Nieuws- en a r tó, Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. S’ N° 2411. 1880. <JIS BUITENLAND. ONTWAPEÏÏIHG. Zondag 8 Februari. both, zout. Buiteiilandscli Overzicht. KENNISGEVING I ten. r <41 It JI voor KMAN, le Kunsten, recteur der trecht. sommen, die in Europa terecht verbazing i. worden daar besteed om de volks- i van wedijveren met de begrooti ngen' uda, geschikt met franco >er Boekdruk- IEXK. Zijderlaan Prins, e dipólv. ids I sru billet 'aardiger: wtheker. 'an mannen en uit alle itigheid Me- itein in Bez igheid Grnaf doshach Ba- lonel der O. Visser, Oud- >en; Armai d te Ostorne raad inGra- ‘e, in Chem- Drttiven- i longlijders er werkend ons a fl. 2. tog. burg. KINKMAN komen geschilderde lanskerk te nis der St. ningen,enz. lijk levens- Gebroedera EN) D,zacht d tegen SPIJS- >er doos, bekende een zeker king, hart- aar in 1/4 3 Cent en bjj J. H. i bij A. J. HUUR ge. te drizer stede, an Huurprjjs Bureau dezer GOUDSCHE COURANT. aan de productie zoo talrijke krjjgs- De h er Broe.i, cindi.laat der linkerzijde, is bij de twiede verkiezing benoemd tot Fransch senator voor het l-ven met 140 tegen 132 stemmen. De Pruisische Landdag zette de behandeling van de spoorwegontwerpeu voort en het bleek opnieuw, dat de groote meerderheid op de hand is der Regeering^ Bij de behandeling der begrootiug voor eeredienst hield de heer Windthorst (centrum) eeue rede, waarin bij verklaarde tevreden te zijn met de vervanging van den minister van eeredienst en zijn ouderstaats- accrelaiis. Hij verlangde, dat volkomen zou ge broken worden met de beginselen, welke tot dusver in de kerkelijke en schoolquaestiën worden gevolgd. De piiniskr van eeredienst antwoordde, dat hij hoogachting koesterde voor de Katholieke kerk en de bestaande geschillen betreurde. Had'de Regeenng zich verplicht gezien, om de wetten van den staat tegen de aanvallen der kerk te beschermen, zij had echter nimmer de hoop opgegeven om den vrede hersteld te zien, en de betere uitzichten om tot een schikking te komen waren door haar met genoegen waargenomen. De minister zag van “verdere mede delingen over dit onderwerp af. Hij betoogde, dat eene schikking slechts op den grondslag van de Pruisische landswetgcving kan plaats hebben, en dat, BIJ deze Courant behoort een Bijvoegsel. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gc- meente Gouda Gelet op artt. 8 en 7 der wet van den 2n Junij 1875, (StaatMad No. 95). Brengen ter algemeeue kennii, dat op de Secretarie ter vi«ie zijn gelegd de rereoeken met bijlagen: 1. Van J. F. Daalroan., om vlrgunniug tot hel plaatsen ran een tweeden Stoomketel in zijne Kleeder bleekery, gelegen aan den Fluweelen Singel, wijk R. No. 528, kadaater Sectie A. No. 1633. 2. Van G. ran Gent, om rergnnning tot het plaatieu ran een Stoomwerktuig in zijne Kaarderij ran ruw kat >en, in het perceel aan den Winterdijk, wijk Q. No. 128, kadaster Sectie A. No. 1902. 3. Van C. Knaap Zoon, om rergunuing tot bet plaatsen ran - een Stoomwerktuig in hunne Leer looierij, gelegen aim den Raam, wijk O. No. 99, kadaster Sectie D. No. 1806. 4. Van A. N. ran Leeuwen, om rergunuing tot bet oprichten van eene Broodbakkerij, in hel perceel aan het Vcerstal, wijk B. No. 138, kadaster Sectie D No. 1787. Dat op Zaterdag den 21 Februari 1880, des na middags ten 1 ure opjiet Raadhuis, gelegenheid is bezwaren legen de gevraagde vergunningen in te bren gen, eu dal gedurende drie dagen vóór dien dag, op de Secretarie der gemeente, van de Ier zake ingeko men schrifturen kan worden kennis genomen. Gcadw, den 7n February 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. des volks in den edelen zin des woords, men zal gelegenheid hebben om niet langer kanon nen voor inenschen te vormen. Oorzaak en gevolg zijn door den ouden krijgsman verwisseld. Verhetering moet uit de hoogere kringen der maatschappij komen, dankbaar zal door de vol!.en alles worden ontvangen wat kan strekken om aan den tegenwoordigen toestand een einde te maken. ’Amerika besteelt schatten aan het onderwijs; ...o.---rsommen, die in Europa terecht verbazing ver- van den oorlog. Waarlijk het besef dat iedere wekken oorlog een t -- !- *- 1 ‘L 1 j 1 volk niet gewekt te worden, daarvan i» ieder, overtnigd, al heeft hij den oorlog niet in ziju\. naaste omgeving zien woedenJ Hoe weinige oorlogen zijn gevoerd op verzoek der volken, hoevelen zyu voortgekomen uit de kabinetten der vorsten t Niet de volken behoeven de oorlogen als nationale rampen te loeren beschouwen, de regeeringen moeten daarvan overtuigd worden, zij moeten leeren beseffen, dat de verantwoor delijkheid groot is, die zij op zich laden door de zucht tót oorlogvoeren bij de volken aan te wakkeren, door een valsch eergevoel op te wekken en door zooveel meer wat het gezond verstand des volk» op een dwaalspoor brengt. Krachtig worden de oorlogs-uitgaven door de volken bestreden, de kabinetten stellen die voor, en kunstmiddelen worden niet ontzien om ze te doen goedUtuïen. Om een paar regementen voetvolk meer te kunnen onder houden, zou men naar Canossa gaan Alleen een betere zedelijke en godsdienstige opvoeding der volken zal hen het oorlogen als een ramp doen beschouwen, schreef de Duit- sche veldmaarschalk. Wij mogen dus ver wachten, dat hjj alles zal doen wat in hem is om de opvoeding van zijn volk te verbeteren. Dat op i’ 1 1 1 zal wel niemand ontkennen, het minst zij, die geroepen zjjn tot de opvoeding der volken. Huisgezin, kerk en staat moeten daartoe samen- werken. Voldoen zij ieder op zichzelf aan hun verplichtingen? Hoe zal de vrouw, gebrekkig ontwikkeld, haar kinderen een goede opvoeding geven, vooral als zij den tijd daartoe noodig nog moet besteden om iets te verdienen, om te helpen voorzien in de stoffelijke behoeften van dat gezin Hoe zal de kerk, in zichzelf verdeeld, •de opvoeding des volks kunnen zorgen? Acht tien eeuwen is de leer der liefde gepredikt en hoevele slagvelden hebben gerookt van het I bloed der slachtoffers, hoe weinig invloed heeft die prediking nog gehad En de staat Gaat men na, hoeveel moeite het kost, om het lager onderwijs in eenigszius voldoenden staat te brengen, dan zal men zich zeker niet verwonderen, dat van den staat weinig te hopen is, zoo lang de gelden door de burgers opgebracht, hooidzakelijk besteed moeten worden om de defensie in orde te houden of om de renten van schulden te be talen wegens vroegere oorlogen aangegaan. Waarljjk, moet eerst de zedelijke en gods dienstige ontwikkeling der volken verbeterd worden, dan zullen wij nog lang op de zoo gewenschte ontwapening moeten wachten, want juist de gewapende vrede is het grootste be letsel tegen een gezonde ontwikkeling des volks. Gaan de regeeringen voor, leeren deze de volken inzien, dat het oorlog voeren een menschonteerende gruwel is, dan zal van zelf het geld verkwisten ophouden, en uien zal meer zorg kunnen wijden aan de opvoeding Is er een zaak, waarover allen eenstemmig denken, het ia zeker over de groote nadeeien, door de staande legers en den gewapenden vrede aan Europa toegebracht. Millioenen Worden jaarlijks verkwist aan vestingwerken *u kanonnen, aan pantserschepen en krjjgs- toorraadduizenden bij duizenden manschappen worden jaarlijks aan den landbouw of de njjverheid onttrokken, om hun leven te sljjten in onnutten arbeid, of wat nog erger is in luiheid. Zijn de uitgaven die legers en vloten vorderen, hoogst aanzienlijk, nog grooter is het kapitaal dat verloren gaat door het verblijf in kazernen, waar niets geproduceerd, veel verbruikt wordt Niemand, die dien toestand niet betreurt, niei. and, die verandering niet noodzakeljjk acht; wen schei en doen zijn echter door een diepe, schjjnbaar endempbare klove gescheiden. Men zon gaarne den toestand veranderen, maar de middelen om daartoe te geraken, ontbreken. I Ontwapening van allen" klinkt zeker zeer schoon, net zou het afdoende middel zijn,maar dat middel is helaas niet toe te passen. Integendeel, men versterkt de legers, men heeft steeds meer geld noodig, ééne mogendheid gaat voor en de »ndere volgen. Frankrjjk verbetert zjjn strijd krachten en dat geeft Duitschland aanleiding om meerdere manschappen J* J te onttrekken en de reeds macht nog te versterken. Zou die vermeerdering waarljjk de sympathie van het Duitsche volk hebben, zouden waarljjk de volken zoo verzot zjjn op den krjjgsroem, als de oude veldmaarschalk Moltke onlangs in een schrijven aan een eenvoudig werkman be weerde Zouden waarlijk de vorsten en re geeringen slechts toegeven aan do wenschen der volken, die nog niet overtuigd zjjn dat een oorlog, hoe gelukkig ook gevoerd, een nationale ramp is? Wat zullen zoovelen, die-heete tranen geschreid hebben over het lot hunner lievelingen, wef gezegd hebben, deze woorden van den ouden krggsman lezende? Zal de moeder die haren zoon, de vrouw die haar echtgenoot be treurt, met d ze woorden instemmen Zal de landman, die zijn oogst, de huisvader die zjn bezittingen heeft zien vernielen en te aauwer- nood met de zijnen aan den dood ontsnapt is, den oorlog niet vloeken als een mensehont- eerenden gruwelzal bij hen en zoovelen meer eenigen twjjfel bestaan omtrent het rampzalige «reaaeii, woiiieu naar oesieeu om ue VI nationale ramp is behoeft bj het opvoeding te bevorderen; de begrootingen ewekt te worden, daarvan i» ieder, onderwijs d aar wedijveren met de begrootii u voor oorlog en marine aan deze zijde van den Oceaan, terwjjl de oórlogsbegrooting der groote republiek aau de verdedigers van den gewa penden vrede bespottelijk voorkomt. Ontwapening, hoe dik wijls is reeds die wensch geuit! Zal het nog lang vruchteloos zijn? Zullen de vri' nden van den vrede nog lang als dwazen worden aangezien, zal nog meermalen versterking der krijgsmacht als het eenige middel tot be houd van denMgemeenen vrede verdedigd worden Het arftwoord van van Moltke geeft ons weinig h fop, dat in de eerste tijden de toestand zal verbeteren. Zoolang toch de mannen van iuvloedzoo verblind zijn, dat zij alleen verbetering verwachten van devolksontwifckeling, dan is het einde niet te zien, omdat juist de leger-mtgaven het grootste struikelblok zijn tegen de verbetering van het volksonderwijs, de grondslag van alle ontwikkeling. Moge men daarvan meer en meer overtuigd worden; zijn de groote mogendheden niet in staat om het voorbéeld tot ontwapening te geven, de kleinere wachten zich althans om te willen wedijveren in de vermeerdering van uit gaven voor de defensie, die voor hen niet anders dan nadeelig kan zijn. Liever geven zjj het dat gebied nog zeer veel te doen is, voorbeeld, om de uitgaven voor de defensie tot liemaud ontkennen, het minst zij, die een minilhuin-cijfer te brengen, misschien dat dit daii sdoor de groote zal gevolgd worden, vooral als de overtuiging meer en meer veld heeft gewonnen, dat die lasten op den duur door geen volk meer kunnen gedrageu worden. Kon Nederland hierin voorgaan, het zou zich in geheel Europa een schoonen naam verwerven 1 f L. iffli fl

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1