és. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Iels, W, NQ 2443. 1880. L E N EUEX, 1ENS, ►ffen, SCHOOLCOMMISSIE. Vrijdag 23 April. erkooplng □S, SRIES. Parijs. Het Verslag uwste 1. HT. de Betaling der JLI 1880. omen ten Kan- ,UIT. van die i op de GOUDSCHE COURANT. Moordrecht, is n 23 APRIL te Moordrecht, i bewoond door lij veiling, xer- r te verkoopen JUK, LOODS, is een perceel en gelegen te trekkende van aan den eigen- LENHOVEN, ien heer vin en gedeeltelijk raan A. MUL; e B. onder de 469, te zamen Grondlasten UR, staande te trekkende van m B. VAN DEll en genoemden vosten de dub- ster bekend in jroot 1 Are en uis en Schuur mer som van van den grond 1EN. Grond- instelling van liefdadigheid, profiteert nalatigheid. Op 31 December gingen genoemde school 45 kinderen geboren in 1877(1), 110 geboren in 1876, 72 geboren in 1875,106 geboren in 1874 en 17 geboren in 1873. Men heeft ons wel eens verhaald dat zelfs Protes-. tantsche kinderen die school bezoeken. Dit is ver moedelijk overdreven, maar waar zóóvele ouders van deze particuliere inrichting gebruik maken, daar wordt het hoog tjjdomook van gemeente wege ruimere gelegenheid te geven, niet tot het bewaren van kinderen, tiaar tot voorbereidend onderwijs. Een troost is ermen heeft alles uit gesteld tot de nieuwe wet in werking treedt; het geduld zal dus waarschijnlijk nog maar korten tijd op de proef worden gesteld. Het onderwijs op de openbare scholen noemt de commissie goed, ja in sommige klassen zelfs uitstekend. Waar in enkele klassen het onder wijs niet voldoende voorkwam, moest dit bijna altijd worden gezocht in het gebrek aan vol doend personeel of in de inrichting van het gebouw, slechts zelden bij den onderwijzer. Volkomen te recht merkt de commissie op >Het is wenschehjk dat op elke school de indeeling in klassen goed zij en niet te ver schillende graden van ontwikkeling daarin ver- eenigd worden, gelijk soms door gebrek aan personeel geschiedtdat het aantal leerlingen in ééne klasse niet te groot zij voor één onder wijzer; dat elke klasse geplaatst zij in een afzonderlijk lokaal; dat de boofdonderwijzer het toezicht over het geheel Acnnne houden en door nu en dan in verschillende klassen zelf les te geven, zich alzoo overtuige, dat bij het onder wijs zooveel mogelijk op de verstandsontwik keling van den leerling worde gelet; dat men niet verzuime de noodige kennis aan te bren gen; dat elke klasse in een juist verband sta met de andere en een goed onderdeel vorme van zijne (hare?) school.» De 3e paragraaf zal naar we hopen de bijzondere aandacht van onze Raadsleden trekken. Zij handelt over de schoolbibliotheken, neen over de schoolbibliotheek, wantslechts aan eene school is eene dergelijke bibliotheek verbonden, aan de le armenschool (372 leer lingen op 31 December) en deze bibliotheek ge niet eene jaarlijksche subsidie van twintig gulden. De 4e paragraaf vermeldt dat op alle open bare scholen volgens de reglementen een examen is gehouden. Het bevestigde de overtuiging, dat het onderwijs goede vruchten droeg. De prijsuitdeeling zal in nadere overweging worden genomen, na de invoering der nieuwe wet. We zouden gewenscht hebben, dat de commissie haar oordeel nader had te kennen gegeven. Is zij voor prjjsuitdeeling Op lagere scholen achten wij prijsuitdeeliugen, liefst in vereeniging met schoolfeesten, een krachtig mid del tot bevordering van doeltreffend schoolbe zoek. Het invoeren van maandeljjksche rapporten aan de ouders omtrent de vorderingen en het gedrag hunner kinderen komt de commissie ge wenscht voor. Wjj achten die rapporten onmis baar. De ouders stellen belang in de vorde ringen en het gedrag hunner kinderen. Het is bijna ondoenlijk voor de hoofden der scholen, om hen allen te woord te staan. Door goede (d. w. z. ware) rapporten zullen alleen die ouders die een ongunstig rapport ontvingen, met den onderwijzer te rade gaan. Wjj zjjn van meening dat de voor het welzjjn der kinderen onmisbare band tusschen huisgezin en school, tusschen ouders en onderwijzers door deze rapporten ver sterkt kan worden 1 Mochten ze spoedig worden ingevoerd VAN DB Ook dit verslag wordt sedert eenigen tijd afzonderlijk uitgegeven. Het verdient ten volle dat er de aandacht op worde gevestigd. Moes ten we bij het verslag omtrent handel, nijver- héid en scheepvaart op vele leemten wijzen, die veroorzaakten dat het verslag een zeer ge brekkig overzicht gaf, het verslag van den toestand van bet lager onderwijs is vollediger en leertdien toestand beter kennen. Billijk is het er bjj te voegen dat bet door den kleineren kring, waarin liet zich beweegt, en door de wijze van samenstelling met minder bezwaren te kampen had. Doch ter zake. 1 behandelt den algemeenen toestand en begint met de verklaring, dat zoowel het open baar als bet bjjzonder lager onderwys in bloeien- den toestand verkeert. Die toestand moge wat het openbaar onderwjjs betreft ten deele aan de Raadsbesluiten worden toegeschreven, vooral is hij echter verschuldigd aan den uit stekenden ijver en de onverflauwde werkzaam heid der hoofdonderwijzers en hoofdonderwij zeressen. Het hulppersoneel volgde dit voorbeeld en de onderlinge ‘(verstandhouding liet haren goeden invloed gelden. De schoolbevolking was klimmende. Ziedaar ongetwijfeld in weinige regelen veel lof. Is er te veel gezegd? Wellicht zal dit in 't vervolg van het verslag blijkendoch één. punt onderschrijven we ten volle, nl. hetgeen van de hoofden der scholen wordt gezegd. Mogen zij allen nog vele jaren, geëerd door de bevolking, gewaardeerd door de autoriteiten, hun nuttigen werkkring in ons midden ver vullen De 2e paragraaf, die over het onderwijs in ’t bijzonder handelt, bespreekt vooral het onder wijs aan de tweede burgerschool voor jongens (hoofdonderwijzer, de heer Leopold). Deze school opende den 16 Juni 1879 met een veel grooter getal leerlingen, dan de commissie verwachtte. In weerwil van de groote bezwaren, waarmede de school te kampen had het personeel en de leerlingen waren elkander vreemd; het hulp personeel was onvoltallig; de lokalen waren ongeschikt noemt de commissie de resultaten reeds nu bevredigend. Wij willen ons daarbij gaarne neerleggen. De school is nog te kort in werking om nu reeds een gevestigd oordeel-te vellen. Slechts twee opmerkingen: 1°. Geheel vreemd was het personeel, naar we meenen, niet aan de leer lingende heer Hannik ging immers met zijne geheele klasse van de school van den heer Huber naar die van den heer Leopold over? 2°. Het getal leerlingen was in de laatste maanden van ’79 verminderdin Juli telde de school 82, op ultimo December 71 leerlingen. De eerste burgerschool voor jongens (hoofd onderwijzer, de heer Huber) ondervond de gun stige gevolgen van de oprichting der nieuwe school, üe klassen zijn nu niet te talrijk, de tucht kan beter gehandhaafd worden en het onderwjjs draagt ujeer vruchten. Zij telde op 1 Januari 293, op 1 Juli 222, öp 31 December 198 leerlingen. Omtrent de overige scholen wordt in deze paragraaf niet gesproken. De commissie dringt nogmaals aan op de vervulling der behoefte aan voorbereidend onderwijs. Zij verwijst naar haar verslag van 1876. Sedert dien tijd werd aan de zaak niets gedaan en het bjjzonder onderwijs, speciaal de bewaarschool der R. K. In 5 wordt over de gebouwen gehandeld. Voornameljjk worden in deze paragraaf de be zwaren ontwikkeld tegen de vestiging der 2e openbare burgerschool voor jongens in de lokalen der burgeravondschool. Het verwondert ons geenszins. Hoe men ooit den moed gehad heeft deze poging te wagen, kan alleen worden ver klaard door de groote behoefte, die aan deze school geacht werd te bestaan en door den spoed waarmede zjj werd in het leven geroepen. Mi i zag voorbij dat een gebouw, opgericht voor middelbaar, d. i. vakouderwjjs, zonder groote veranderingen niet is in te richten voor een school van lager, d. i. klassikaal onderwjjs, indien men althans een gebouw begeerde, (en dat mocht toch wel) beantwoordende aan de eisehen van den tegenwoordigen tijd. Sedert hoevele jaren is de eerste burgerschool voor meisjes (hoofdonderwijzer, de heer Kramers) al te klein voor het aantal leerlingen, (op ultimo December 216)? Sedert hoelang wordt al aan gedrongen op de zoo dringend noodige speel plaats We hebben het nu al zoover gebracht, dat een memoriepost voor deze school op de be groeting prijkt. Memorieposten zjjn taai, zegt men wel eens; mocht dit woord in dit geval eens onjuist bljjken De tusschensehool (hoofdonderwjjzer, de hegr Schriek) mist nog steeds de overdekking van den gang en een glazen afscheiding in de mid delste klassen. Ook op de armenscholen is de ruimte dikwjjls onvoldoendereeds zouden voorzieningen noo- dig zijn geweest, indien niet aan de R. K. Jon gensschool een afdeeling voor kosteloos onderwjjs ware verbonden.* Een welsprekend citaat! De tjjdeljjke schoolopziener drong aan op de stich ting van een, zoo geen twee kostelooze scholen. Voorwaar het openbaar onderwjjs verkeert »in bloeienden toestand.» Alleen de eerste burgerschool voor jongens en de tweede voor meisjes zjjn volgens de commissie voldoende, de tusschensehool vrij voldoende; doch de tweede burgerschool voor jongens, de eerste voor meis jes en de beide armenscholen volslagen onvol doende, zóó onvoldoende dat Het een uitkomst was dat aan de R. K. jongenschool een afdeeling voor kosteloos onderwys werd verbonden 1 6 handelt over de onderwjjzers. De vacaturen waren in het afgeloopen jaar minder talrijk vermoedeljjk een gevolg van de betere regeling der tractementen. De toelagen voor het onder wjjs in vreemde talen moeten naar het oordeel der commissie worden verhoogd; evenzeer komen de tractementen der hoofdonderwjjzers (met uit zondering van dien der 2e burgerschool voor jongens) daarvoor in aanmerking; vooral de hoofdonderwijzer der le burgerschool voor jongens leed door de oprichting der 2e een aanzienlek verlies. Vermeerderd weid in hef afgeloopen jaar het getal hulponderwjjzers aan de tusschensehool ook zal aan de le armenschool een achtste hulp onderwijzer worden aangesteld en aan de tus- schenscbool een derde hulponderwijzeres in de handwerken. Noodzakeljjk oordeelt de commissie het om het hulppersoneel bjj het onderwijs in de handwerken op de eerste burgerschool voor meisjes te versterken. 7 spreekt van de openbare scholen. Eenige staten bjj het verslag gevoegd geven een doel matig overzicht omtrent deze scholen bij het einde van 1879. Me ontleenen daaraan het volgende De le armenschool, hoofdonderwjjzer de heer Gouda, telde 9 hulponderwjjzers of hulponder- wijzeressen, 5 kweekelingen en 372 kinderen. De 2e armenschool, hoofdonderwijzer, de heer Posthumus, telde 8 hulponderwjjzers of hulpon-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1