zien teleurgesteld, dat menig fraai boekwerk het aantal der prijzen verrassend zal komen ver- hoogen, en dat ook de industrie harerzijds niet zal achter )lyven iu het opluisteren eener prijzeuvefza- meling, welke haar schoonsten glaus aan de oorzaak van haar ontstaan zal verschuldigd ziju. Worden die uitzichten verwezenlijkt, dan zal, naar den wensch van het edel Koningspaar, en naar den eisch der barmhartigheid, ook door deze verloting een aauzienlyke geldsom worden byeengegaard, welke, eu hierop wijst de commissie met nadruk, volgens de bedoeling van Z. M., vooral ook zou bestemd wezenom nadat geheel in den nood van 1880 sal zijn voorzien, te strekken tot stijving van het blijvend fonds datbij onverhoopte latere onheilen, onmiddellijk tot het verleenen van hulp beschikbaar zal zijn. 's Hage, 19 Jauuari 1880. Mr. R. J. Graaf SCHIMMELPENNINCK VAN NIJENHUIS, President. G. M. VERSPIJCK, O. Baron VAN WASSENAERv. CATWIJCK. I Pres. Mr. D. POLAK DANIELS, Thesaurieh D. BOER Jr. H. L. VAN HOOGSTRATEN. H. F. C. TEN KATE. Mr. A. Q: KRAIJENHOFF VAN DE LEUR. J. VAN LITH Jr. Tr„ Mr M W. Baron DU TOUR VAN BELLINCHAVE. Jhr. L. J. H. Ridder DE VAN DER SCHUEREN. J. G. SMITS. J. STAM. W. P. VAN STOCKUM. De prijs van elk Lot is op één gulden bepaald. De voorwerpen, die men wel tot prijzen voor deze verlotiug wil afstaan, gelieve men in te zenden

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 2