F VST JZN I Secretaris9eM'
I
Justus van Maurik Jr. worden opgevoerd, getiteld
S of Z, waarin optreden mevr. Kleine, mevr. de Vries,
mej. van Bieue en Sablairolles beneveus de heeren
L. Bouwmeester, Morin, de Boer en Schultze.
Voorzeker zelfs de kieskeurigste en meest-eischende
zal bij een dergelijke* vereeniging van acteurs en
actrices tevreden kunnen zijn. En het stuk Dat
wordt door nagenoeg alle bladen uitstekend beoordeeld.
Om te doen zien welken gunstigen indruk het munkte,
laten wy hieronder een eu ander uit de meest
gezaghebbende bladen volgen.
De Nieuwe Rotterdamsche Ct. zegtS of Z speelt
in den tegen woord igen tijd; de handeling loopt in drie
dagen af. De bouw van het stuk laat niets te
wenschen over, de dialoog is zeer vloeiend en aan
genaam, de verwikkeling zoo sober mogelijk, eu de
ontwikkeling geleidelyk. Met veel zorg is het stuk
samengesteld, de schrijver heeft zich toegelegd op
eenvoud en natuurlijkheid. In het geheele stuk
komt geen enkel ter zijde voor en niet één alleenspraak.
S of Z werd uitmuntend door het publiek ont
vangen; de intrige, ofschoon niet spannend is boeiend
en de talrijke geestige tooneeltjes en zetten werden
telkens luide toegejuicht.
Het Handelsblad: Het publiek*heeft het stuk toege
juicht. Men wilde den schrijver ten tooneele zien,
die echter bescbeideulijk daaraan niet voldeed.
Wy begroeten het nieuwe werk van dejf heer
van Maurik jmet iugenomendheid; pmdat/net een
schrede vooruit is in de loopbaau Van dézen talent
vollen schryver. Hy wendt zich vau^de klucht
naar de ernstiger comédie. En al schemeren door
S of Z nog de eigenaardigheden der klucht, deze
eerste proeve in een ander genre verdient waar
deering eu aanmoediging. Daarom verheugen we ons
dat Het Nederlandseh Toonèel het stuk heeft opgevoerd-
en dat de artisten 't zoo uitmuntend hebben gespeeld.
Het RQtterdamsch NieuwsbladDe dialoog is zeer
levendig en geestig en de karakters zyu flink ge-,
teekend, zoodat we den schryver van harte geluk
kunnen wenschen met den goeden uitslag, daarbij
eonstateerende, dat Jiij een, groote schrede voor
waarts heeft gedaan op de baan der kunst.
Een gedeelte van zijn sucqcs heeft de heer van
Maurik iutusschen te danken aan de voortreffelijke
vertolking door de artisten der vereeniging Het
Nederlandseh Tooneel.
Het Nieuws van de Dag: Het stuk bevat een
goed geteekende figuur, dié geheel nieuw is, nl. een
steeds ontevreden eu pruttelend O.-I. ambtenaar;
terwijl docter de Wild een geleerde, die steeds
microscopiseert en zich veel meer bemoeit met wat
in den baard van een oester, dan in zijn woning
voorvalt, uitmuntend geteekend is.
Zouden er op den bouw van het geheel aan-
merkiugeu te maken zijn, deze worden verdrongen
door de prettige wijze waarop het gedialogiseerd is;
de tooneelen waarin de 'gelieven in strijd komen
met de kleingeestigheid der familie, hebben zelfs
eene dramatische beteekenis, als die tot nog toe in
de stukken van den heer van Maurik niet was op te
merkeu. Kortom, Sof Z is eene goede en welgeslaagde
schrede van den schryver iu de richting der comedie.
Wat de opvoering betreft, deze was onverbeterlijk.
De beste krachten der Vereeniging zijn in het klein
aantal vertooners van dit stuk bijeengebracht.
Het DagbladHet nieuwe stuk vau den heer van
Maurik heeft een veel fijner organisme dan Janus
Tulp. Het is een salon-stuk, maar zeer populair ge
schreven, met veel kennis van het tooneel. Evenals
Sardou schijnt van Maurik zijn werk als 't ware op
de planken zeiven in een te zetten en zijn bedrijven,
in gedachte repeteerende en spelende, te schrijven,
alle ballast wegwerpende, alleeu -datgene behoudende
wat den toehoorder kan boeien en hem niet dopt
afdwalen van deu hoofddraad. Wel schittert van
Maurik niet .met het vernuft van Sardou, maar hij
overtreft hem dikwijls in soberheid en eenvoud, in
het nauwgezet vermijden vau alle theater-trucs en
kunstmiddeltjes, waarmede Sardau ,wel handig maar
niet altyd bewonderenswaardig manoeuvreert. f
8 of Z heeft vooral twee deugdenhet boeit van
het begin tot het eind door de voor een Nederlansch
schrijver uitstekende wijze, waarop het ineen gezet
werd, en het schittert door geestig bijwerk.
Naar wij met genoegen vernemen zal de tooneel-
voorstelling op Donderdag 29 Januari nog niet de
laatste zijn in dit seizoen.
VVoeusdag 25 Februari e. k.,' zal nl. door het
,Botterdamsch Tooneelgezelschap der heeren Ee Gras,
van Zuylen en Haspels het bekroonde en met uitste
kenden bijval opgevoerde drama «De Roofvogels/
van H. G. Roodhuijzen, alhier worden opgevoerd,
waarin o. a. de heeren Rosier Faassen en J. Haspels
en mevr. Egenervan Dam zullen optreden.
In de zitting der Rotterdamsche Arr. Rechtbank
van Dinsdag morgen werd o. a. veroordeeld:
W. v. d. Hwonende te Berg-Ambacht, bekl.
van mishandeling, tot 8 dagen gev. cell.
Vervolgens stondeu terecht:
G. de H., .wonende te Capelle aan den IJsel bekl.
van mishandeling. Ei$ch 7 dagen gev. cell.
G. v. W., wonende te Capelle aan den IJsel, bekl.
van diefstal van steenkolen. Eisch 1 maand gev.
Bij beschikking van den minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid is de aan de firma Cramer en
Tromp te Wageningen verleende vergunning voor
eeuen stoombootdieust tot vervoer van goederen en
vee van Wageningen over Rotterdam en Gouda naar
Amsterdam en Zaandam overgeschreven ten name
van C. G. Tromp, te Wageuingen.
Iemand zendt aan het Ilaagsche Dagblad het volgende:
Het Handelsblad b^vat eenige mededeelingen van
bevoegde zijde oratreut den staud der (Noorder)
Lekdijk-quaestie.
Daarin leest men het volgende
«Wanneer het door Gedeputeerde Staten van Utrecht
«bevolen werk ten spoedigste tot stand komt, dan
«zal daardoor evenwel nog niet voldoende in den
«gebrekkigen toestand des dijks zijn voorzien."
Sedert eenigeu tijd wordt het land in rep en roer
gebracht door allerlei verontrustende berichten omtrent
den toestand van den Noorder Lekdijk in het dis
trict Bovendams, eu zeer breed Worden uitgemeten
de rampen, welke voor een groot deel des lands
door eeu doorbraak zouden ontstaan.
Maar het kwaad bestaat alleen in de onvoldoende
hoogte van een gedeelte van den dijk. Wanneer
die gedeelteu zullen zijn verhoogd overeenkomstig
het nevel van Gedepdleerde Staten van Utrecht zal
hij een der sterkste en zwaarste waterkeeringen
uitmaken, welke langs onze hoofdrivieren worden
aangetroffen.
Het 'gaat niet aan om van den gebrekkigen toe
stand van den Noorder Lekdijk te sprekenhoe
feer hij over eenige gedeelten lager is dan de
tegenover liggende dijken van de Neder-Betuwe en
bet Land van Buren, is hij evenwel reeds veel
zwaaider dan die dijken.
De Noorder-Lekdijk Bovendams heeft een kruins
breedte van 7.50 M. en beloopeu buiten en binnen
vau 3 op 1; de tegenover liggende Zuiderdijken
hebben vrij algemeen een kruinsbreedte van slechts
4.50 M en beloopen van hoogstens 2 op 1; op dit
oogenblik is de inhoud van het profiel van den
Noorder-Lekdijk, op het punt waar hij, vergeleken
met den tegenover liggenden dijk, het meest in
hoogte ontbreekt, nog in verhouding tot den Zuide-
lijkeu dijk als van 19 tot 14,5.
Dijkversterkingen zijn altyd nuttig en raadzaam,
maar waar het betreft een dijk als de Noorder-Lekdijk
Bovendams, kan men niet met groud van zijn ge
brekkigen toestand spreken, alsof die nog zou aanwezig
zyn, nadat de door Ged. Staten van Utrecht bevolen
verhoogiug zal zijn tot stand gekomeu.
Krachtigen aandrang oin Jiet door die Ged. Staten
bevolen werk uit te voeren, is nutuurlyk raadzaam
en gebiedend noodzakelijk maar onnoodige vreesaan-
jaging, door ook nog op een gebrekkigen toestand
des dijks te wijzen, als het werk zal ziju uitgevoerd, is
zeer af te keuren.
Staten-Generaal- Eerste Kamer. Zittingen
van 20 eu 21 Januari 1880.
In de zitting van Dinsdag zijn de algem. beraadsla
gingen over de staatsbegrooting gesloten, nadat enkele
leden hadden aangedrongen op eene spoedige invoering
der schoolwet en op de handhaving eener vrijhandels
politiek. De hoofdstukken IIIV werden met al-
gemeene stemmen aangenomen.Bij het hoofdstuk
Buitenlandscbe zaken, verklaarde de minister van
Lynden, dat met Luxemburg eene conventie was
gesloten, tot algebeele liquidatie van de fiuancieele
betrekkingen met gesloteu beurzen. Bij deu minister
bestond geen bezwaar om eventueel Luxemburg door
NederlAndsche gezauten te laten vertegenwoordigen,
als de belangen van dien staat niet strijdig met
die van Nederland waren.
In de zitting vun gisteren zijn de hoofdstukken
van binneulandsche zaken, alsmede die van finantiën,
marine en oorlog en de vesting- en spoorwegbegroo-
ting aangenomen.
I
Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage werd gisteren
bepleit het hooger beroep door den timmerman D. J.,
te Aarlanderveen, ingesteld tegen een vonnis der
Haagsche rechtbank, waarbij hem eene vordering tegen
de heeren dr. S. en H. was ontzegd. In het jaar
1874 had de appellant aangenomen, om voor de
geintimeerden te bouwen een gebouw, tegelijk bestemd
voor logement en sociëteit, in de gemeente Nieuwveen,
voor den prijs van omstreeks 21.000. Volgens
het bestek had dit deu In Nov. 1874 moeten opge
leverd zijn, hetgeen volgens de aanbesteders niet het
geval was geweest. Het grootste gedeelte der aan-
uemingssom was reeds betaald, toen de geintimeerden
den appellant sommeerden om binnen 14 dagen het
werk geheel gereed op te leveren, hoewel hij hun
reeds vroegen schriftelijk vergunning hnd verleend van -
dat-gedeelte het wel ^gereed was, in gebruik te nemen.
Iutusschen ontkende de appellant iu hooger beroep
de echtheid vau het stuk, waaruit die vergunning
zou blijken. 1
Na de sommatie der geintiraeerden, dagvaardde de
appellaut ben tot betaling van den laatsten termijn
en van het geleverde bijwerk, tezamen rujm ƒ5000.
Deze vordering werd hem ontzegd, terwijl aan de
gedaagden die reconventioneel ontbinding van het
contract hadden gevorderd wegens niet tijdige en
slechte oplevering van het werk, ambtshalve werd
toegestaan door getuigen te bewyzen, dat het werk
in onvoldoenden staat was opgeleverd.
Namens den appellant werd dit vonnis bestreden
door den advocaat mr. H. J. Ktanenburg uit Gouda,
die iu hoofdzaak betoogde dat de eisch in conventie
wel hnd moeten worden toegewezen, omdat het
werk door flen opzichter en gemachtigde der aan
besteders was opgeuomcu en goedgekeurd, terwijl al
het bijwerk, waarvan betaling gevorderd werd, door'
de gi intimeerdeu was besteld. Wat betreft den
eisch in reconventie, deze had volgens pleiter niet
mogen worden toegewezen, omdat er reeds voor een
gedeelte geleverd en betaald, was, eu voor de niet-
tydige oplevering eene boete bepaald was.
Namens geintimeerden werd het Haagsche vounis
verdedigd door den advocoat mr. S. Katz, van Am
sterdam. Iu eene breedvoerige pleitrede betoogde
deze, dat de aanbesteders niet verplicht ware,n tot
de van her. gevorderde betaling, omdat het werk in
het geheel niet was opgeleverd, en ten aanzien van
het bijwerk niet overeenkomstig het gesloten contract
gehandeld was. De opzichter, die volgens den appellaut
het werk had opgenomen en goedgekeurd, was daartoe
niet gemachtigd, en het bijwerk was niet geheel
door de geintimeerden besteld, terwijl vooral ook
de prijs daarvau niet vooraf was goedgekeurd. r
l)e ontkentenis der echtheid van het overgelegde I
stuk waarin vergunning werd verleend tot het iu ge
bruik nemen van het geraed zij ude gedeelte, was niet
overeenkomstig den vorpi der wet. Iutusschen zou
het Hof moeten beslissen of iu deze eeu ouderzoek
naar de echtheid noodig was. Wat de vordering ia
reconventie aangaat, zoo meende pleiter tiut o»k na
gedeeltelijke nakoming ontbinding kon gevorderd wor
den, gelijk dau ook dikwerf was beslist. De omstan
digheid dat eene boete was bepaald voor de late op
levering, deed hiertegen niets af. Derhalve zag pleiter
met vertrouwen de uitspraak in deze tegemoet.
Wy vermelden die later.
Meu schrijft aan de Leidsche Ct.De wind heeft
gedurende vier weken, met bijna volslagen stilte, geen
dag vasten koers gehouden. Het ergstewas dit voor és
koren- en moutmoleus, die zeer naar wind verlangden.
De temperatuur was wisselvallig, beurtelings vWst
en dooi, ook beurtelings zonnige en doukere dazen.
Maaudag morgen ten 8 ure tetskeude de thermometer
13° Fahr.; Dinsdag morgen ten 8 ure 31°. 'De
barometer heeft bijna geen verandering oudergauu,
hy heeft zijn hoogeu stand behouden. Hieruit zou
men opmaken dat de winter met afwisselende strenge
vorst nog niet ztjf wijken.
De zomer zal arm aan rozen zijn, naar het zich
laat aanzien. Want ook het hout eener menigte
van dat gebloemte is in December bevroren.
Eene commissie, in het leven geroepen door den
vorigen minister van financiën, mr. J. G. Gleichmnn
en bestaunde uit de heeren mr. Hartseu Jczu., direc
teur van de Hollandsche sociëteit van levensver-
zekering te Amsterdam, er» de hoogleeraren*van.Geer
en van Pesch, te Leiden eu te .Amsterdam, had in
last de grondslagen te onderzoeken, waarop aan
weduwen en weezen van alle burgerlyke ambtenaren
pensioen zou kunnen worden verleend en teveus de
grondslagen na te gaan van het reeds bestaand
weduwen- en weezenfonds der ambtenaren van alge
meen bestuur. De commissie is door haar onder
zoek tot de overtuiging gekomen, dat geen afdoende
maatregelen te nemen zyn zonder diep ingrypende
wijziging van de voorwaarden, waarop aan de bur
gerlijke ambtenaren pensioen wordt verleend. Wanneer
aan de toekomstige weduwen en weezen en alle
ambtenaren, op 1 Jauuari 1878 in dienst geweest
zijnde, een pensioen verzekerd werd van een derde
deel der toen bestaande tractementèn en geen bijdragen
van het personeel zelf gevraagd werden, nam de
staat daardoor eene verplichting op zich, die geiyk
staal met eené storting in eens van 14,000,000
op gemeld tijdstip, of ongeveer zooveel als aanwezig
is in de kas van het burgerlijk pensioenfonds, dat
nu voor de pensioenen van de ambtenaren zelven
dient. Zal het peusioen een derde deel var» het
laatste traotement zijn, zoo tnoct voor de latere ver
hoogingen afzonderlijk betaald worden, en eveneens
voor hen, die later aangesteld zijn of zullen worden.
Wanneer de staat niets bijdtaagt, maar de ambte
naren zelven deze pensioenen moesten opbrengen,
zou de gemiddelde jaarlijksche korting-voor het tegen
woordig personeel moeien bedragen doorloopend
ten honderd van het inkomen. s
De regeling, die de commissie het wcnschelykst
acht is dat de aanzienlijke kapitalen, die het bur
gerlijk persioenfonds bezit, voor de weduwe-pensioenen
beschikbaar zullen gesteld worden. De millioeuen
in de kas van het fonds, benevens de stortingen
van eenmaal het tractement en eenmaal elke ver
hooging bij de volgeude aanstellingen en verhoogingen,
zullen juist voldoende zijn om de verlangde weduwe-
persioenen uit te betalen. Dan moet de staat de
verplichtingen van het- burgerlijk pensioenfonds op
zich nemen, dat zoo veel te lichter zal vallen, daar
de pensioenen van alle vóór 1846 aangestelde», nu
toch nog uit de staatsbegrooting gekweten worden
en uit het pensioenfonds nog geeu 200,000 's jaars
betaald wordt.
In den Haagschen Gemeenteraad werd Dinsdag vrij
uitvoerig van gedachten gewisseld over het voorstel van
het raadslid, den heer Gevaerts van Simonshaven, tot
het nemen van maatregelen tegen het toenemaud
drankgebruik binnen die gemeeute. De voorsteller
trad tot toelichting van zijn voorstel iu eene ver
gelijking van in de verslagen der gemeente over de
laatste jaren voorkomende cijfers nopens het drank
gebruik, en het was hem opgevallen dat er in 1879
243 personen voor eigen veiligheid waren in bewaring
genomen, in 1872 559 en dat iu 1872 tegen 1250
personen ter zake van dronkenschap procesverbaal
was opgemaakt. Wel is waar is door de hooge
regeering de indiening van een voorstel tot beteugeling
van het drankmisbruik toegezegd; maar de voorsteller
geloofde dat art. 135 der gemeentewet toelaat dat
de Raad in deze handelend optrede. Ook wat het
aantal tapperijen aangaat, dat bij eené toename der
bevolking met 20 pCt. niet minder dan met 60 pOt.
was vermeerderd, en thaus bij eene bevolking van
111,000 zielen 955, of 1 op de 177 zielen bedraagt,
gaf hem annleiding het voorbeeld eener andere ge-
meeute wier verordening dé goedkeuring der hooge
regeering n ocht wegdragen iu deze te volgen,
namelijk om handelend op te treden en maatregelen
te beramen tegen de vermeerder,ug der gelegenheden
waar sterke drank wordt verkocht. Hy hoopte dat
de Raad zich met ziju voorstel zou vereeiiigeo en
het zou in handen stellen vau de Commissie voor
de strafverordeningen.
Het voorstel vond krachtige ondersteuning bij de
heeren van Bell en Evers. Eerstgenoemde zou het
betreuren wanueer men zoude wachten totdat in
deze maatregelen door de wetgevende macht worden
genomen. Z. i zal het hiermede gnau als met de
quaestie omtrent hel hoofdverblijf, waaromtrent nog
voorziening gewacht wordt eu iutusschen zou de
kanker der maatschappij blijven hei-rschen. De heer
Evers beschouwde de quaestie uit eeu geneeskundig
oogpunt. De gemeentewet ge®ft den Raad de be-
voegdht ia te waken voor de zedelijkheid en gezond
heid, en nu bepaalt zich het kwaad niet alleen tot
den di inker zelf, maar-strekt zich ook uit tot het
kind en het kleiukiud, waardoor het Nederlandsche
volk, in elk geval de volkswelvaart zeer zeker zal
te gronde gaan. Naar zijn gevoelen moet daar een
einde aan komen. Als docter moet hij aanraden
bij gebreke van een radicaal geneesmiddel palliatie
ven te gebruiken eu het némen van maatregeleu
tegen het drankmisbruik niet uit te stellen.
Niettegenstaande deze krachtige ondersteuning was
de meerderheid van den Raad eeu ander gevoelen
toegedaan. Meu gaf toe dat het misbruik van
sterken drank schrikbarend toeneemt, en dat er
maatregelen tegen moeten genomen worden; maar
men oordeelde toch dat op het toegezegde wetsont
werp door de hooge regeering niet moest worden
vooruitgeloopen. De burgemeester deed zeer uitkomen
dat het hier een ramp geldt waaronder het geheele
land gebukt gaat, en daarom was het rationeel met
het nemen van maatregelen te wachten totdat de
hooge regeering besproken had.
Met deze zienswijze verecnigde zich de Raad dan
ook, daar tien slotte met algemeeue stemmen werd
aangenomen een voorstel van den heer van der Kemp,
tot aanhouding van het voorstel van den heer Gevaerts
gedurende dit zittingjaar der Staten-Generaal, om
het in de maand September weder in behandeling
te nemen.
De civiele rechtbank te Parijs heeft dezer dagen
een ^vonnis geveld, dat zeker niet naar den zin zal
zijn. van de «huwelijks-makelaars" vrouwelijke en
mannelyke, en hen stellig zou dringen tot het uit
denken van nieuwe #streken* om «eerlijk hun
affaire te blijven dryveii. Men weet dat dergelijke
personen in Frankrijk, ook in Duiischland bestaan,
wel niet officieel bij aanstelling eener autoriteit, toch
Vry openlijk de zaken dryvende, jsclfs bij uitnoodi-
ging eu. aanbeveling'in de advertentiëu of zeldzame
kolommen, der dagbladen. Wy Hollanders schijnen
daartoe nog wat te nuchter, of te weinig geavau-
ceerd, zoodat de instelling hier nog niet wortel
heeft willen schieten. Zoude men bij ons nog wat
meer hechten aan het oude denkbeeld, dat de sluiting
van een huwelijk op wederkeerige liefde eu achting
dient gegrond te zijn? 't Is mogelijk, schoon som
mige verschijnselen het weerspreken. Evenwel mag
het zonderling schijnen, daar wij, helaas, zóó erg
nationaal zijn, dat wij de vreemden in zoo velerlei
nabootsen, hun alles toegeven, en zelfs zóó vrijgevig
zijn, om hun zonder equivalent present te geven
wat ons toekomt, terwijl eigen landskinderen daar
door gebrek lijden, en we ook andere dingen, even
moreel of inlmoreel, al klakkeloos navolgen, zooals
we de makelaardij iu ridderorden eu doctorsbullen
ook al schaamteloos zagen aangekondigd. Ofschoon
het laatste al niet niéuw mag heeten, als 't waar
is, dat vroeger «Harderwijk" was «eene stad van
negotie" waar men verkocht «bokking eii bullen
van promotie" en aldaar een professors vrouw, naar
de auecdote, die de bullen had klaar'liggen, wel
ezels maar nog geen paarden wilde doctoreeren.
De zaak, waarin bovengemeld vonnis werd geveld,
was de volgeude
Generaal baron de Juniac, 67 jaar oud, sinds
langen tijd weduwnaar, verliet deu actieven dienst,
en werd kort daarna, door bemiddeling van madame
Móreau cn madame Starck, in aanraking gebracht
met madame Pré Reguier, na vooraf gesloten en
deugdelijk geteekende overeenkomst, waarbij de baron
zich verbond 5 pCt. van den geraamde» bruidschat
der dame, in ronde som 8000 francs, te betalen
aan de makelaars-firma Mqreau Starck. De
trouwplechtigheid geschiedde en eveneens de betaling
iu promessen. Maar de zaak kwam verkeerd uit.
Beide partijen verklaarden zich bedrogen. De dame
bevond, dat zij een invalide had gehuwd, en de
baron kwam tot de overtuiging, dat zijne vrouws
aanbrengst minder dan negatief was, aangezien zij
niet in het geld, maar iutegendeel diep in schulden
zat. Het gevolg was, dat de promessen op deu
vervaldag opgevorderd niet werden gehonoreerd, en
de huwelijks-makelaressen nu eene actie instelden
tot betaling. De rechtbank echter, ter zijde stellende
de quaestie vau den bruidschat, die niet had bc--
staan, besliste, dat de promessen als vau onwaarde
waren te beschouwen. Zij achtte het huwelijk van
een te verheven karakter, rakende de heilige rechten
i des gezins, niet gelyk te stellen met eene bloot
I commerciëele operatie met tusschenkomst vau eeu
door winstbejag en speculatiegeest gedreven ageut.
Zoo waren nu alle drie parigen, bij de affaire ge-
ïuteresseejfd, de barou, zijne vrouw en de rnukela-
resseu evenzeer teleurgesteld.
ALGEMEEN E VERLOTING
VAN
Voorworpen van Kunst en Smaak,
ten behoeve der noodlijdenden door der» wntersnood
van 1880, onder bescherming van HH. MM. den
Koning en ffe Koningin, te houden te 's-Graven-
hage, goedgekeurd bij Koniuklyk besluit van 12
Januari 1880, No. 23.
Toen in de eerste dagen dezes jaars de treurmare
alom in den lande weêrklouk, dat de oude erfvyand
van Nederland, het water, weder zulke groote ver
woestingen had aangericht, eu nog vreeselijker on
heilen dreigden, ontwaakte allerwege opnieuw die
geest van liefdadigheid, welke zich reeds zoo dikwerf
de schutsengel der fel geteisterde streken had be
wezen. Vau meer day ééne zijde werd een beroep
gedaan op de barmhartigheid van het Nederlandsche
volk én nu, als steeds, met een offervaardigheid
beantwoord, zooals die vooral op onzen gezegcudeu
vaderlandschen bodem wordt gezien.
En ook toen het den Almachtige genadig be
haagde, de macht der watereu te beperken en daar
door verdere uitbreiding van den rump te voorko
men, werkte het besef vun deu omvang der schade,
die reeds was aangericht, nog zoo krachtig op het
volksgemoed, dat de hand Van 't raededoogen, een
maal reddeud uitgestoken, allerminst werd terugge
trokken.
De berichten uit de meer geteisterde streken
luidden dan ook treurig genoeg, om .veler hart tot
weldoen te stemmen en hen op te wekkey aan die
gedeelten van ons vaderland, welke door hun eigen
aardige ligging in wintertijd voortdurend aau zoo
groote gevaren zijn blootgesteld, door ruime tege
moetkoming te vergoeden wat hun bevolking in be
doeld opzicht, meer dan de bewoners van de overige
deelen des Rijks, te verduren heeft.
Te midden van die beweging der nationale be
langstelling, trad onze geëerbiedigde Koning, aan
de geschiedenis zijner veelzius zegenrijke regeering
getrouw, weder met al de bereidwilligheid Zijner
vurige raenschenliefde op den voorgrond. Onmid
dellijke hulp werd door Hem naar het tooneel der
ellelide gezonden, terwijl Hij zich door vertrouwden,
uit eigen omgeving naar de bedreigde gewesten af-A
gevaardigd, op de hoogte der droeve zaak liet stellen.f
Zoo mocht Nederland het bij vetuieuwing ervaren,
dat zijn Koning een waar Vader voor zijne onder
danen wil zijn.
Het was in die dagen, dat Zijne Majesteit zich
wel geliefde te herinneren hoe iu 1861, door het
houden eener algemeeue verloting, eeu aanzienlijke
geldsom ten behoeve der noodlijdenden was bijeen
gebracht.
Die herinnering aan hetgeen destijd ook langs
dien weg met zooveel geestdrift door de natie was
geofferd, leidde er Z. M. toe, den wensch te uiten,
dat wederom zulk eeue algemeeue verloting mocht
worden gehouden.
De opdracht, aan een der or.dergeteekenden ver
strekt, om een nieuwe commissie, welke tot het
bereiken van het door Z. M. gewenschte doel zou
werkzaam zijn, bijeen te brengen en zich daartoe,
behalve door Z. M. zelven aangewezen pprsonen, in
de eerste plaats te wenden tot de nog iu de re
sidentie gevestigde leden der Commissie van 1861,
mocht gelukkig slagen. Voor zooverre uiet door
ongesteldheid of afwezigheid volstrekt verhinderd,
stelden laatstgenoemden zich gaarne beschikbaar en
werden ook alle overige daartoe uitgenoodigden be
reid bevonden het lidmaatschap der commissie aan
te nemen.
Met lust en moed aanvaardt de commissie haar
taak, sterk iu de overtuiging, dat de nationale
bijval ook nu deze nuttige ouderneming gaarne
zal steunen eu aangemoedigd niet minder door de
omstandigheid, dat HH. MM. onze geëerbiedigde
Koning en Koningin deze echt vaderlandsche zaak
onder hunne hooge bescherming willen nemen. Aan
deze roepstem des Kouiugs zal men toch in alle
kringen des volks gaarne gehoor verleenen. De
voorgang van Oranje heeft vanouds zulk een machtigen
invloed op^ de volksstemming geoefend.
De commissie vertrouwt daarom, dat ia 1880
niet minder dan iu 1861 alom in de lande de
warmste deelneming iu deze algemeene verloting zal
worden getoond en dat het cijfer der sub-comroissiëu,
tot welker vorming de hoofden vau de gemeenten
des lands zullen worden uitgenoodigd, minstens niet
lager dan nu straks 20 jaren geleden, zal zijn.
Hunne Majesteiten de Koning en de Koningin
voegden reeds, bij Hunne zedelijke bescherming van
het plat», ruime stoffelijke hulp, zoowel door het
nemen van een groot aantal loten én het toezeggen van
geschenken als prijzen, als door het beschikbaar
stellen van een prachtige zaal in een der vorste
lijke paleizen, om daar den keurschat ten toon te
stellen, die als prijzen voor deze verloting zal worden
bijeengebracht.
I Verwacht de commissie veel van de medewerking
der vrouwen van Nederland, die de proeven van
haar kunstvaardigheid gaarne voor dit goede doel
zullen willen afstaan, en alzoo deze expositie op
nieuw zullen laten getuigen van hetgeen de toewij
ding der vrouwen vermag, ook °P de kunstbe-
oefeuaars in ons vaderland doet zij met vertrouweu een
beroep, om van hen menige bijdrage te mogen
ontvangen, welke bewijzen zal hoe teekenstift en penseel
ook aan de macht der liefde bezieling kunnen ontleenen.
Eindelijk zal de commissie hare verwachtingen
wel niet zien teleurgesteld, dat menig fraai boekwerk
het aantal der prijzen verrassend zal komen ver-
hoogen, en dat ook de industrie harerzijds niet zal
achter )lyven iu het opluisteren eener prijzeuvefza-
meling, welke haar schoonsten glaus aan de oorzaak
van haar ontstaan zal verschuldigd ziju.
Worden die uitzichten verwezenlijkt, dan zal, naar
den wensch van het edel Koningspaar, en naar den
eisch der barmhartigheid, ook door deze verloting
een aauzienlyke geldsom worden byeengegaard, welke,
eu hierop wijst de commissie met nadruk, volgens
de bedoeling van Z. M., vooral ook zou bestemd
wezenom nadat geheel in den nood van 1880 sal zijn
voorzien, te strekken tot stijving van het blijvend fonds
datbij onverhoopte latere onheilen, onmiddellijk tot
het verleenen van hulp beschikbaar zal zijn.
's Hage, 19 Jauuari 1880.
Mr. R. J. Graaf SCHIMMELPENNINCK VAN
NIJENHUIS, President.
G. M. VERSPIJCK,
O. Baron VAN WASSENAERv. CATWIJCK. I Pres.
Mr. D. POLAK DANIELS, Thesaurieh
D. BOER Jr.
H. L. VAN HOOGSTRATEN.
H. F. C. TEN KATE.
Mr. A. Q: KRAIJENHOFF VAN DE LEUR.
J. VAN LITH Jr. Tr„
Mr M W. Baron DU TOUR VAN BELLINCHAVE.
Jhr. L. J. H. Ridder DE VAN DER SCHUEREN.
J. G. SMITS.
J. STAM.
W. P. VAN STOCKUM.
De prijs van elk Lot is op één gulden bepaald.
De voorwerpen, die men wel tot prijzen voor
deze verlotiug wil afstaan, gelieve men in te zenden