0
soüste^ Mrj C. M. v. V., G. K. v. d. L. endehh.
C. C. H. F. en A. J. Nieuwen huis (van Hoorn.)
Het programma bestond uit 1. Soli eu Koren uit
het Oratorium ndie Jahreszeifen" en 2. Die Krent-
fahrer gedicht van Carl. Andersen, naar motieveu uit
Tasso's Jerusalem Verlost" op muziek gebracht door
Niels VV. Gade.
l)e uitvoering is volkomen geslaagd. Zoowel so
listen als 't koor hebben zich flink van hunne lang
niet gemakkelijke taak gekweten. Dat de medewer
king van den heer Nieuwenhuis (bariton) niet wei
nig heeft medegewerkt om het genot te verhoogen is
zeker, en wij meenen de tolk te zijn van allen,
die de uitvoering hebben bijgewoond, wanneer wij
hem een „tot weerziens" toeroepen, terwyl alle so
listen een hartelijk woord van dank toekomt. Men
dieut bekend te zijn met de raoeielijkheden, die het
met zich brengt, om werken als die welke ten ge-
hoore zijn gebracht, zóó naar wensch te doen slagen
als gisteren het geval was. Als van zelt bevat dit
een woord van dank aan den directeur voor zijne
zorg en moeite daaraan besteed, ten slotte een woord
van lof aan hem, die de begeleiding dezer werken
op zich had genomen, hij kweet zich meesterlijk van
zyne taak.
Het gerechtshof te 's Hage behandelde Dinsdag
het beroep van T. v. d. N., woneude alhier,
die, na vroeger reeds eenige malen tot diefstal te zijn
veroordeeld, nu door de Recht bank te 's Hage tot
183 dagen celstraf was verwezen, wegeus medeplich
tigheid van diefstal van kleediugstukkeu te Leideu
op 8 Nov.
Deze beklaagde deed zich als het slachtoffer van
een ander voor, door te beweren, dat hij de gestolen
kleederen, in het bezit waarvan hij werd aangehouden,
van den grooten onbekende, wieu in zooveel straf
vervolgingen door de beklaagdeu een rol wordt toebe
deeld, had outvaugen, om ze tegen een kleine beloo-
uiug te verkoopen. Hij dus was niet raiuder dan de
vorigen onschuldig.
Het O. M. meende, dat, in plaats van de onschuld
van bekluit de stukken gebleken was dat hy meer
dan medeplichtige, dat hij de bedrijver van den
diefstal was. Met deze wyziging in de qualificatie
van het feit eischte adv.-gen. het opleggen van 6
maanden celstraf. Maandag a.st. uitspraak.
Op Zondag 11. zyn te Moordrecht 4 zusters, die
zich met schaatsen rij ien vermaakten op den vijfden
tocht in den Zuid piaspolder, door het ijs» gezakt en
door den bouwmau W. van Tilburg te Moordrecht
gered.
Ds. Weiter te Bunnik heeft voor het beroep naar
Zeveuhuizeu bedankt.
Te Reeuwijk werden gedurende 1879 geboren 71
■annen, eu 56 xrouwenoverleden 48 m. en 39 vr.;
gevestigd 78 ra. en 40 vr.vertrokken 80 ra. eu
88 vr.bevolking op 31 Dec. 1879, 1294 mauneu
eu 1386 vrouwen; aantal huwelykeu 18.
Te Boskoop is de schade aan bloemen enorm groot,
ook aan het buitengoed vooral zijn er duizende
stamrozen bevroren. Ook te Utrecht zijn deze in
de meeste kweekeryen totaal wegeeu enkele bloemist
had ze per geluk binuen en heeft ze dus behouden.
Ook van verschillende buitenplaatsen verneemt men
algemeen de klacht, dat er zeer veel bevroren is:
het is de tweede keer iu 25 jaren tyds, dat zoo
iets gebeurd is, en 't is dus gelukkig als eeu bij
zonderheid te achten.
In de gisteren te Amsterdam gehoudeu 38e. Al-
geuieene Vergaderiug van de Hollaudsche Maat
schappij van Landbouw is btsloten, overeenkomstig
het advies vau het hoofdbestuur, om het bekende
voorstel vau de afdeeling Schoonhoven tot bet houden
van een iuternatiouale tentoonstelling van zuivel eu
wat daarop betrekking heeft, in 1880 niet aante-
nemen.
Tot lid van het Hoofdbestuur werden gekozen de
hh. J. Breebaart Kzu. te Winkel (voor Noord Hol-
laud) en H. P. de Kat van Hurdiuxveld te Dordrecht
(voor Zuid-Hollaud.)
De miuister van oorlog heeft ter kennis van be
langhebbenden gebracht bet kou. besluit vau 3 Jan. jl.
Overwegende, dat het wenschelyk is, de jonge
lieden, die de lessen van het middelbaar ouder-
wys met vrucht hebben bijgewoond, de lessen van
het hooger ondtrwys volgen, lager onderwijs geven,
of zich wyden aau de studiën, betrekking hebbende
op den handel, de nijverheid of den landbouw,
door verkorting van oefeningstijd, niet lauger door
de werkelyke dienst der militie te bezwaren dan
in het bdaug van het leger volstrekt' gevorderd
wordt, overwegende voorts, dat het noodig is, de
jongelieden, die bij de militie zyu ingelijfd, aan
te. sporen, om zioh met by zonderen ijver toe te
leggen op het verkrygen van de vereischte militaire
kennis, ook vooi; het bekleeden van eenen graad,
wordt by dat besluit nader het volgende bepaald
De tijd voor eerste oefcuing wordt tot zes maau-
deu verkort voor de miliciens, die, bij onbereden
corpsen ingedeeld, a. teu genoegen van den minister
van oorlog het bewijs leveren, dat zij de lessen
volgen of gevol.d hebben van eeu der rijks univer
siteiten, van de universiteit te Amsterdam, de
polytechnische school, de handelsschool te Amsterdam,
de Tweutsche industrie- eu handelsschool, de ryks
landbouwschool te Wageniiigen en 's rijks veeartsenij
school; b. iu het bezit zijn van het bewijs, bedoeld
bij de aitt. li en 12 vau de wet van 28 April
1876 of vnu eeu der getuigschriften, bedoeld bij de
artt. 57 en 59 van de wet van 2 Mei 1863 of
van eene acte van hulponderwijzer bij het lager
onderwijs, voor zoover zij werkelijk in de school
fungeren, of wel van een diploma als hulp-apotheker.
De tijd voor eerste oefeuiug wordt tot op negen
maanden verminderd voor de miliciensa. die, by
de infanterie ingedeeld, voor hunne inlijving zoo-
danigeu graad van geoefendheid iu den wapenhandel
hebben verkregen, dat zy, na één maand onder-
rioht bij het corps te hebbcu genoten, iu staat zijn,
aau de exercitiën in de batuillonsschool deel te
nemenzij zullen bovendien, alvorens met verlof
te vertrekken, iu het schijfschieten zoodanigen graad
van geoefendheid moeten hebben verkregen, als door
den miuister van oorlog zal worden btpuulu
b. die, by de vesting-artillerie ingedeeld ten gevolge
van vroeger genoten onderricht, na een verblijf vau
drie maanden ouder de wapenen blijken geven van
zoodanige theoretische en practische geoefendheid,
dat zy tot de klasse der dienstdoeude kanonniers
kunnen overgaan c. die, bij het bataillon mineurs
eu sappeurs ingedeeld, by het einde van voormeldeu
termijn van negen maanden, de geschiktheid voor
veld-telegraphist hebben terkregen; d. die, tot welk
ouberedeu corps ook behoorende, binuen den in deu
aanhef van dit artikel vermelden termyn de blijken
geven, dat zij hunne verplichtingen als milicieu,
overeenkomstig een door den minister van oorlog
vast te stellen programma, iu alle opzichten kennen
en tevens het bewijs leveren, dat hunne tegenwoor
digheid in het gezin waartoe zy behooren noodzake
lijk is.
Om aanspraak te kunnen doen gelden op de
bedoelde vermindering van oefeningstijd moeten de
daarbij betrokken miliciens zich voortdurend goed
hebben gedragen.
Aan de miliciens, die met een oefeningstijd van
zes maanden kunnen volstaan, wordt tegen het tijd
stip, waarop zy gedurende zes maanden werkelijke
dienst hebben verricht, bij het corps waartoe zy be
hooren, gelegenheid gegeven tot het afleggen van
examen, waaruit huune theoretische en practische
militaire kennis moet blijken. Het programma van
dit examen wordt door den npuister van oorlog
bepaald. Zy, die aan dat exameu voldoen, worden
gedurende hunnen verderen diensttijd niet meer
onder de wapenen geroepen om deel te nemen aan
herhalingsoefeningen.
De St.-Ct. bevat eeu kon. besl. van 17 Januari
1880 Staatsblad No. 1), tot verzekering der geleide
lijke uitvoering van de voorschriften, vervat iu de
artikelen 24 en 26 der wet van 17 Aug. 1878
Staatsblad No. 127), aldus luidende:
Art. 1. Gedep. Staten zorgen, dat de nood ige
maatrigeleu wordeu genomen om aan de opeub. lag.
scholen iu bunue prov. het aantal onderwyzers overal
waar het inimjer bedraagt, geleidelijk iu evenredigheid
te breugeu met het aantal schoolgaande kinderen naar
den maatstaf, bepaald in de twee eerste zinsneden
van art. 24 der wet tuii 17 Aug. 1878 (Staatsblad
No. 127).
Hierbij wordt in acht genomen, dat op Jan. 1884
aan scholen, die niet meer dan 70 leerlingen tellen,
ten minste het volle getal eu aau alle andere scholen
op datzelfde tijdstip ten minste de grootste helft eu
op 1 Jan. 1886 ten minste het volle getal der by
de wet genoemde wetsbepalingen gevorderde onder
wijzers iu dienst behoort tr zijn gesteld
Art. 2. Wanneer het aautal onderwyzers aau de
school verbonden meer dan 8 bedraagt, moeten na 1
Jan. 1884 ten minste twee hunner den leeftijd van
23 jaren volbracht hebben en den rang van hoofd
onderwijzer bezitten.
Bedraagt hun aantal niet meer dan 8, dan behoeft
tot 1 Jan. 1886 slechts één der aan de school ver
bonden onderwijzers aan die vereischten te voldoen.
Art. 3. De jaarwedde, aan het hoofd eener opeub.
lag. school van gemeentewege toegelegd', bedraagt
nooit minder dan wat door htra op het tydstip, dat
dit besluit in werking treedt, werd genoten nau jaar
wedde en wisselende uitkomsten, berekend op den
voet van art. 86 der. wet vau 17 Aug. 1878 Staats-
blad No. 127) gezameulyk.
Is dit bedrag lager dan .het ingevolge art. 26 van
genoemde wet verplichte rainimuiq, zoo is de gemeente
tot verhooging van dit bedrag gehoudeu en wel over
1881 tot ten minste zeventig teu honderd, over 1882
tot ten minste tachtig ten honderd, over 1883 tot
ten minste negentig ten honderd van het verschil
tusschen gemeld bedrag en het minimum. Ovér
1884 wordt ten minste het minimum toegekend.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op het lijd-
rftip voor liet werking treden der wet van 17 Aug.
1878 Staatsblad No. 127) door Ous vast testellen.
Z. M de koning heeft voor het jaar 1880 aau
de Vereeuiging „het Nederlandsch Toontel" op nieuw
het koninklijk subsidie toegekend, zoowel voor het
tooneel te Amsterdam als te 's Grnvenbage.
De hooge raad, criminele kamer, hield gisteren
morgen zitting, ter behaudeling vun de zaak Pinooffs
Kerdijk.
Ten 11 ure nam de booge raad zit:ing in de
groote audiëntiezaal, die alleen voor plechtige iustal-
latiën is bestemd en thans voor de terech'zittingen
in deze zaak te houden is ingericht. De tribune
voor het publiex is tamelijk bezet; de gereserveerde
plaatsen en dyi voor de balie zyn door slechts
weinige belangstellenden ingenomen.
Nadut de terechtzitting door den voorzitter was ge
opend, wordt de beschuldigde H. P. Kerdijk binnenge
leid. Hg wordt vergezeld'door den brigaflier-majoor en
eeu brigudier der rijksveldwucht, dié achter den
besch. plaats nemen. De verdedigers, mr. van Andel
voor Pinooffs en van Gigch voor Kerdijk, zyn te
genwoordig.
#De president doet den beschuldigde de gebruike
lijke vragen nopens naam eu ouderdom, beroep eu
woonplaats, die door Kerdijk kalm werden beant
woord waarna door deu president wordt gelast den
besch. Pincoffs uit te roepen. Hieraan wordt door
den deurwaarder voldaan, maar geeft deze te kennen
d»t deze besch. niet tegenwoordig it.
De procureur-generaal requireert dat dé hoogé
raad moge bevelen dat Lodewijk Pincoffs andermaal
zal worden opgeroepen, en wel tegen de terecht
zitting van Maaudag 23 Februari aanstaande, dit
morgens ten 10 ure, en bepalen dat tot op dat
tijdstip de behandeling der zaak van den mede-
beseh. Kerdijk zal wordeu uitgesteld, met last dat
deze alsdan zonder nadere oproeping t'*r terecht
zitting zal verschijnen. De president vraagt aan
mr. van Andel of hij tegen het requisitoir van den
proc.-gen. iets heeft in te brengen, waarop ZEG.
outkenuend antwoordt. Nadat de terechtzitting voor
eene korte poos was gescliorscht en ile hooge raad
middelerwyl iu raadkamer was vergaderd, wordt de
zitting heropend. De beschuldigde richt zich van
zijne zitplaats op en de piesideut leest ren
arrest voor, waarbij, overeenkomstig bet requisitoir
Wan den proc.-gen., de nadere oproeping van den
beschuldigde Pincoffs wordt bevolen en de verdere
behandeling dezer zaak wordt verdaagd tot Maandag
23 Februari, des morgeus ten 10 ure.
Te Batavia heeft zieh eeue vereeuiging gevormd
tot voorbereidend onderricht aan kinderen van min
vermogende Europeanen eu daarmede gelijkgesteldrn
in Ned^Indië. Het bestuur bestaat uit de hh.
mr, T. H. der Ouderen, president, mr. N. P. van
den Berg, vice-president, VV. van der Lee, secretaris,
E. Douwes Dekker, thesaurier, dr. N. J. Hoorweg,
J. J- de Weyer, R. J. L. Weyhenke, H. C. Soeters
en y®rburgh Het beschermheerschap der ver
eeuiging is opgedragen aau deu koning; de gouver
neur-generaal is eere-voorzitter. Door geldelyke
bydragen daartoe iu staat gesteld, heeft zij op 3
Maart jl. hare eerste school te Batavia geopend en de
noodige voorbereidende maatregelen genomen om
spoedig tot de stichting van eene tweede over te
gaan. Voor de verdere bereiking van het doel der
vereeniging heeft het bestuur eeu beroep gedaau op
de mildheid van het geheele beschaafde publiek in
Nederland en Indië. Het wensoht voorts, dat zich
in beide landen comilé's vormen om dat doel, te
bevorderen.
In de Dinsdugavond gehouden vergadering van het
Nutsdepartement te Leeuwarden is aangenomen het
volgende voQrstel van dr. Vitus Bruiusma voor de alge-
meeue vergaderingDe algemeene vergaderiug atelt eeu
som van hoogstens 4000 beschikbaar tot net uit
geven, van wege de Maatschappij, van een werkje
óver de kwakzalverij met geneesmiddelen, iu deu
trant van het in 1878 bij den uitgever H. van
Bvtkuin Kz. te Leeuwarden versohenen, onder be
paling: a. dat het werkje minstens 12 vel druks
zal bevatten van ongeveer 2000 letters per bladzyde
b. d«t het in minstens 20,000 exemplaren zal
wordeu uitgegeven, c. dat de wijze van versprei
ding aan het hoofdbestuur zal worden overgelaten;
d. dat aan het bestuur van het departement worde
opgedragen inet de andere departementen in onder
handeling te treden over het getal exemplaren van
genoemd werkje, hetwelk zy tegen den prys van
20 cent per exemplaar van de Maatschappy wen*
sollen te outvangen.
t
Ie geven. Wat hiervan aan is, weten wij niet,
Bovendien is een juist oordeel over zulke beweringen
moeilijk te vellen. Doch al ware deze bischuldiging
ten volle waar, mag dan daarom de gift worden
teruggehouden Otn het „meest aau de huisgenooten
des geloof»" mag het „doet wel aau allen" niet
vergeten wordeü."
Het Hippodrórae-feest voor de noodlijdenden van
Mitrcia en de armen vau Parijs bracht 70,000 fr.
netto op, Paris-Murcie netto 300,000 fr. en de loterij
totnogtoe 900,000 fr te zanieii dus reeds 1,270,000 fr.
Door particuliere berichten uit Atjeh van 19
December jl. vernemen wij, dat generaal van der
Heijden den 20u December de hoofden van Gliëng
mei 200 volgelingen zou ontvangen.
Omtrent hetgeen wij reeds vroeger vermeld hebben,
dat generaal vau der Heijdeb volstrekt niet van
plan was vooreerst het iuitiatief tot terugkeer naar
het vaderlaud te nemen, schrijft onze berichtgever
nog het volgende „In de vertrouwelijke omgeving
van den generaal is het geen geheim, dat hij zijn
ontslag eu pensioen niet zelf zal aanvragen, omdat
hij daardoor gedeeltelijk de verantwoordelijkheid voor
een verandering van bestuur op zich zou neineu.
De politieke toestaud is thans gunstig te uoemeu
op den weg dien men heeft? ingeslagen, voortgaande,
inag men de hoop koestereu dat de iu verzet zijnde
Sultausfamilie spoedig iu onderwerping zal komen.
Men vergete echter uiet bij de beoordeeliug van
den guustigen toestaud den persoonlijken invloed
van generaal van der Heijden in rekeniug te brengen."
Ook zegt de briefschrijver nog dat velen in Atjeh
met inspanning érachteu op de beslissing omtrent
de voordrachten voor de militaire Willemsorde, die
iu September uit Atjeh zyu opgezonden. (Pad.)
Daar ?r waarschijnlijkheid beslaat, dat e^n der
andere departementen gelijksoortig voorstel zal doen,
werd teven9 besloten, dat iu dit geval het dep.
Leeuwarden zijn voorstel zal terugnemen.
Ernst Dohm, de redacteur vau Kladderadatseh
en Wilhelm Scholz, teekenaar van dat blad, hadden
zich Maandag voor een der Berlijnsche strafkamer*
te verautwoordeu wegeus beleedigii.gen jegens prins
Bismarck, in hun nummers vau 2 en 9 Augustus
11. Zoo byv. was iu het nummer van 9 Augustus
eene tetkening opgenomen, voorstellende deu Rijks
kanselier, een ezel aau een touw vasthoudende, die
met petroleum, tabaksaccijnsen enz. beladen is. Die
teekeniug was eene toespeling op een bekend sprookje,
o. a. ook te vinden in de bekende verzameling v.m
de gebrs. Grimm. Het ondersohrift luidde w „Tischleiu
decke Dicb, Esel strecke Dich Beklaagde Scholz
loochende uiettemin dat die teekeniug beleedigend
was. Prins Bismarck was niet voorgesteld als ezel-
dryver, maar als bezitter van een ezel hem, volgens
het sprookje, door „een vrieudelyke fee geschonken."
Voorts weren beide beklaagden er op, dat de houding
der KladderadatscA totnogtoe iu acht genomeu,
weinig strookte met de verdenking, dat dat blad den
verdienstelijken Kauselter had willen beleedigen. Het
openbaar ministerie «eei er nochtans op, dat de ezel
het Duit«che Rijk moest voorstellen ea derhalve de
prent in dezen zin kon worden uitgelegd, dat bet
Rijk voor prins Bismarck niets meer is dan eeu
ezel, die tot het verschaffen vau geld gedreven en te
dien eiude met de zweep wordt aangespoord.
I)e beklaagden werden tot 200 mark geldboeten,
subsidiair te vervangen door 20 'lagen gevangenis,
veroordeeld. Teveus werd aan Bismarck het recht
toegekend om te ei«cben dat het vonnis iu het
blad wordt opgenomen.
Naar de Protestantsche Noordbrabanter bericht, zyn De commissie voor het gedenkteeken van Leideus
de giften, welke ter leniging van de rampen, door ontzet kan thans over 22000 beschikken. Het
den watersnood in Noord-Brabant veroorzaakt, in- standbeeld vau van der Werf is iutusschen door den
komen, tot dusver betrekkelijk gering. "Vier redenen '►heer Koelman geheel afgewerkt en Zal eerstdaags
vernemen wij telkens, sclujft het blad, die velen
van geve» weerhouden.
„E*rste redenDp ramp is niet zoo groot als
die iu 1876. Dit is zoo; de gave zij dus ook miuder
grootmaar zij blijve niet geheel weg. De ramp
is veel grooter dau men algemeen denktook, doordat
verleden jaar, eveneens ten gevolge vau overstrooming,
«eu groot deel van deu oogst te loor gegaan is iu
dezelfde strekeu, die nu qederom geteisterd ziju.
Vun de overstroomiug ten vorigen jure is weinig
geschreven. Nochtans was de schade, omdat het
land iu den zomer overstroomd werd, wellicht nog
grooter dau tbaus.
„Tweede redeuDe algemeene commissie voor
deu watersnood had nog eeue belangryke som iu
voorraad. l)it is zoo. Maar dit moest tot meer
vrijgevigheid steramen. Het aanwezige kasgeld is
natuurlijk op verre na ouvoldoende. Hoe ontstond
die kas? Eenvoudig hierdoor, dat in 1876 de
comtnissiëii voor deu watersnood begrepen hebben
de haar toevertrouwde gelden zuinig te moeten be-
heereu, eu dus geen vergoeding t<^ moeten geven
aau metischeii^ die genoeg gegoed zyn, om zelf hun
schade te dragen. Het niet uilkeereu van dat geld
is dus eeu bewijs, dat men niet in het wilde maar
uitgeeft. Daaruit moet dus o. i. volgen, dat ineu
aan zulke oommissiën gerust zelfs te veel geven kan,
het thans ounoodige wordt dau later toch tot het
zelfde doel besteed. Vóóraf toch is het oumogehjk
ook maar eeuigseins het juiste bedrag der schade te
ramen. Of geeft men liever, als men vermoeden
kau, dat het te veel uitgegeven wordt aan hen, die
het niet noodig hebben?
„Derde redenDe Protestantsche armen staan,
in gemeenten waar R. K. burgemeesters zyn^ by
de Roomsch Katholieken achter. Dit is zoo niet.
Wy hebben van de meest vertrouwbare zijde vet-
nomen, hoe iu 1876 de verdeeliug der gelden heeft
plaats gehad. Daarbij zyu door de gezamenlijke
commissie vaste regels aangenomen, die allo willekeur
letterlijk onmogelyk maken. Natuurlijk kan by uit-
detliiigen altijd eeuige onbillijkheid plaats vinden
maar dit is daarom niet aan de uitdeelers, maar
aan onbekendheid met de omstandigheden te wyten.
Iedereen weet trouwens, dat, by onderzoek eener
klacht, de klager dikwijls beschaamd uitkomt. Indien
de Protestanten-als zoodanig bij vroegere uiVdeelingen
onbillijk behandeld zijn, dan is dit hun eigen schuld,
daar er in dë oommissie warme Protestanten genoeg
waren, die gaarne hunne klachten zouden hebben
aangehoord, en stellig ook by huu medeleden een
geo^hd oor zouden hebben gevonden. Daar is
echter niet een enkele zoodanige klacht ingekomen.
„Vierde redenDe ramp. heeft plaats in een
overwegend Roomsehe streek, maar men ziet niet,'
dat de aanzieulyke lloomsene familiën in ons land
zoo ijverig zyn om hun geteisterde gtloofsgenooteu
ter hulpe te komen e|s om geschilderde glazen,
kostelijke sierftdeu enz. aan de kerken ten geschenke
naar de raetaalgietery der heeren Enthoven en Co.
te 's-Hage worden overgebracht. Er is dus alle
hoop, dat de inwijding vau het gedenkteeken, over
eenkomstig deu wensch der commissie, op den 3d
October van het volgende jaar zal kunnen plaat9
hebben, indien ten minste de nog ontbrekende gelden
vóór dien tijJ kunnen gèvouden worden. Nog
3000 is er "te kor», waarvau slechts ecu gedeelte
door de renten kan werdeu gedekt. De commissie
hoopt echter dte ontbrekende gelden vau belanghebbende
inwoners van Leideu eu van de studenten aldaar
le zullen vertfrygeti.
Naar aanleiding van een schrijven door de Ver
eeniging van spoorweg-artsen aan de spoorweg
maatschappijen hier le bande, waariu die Vereeniging
laat uitkomen dat vele ongelukken op de spoorwegen
indirect zijn toe fe schrijven aan het misbruik maken
vau sterken drank, heeft de geneeskundige raad van
Overijsel en Drente zich ook tot de besturen der
maatschappijen gewend met de medcdeeling, dat
dikwerf ongelukki n ontstaan, -«iet zoozeer door wer
kelyke dronkenschap, maar ten gevolge der ont
zenuwing als gevolg van dronkenschap, waardoor
bij het personeel zekere sufheid, dofheid eu gedach
teloosheid ontstaan
De geneeskundige raad noodigt in dat schrijven
de besturen der spoorwegmaatschappijen dan ook uit
om zooveel doeulyk krachtige mdhtregelen tegen het
misbruik van sterken drank te nemen.
V
Aan de akte van beschuldiging tegen D. J. Wielingen,
oud 28 jaren, geboren te Fraueker, thans in hech
tenis, ontleenen wij het volgende:
Wegens diefstal zat besch. in preventieve hechtenis
in het huis Van arrest te Winschoten. Na reedu
twee dagen te voren het voornemen daartoe te hebben
opgevat, heeft hij in den avond van 18 Nor. 1879
getracht iu zyne cel brand te stichten. De brand
lucht en rook werden door den cipier ontdekt, die
met den bewaarder naar de cel van besch. ging,
waar zij hem aantroffen, bezig zijnde onder een
hoopje brandend stroo in den hoek zijner cel met
'de voeten te schoppen. Toen hem de reden daarvan
gevraagd werd, antwoordde hij: „ik braud de Doel
maar op." Oogcnblikkelijk werd hij naar eene andere
cel overgebracht, de brandende voorwerpen werden
verwijderd en maatregelen genomen, waardoo* verder
brandgevaar is bedwongen. 10
Besch. bekent het gedaan te hebben opdat de ge
heele gevangenis iu brand zou genaken, en hij alsdan
"of zou kunnen ontvluchten of wel in den brand zou
sterven. v
Naar aanleiding van den jongeten aanslag op het
leven des koning» van Spanje, de tweede reeds iu
zulk eeu jong leven en op zulk een korte loopbaan,
wordt in le -Temps een aandoeulyke byzonderheid
medegedeeld, MSigaaude Louis Philippe, die'zoo
dikwijls 'aan a35ipmoordenaars ten doel stond.
In zijn testament, dat te Parijs bij een notaris
in den Faubourg St. Honoré berust eu een zeer
volumineus stuk is, heeft de oude koning in een
aautal codicillen de bezorgdheid kenbaar gemaakt,
die hij gevoelde wanneer hij de zitting van het
Welgtvend Lichaam motst openen, gedurende de
laatste jaren zijucr regeering. Eeu dier codicillen
begint aldus
„Daar ik morgen in persoon de Kamers moet
openen, en bij ondervinding weet, dat moordenaars
zulke dagen vooral kiezen om 't op mijn leven toe te
leggen en niet wetende of de Goddelijke Voorzie
nigheid mij ook ditmaal zal beschermen, voeg ik dit
codicil bij mijn testament," enz.
Iu tijden van spanuing en oorlog is 't geen on
gewoon verschijusel, dat wederzijdsche dagbladen
met de grootste minachting van hunne tegeup r-
tijeu te hooreu spreken. Zoo was het tijdens den
Kritn-oorlog algemeen gebruik iu de Engelsche en
Frausche bladen, om de Russeu maar kortweg uiet
anders dau „Uarbareu" te uoetnen. Toen de vrede
gesloteu was eu de diplomaten op de dapperheid
der respectieve legers champagne-toasten dronken,
werd hel scheldwoord „Barbaren" natuurlijk oqk;
afgeschaft, eu de Russeu ook in de dagbladpers/
weder gerehabiliteerd en als fdisoenlyke lied.n
handeld en genoemd.
De Turksche journalisten gaan op d zelfde wijze
te werk om tegenstanders iu minachting te brcugen
en'hebben het daarin z Ifs vrij ver gebncht ook,
zoo zelfs dat ten gevolge daarvan, de diplomatieke
betrekkingen tu39ci»en de Porte eu deu Eugelschen
ainbtssedcur nu onlangs werden afgebroken. Eau
der Turksche bladen namelijk had, maar altyd op
hetzelfde aanbeeld en met telkens harder slagen
voorthamerende, eindelijk de Muhomedanen in Britsch-
Indië tot een algemeene opstand aangezet, en wel
omdat, zoo als het blad zich uitdrukte „het toch
hoogst onrechtmatig en belachelijk was dat aanzieu
lyke Mahomedaansche landen en bevolkingen zouden
I worden overhferschl door de bewoners van twee af
drie eilandjes, iu den grooten Oceaan als verloren,
eu die au deu eeneu dag op den andereu in de
I golveirAoudeu verdwijnen.
Dat nu vond de Engelsche Ambassadeur wat
heel kras, en wat hard te verduwen voojr den
Britscheu trotsvan daar afbrekiue^ler diploma
tieke b<-trekkiugeii, maar de Porie (firft alles weer
goed gemaakt door deu dagbladschrijvers te gelasten,
dat zij op dien toon niet mochten voortgaan, -
en da betrekkingen werden hervat.
Een welgekleed 2ljarig jongmensch,, van fatsoen
lijk uiterlijk, stoud Zaterdag voor de rechtbank te
Groningen. Hij was iu hechtenis en moest terecht
staan ter zake dat hij, als gengreë< rd klerk van den
Rijksontvanger te Uithuizen, verschillende sommeu,
door heiti van belastingschuldigen ontvangen, had
verduisterd en ten eigen bate aangewend. Toen deze
feiten ontdekt werdeu, had die ontdekking natuurlijk
zyu ontslag ten gevolge. Na dat ontslag giug hij
van een landbouwer te M., onder voorgeveu nog
steeds klerk van den ontvanger te zijn, 100 leenen
omdat er, zoo als hij zeide, bij het opmaken van
deu maandstaat van eeu vergissing van dat bedrag
gebleken was. Deze 100 bracht hij den out-,
vanger, ter vergoeding van een deel der toegebrachte
schade. Ook voor dit feit had hij zich heden te
vèrautwoordeu.
Bekl. bekende volledig en zijn bekentenis werd
door acht getuigen bevestigd; Hij beweerde de hem
ten laste gelegde feiten en nog eeuige andere,
die samen hem ongeveer 700 iu d$n zak brachten
iu een half jaar te hebben gepleegd, omdat hy
speelde en soms veel een9 wel 100 op één
avond verloor.
Het O. M. requireerde 183 dagen celstraf en
eeuige boeten.
Prof. O'. Wolliny te Muuchen heeft de uitkom
sten vau de door he.-n gedane onderzoekingen over
den invloed eener sueeuwbedekkiiig op de temp rt-
tuur van din grond, medegedeeld eu komt op grond
daarvan tot de volgende besluiten le. By vriezend
weder is de met sneeuw bedekte bodem aanzienlijk
warmer dun de onbedekte. 2e. Bij plotseling stygeu
van de luchttemperatuur boven 0 graden verwarmt
zich de onbedekte grond schieljjker dau de met
sneeuw bedekte 3e. Bij bedekte bodemiflijn de
temperatuurufwisseliugen veel geringer diu^bij on-
bedekten. Reeds ouder eene betrekkelijk dunne
sneeuwlaag, houdt zich de temperatuur van deu grond
-zeer gelijkmatig eu wordt zelden zoo sterk, dat eeu
nadeelige invloed voor de planten te vreezen is,
4e. De sneeuwbedekkiug werkt olzoo in twee rich
tingen, beschermend op den plantengroei, eerst omdat,
zij de koude van den grond weert en dan wijl ^rij
de schielyk9te weersveranderingen èn gedureude^de
bedekking èn bij den opdooi krachteloos maakt.
Vooral het laatste puut is voor den plantengroei
van g^ot belang, want wanneer zij plotseling out-