bulletin:
e—7
Een groote ramp dreigt onze Gemeente.
Mr A. A. van BERGEN IJZENDPORN is heden be
noemd tot Lid der Gedeputeerde Staten /van Zuid-Holland en
zou, bij aanneming dezer eervolle benoeming zijn betrekking v.
Burgemeester dezer Gemeente moeten nedei eggen.
Mochten de eenparige wenschen van Gouda s burgerij liem
voor ons in zijne tegenwoordige betrekking doen behouden blijven,
het zou voorzeker in het belang dezer Gemeente zijn.
hoofd- en eerste handelstad daarover anders dachten,
daar bleek het door dezen tot dit doel verzamelde, niet
eens voldoende, om de daarvoor gemaakte kosten te
dekken. Gelukkig echter dat hier weder de spreuk
bevestigd werd „vele laatsten zullen de eersten zijn."
Want waar vele grooteu en edelen en machtigen
daarmede in gebreke bleven, daar hebben toch man
nen van allerlei rang en stand en uit iedere volks
klasse, zoowel uit Nederland en Insuliude daartoe
hunne steenen of steentjes aangedragen. Reeds in
dien zin mag het dus een nationaal gedenkteeken
worden genoemd, dat het een voortbrengsel van we
zenlijke vaderlandsliefde van velen te achten is.
Maar ook evenzeer omdat het geheel op vader-
landschen bodem, door een Nederlander ontworpen en
vervaardigd werd. Neen wij vonden geenc vrijheid,
oui.in den vreemde te gaan zoeken, wat biuneu onze
grenzen te vinden was. Wij hadden geene vrij
moedigheid, om onze kunstbroeders voor het hoofd
te stooten en te ontmoedigen door ze bevooroor
deeld reeds vooraf bij anderen achter te stellen.
Eu wy zouden htt kwalijk voor u kunnen ver
antwoorden, Mijne Heeren wanneer wij de stoffelijke
bijdragen ons toevertrouwd, en waaraan onze kun
stenaarswereld zoozeer behoefte heeft, aan hunne haud
onttrokken hadden, 0111 ze in een vreemden schoot
uit te storten. Met vertrouwen hebben wij ons
daarom voor een ontwerp tot enkelen hunner ge
wend. En gij, Mynheer Stracké, die eerst in den
door ons uitgeschreven wedstrijd de eerekroon hebt
weggedragen, en wien wij vervolgens de geÜeale
uitvoering van het werk opdroegen, gij hebt dat
vertrouwen niet beschaamd, geenszins eu in geencn
deele. Integendeel, gij hebt onze beste verwachting
overtroffen en u op eene onberispelijke, wat zeg ik,
allerloffelykste wijze van uwe taak gekweten. Ont
vang daarvoor hier in 't openbaar ons aller dank uit
mijnen mond. Neem hem aan met den wensch, dat
deze eersteling, nog door vele groote en omvangrijke
kunstgewrochten, gebeiteld door uwe hand, moge
gevolgd worden. Maar ook tegelijkertijd met de bede:
blijf, ofschoon ook gevoed door den kunstzin en de
kunstkennis van den vreemdeling, hetzy uit vroegere
eeuwen, hetzy uit lateren tijd, blijf nochtans, gelijk
uw reeds vermaarde vader, Nederlander in al uw
werk. En toon het immer gelijk gij het hier toondet,
dat gij tot iets dergelijks geroepen, de geschiedenis
van uw volk kent, maar ook den geest van het beste
gedeelte uwer natie huldigt, die zich immer in de meest
glansrijke tijdperken van haar bestaan, door eenvoud
zoowel als door kracht eh waarheid gekenmerkt heeft.
Ja door eenvoudkracht en waarheidDat zich
daardoor werkelyk ons volk vroeger en later onder-
scheiden heeft: het is hier de plaats niet, om dit
aan te toonen. Maar wel om er, Mijne Heeren,
uwe aandacht op te vestigen, dat zich daardopr
ook ons monument, onderscheidt. En ook op grond
hiervau durven wij het ai verder een echt nationaal
gedenkteeken noemen. Wat het eerste, dieu eenvoud
betreft, dit zal wei geen betoog behoeven, evenmin
als het daarvoor vatbaar is. Het kunstgewrocht
zelf moge daarvan aanstonds getuigenis afl eggen! En
dit zal het ook voor iederen onbevangene en die daarvoor
eenigen zin eu gevoel bezit. Dat daaraan evenwel
geen krachten hier meer bepaald geen kracht van
zin en beteekenis, is opgeofferdhet zal u blijken
uit zyn geheelen aanleg en sumeustel. Vier scheepjes
zult gy daar gedeeltelyk voor u zien, de namen van
Mauritius, Hollandia, Amsterdam en het Duifkeu
voerende, waarvan het laatste (de pinas, gelijk men
het toen noemde, of het advies-jacht, gelijk wy
thans zouden zeggen) veel kleiner van omvang dan
de overige isen die met elkander onze eerste
Oost-Indische vloot uitmaakten. Een steen dragen
se, die den naam van „de Gebr. de Houtmanin-
boorlingen en poorters van Gouda, als grondvesters van
het eerste verbond, gesloten tusschen Nederland en Jn~
sulinde," ten opschrift voert. En die sieen wederom
wordt gekroond door eene zinnebeeldige voorstelling,
die u aan scheepvaart en koophandel en beur rijke
en weldadige vruchten herinnert, gelyk deze eenmaal,
in hetgeen hun hier tot steunpunt dient, hunnen
roildsten bron en tot op den dag van heden nog
voor ons vaderland hunnen bechsten grondslag vonden.
Ik vrnag het u kan men werkelijk door beitel of
penseel een der merkwaardigste feiten onzer ge
schiedenis met zijn gewichtigste gevolgen, in korter
en krachtiger trekken, uitdrukken? Maar is nn die
geheele opvatting ook waar zoo hoor ik sommigen
vragen. Of wordt wellicht door het een en ander
den genius der geschiedenis geweld aangedaan Ik
zou my schamen, Mijne Heeren, myhe huidige taak
onder u te hebben aanvaard, indien omtrent het
een of het ander zelfs nog maar een zweem van
twyfcl bij mij was overgebleven. Neen, welke
pogingen men ook in 't werk hebbe gesteld in
onzen tyd, om hem van die eerekroon te berooven,
het valt niet te ontkennenCornelis de Houtman
was wel waarlyk de grondlegger van het eerste ver
bond iussohen Nederland eu lnsulinde. Een enkel
partydig dagboek door een jong en onbezonnen vriend
zyns bittersten vijnnds geschreven, is niet in staat
hem van den voorgrond, waarop hem tijdgenoot en
nakomeling heeft geplaatst, naar den achtergrond te
verdringen. Zoo vele andere van meer bezonnen
en onpartydigc tochtgenooteu, die wisten «elke ge
wichtige belangen het hier geldt, waarvan gene in
sjjne ondergeschikte scheepsbetrekkiug niet eens kennis
schijnt gedragen te hebben, staan nog immer ge
reed om hem te wederleggen. Maar ik ben heden
niet onder u opgetreden, om my op nieuw als tot
een vroeger reeds gestreden strijd aan te gorden.
Slechts datgene mag ik hier niet geheel verzwijgen,
wat later onderzoek zoowel van mijzei ven als uuderen
sedert aan het licht heeft gebracht, om hem als het
hoofd en niet «lichts a.s de rechterhand te hand
haven. Wie toch, ik vraag hei u, speelde reeds,
toen hij aangaande alles wel ingelicht uit Lissabon
was wedergekeerd, eeu hoofdrol ouder de Amster-
darasobe reeders en kooplieden Het is Cornelis
de Houtman geweest, die de eerste stukken betreffende
dien tocht eu gericht aau de Stutenjjvaa Holland
en West Vriesland mede onderteekend heeft. Wie
werd niet alleen tot Hoofd-Coiumies aan booid der
schepen, maar boven de drie overigen, zelfs met
praeadvies in iedere zitting vau den Scheepsraad
eu, bij staking der stemmeu, met eene beslissende
stern benoemd Het is wederom Cornelis de
Houtman geweest, gelyk uit de instructie vau den
Scheepsraad, op dien tocht ontworpen en vustgesteld,
blijken kan." Wie gold en liet zich gelden als de
Capitano major by hunne aaukoinst te Bantam hield
daar als zoodanig een plechtigeu intocht: opende
daar de eerste onderhandelingen betreffende eeu te
sluiten verbond P j Alweder het is Cornelis de
Houtman geweest die bij het een en ander, krach
tens het hem verstrekte patent, in geen geringer
waardigheid dau vau tegenwoordiger van zijne Vorst.
Excellentie handelde. Maar waarop het ons hier boven
alles aaukomt, wie heeft werkelyk op een der eerste
Julidagen van 1596 dat eerste verbond, of gelijk bet
iu het stuk zelf luidt„dit ligue van vruntschap en
verbondtenis," waarbij het den onzen werd toegestaan
in die haven ende stede ie handelencopen, ver
mangelen ende te vercopen, so dick ende menighmaelen
het hun gelieven" zou, gesloten eu onderteekend? Het
is Cornelis de Houtman en niemand anders dan
Cornelis de Houtman geweest, die het eenige maan
den later zelfs, op den 11 October, omdat men dit
onder invloed der Purtugetzen* had geschonden, ver
nieuwd, verscherpt, bevestigd heeft. Ik weet het
wel dat hij hier niet geheel onafhankelyk eu vrij
machtig handelde. Aan zijne iustructie van Z. Excel 1.
Graaf M au rits van Nassau was hij gebonden. Maar
gelyk deze reeds op zich zeil zeer vrijgevig was,
leverdt» zy ook later gteu beletsel op om in het
gesloten verbond zelfs de woorden op te nemen „met
den doorlvchligtn Prins voors. en met UEd. Ik weet
het evenzeer, dat die eerste expeditie uiet terstond
al de vruchten afwierp, welke sommige zich daar
van voorgesteld hadden. Hij, zoo min als de be
stuurders der Compagnie vau verre, schijnt dit zelf
verwacht te, hebben. Want in al hunne daarover
met de Staten gewisselde stukken spreken zij gedu
rig van „twee vogagiesMaar toch 87,000, na
aftrek van alle kosten en schadeo, eu ondanks de
weigering der schippers, om, ter verhooging daarvan,
ook de Mol ukken aan te doen, was ook iu die dagen
vooral geen onaardige winst. En van welken invloed
zij in het vervolg van tyd voor koophandel en zee
vaart zou kunnen worden, bewees reeds terstond het
jaar 1598, toen er in Holland en Zeeland qsn nlge-
meene ijver ontstond, om naar Oost-Iuüië te varen,
en Amsterdam alleen reeds weder een negental sche
pen langs dienzelfden weg derwaarts zond.
Neen, er valt niet aan te twyfelen, zij het ook
met hulp en voorliohting van anderen, Corn, de
Houtman heeft ons den weg naar en in Oost-Indie
gebaand. Hij was werkelyk de grondlegger van het
verbond tusschen Nederland eu lnsulinde. Eu heeft
hy het, hoewel zyns ondanks, op zijn eerste reize
reeds door het tijdelyk gemis zijner vrijheid, en op
een tweede zelfs door het verlies zijns levens met
zijn bloed verzegeldgelukkig dat hij van een jonge
ren broeder werd vergezeld, die in het leven niet
alleen gespaard bleef, maar die ook door zijn edele
houding eu den goeden.dunk dien hij den inlanders
vau echt Ilollandsche trouw wist iu te boezemen,
deu invloed der Portugeezen gefnuikt en het verbond,
door dien broeder gesloten, bevestigd heeft.
Bij de beschouwing van ons monument, als een
echt nationaal gedenkteeken, dringt zich eindelijk nog
een denkbeeld aan mijnen geest op. De plaats waar
wij het stichtten, geeft daartoe aanleiding- „Met
het verbond tusschen Nederland en lnsulindezoo
wierp men ons tegen, heeft Gouda niets meer dan
elke stad vun Holland en Zeeland te maken. Men
liet er echter onverwijld op volgen: tenzij als de
geboortestad van Houtman. Maar ik vraag het
Mijne Heeren! kon men wel een beter wapen ons
in de hand geven, om onze keuze van de plaats
waaraan wij boven ieder ander de voorkeur gaven,
te verdedigen. Juist als de geboorteplaats van de
Gebr. de Houtman, komt aan Gouda de eer van
een monument voor die Gebr. de Houtman* te
bezitten, toe. En waar een Vlissingen u op het
standbeeld van M. Adr. de Ruyter, een Delfs-
haven op dat van Piet Hein, en om ook eens
even een ander gebied te betreden, een Brouwers
haven op dat van vader Cats wijzen, evenzeer
inboorlingen dierzelfde steden, doch die zich levens
jegens ons geheele vaderland verdienstelijk maakten,
daar durven wy dan ten slotte zelfs ook op dien
grond gerustelijk ons monument een echt nationaal
gedenkteeken heetenl
tylaar genoeg reed» tpt staving onzer stelling.
Wellicht heb ik te veel van sommiger geduld ge
vergd. Men ontbloote thans het kunstgewrocht en
make het zichtbaar voor ons aller oogen, terwijl
de tonen klinkeu van ons geliefkoosd volkslied!
(Hierop volgde de onthulling onder het spelen
van het „Wien Neerlandsoh bloed," door de muziek.)
Als zoodanig geven wij het dan ook heden aan
u over, Edel Achtbaar Bestuur der gemeente Gouda.
Ontvang het als een huldeblijk aan twee uwer
grootste inboorlingen en burgers uit naam van een
dankbaar nageslacht, zoowel in Nederland als Iusu-
linde. Neem het als zoodanig voortdurend in uwe
hoede en bescherming. Onderhoud het en zorg er
bestendig voor, opdat het, gelyk het thans werkelyk
is, steeds als een sieraad binnen uwe veste prijke.
Wijst er uwe medeburgers op, als op een teekeu
van de waarachtigheid en trouw dier zinspreuk
uwer vaderen, die gij in uw stedelijk wapen voert,
maar ook als een wegwijzer voor henzei ven en
hunne kinderen:
per aspera ad astra,"
Ik heb gezegd!
Namens het gemeentebestuur neemt daarop de heer
Reraij, wethouder der gemeeute, het woord om het
gedenkteeken te aanvaarden, met de volgende rede
Zoo heeft dan de feestredenaar zijn taak geëindigd
en zeggen wy hem welgemeend dank voor ieder woord
door hem gesproken eu voor het geschiedkundig licht
dat hij voor ous deed opgaan.
Thans rust ons oog met welgevallen op het zoo
even onthulde eenvoudig maar sierlijk nationaal ge
denkteeken, dat daar staat opgericht alt huldeblijk
van een dankbaar nageslacht ter Cere van twee onzer
verdienstelijkste stadgenooten.
Dat monument wordt der stad Gouda welwillend
als een geschenk aangeboden, door U mijne Heereu
die als Ledeu der Hoofd-Commissie aanspraak hebben
op onze jjrkeutelijkheid, die wij U dan ook gaarne
toebrengen.
Het is uw verlangen, dut het door het Gemeente
bestuur worde overgenomen, om het te onderhouden
en te beschermen.
Welnu dan in naam, van dat Gemeentebestuur
verklaar ik, ouder dankbetuiging, dut aan irw ver
langen zal worden voldaan, dat wij liet op deu iu-
veutaris van hetgeen der gemeente toebehoort zullen
plaatsen, om er voor te zorgen eu het als een kost
baar sieraad der burgery aan te bevelen, maar bovenal
om het hier te doen Beschouwen als een sprrkeud
tecken, dat onze Natie de verdieusteu barer burgers
weet te waardeeren en zoo roepe dan dit motiu-
meut jaar in jaar uit, het eiken voorbijganger toe
Laat uw licht schijnen voor de menscheu,
Begraaf uwe talenteu niet,
Werk zoolang het dag is
en bevorder met lust eu met ijver alles wat strekken
kan tot bloei en welvuart vau ons dierbaar Vaderland.
Ten slotte brengt de heer Scheltema nog namens
de commissie een woord ran dank aau allen, die
het stichten van het monument hebben mogelijk ge
maakt déor hun bijdrageu eu aan allen die door
hunne tegenwoordigheid blijken hebben gegeven vau
hunne bcmngstelliug.
Daarmede is dit deel der feestviering afgeloopen.
Onze lezers wenschen zeker niet van ons eene
beschrijving van bet monument, dat zij thans alle
dngeu kunnen gana bezichtigen. Dit alleen willen
wij zeggen, dat het bij vluchtige kennismaking op
ons een uaugenaiaeu indruk maakte, voor.d inden
bloementooi waarin het smaakvol stond opgericht
on dat, naar onze meeningt de lof door deu feest
redenaar toegezwaaid aan den beeldhouwer ïhrackc
welverdiend was. Het komt ous voordat het monument
geheel past bij de omgeving eu een waar sieraad
mag heeten voor dat deel onzer stad. De commissie
verdient den dank van ons allen, omdat zij, trots
alle hinderpalen, de zaak tot stuud bracht eu wel
op eene wijze die haar goeden smaak eer aandoet.
Na een druk bezoohte Matinee in „Ons Genoegen,"
had de aangekondigde maaltijd plaats. Wij haiden geen
gelegenheid dien bij te wonen. Wij vernemen dat
ite eerste dronk is uitgebracht op Z. M. den Koning
door den Burgemeester, en dat daarna de heer van
Goltstein de stad Gouda heeft herdacht. Indien wij
nadere byzonderhedeu daaromtrent vernemen, deelen
wij die in ons gewon^ nummer morgeu mede.
Een luisterryk vuurwerk bekroonde het feest.
Eene onafzienbare menigte bedekte ons marktplein,
dat voor dergelijke gelegenheden zoo uitnemend ge
schikt is. Eene gepaste vroolykheid heerschtc onder
het publiek, nergens voor zoo ver wij weten door
wanorde gestoord. Wij zullen geen afschrift geven
van het uit 9 nummers bestaand programma van
't vuurwerk, maar vermelden toch, dat no. 6 (sou
venir aan dë Gebr. Houtman) en inzonderheid liet
prachtige slotstuk (eeu kotter ia volle zeilen) alge-
roeeue toejuiching vonden.
Met de bouquetten was ook de feestdag weggestor
ven. Onze vreemden gasten haastte zich den laatsten
trein te bereiken en Onze Stadgenoqten keerden huis
waarts, met de blijmoedige gedachte, dat, trots alle'
tegenwerking en dank zij de inspanning van het
feestcomité, ten slotte eene welgeslaagde hulde is
gebracht aan beroemde stadgenooten en de energieke
vaderen, die hen wisten te waardeeren. Het mo
nument, dat wij rijker zijn geworden, blijve voor
stad- en landgenoot het symbool vay.den band tus
schen lnsulinde en het moederland, .een herinnering
aan hetgeen Indië voor geweest is eu aan de verplichtin
gen die beiae deelen van onzen Iféfaerlaujlscbep staat
tegenover elkander hebben.
DER
60UDSCHE COURANT.
Gouda. übük va» A. Brinkma».