11
s
q
i'
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1880.
N° 2448.
BUITENLAND.
JB
I!
I
fti
Woensdag 3 Mel
1
i.u
KENNISGEVING.
Parlementaire Werkzaamheden.
Bulleulaudsch Overzicht.
Ml
Uit hoofde van den Hemelvaartsdag
Wordt de volgende Courant één dag
vroeger uitgegeven.
I I
-- --4
J
f
r*
o
■s
I
GOUDSCHE COURANT.
De VOORZITTER van den Raad der Gemeente
Gouda
Brengt ter openbare kennis
dat aan de Kiezers in deze Gemeente zjjn toege
zonden de Oproepingsbrieven en Stembiljetten tot
bet benoemen eau drie leden ran de Provinciale
Staten en dat wanneer eenig kiener zijn stembriefje
verloren beeft of er geen mocht hebben ontvangen,
hy zich tot bekoming daarvan ter Plaalselyke Secretarie
aid kunnen vervoegen.
dat de inlevering der Stembriefjes zal aan range 11
op den 11a Mei aanstaande, des morgeus ten liegen
en eindigen des namiddags ten 5 ure
dat het stembriefje schriflelijk iugevuld, door den
Kiezer in persoon in de Stembus moet gestoken
worden
dat g<en ander Stembriefje dan dat hetwelk van
bet zegel der Gemeente voorden is, mag worden
gebruikt
dat de in het Briefje in te vullen personen, dui-
deljjk, met naam en voornaam moeten worden aan-
wezen
dat het Briefje niet onderteekend mag zijn en
gtene briefjes omvatten of daaraan opzettelijk zijn
vastgehecht.
Gouda, den 3u Mei 1880.
De Voorzitter voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOOKN.
s ----- - -«a.«. De heer van Houten
Zulk een toezegging geen afdoende verklaring gekregen hebbende,
beneden de vertegen- trekt zyn motie in, en verklaart evenals de
regeling goed te keuren. I heer de Casembroot tegen de conventie te
wMauaaiwi zullen stemmen. Evenzoo door den heer Hey-
denrjjck, die zegt, dat de ministerieels rede de
kroon zet op de tegenstrijdigheden, ja dubbel
zinnigheden van den minister. t
De heer Cremers betreurde de intrekking der
motiën, wees op het belang van de aannemtn^^'
der conventie, trachtte de gemoederen te beda
ren en nam de motie van den heer van Hou
ten iq eenigszins gewijzigde bewoordingen over.
Drong ook de heer Verheyen op de aanneming
der conventie aan, des noods met de annexe,
de heer van Heukelom wil of formeele intrek
king der gedane belofte of verwerping der con
ventie, de minister kan dan een andere regeling
trachten te verkrijgen. De minister zegt dat dit
niet zoogemakkeljjk zal gaan en verklaart tevens
de motie van den heer Cremers aan te nemen.
Nadat de heer Keuchenius geconstateerd bad,
dat de missives van den minister door zinver
klaringen aan flarden waren gescheurd, werd
de motie van den heer Cremers met 51 tegen
23 en de conventie met 54 tegen 20 stemmen
aangenomen.
Met 65 tegen 3 stemmen werd daarop een
strook gronds voor de koniukljjke stallen te
's-Gravenbage gelegen, aan die stadsbestaan.
Met 50 tegen 8 stemmen werd daarop nog
een pntwerp tot verhooging van de Indische
begroeting tot aanleg van den spoorweg
Madioen—Soerakarta goedgekeurd. De heeren
Corver Hooft en de Casembroot hadden flnan-
tieële bezwaren, de heeren Teding van Berkhout
en de Bieberstein achtten dien weg onnoodig.
Door den minister en den heer van Gennep werd
het ontwerp verdedigd.
Gisteren is het wetsontwerp onderzocht tot
verhooging der begrooting van binnenlandache
zaken, om de wet tot regeling van het lager
onderwjjs met I November a. s. te kunnen
invoeren. L.
De twee laatste zittingen der afgeloopen week
zjjn hoofdzakeljjk gewijd geweest aan de be
spreking van de toelichting eener met Luxem
burg gesloten conventie; over de conventie zelve
toch is weinig gesproken. De hoofdzaak was
zal de Nederlandsche diplomatie in het vervolg
belast worden met de vertegenwoordiging van
dat groot-hertogdom in het buitenland; een
feeder onderwerp, na de afgelegde beloften onzer
regeering en den tegenstand, dien dit plan reeds
in de afdeelingen en bij de pers .ondervonden
had. In de zitting van Donderdag werd echter
eerst naar aanleiding van een adres van de
kamer van koophandel te Middelburg door de
vertegenwoordiging de wensch uitgesproken
dat de zuider-spoorweg, hoofdzakeljjk tusschen
Roosendaal en Venlo, in verschillende baanvakken
van dubbel spoor zal voorzien worden.
De heer Cremers bestreed het eerst de conven
tie niet Luxemburg gesloten. Is deze liquidatie
geen betaling met gesloten beurzen, vroeg die
spreker, zooals men het doet voorkomenmaar
nemen wjj ook de verplichting op ons óhi voor
de diplomatieke vertegenwoordiging van Luxem- dan ook volstrekt niet gerusf
I verklaring zal volgen. Intrekking der toezeg-
noodzakelijk in 's lands belang.
Volgens den beer van Heukelom is verwer
ping van het tractaat het eenige middel, na al
de gegeven verklaringen om tot een goed einde
te komen. De motiën brengen ons weinig
verder, daar men geen acte behoeft te nemen,
van i Q
en de regeering niet verplicht is aan een motie
gevolg te geven. De heer de Casembroot wil
met geld, niet met welwillendheid afrekenen,
wat een protest van den minister uitlokte, die
nader de oorzaak der wederzjjdsche schulden
uiteenzette en vervolgens het belang der con
ventie verdedigde, vooral met het oog op toe
komstige gebeurtenissen, als wij misschien niet
meer met Luxetnbuf^door een personeele unie
vervolg dat dienstbetoon bg de eerste de beste I zullen verbonden zjjn.
gelegenheid te weigeren, L-1
moge slim zijn, doch het is
woordiging om zulk een i
Kan de regeering niet rond verklaren dat wij ons
van alle diplomatieke bemoeiingen ten behoeve
van het groot-hertogdom zullen onthouden, dan
zal spreker de motie voorstellen «De kamer, de
wederopneming van de diplomatiek^ vertegen
woordiging van Luxemburg in strijd achtende
met het belang des lauds, gaat over tot de orde
van den dag.c De heer fan Eek deelde de
bezwaren van den vorigen spreker niet; de kamer
heeft alleen de conventie te beoordeelen, afge
scheiden van alle briefwisseling en minis
terieels verklaringen, en tegen de overeenkomst
zelve heeft hij geen bezwaar. Uitvoerig ver
dedigde de minister van buitenlandsche zaken
de conventie, die geheel afgescheiden moet be
schouwd worden vau de diplomatieke vertegen
woordiging, die een gunst zal zijn door ons aan
Luxemburg te bewjjzen, en waarop te allen tijde
kan teruggekomen worden, indien dit noodig
mocht blyken. De heer Heydenrjjck wil een
dilMelyke verklaring, of de regeering zal letten
op de verklaring der kamer, dat zu het niet
wenscheljjk oordeelt dat het groot-hertogdom
Luxemburg, ook maar tijdelijk, door onze diplo
matie zal vertegenwoordigd worden.
Ten gevolge der redevoering van den minister
diende de heer van Houten een gewijzigde motie
in, luidende: Da kamer acte nemende van de
verklaringen van dsn minister van buitenland-
eche zaken: •>-*- - -
1. dat de aap de Luxemburgse!» regeering
gedane toezegging is een onverplichte, steeds te
herroepen welwillendheid,
2. dat de vertegenwoordiging te Brussel,
Barys en Berlijn geheel is buitengesloten, en
3. dat de vertegenwoordiging zich uitsluitend
zal bepalen tot de bescherming van bijzondere
belangen van Luxem burgsche onderdanen,
gaat over tot de orde van den dag.”
Kon de regeering zich met deze motie ver-
eenigen, dan zal alle bezwaar tegen de over
eenkomst zijn weggenomen. De heer Schim-
melpenninck van der Oye achtte onze vorderingen
zeer betwistbaar, en meende dat de conventie
niet door Luxemburg zal worden goedgekeurd
als de diplomatieke vertegenwoordiging als
compensatie ontbreekt. Minder zwaartillend was
de heer Gratama; hij had evenmin bezwaar
tegen de conventie als tegen de diplomatieke
vertegenwoordiging en achtte de motiën doelloos.
De heer Borgesius oordeelde dat de verklaringen
van den minister de regeering in Luxemburg
zeer zullen verwonderen, als geheel in strijd
<net de gewisselde stukken. Hij is daardoü®
p
burg zorg te dragen? Heeft die vertegenwoor- reeds drie verklgringeff" vin het geschrevtJj
digihg al of niet alleen betrekking op de belangen woord, wie staat ons borg dat geen viercre
der particulieren en betreft het dus meereen ver- verklaring zal volgen. Intrekking der toezeg-
tegenwoordiging door consuls dan door gezanten? gingen op 7 Januari gedaan, acht die spreker
Uit de gewisselde stukken was dat spreker vol
strekt niet duidelijk. Uitvoerig stelde hij de
gevaren in het licht, die uit de eerste opvatting
konden voortvloeien; in 1867 was er in dit op
zicht reeds leergeld genoeg geg<
openhartige verklaring door de n
hg zijn stem over deconventieafhankelijk. De
heer Schimmelpenninck van der Oye,’ hulde
doende aan de openhartigheid van den minister,
vond tockook op historische gronden groot
bezwaar nret in de conventie, maar in de
daaraan verbonden diplomatieke quaestie.
Heeft Luxemburg een vordering op ons, zeide
de heer van Houten, dan moet die in baargeld,
niet met te verleenen diensten verefiend worden,
vooral niet indien het plan bestaat om in het
Ten gevolge der stemmiug in de Kamer, waarna
wij iu ous vorig nummer «preken, beeft bet ministerie
zyu outslag ingedieud. De koning heeft laag geaarzeld
of hij dit zou rerleenen, dan wel of hij de Kamer
zou ontbinden. Ten slotte heeft hy tot het laatste
besloten. De nieuwe Kamer zul 26 deur bijeen
komen.
Er bestaat evenwel aiet veel vooruitziet, dat de
■ïug run zaken zal verbeteren de kwaaj zit id den
•ptneeueu politieken toestand in Italië, zooals blijkt
BLhet overzicht der staatkundige partyeu.
Coip het gebied der buiteulandsohe politiek heersoht
bijou volkomen eendracht. Alle partijen zyu vau
oordeel dat eeue 'actieve politiek naar buiten voor
Italië niet raadzaam ia, en de herhaalde vredelievende
verklaringen van ministers van uiteenloopende kleuren
worden dan ook telkens met levendigen bijval in
de Kamers begroet. Alleen de heer Crispi wil do
bniteulaiMlsche politiek wat krachtiger, terwijl de kleine
groep der Italia irridenta zoo maar hals over konfr
Oostenrijk zou willen aanvallen om de „Broeder» ia.
een warboel dat geene eukele party in staat is «enigen
gewichtigeu maatregel tot stand te brengen. De béide
groote viageu van den dag zyu de uitbreiding vau
het kiesrecht en de afschaffing van de gemëalbebsting.
Over de eerste zijn eigenlijk alle partyeu, of zeker
eene groote meerderheid het in beginsel eens; maar
toch wil A. niet dat zij door B. wordt tot stand
gebracht. ïn de gemaalbelazting, vroeger door da
conservatieven ingevoerd, achten deze zich verplicht
jeven. Van. een
regeering maakte
afhaukeljj'
der Oye,’ huldi
:b<ook op historische gronden groot
met in de conventie, maar in de
Heeft Luxemburg
niet met te verleenen diensten/verefiend worden.