Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ONING :amer N° 2441. Zondag IS April. 1880. Verkooplng koeien, eien, (aftands), falJUEST, AR0CHÏÏ1 mdende Parlementaire VVerkzaamheden. ;ld, roond door den jen in den polder len de gemeente JEN, gevestigden No- NSDAG den 21 AROCHE Apoth. te Zeilt. irtsverdrij vend, 1.en 1.99 te 6’0. in den ladeljjk geleden, van gevorderde 'erlangt bjj Fat. n KOOIJKER’s Leiden. matig Kostgeld. Courant onder tegen Mei in daats der Stoom- en n g eener kleine 9 ure, van GOUDSCHE COURANT. Is echter de ijj zich verheugen om den CHAPPEN, be- Rieken, Staren, hetgeen te koop OUT. m. 'egi het voort! A pot, verder kende depots, ndteekening L M» voorzien. BIJ deze Courant behoort een Bijvoegsel. I In de zitting van Dinsdag werd eerst bet voorstel der commissie tot onderzoek der ge loofsbrieven van den heer Bastert aangenomen, om den minister de kiezerslijst van Harmelen en alle verdere stukken betreffende deze ver kiezing te verzoeken, even als dit na de verkie zing van den heer du Tour geschied was. Een voorstel van den heer Sickesz om ook de kiezerslijst van 1878 op te vragen, werd met 38 tegen 21 stemmen afgestemd en de conclusie met 45 tegen 15 stemmen aangenomen. Blijk baar wil de Kamer met geen twee maten meten en zullen de kiezers in het hoofdkiesdistrict Utrecht andermaal in de gelegenheid gesteld worden van hun staatkundige overtuiging te doen blijken. Een overeenkomst tnsschea den staat en prins Frederik tot regeling en afdoening van weder- zijdsche schuldvorderingen, wejjl daarop met aigemeene stemmen zonder discussie aangenomen, waarna de discussie werd geopend over het wetsontwerp tot instelling eener postspaarbank. De heer de Jong bestreed het ontwerp, omdat men door de oprichting eener rjjksspaarbauk de oprichting van particuliere banken zou be lemmeren aan het rjjk zal men vele uitgaven opleggen, die tot niets dienen, terwjjl de rente die men wil geven(2.64 °/p)te gering is. Ook de heer Gratama komt krachtig op tegen uitbreiding der staatsalmacht; hij acht deze wet niet nood- zakeljjk, omdat in de meeste gemeenten goed ingerichte spaarbanken bestaan, bovendien acht hjj bet bedenkelijk de aanbieding der Nederl. Bank, om kosteloos het kassiersschap op zich te nemen, aan te nemen daar de regeering van die financieels inrichting geen gunsten mag aannemen. dan zoo noodig een toelage aan het personeel, werden de discussién gesloten en artikel 1 met 48 tegen 19 stemmen aangenomen. Van libe rale zijde stemden tegen de heeren Gratama, van Delden, Viruly, van Kerkwijk, de Jong, de Beaufort en Dijckmeester. Donderdag kwam het tot een beslissing. Bij art. 2, dat het beheer van de spaarbank op draagt aan een bezoldigd directeur, verant woordelijk aan den minister van waterstaat en rekenplichtig aan een raad van toezicht, wilde de heer van Delden een andere regeling. Hij keurde het af dat hier andere regelen zouden gelden dan 'bij de overige Rjjksadministratie ook wenschte hij controle van de rekenkamer. De minister wees er op dat juist de bedoeling van het artikel was om de administratie der spaarbankgelden afgezonderd te houden van de administratie der rijksfondsen. De heer van Delden berustte en art. 2 werd zonder hoofdelijke stemmen aangenomen. Art. 5 gaf tot eene geanimeerde discussie aanleiding. Het bepaalt dat de inlagen en teruggaven zullen geschieden op de postkantoren en op de hulpkantoren, door den minister van waterstaat aan te wjjzen. Waarom niet op alle hulpkantoren? werd gevraagd. Wat beteekenden toch de rede- neeringenden vorigen dag door de voorstanders gehouden, nu niet eens alle hulpkantoren voor de spaarlustigen bereikbaar zullen zijn? Juist in die gemeenten, waar deze kantoren zijn, zal behoefte zijn in de plaatsen, waar postkantoren zjjn gevestigd, zijn meestal ook particuliere spaarbanken. De heer Schepel bracht deze grieven in den vorm van een amendement. Het werd bestreden o. a. door de heeren van Houten, Cremers, Tak en den minister. Werd de in voering op alle hulpkantoren verplichtend, dan zou het lang duren eer de wet kon ingevoerd; daarenboven zou het postwezen er onder lijden, niet bij machte om hulpkantoren zonder spaarbank op te richten zou minder hulpkantoren vestigen. De heer Insinger wilde een termyn van vier jaren voor de invoering op alle hulpkantoren stellende heer Schepel trok daarop zijn amendement in dat van den heer Insinger werd met 36 rijksmelkerijen tegen 24 stemmen verworpen. Bij art. 14 werd een zeer verwarde discussie I gevoerd. Het bepaalt dat aau opvragen, van welk bedrag ook, binnen veertien dagen moet j zijn voldaan, doch dat bij Kon. besluit deze I termijn tot zes maanden kan worden verlengd. De vraag werd gedaan of voor kleinere bedra gen geen uitzondering kon worden gemaakt. De heer Borgesius wilde tot f 15.— toe, dadelijk bij aanvraag teruggeven, en de minister nam dit over. Doch toen stelde de heer van Kerkwijk bij amendement de oude regeerings- redactie weer voor en de Kamer besloot in dien geest met 40 tegen 28 stemmen. Een belangrijk beginsel werd nog bij art. 17 beslist. Wiens eigendom zal het reservefonds zijn? De minister wilde dit onbeslist laten, met de bedoeling dat alleen ten behoeve van de spaarbank kon worden beslistdoch do Kamer vereenigde zich met het voorstel van den heer van Delden, dat het reservefonds eigendom zal zijn van den staat. Met 50 tegen 16 stemmen werd ten slotte het ontwerp aangenomen. Tegen stemden van de liberalen, de heeren de Jong, Gratama, van Kerkwijk, Schepel, Viruly, van Delden, Rutgers en Dijckmeester; daarenboven de heeren de Casembroot, de Jonge. Douner, Lobman, Keuchenius, van Berkhout, Reekers en van der Hoeven. Do heer Mees kreeg vergunning «MUUCUICU. livuuvu lu uviwug v wa» uv.l UIV&CMICMUH vjliuxj V WU UVV pvi De heer Dyckmeester had nog andere be- stand in de maatschappij en als eenmaal de want de regeering zwaren. Reeds nu zjjn de postdirecteuren met *- J_ J_~ 1 1 1 1 1 werkzaamheden overleden, voor de postspaar banken zal dus meer personeel noodig zjjn, terwjjl op de hulpkantoren geen gelegenheid tot inbrengen zal zjjn. Bovendien worden door de particuliere spaarbanken met een philautro- pisch doel opgericht, die ook hoogere rente die geven, tal van nuttige inrichtingen in ver schillende gemeenten onderhouden. De oprich ting der rjjksspaarbank is onnoodig en daarom is ook hjj tegen het ontwerp. Na zooveel bestrijding, was het woord aan een vurig strjjder vóór die instelling. De heer Goeman Borgesius wees op de nood zakelijkheid om de gelegenheid tot sparen te de politieke beschouwingen, vermeerderenhet getal van f al was het dan ook 100 meer dan 10 jaren het gesprokene door den heer Lohman te weer- 1 leggen. Waartoe die bezwaren, zeide de heer Idserda, de proef is gemakkeljjk te nemen heeft de postspaarbank hier geen levensvat baarheid, zij zal te niet gaan. J- inrichting goed, dan zal hjj zi medegewerkt te hebben, om de gelegenheid tot sparen te vermeerderen. Na deze discussie was de verdediging voor de regeering niet moeielijk. De ministers van „7a en waterstaat, bespraken de breed- uitgemeten bezwaren, toonden het nut der in stelling aan, vooral op die plaatsen waar voor alsnog alle gelegenheid tot sparen ontbreekt, toonden aan dat juist de lage rente alle con currentie met bestaande spaarbanken uitsluit en dat de gevaren die gevreesd werden geheel denkbeeldig zjjn. Na repliek van de heeren Gratama en de Jong en na de verklaring vau den minister van waterstaat dat de kosten niet meer zullen zijn, van particuliere spaarbanken in 1830 en 1848 staat bet bankroet der Fransche rjjksspaarbank in 1848. Nadat de heer Teding van Berkhout ook zijn bezwaar had kenbaar gemaakt, verdedigde de heer de Bruijn Kops de instelling, de bezwaren toch waren veel te hoog uitgemeten en er was te weinig gelet op de gunstige werking in het buitenland. Vele der motieven nu aangevoerd waren ook tjjdens de invoering der postwissels gebezigd, en nu zou niemand die willen missen volgens spreker zal de Kamer door de aanne ming een goed werk doen/ De voorstanders der rjjkspostspaarbank, ge prikkeld’ door de bestrijding, waren hoofdzakelijk in de zitting vau Woensdag aan het woord. Eerst verklaarde zich de heer van Stolk voor de oprichtinghadden vorige sprekers het ont werp geschetst als een voortbrengsel der katheder- socialisten, de beer Blussé verklaarde dat hjj minder bevreesd was voor geleerden die zich met de oplossing van staathuishoudkundige vragen bezig hielden, dan voor onstuimige volksvergaderingen en dat het beste middel om aan de woelingen der socialisten een einde te maken wel zou zjjn hun een kapitaal te be zorgen; moet het geld kosten, dat geld zal niet verloren zijn. Ook de heer de Mejjier, de heeren van Delden en de Jong weerleggende, toonde zich een ijverig voorstander, Voor geld dat altjjd en overal opvraagbaar was, achtte spreker een rente van 2*/pCt. voldoende, omdat Lat doel der inrich ting geen geldbelegging, maar geldbewaring moet zjjn. In verdere uitbreiding der staats bemoeiing in deze richting had deze spreker niet het minste bezwaar, evenmin als de heer van Gennep, die na verschillende geopperde bezwaren zeideDoor het ontwerp aan te nemen zal men een goede en nuttige daad ver richten in het belang van een uitgebreiden zaak in orde is, dan zal men zich verbazen over den grooten tegenstand, die de oprichting bjj de vertegenwoordiging ontmoet beeft.» Nadat ook de heer Bredius de bezwaren van deu heer j van Delden had trachten te weerleggen, vond deze een medestander in den heer Lohman, en i zelfs rjjksbakkerjjen en rijksmelkerijen in het debat bracht om die socialistische in- stelling te bestrjjden. Of de heer van Delden op zulk een medestander gesteld zal zjjn Een partjjgenoot van den heer Lohman, de heer van Wassenaer was ook volstrekt niet door den heer Lohman overtuigd, hjj deelde de be- zwaren tegen het ontwerp niet en allerminst D De heer Tak van 276 spaarbanken, Poortvliet kostte het dan ook weinig moeite was onvoldoende. In iedere gemeente moest gelegenheid tot sparen zjjn, niet op be paalde tjjden, maar den geheelen dag en dit is alleen mogeljjk door postspaarbankendoor het geheele land kan men dan ook zjjn gestorte gelden terug ontvangen, terwjjl ook de rjjks spaarbank veel meer zekerheid geeft dan parti culiere inrichtingen. Goed onderwjjs en ruime tot .sparen aclit spreker noodzakelyk --o het eene moet het andere aanvullen. Devrees finantiën voor uitbreiding der staatsbemoeiing deelt spreker niet, en toch dit was dit juist het hoofdbezwaar van den volgenden spreker, den heer van Delden, die reeds pensioen-inrichtingen, levensverzeke ringen en wat dies meer zjj, in het vooruitzicht stelde, als de eerste stap op dien weg gezet is. Ook vreesde deze spreker voor het staatskrediet, wanneer de inlagen aanmerkelijke sommen be droegen en die in tjjden van crisis werden opgevraagd. Tegenover het in gebreke bljjven

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1