Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, i EEXX1SGEV1XG. Parlementaire Werkzaamheden. Woensdag 28 April. I - h'i De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. MOND- en KLAUWZEER onder het Vee. ■i Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN hoogere afschrijving bij 4 ADVERTENTIËN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. i - EU*/ fe De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prijs per drie maanden is 1.75, franco per post 2. voor te bepalen dat binnen twee jaren na de in werking treding der wet de wijze van onder zoek en de schaal van vergelijking, bij maatregel van inwendig bestuur bepaald, aan de bekrach tiging der wet zal worden onderworpen. Overigens verzekert de minister dat een onderzoek naar de beste wetenschappelijke methode zal inge steld worden. Met 40 tegen 23 stemmen wordt het amen dement van den heer Holtzman verworpen en art. 3 met 46 tegen 17 stemmen aangenomen. Een voorstel om de wijziging door den minis ter bij art. 3 aangebracht te doen vervallen, werd met 47 tegen 18 stemmen verworpen, en de geheele wet met 54 tegen 12 stemmen aan genomen, nadat de minister de invoering der wet op uiterlijk 1 Januari 18öl bepaald had. In de zitting van Maandag werd het lot van het te Utrecht gekozen lid, de heer Bastert, beslist. Met 32 tegen 30 stemmen werdtrtde toelating van dien afgevaardigde besloten, in strijd met de conclusie van het rapport. De heeren van Kerkwijk, Verheijen, Corver Hooft, Patijn, van der Linden, Godefroi, van Wasse- naer v. Catwijck en van der Kaay spraken voor-, db heeren Heijdeurijck, van der Hoeven, Brou wers, Gratama en de Bieberstein spraken tegen de toelating, terwijl de heer Luijben, rapporteur der commissie, de conclusie verdedigde. De verdedigers der toelating grondden zich voornamelijk op het feit dat de meerderheid door den heer Bastert verkregen, niet in eene min derheid zou verkeeren, indien de stemmen der onwettige kiezers van de op hem uitgebrachte stemmen werden afgetrokkenook waren er die de wettigheid der lijst nimmer in twijfel had den getrokken, en die derhalve nu voor de toe lating van den heer Bastert stemden, gelijk zij het vroeger voor die van den heer du Tour hadden gedaan. De bestrijders meenden, dat door de beslissing omtrent de verkiezing van laatstgenoemde was erkend dat de kiezerslijst van Harmelen niet deugde, en dat alzoo iedere verkiezing, waaraan was deelgenomen door hen, die op deze Ijjst voorkomen, moest worden vernietigd. Sommigen verdedigden deze meening uit beginsel, anderen uit eerbied voor het vorig besluit der Kamer, al hadden zij toen daartoe niet medegewerkt. Ook deze quaestie is dan ook nu weer beslist. Dit nut zal zij zeker hebben, dat aan de vast stelling der kiezerslijsten voortaan meer aandacht wordt besteed, dan tot nog toe op vele plaatsen jiet geval was. Onwettige, of zelfs foutieve kiezerslijsten zullen, door het gebeurde met deze verkiezing, minder voorkomenzoowel het collegie van burgemeester en wethouders1, dat de lijsten opmaakt en vaststelt, als die kiezers, die over die lijsten een wakend oog hebben te houden, zullen van deze les kunnen proliteeren. Dat resultaat is belangrijk genoeg, om er vrede mede te hebben dat gedurende eenige maanden d<A volksvertegenwoordiging een lid minder telde, dan de grondwet voorschrijft. GOUDSCHE COURANT. De BURGEMEESTER, der Gemeente Gouda, Getieu de circulaire ran deu Heer Commissaris des Kouhigs iu de provincie Zuid-Holland, van deu Vu April I860, A. uo. 805 (2e afd.), (Proviuciaal* blad no. 31). Breugt ter algemeene kennis/ dat bij het Koninklijk besluit van 14 Maart 1880 (Staatsblad uo. 31). met intrekking van dat dd. 30 October 1872 (Staatsblad uo. 105) nader is bepaald, welke ziekten van het vee vour besxettelyk worden gehouden en welke der in de wet vau 20 Juli 1870 (Staatsblad uo. 131) genoemde maatregelen bij het heerschen of bij het dreigen vau elke dier ziekten moeteu worden toegepaet dat in dat besluit, behalve wijziging van enkele punten van bet ingetrokken besluit, onder de be- smcttelyke ziekten vau bet vee ook genoemd is het Moud- eu Klauwzeer (besmeitelijke blaaruitslag vau deu moud en de klauweu) bij herkauwende dieren en Varkens, terwijl het kwaadaardig klauwzeer bij Schapen, het zoogenaamd rotkreupel^ niet genoemd wordi dat van het voorkomen van Mond- en Klauwzeer derhalve iu het vervolg door de houders of hoeders vau vee onmiddelijk aangifte moet wordeu gedaan aau deu Burgemeester der Gemeente waar het vee zich bevindt en tevens het aangetaste vee vau het overige oumiddelijk afgezonderd moet worden, waarna bet onderzoek plaats heeft, bedoeld in art. 16 der wet vau 20 Juli 1870 (Staatsblad uo. 131); dat van gevallen van zoogenaamd rot kreupel bij Schapen niet langer aangifte behoeft te worden ge daan. Daar echter Schapen, even als Ruudvee, Bokken eu Geiten, tot de herkauwende dieren be- hooreu, zijn op d<ze dieren de bepalingen betref fende het Mond- eu Klauwzeer (iu het aangehaald besluit uader omschreven als besmttltlijke blaar- uitslag van den moud en de klauwen) wel toe passelijk. Verzuim van aangifte of afzondering zou tot strafvervolging van den overtreder leiden. De eigenaars van vee worden op deze bepalingen opmerkzaam gemaakt, ten einde bij overtreding geen onwetendheid te kunnen voorwenden. Goudal den 27n April 1880. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN 1JZENDOORN. Bij het ontwerp bevattende nadere bepalingen omtrent den accjjus op de suiker, opende de heer Holtzman het debat met tewjjzenopdengrooten invloed, die elke verandering van dien accijns heeft op den handel en de industrie in suiker. Meer dan 100 millioen pond worden jaarlijks ingevoerd, verwerkt en uitgevoerd en deze be lasting is bjjua de eenige die in het afgeloopen jaar meer dan de raming heeft opgebracht en wel ongeveer 61/, millioen. Is dus verandering noodig Uitvoerig behandelde de minister de suiker- wetgeving en de opbrengst van den accijnsin 1852 was zij l1/,, in 1865 4V,,nu ruim 6 millioen. Met dit ontwerp is het niet het doel om de fabriekanten te belemmeren in de verwerking der grondstof, maar om te waken dat de schat kist het haar toekomende erlange en om prak tijken te verhoeden, die aanleiding geven tot een lageren aanslag bij hooger suikergehalte. Door deze wet zal de kandij-fabricage gerele veerd worden, meer vrijgevige bepalingen nopens de verwerking van stroop en de gereedmaking van ingemaakte vruchten zullen in het leven geroepen en kwade praktyken zullen belet worden. De heer Heydenrijck acht deze voordracht niet gerechtvaardigd terugkeer tot de differen- tieele rechten acht hij het meest in het belang van onze suikerindustrie. Door den heer Holtzman wordt nog aan getoond dat de wet niet zoo onschuldig is ais de minister beweertwaarom anders het adres der suikerhandelaars, waaronder de eerste firma’s voorkomen In de zitting van Vrydag werd d.t debat voortgezet en ten einde gebracht. De heer Mees herinnerde de Kamer dat zij niet slechts wetten moest maken, maar ook voor de richtige uitvoering der gemaakte zorgendit ontwerp dient om aan de ontduiking der belasting door kleuring van suiker eu andere kwade praktijken een einde te maken, terwijl spreker aantoont dat de strafbepalingen in dit ontwerp minder streng zijn dan in een gelijke Fransche wet. Nog nader toont de minister aan, dat de quaestie van bescherming of vrije handel met dit ontwerp in geen verband staat; hij wil zich volstrekt geen partij stellen tusschen de Java-suikers en die van minder gehalte, maar hij wil alken dat geen betere suiker als minder goede wordt aangegeveu, om daardoor minder accijns te betalen en hoogere afschrijving bij uitvoer te erlangen. De grootste bestrijder der wet, de heer Holtz man, lichtte nog nader zijn bezwaar toe, wat repliek uitlokte van den heer Mees, de verde diger van hbt ontwerp, waarna de algemeene beraadslagingen werden gesloten en art. 1 en 2 zonder discussie werden aangenomen. Op art. 3 was door den heer Holtzman een amendementvoorgesteld omtrent de classificeering der suikers, en hoofdzakelijk om daarvoor een vast stelsel aan te nemen, wat volgens dien spreker in het ontwerp gemist werd. Door den heer Schimmelpenninck van der Oye wordt dit amendement bestreden in het vertrouwen dat door de regeering een middel zal gevonden worden om aan het verzoek der adressanten te voldoen, en de macht der admi nistratie te beperken. Ook voor den heer de Bruijn Kops was de onbeperkte macht der administratie een bezwaar De heer vau Stolk acht eveneens waarborgen in de wet noodig. In het belang van den handel meent de mi nister het amendement te moeten bestrijden en het stelsel der wet te verdedigen. Omnochthans aan de bezwaren tegemoet te komen, stelt hij

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1