Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1880.
N° 2469.
DE WATERWEG
TUSSCHEN
i
Woensdag 23 Juni.
Amsterdam en Rotterdam.
f
De ontwerpen sub A.
ding
deel zal, naar 't mij voorkomt, geheel blijven
bestaan voor de schepen die de Mallegatsluis
willen doorvaren, maar de overigen houden
zich toch zeer zeker in de gemeente niet op,
tenzij zij vrachtgoederen voor Gouda geladen
hebben of zijn aangewezen om daar te laden.
Ik voor mij kan dus niet inzien dat, wat dat
betreft, dit ontwerp voor die Gemeente zooveel
gunstiger is dan het oorspronkelijke, wanneer
men daaraan het zijkanaal naar de Kromme
Gouwe toevoegt, tenzij de nijverheid in Gonda
zich nog aanmerkelijk uitbreide, zoodat ook
voor die vaartuigen, welke thans de Gemeente
niet kunnen bereiken, lading is te vinden.
Eindelyk zoo zegt het Gemeente-bestuur,
kunnen de rechten alleen geheven worden
wanneer werkelijk van de werken in de gemeente
wordt gebruik gemaakt. Maar men kan be
zwaarlijk de vaartuigen tot een zij het. dan
ook kleinen omweg noodzaken en zich
daarvoor niet onaanzienlijke uitgaven getroosten,
alléén opdat Gouda rechten heffe.
Overigens mog niet worden voorbij gezien
dat van de verbetering van den waterweg eene
toeneming der vaart te wachten is. Doet nu
die waterweg Gouda aan en is het recht van
Gouda tot tolheffing onbetwistbaar, dan volgt
daaruit dat de Gemeente door die vermeerderde
vaart eene directe vermeerdêring van inkomsten
zqn genieten zonder e mige opoffering harerzjjds
niet alleen, maar als een dadelijk gevolg van
den gekozen omweg en daarmede in verband
staande hoogere aanlegkosten.
Een billijk vergelijk schijnt my intusschen
niet ónmogelijk.
De aangegevene richting van ontwerp C is
gelijk reeds gezegd, zeer wel bruikbaar, en het
van nog geen 2 K. M., kan
GOUDSCHE COURANT.
In de aanstaande zomervergadering der Pro
vinciale Staten van Zuid-Holland zal een voorstel
worden behandeld tot verbetering van boven
genoemden waterweg, dat ook voor onze ge
meente van groot belang is.
Het is bekend dat bij de Kanalenwet van
den Minister Tak werd voorgesteld de verbete
ring van den waterweg tusschen Amsterdam
en Rotterdam langs Alphen en den Holland-
schen IJsel; dat door den heer Patyn in de
tweede kamer werd voorgesteld te spreken van
den waterweg tusschen Amsterdam en Rot
terdam langs Alphen, Oouda en den Holland-
schen IJsel; dat zoowel dit amendement (met
één stem minderheid), als Art. 1 der Kanalen
wet (om redenen buiten dit plan gelegen) werd
afgestemd en het ministerie dientengevolge aftrad.
De tegenwoordige Minister van Waterstaat
is evenzeer geneigd tot verbetering van dien
weg, maar wjjkt hierin vau zijn voorganger
af, dat hij eerst door de provinciale besturen
de zaak wil geregeld zien, alvorens met zyn
voorste] by de wetgevende macht te komen.
Het plan van den heer Tak werd dientenge
volge door Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land gezonden aan de besturen der Hoogheem
raadschappen en Gemeenten door of langs welke
-4 1 -4-L J--- -/ 4
de uitvoering van dat plan eenig bezwaar
hadden, en zoo ju, op welke wyze daaraan
naar hun inzien het best tegemoet zou kunnen
worden gekomen, zonder benadteling aan het
doel dat met de vaarts-verbetering wordt beoogd.
Aan het bestuur van deze gemeente werd uit
den aard der zaak deze vraag gericht en bij
missive van 7 Februari j.l. werden door B. en
W de bezwaren ontwikkeld tegen deze afsnij
ding van Gonda van het scheepvaartverkeer.
Deze bezwaren ook dit is bekend zijn
drieledig
lo. In t verlies dat de winkelier zoude lijden
door het verplaatsen dier doortrekkende schip
persbevolking,
2o. de groote schade aan ons fabriekswezen
en onzen handel door de uitvoering van dat
plan toegebracht,
3o. de nadeelige invloed die door het ver
leggen der vaart op de gemeente-financiën zou
worden uitgeoefend.
Na de ontwikkeling dezer bezwaren, die voor
onze stadgenooten althans wel achterwege kan
blyven, gaan B. en .W. aldus voort:
<0p tweeërlei wyze kan met eerbiediging onzer
belangen de scheepvaart in het genot eener uit
stekende vaart worden gesteld, namelijk door,
zoo als op het nevensgaand plan A wordt aan
gegeven, eene groote sluis van 140 Meter of
langer te leggen naast de Mallegatsluis, of door,
volgens plan B, met wegbreking der tegenwoor
dige Mallegatsluis, eene groote en eene kleine
sluis te bouwen in den Stads-Uiterwaard, even
buiten de stad. In beide gevallen zou de Turf-
Singelgracht hier en daar kunnen worden ver
breed door het afsteken van een gedeelte van de
stadsvest. De Kromme Gouwe zou moeten wor
den afgesneden op dezelfde wyze als dat door
het zjjkanaal van de heeren Hoofdingenieurs
geschiedt.
Voor het onverhoopte geval dat tegen deze
plannen bedenkingen mochten bestaan, zou nog
een derde weg mogelijk zijn, die voor de scheep
vaart geen enkel bezwaar oplevert en ofschoon
voor onze gemeente veel minder gunstig dan de
plannen A en B, toch niet zoo hoogst nadeelig
is, als de door de Heeren Hoofdingenieurs ont
worpen coupure. Die weg is aangewezen op
het plan C, no. 1 en 2. Volgens dat planblyft
de vaart voor kleinere schepen bij voortduring
gaan door de Mallegatsluis en wjjkt zij voor
grootere in de Turfsingelgracht van dén be-
staanden waterweg af om op eenigen afstand
van onze stad den IJssel te bereiken.
Aan dit plan is voor ons het nadeel verbonden
dat de kom der gemeente zich allengs zou ver
plaatsen, waarvan eene groote waardeverminde
ring der gebouwde eigendommen aldaar het ge
volg zou zijn.
Wij hebben om de hiervoren genoemde redenen
de eer Uwe vergadering te verzoeken in Uw
voorstel tot het verleenen van subsidie voor
verbetering van de vaart tusschen Amsterdam
en Rotterdam de voorwaarde op te nemen dat
de vaart worde gemaakt volgens het hierbij
overlegde plan A of B of, voor het geval dat
dit U niet geraden mooht voorkomen, in allen
gevalle volgens de plannen C, no. 1 en 2.»
Deze bezwaren en plannen werden in handen
gesteld van den Hoofd-ingenieur van den pro
vincialen waterstaat in Zuid-Holland, den heer
J. van der Vegt, een der ontwerpers van het
plan-Tak. Zyn advies luidt aldus
«Gouda wenscht eene geheel andere richting
dan die welke vroeger werd ontworpen en is
door het zykanaal dat die Gemeente met de gerec
tificeerde Kromme Gouwe zou moeten verbin-
.MuoLiiapi/ru cu ucmreü uovi ui lang» weiKe den, niet bevredigd.
de waterweg loopt, giet de vraag of zy tegen Drie andere richtingen worden door dat
-- - Gemeentebestuur in overweging gegeven. By
twee daarvan is het onnoodig stil te staan.
De ontwerpen sub A. en B. zijn onuitvoerbaar
of althans ondoelmatig, in zooverre de toegang i
tot de sluizen gebrekkig blijft en de uitvoering langere traject
der werken noodwendig stremming der passage evenmin ernstig bezwaar opleveren. Men
tengevolge zoude moeten hebben.
Deze bezwaren gelden niet voor het ontwerp
sub C. Dat ontwerp is zonder twijfel bruik-
baar en kan der scheepvaart dezelfde diensten
bewjjzen als het oorspronkelijke.
De voordeelen der bedoelde richting zijn
zelfs dat de Oostpolder voordeeliger wordt door
sneden, omdat een kleiner deel diens polders
van een grondduiker af hankelijk wordt en de
communicatie met het Moordsche Verlaat te
Gouda ongehinderd blijft. Bovendien wordt
eene kleinere hoeveelheid lands vergraven dan
anders het geval zoude zijn.
Nadeelig echter is deze richting, omdat de
schepen daardoor tot een omweg van ruim 1,5
K. M. zijn gedwongen, waarop de bochten, wel
niet te sterk zijn, maar toch aanmerkelijk sterker
dan in het eerste ontwerp; terwijl de aanleg
kosten met 4'/„ ton gouds ongeveer zullen
worden verhoogd in de onderstelling van eene
vaart voor monitors en met 3'/4 ton wanneer
men alleen verbetering ten behoeve der Rijn
vaart beoogt.
Het Gemeentebestuur van Gonda kan zich
nog slechts noode met dit ontwerp vereeuigen
en geen wonder. De redenen toch waarom op
het behoud der bestaande richting wordt aange
drongen, zijn dat het gedwongen oponthoud bij
de sluis, hoe kort ook, den schippers aanlei
ding geeft om in de Gemeente de benoodigdheden
voor de geheele «reis op te doen; dat de ge
legenheid om vrachtgoederen te verzenden met
de doorvarende schepen van groot belang is
en dat het heffen van tol eene aanzienlijke bron
van inkomsten is voorde Gemeente.
Het eerste voordeel nu is by dit ontwerp
zoowel als bjj het oorspronkelijke, voor de
schepen die van de nieuwe sluis gebruik maken,
vervallen, tenzij de gemeente zich naar de zijde
dier nieuwe sluis uitbreide. Het tweede voor-
zou
dus ten behoeve van Gouda dit ontwerp voor
het vroegere in de plaats kunnen stellen. Indien
nu echter de Gemeente Gouda hecht aan de
indirecte voordeelen die voor hare neringdoende
burgers en voor haren handel aan de door haar
voorgestelde richting zyn verbonden, dan moet
zij, dunkt mij, Ook het bewijs leveren dat het
baar met die voordeelen ernstig gemeend is
en dat zjj niet onder den schyn van indirecte
voordeelen te zoeken, uitsluitend directe voor
deelen beoogt.
Dit bewijs nu is te leveren wanneer de Ge
meente zich bereid verklaart om na de vol
tooiing der nieuwe werken en gedurende den
tijd dat zij alsdan nog tot ontheffing is gerech
tigd, slechts de helft te zullen heffen der
tegenwoordige rechten.
Op deze wijze zou naar 'tmij voorkomt, de
gemeente Gouda gebaat, en het algemeen be
lang althans niet benadeeld zijn.»
Gedeputeerde Staten hebben zich met het
derde plan, door het bestuur van Gouda voor
gesteld, vereenigd, en geven alzoo aan de pro
vinciale Staten in overweging om hen te
machtigen „ten behoeve der verbetering van den
waterweg tusschen het IJ en de Zuid-Holland-
sche rivieren en stroomen, bjj overeenkomst de
Provincie Zuid-Holland jegens het Rjjk te ver
binden tot beta'ing van een bijdrage nit de
Provinciale fondsen van 1,500,000 in de kosten
van aanleg en van ƒ10,000 ’s jaars in de kosten
van onderhoud; de laatste af koopbaar tegen den
penning 20, wanneer die verbetering door den
Staat wordt uitgevoerd en deze het verder beheer
en onderhoud op zich neemt" mits onder anderen
„het plan door Burgemeester en Wethouders van
Gouda sub c overgelegd, dat is, de rigting uit
gaande van den IJssel ongeveer 1000 M. beneden
de Mallegatsluis, noordwaarts tot in de Turt-
singel bij het Rabat, worde gevolgd, tenzij de