30PEN:
I-
I
4
»pingr
agen, Kar
ige Bouw-
en ’tgeen
len aange-
I
1880,
II 1880,
looping
an Bouwerjj,
ten overstaan
MOLENAAR,
tn de Tweede,”
aen Waddinx-
UL 1880, des
[elk koeien
4 Schot-
n, Fokkal-
s),40Scha-
n Hengst.
I 1880.
KENNISGEVING.
Oproeping in Activiteit van Milicien*
Verlofganger» der Lichtingen van
1877 en 1878.
AFKONDIGING.
N, gevestigd
van
van
-ijze
’lantsoen aan
C. Nr. 94 en
tria<; waarin
era, een Keu-
tken.
«komen ten
FORTUUN
I
Hofstede van
op beneden
in.
>emde Notaris.
Hofstede van
endoal onder
ide KOEIEN,
eenige kuis
IN, 1 8PEEL-
CHOUWEN,
HORDEN en
EEDSCHAP-
des voor-
sit Ons Ge-
an
ENHÜI8 en
GROND, en
’AKllUISen
i Gouda, wijk
11 Aren, 72
in marmeren
Ider, Keuken,
tot een goed
die der liebting ran 1877
diers en Jagers en
fanterie.
II. HOSPITAAL-SOWATEN.
Van 20 Augustus tot 18 September
die der lichting vau 1877 ran de kompagnien Hos-
pitaal-Soldaten.
HI. KAVAIiEHIE.
Van 24 Juli lot 28 Augustus
die der lichting rau 1877 van het Iste Regiment
Hussaren.
Vau 14 Augustus tot 18 September
"77 van het 2de, 3de en 4de
ide KOEIEN,
1,6 PINKEN,
ig bruin bles
EN, 2BLOK-
DEN,HOOI-
RDEN.BOO-
BOUW- en
ligging aan
ot oprichting
in alle andere
w 18 en jonger dan 21 jaren zijn, bedraagt de belas
kling 6.
„tarief.*
4. art. 19 lett. ea k di*r wet, smn gevuld bij art.
10 der wet van 1843, wordt gelezen al* vólgt:
„Dienst- en werkboden in gebouwen, instellingen,
(.gestichten of inrichtingen, vermeld onder litt. c en
van art. 5 2, voor zooveel zij geen belastbare
//diensten verrichten, rechtstreek* ten behoeve van
Z/hen, die aldaar in eenige betrekking of als leden
//Werkzaam zijn. De eenige vrouwelyke bediende,
//overigens naar de eerste, derde of vierde klasse bc-
„lastbnar, in dienst van den belastingplichtige, welke
ffgeene andere bedienden houdt en vier of meer, eigen
„of aangehuwde kinderen, kindskinderen, of papillen
„by zich heeft inwonen, die op den In Mei des jaars,
//Waarover de belasting loopt, jonger dan 21 jaren zyn.*
c. De twee eerste paragraphen van art. 27 der
wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4) zijn ge
wijzigd als volgt
1. Die na den 15n Mei een perceel in gebruik
neemt, is voor dit perceel de belasting naar de vier
eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaar», die
dan nog over is, verschuldigd.
2. Aan den belastingplichtige, die in den loop
des dienstjaar* een perceel verligt, zoudrr daarin eenige
roerende goederen of iemand in zijn dienst achter te
laten, wordt ontheffing verleend vau zijn aanslag naar
de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienst
jaar», die dan nog over is, indien daarvan door hem,
binnen den tijd van eene maand, volgende op dien
waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs, schrifte
lijke aangifte is gedaan ten kantore des Ontvangers,
op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet.
z/De ontheffing wordt ook verleend over het drie»
z/maandelijksche tijdvak, waarin het peiceel werd ver
slaten, indien de belastingplichtige daarna, doch in
//den loop van datzelfde tydvak een ander perceel,
//waarvoor hij belastingplichtig is, in gebruik neemt.*
uBij overlijden van den belastingplichtige treden zijne
//erfgenamen in dezelfde rechten en verplichtingen.*
Z/De aangifte, volgens het eerste en derde lid inge-
z/diend worden als gewone bezwaarschriften aange
werkt en behandeld.*
d. Aan 1 vau art. 28 der bovengenoemde wet
van 1833, zijn de navolgende bepalingen toegevoegd:
wTen aanzien van den eersten grondslag kunnen,
behalve de janrlijksehe onzuivere huurwaarde, ook
maand- of weekhnren worden aangegeven. Andere
aangiften worden aangemerkt als niet gedaan.*
wVoor zoover de belastingplichtige de aangegeven
maand- of weekhnren niet zelf tot jaarhuren heeft
herleid, wordt de eerste door vermenigvuldiging met
te<le bewoond
i Haastrecht
de KOEIEN,
urige STIER,
- en MELK-
V, KAPWA-
alvorens het verschuldigde patentrecht te hebben vol
daan zij zullen zich tot het doen hunner aangifte
alsmede ten bnreele van hh. Zetters moeten ver
voegen, wordende de kermis- en marktbezoekende
patentplichtlgen herinnerd, dat de Marktmeester hen
niet vermag toe te laten, hetzij met of zonder loodsen,
dupli- tenten, kramen of stallen, wanneer zijniet van pa-
tent-acten voorzien zijn.
6o. Dat bij het indienen van bezwaarschriften,
ingevolge art. 1 der Wet van den In April J87O
(Staatsblad no. 60) moet worden overlegd een du
plicaat van het aanslagbiljet, legen betaling van 5
cent* bij den Ontvanger der Directe Belastingen
verkrijgbaar gesteld.
Gouda, den 6n April 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
De BURGEMEESTER van Gouda, brengt ter ken
nis van belanghebbenden, dat in 1880 in werkelijke
dienst worden opgeroepen, de hieronder aangeduide
Milicien-Verlofgangers, te weten
I. INFANTERIE.
Van 14 Augustus tot 18 September:
’**77 van het Regiment Grena-
van de acht regimenten In
die der lichting van 1877
Regiment Hussaren.
IV. ARTILLERIE.
a. Vesting-Abttllerie.
Die der lichting van 1878 en wel:
Van 3 Juni tot 1 Juli:
die van de 24ste en 26ste Kompagnie
Van 10 Juni tot 8 Juli
de 15de, 33ste, 36ste en 38*te Kompagnie.
Van 9 Augustus tot 6 September.*
de 1ste, 3de, 6de, 8ste, 9de, 10de, 11de, 16de,
17de, 18de, 27ste, 28ste, 29ste, 30ste, 34ste,
35ste, 39ste en 40ste Kompagnie.
Van 7 September tot 5 October:
vin de 2de, 4de, 5de, 7de, 12de, 13de, 14de, 19de,
20ste, 21ste, 22ste, 23ste, 25ste, 31ste, 32ste en
37ste Kompagnie.
b. Tórpedo-Kompagnib.
Van 2 Juui tot 30 Jöni
die der lichting van 1877.
c. 1ste Regiment Vei.d-Artillebie.
Van 19 Mei tot 16 Juni:
die der lichting van 1877 vau de 1ste, 4de, 5de,
6de en 8ste Battery.
Van 23 Augustus tot 25 September
die der lichting van 1877 van de 2de, 3de en 7de Batte
rij en van de Kompagnie Artillerie-Transporttrein.
d. 2de Regiment Veli>-Artillerie.
Van 14 Juli tot 14 Augustus
die der lichting van 1877 van de 2de, 5de en 6de
tien en de laatste door vermenigvuldiging met drie en
dertig tot jaarhuur herleid en alzoo herleid, als de
aangegeven janrlijksehe onzuivere huurwaarde aange
werkt.*
2. Op de verplichting, óm bij hunne bezwaar
schriften, ingevolge art. 1 <fer wet van den 4u April
1870 (Staatsblad No. 60) over te leggen een
caat van hun aanslagbiljet, legen betaling van 5 cents
bij den Ontvanger der Directe Belasting verkrijg
baar gesteld.
Gouda, den 6n April 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
die der lichting
Battery.
Van 23 Augustus tot 25 September
die der lichting van 1877 van de 1ste, 3de en 4de
Battery van de Kompagnie Artillerie-Ttansport-
trein en van de Kompagnie Transporttrein, be
stemd voor de administratieve dienst.
e. Regiment Rijdende Artillerie.
Van 16 Augustus tot 18 September:
die der lichting van 1877.
Korps Pontonniers.
Van 26 Juli tot 3 September
die der lichting van 1877.
V. GENIE.
Korts Mineurs en Sappeur».
Van 11 Mei tot 19 Juni:
die der lichting van 1877.
IIIMHl 10 HH I III Ml,
Zondag 10 April 1880.
AFKONDIGING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
Gezien het besluit van den Heer Commissaris des
Koning* in de Provincie Zuid-Holland, van den
15n Maart 1880, A. no. 420/2 3e afd. (Prov.
blad no. 25) betreffende do beschrijving voor het
Patentrecht over 1880, (dat is vau den In Mei
1830 tot den 30 April M1881); brengen ter alge-
meene kennis
lo. Dat op den In Mei aanstaande een aan
vang zal worden gemaakt met de 'oeschrijving der
patentplicktigen [Tabel 14 no. 37 tot 40], zijnde de
slijters, tappers, koffiehuis,- kroeghouders, enz, en
met het roudbrengeu aan de huizen van de decla-
rat oir en, die na verloop van drie dagen van wege
den Ontvanger der Directe Belastingen, weder zullen
worden afgehaald, waarbij gemelde patenlplichtigen
worden herinnerd aan de bepalingen Van art 2 der
Wet van den 24 April 1843 (Staatsblad no. 16),
dat zy hun beroep niet mogen uitoefenen^ dan na
dat zij de helft van hunnen aanslag over het dienst
jaar 1880 hebben voldaan, en nadat bet verschul
digde oper het voorgaande jaar, ten volle zal zijn
aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens
de patent-acteu aan hen zal kunnen worden afge
geven. Dat zoo spoedig mogelijk hunne aanslag
biljetten zullen worden bezorgd, de pulcnt-acten in
gereedheid gebracht en hel tijdstip bekend gemaakt,
waarop die zullen worden uitgereikt.
2o. Dat met de beschrijving van de gewone
patenlplicktigen over den jare 1880 begonnen zal
worden den 7n Mei aanstaande en de verklaringen
aan de huizen der Ingezetenen zullen worden rond
gebracht; dat de weder inzameling dier verkla
ringen zal plaats hebben acht dagen na de uitgifte
op welke verklaring die köopliedcn of winkeliers,
welke buskruid willen verkoopen of vuurwerken ma
ken, zulks zullen moeten vermelden, ten einde dit
op hun patent uitgedrukt worde, h»*n burby her
innerde aan Art. 21 der Wet van den 29n Januari
1815 (Staatsblad no. 7), luidende: „Kooplieden of
„Winkeliers, in steden, plaatsen of ten platten lande,
„welke buskruit* willen verkoopen of vuurwerken
„maken, zullen deze nering niet vermogen te doen,
„noch dit beroep uitoefenen, zonder dat zulk» op
„hun patent worde uitgedrukt, op de boete van
500. enz.* Ook zullen diegenen, welke
hunne goederen of waren teven» op de wijze der
kramers verkoopen, gehouden zijn op hunne ver
klaringen daarvan melding te maken, en zich des
wegen» aan te geven, onverschillig of dit alleen in
de gemeente hunner woning, dan elders plaats heeft.
3o. Dat de registers der patentplichligen zullen
worden gesloten den 31 n Mei aanstaande wordende
wijders de belanghebbenden verwezen naar de be-
palengen van art. 18 en 37 der Wet van den21n
Mei 1819 (Staatsblad no. 34) handelende zoo van
I de verplichting vay hen welke bij de» algemeene
I beschrijving zijn overgcslagen, als van de boeten
I tegen het verzuim van en gebreke in de aangifte
zelve te verbeuren.
4o. Dat de eigenaars, vaste huurders of andere
vaste gebruikers van binnen-vaarlaigen zich ter be-
koming van PATENT zullen moeten aangeven op
het Raadhuis dezer gemeente, ten bureele van hh.
Zetter*, medebrengende hunnen meetbrief en hun
patent van het vorige jaar, en zulks van den In
tot den 15u Mei 1880. (De Zon- en Feestdagen
uitgezonderd).
5o. Dat de kramers, alhier niet gedomicilieerde
ondernemer* van vermakelijkheden en debitanten van
loterij briefjes die beroepen niet mogen uitoefenen,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,*
Gezien het besluit van den heer Commissaris de»
Koning» in de provincie Zuid-Holland, va.i «len (5n
Maart 18->0, A. No. 420/1, 8e Afd. (Prov. Blad
No. 26) betreffende de beschrijving voor d: Perso-
neele Belasting, dienstjaar 1880/81 doen te weten:
1. Dat, de Ontvanger der Directe Belastingen, aan
de woningen der ingezetenen, op Vrijdag den 7n Mei
aanstaande en volgende dagen, ter invulling zal doen
bezorgen, een Beschrijeiugsbiljet, inhoudende eene korte
schets van de grondslagen der voornoemde belasting,
hetwelk acht dagen na de uitreiking, door of van wege
dien Ontvanger zal worden afgehaald, terwijl zij, welke
bij de beschrijving geen biljet zullen hebben ontvan
gen, gehouden zijn om de vereischte, behoorlijk inge
vulde verklaringen vóór of uiterlijk op den 3In Mei
dezes jaars in te dienen, ten kantore van den Ont
vanger, alwaar de biljetten ter invulling steeds ver
krijgbaar zullen zijn.
2. Dat tot tegeuschatfers zijn aangesteld de heeren:
P. M. ROOSENDAAL»
P. A. BURGHOUT,
H. J. NEDERHORST «n
G. van GENT.
Wordende de belanghebbenden voorts in bet by zon
der aandachtig gemaakt
1. Op de wijzigingen welke bij de wet vau 9 April
1869 (Staatsblad Na. 59) in de wet van 29 Maart
1833 (Staatsblad No. 4) zyn gebracht, als:
a. aan art. 17 der wet vau 1833 is toegevoegd de
volgende bepaling
„Wegens Vronwelyke dienstboden, die op den In
„Mei des jaars, waarover de belasting loopt, ouder dan
zonder toepassing van het opklimmend