binnenland: Kantongerecht te Gouda. acht spreker verkeerd, als noodlottig voor de financiën. Hoewel het gevoelen van den vörigen Spreker niet deelende, dat een gegeven woord geschon den is, omdat de regeeriug is veranderd, ver klaart de Heer Lenting zich tegen die voort durende verhoogingen. üe Heereu K90I, de Casembroot, van Gennep en de minister van oorlog trachten daarop de geopperde bezwaren te ontzenuwen. Zij achten dit ontwerp billijk; volgens de minister is er volstrekt geen quaestie van wedijver tusschen marine en oorlog; hij erkent dat in vredestijd de landmacht meeWlere aanspraken heeft dan de zeemacht, doch wanneer men voor buiten gewone diensten buitengewone pensioenen aan de zeemacht toekent, dan heeft de landmacht daarop eveneens recht; herstel van begaan onrecht is het hoofddoel van dit ontwerp, de minister wil daardoor alleen de wet van 1877 volkomen naar dezelfde beginselen inrichten, als teu aanzien van andere pensioenen zijn aan genomen. Op artikel I werd door de militaire specia liteiten een amendement voorgesteld om ook de officieren en mindere militairen, die vóór 1877 gepensioneerd zijn in de voordeelen die dit ontwerp geeft te doen deelen, «elk amen dement door de heer Borgesius ernstig bestre den, doch door den heer Rutgers van Rozenburg verdedigd wordtzoomin het financieel bezwaar als de terugwerkende kracht mag volgens den laatsten spreker gewicht in den schaal leggen, waar bet onze oud-gedienden geldt." Is het ontwerp billijk, dan moet ook het amende ment aangenomen worden. Bij den .minister woog evenwel het finaüciëel bezwaar genoeg om de aanneming van het amendement te ontraden, waafvan hij de flnanciëele gevolgen niet kan ramen. Door den Heer Kool wordt het amen dement verdedigd, minder uit het oogpunt van billijkheid dap wel van recht. Wil men ge schikte 0(beieren, dan mag men niet karig zijn en moet het pensioen strekken om in het levens onderhoud niet gedeeltelijk, maar geheel te kun nen voorzien. Volgens den Heer de Casembroot is het tegenwoordig bedrag der pensioenen niet in evenredigheid met de waarde van het geld en is dus verhooging rechtvaardig. De Heer Cremers bestrijdt het stelsel om de pensioenen 111 evenwicht te houden' met de «aarde van het geld, wegens de aanzienlijke sommen die dan ook de noodzakelijke verhoo ging der burgerlijke pensioenen zou vorderen. Slechts 6 stemmen verklaarden zich voor het amendement. Bij de voorstellers hadden zich de Heeren Rutgers van Rozenburg en van Kerkwijk gevoegd. Met 33 tegen 30 stemmen werd daarop ook art. 1 van het ontwerp verworpen en de ver dere beraadslaging geschorst. Na het ontwerp tot regeling van den genees kundigen dienst bij de landmacht zal de ver hooging van hoofdstuk V, om de invoering der wet tot regeling van het lager onderwijs moge lijk te maken, aan de orde komen. GOUDA, 10 Juli 1880. De bijeenkomst in „Ons Genoegen/' naar aan- leiding van de benoeming van onzen Burgemeester tot lid der Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Donderdagavond gehouden,, was zeer druk bezocht. De heer VV. J. Furtuijn Droogleever deelde de aanleiding tot deze bijeenkomst mede en stelde voor het navolgend adres aan deu Burgemeester te zenden, onderteekend door alle aanwezigen, en verder door een ieder die daartoe voor den volgenden morgen ten tien ure bereid was. Aan der, Weledelen Gestrengen Heer Mr. A. A. van Bergen IJzendooun, Burgemeester van Gouda. De ondergeteekenden, ingezetenen van Gouda, wenschen U geluk met Uwe eervolle benoeming tot Did der Gedeputeerde State» van Zuid-Hollapd. Zij houden zich, echter overtuigd dat, wanneer die benoeming door U werd aangenomen, waardoor U Uwe betrekking van Burgemeester zoudt moeten nederleggen, deze Gemeente eeu groot, bgna onher stelbaar verlies $ou lijden. Eu zij willen alzoo den wensch uitspreken, dat het U, ia 't belang vau Gouda, moge behagen, de betrekking vau Burgemeester dier Gemeente, te blijveu bekleedeü. Gouda8 Juli l'880t Dit werd bij acclamatie goedgekeurd. Op voorstel van den heer G J. Steens Zijnen werd op dezelfde wijze goedgekeurd om de Heeren, die het initiatief voor deze bijeenkomst hadden genomen, te verzoeken het adres aan den heer IJzendoorn aan te bieden. Ter voldoening aan die opdracht begaven de heeren VV. J. Portuijn Droogleever, W. Begeer en J. Breebaart Lz. zich gisterenmorgen naar het ge meentehuis en overhandigden aldaar het van 888 handteekeningen voorziene adres aan den Burgemeester. Hij wa9 zeer getroffen door dit bewijs aan sym pathie der burgerij, doch óntveinde niet dat hij in eer. moeilijken tweestrijd was gebracht. Werd de hem aangeboden betrekking door hem aanvaard, dan zou hij echter steeds voor Gouda's belangen blijven zorgen. Ook iu de dien dag gehouden vergadering van den gemeenteraad was de heer Remy, als oudste Wet houder, de tolk vau aller gevoelens. Vooral toen was de Burgemeester zeer outroerd eeu besluit was door hem nog niet genomen, doch hoe dit mocht wezen, nimmer zou hij het vele goede vergeten in zijne tegenwoordige betrekking ondervonden, evenmin als de bewijzen van sympathie hem dezer dagen ten deel gevallen. (Zie ons verslag vnn de Raadsvergadering). De volgende veranderingen zullen in ons garnizoen plaats hebbeu De Kapitein S. Baron van Lyuden van het depot is overgeplaatst naar het 3e bat. van het zelfde regiment in Leiden. De tot kapitein bevorderde le Luit. wan het Instr. bat. L. Tissot van Patot is in gedeeld bij het Depot alhier. De Officier van Gezondheid 2e klasse H. G. C. Heringa is mede alhier ingedeeld. Door het bestuur van het alhier gevestigde Depar tement der maatschappij van nijverheid zijn over eenkomstig het, rapport der Jury bestaande uit de heeren Joost Thooft te Delft, L. Bur^erdijk en IJssel de Schepper bekroond I. voor de prgsvraag voor pottenbakkersP. van de Kasteden met den prijs Mi G. Schieveen met de premie. II. voor de prgsvraag voor leerlingen aan, de BurgeravondschoolA. P. Blok met den prijs en J. D. Stam met de premie. In ons volgend nummer zullen wg bet rapport der Jury opnemen. Te Moordrecht worden pogingen aangewend om aldaar eeu post- en telegraafkantoor te Inkomen. Het dijkscollege vau de Krimpenerwaard heeft in de verschillende gemeenten der waard, terf"plaatse waar grintwegen elkander snijden of hoekenbmaken, steenen palen doon plaatsen, ten einde zooveel mo gelijk onheilen voor te komen, welke door het te dicht om die boeken rijden, zou kunnen ontstaan. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van 8 Juli 1880. De beraadslagingen werden gevoerd ovet het wets ontwerp tot reorganisatie van den geneeskundigen dienst bij de landmacht. l)e heeren Idzerda, v.' d. Sohrieck en Kool bespra ken het ontwerp over 't algemeen in zeer gunstigen zin. Zij brachten den Min. van Oorlog hulde voor de volledige en gelukkige wijze waarop hij de sinds jaren voor den geneeskundigen dienst bestaande raoeielijkheden heeft weten op te lossen. Terwijl de heer Idzerda hoofdzakelijk zijn denkbeelden ontwikkelde over de toekomstige regeling van de organisatie van den dienst zelve, en' de heer v. d. Schrieck alleen vroeg naar de voorwaarden onderj welke de uitoefening van de burgerpractijk aan de militaire officieren vah gezondheid zal worden toe gestaan, hadden de beide andere sprekers slecht8? ceuigc bezwaren tegen de wijze waarop de Min. de in begiusel goedgekeurde practische stu diën voor reeds dirigeerende officieren van gezondheid wil regelen en tegen de voorgenomen organisatie van de oorlogs-reserve, die zij voor het <fy»el niet vol doende achten. De lieer Kool wilde voorts ook-voor de paarden artsen het voordeeliger stelsel van bevordering, dat de Min., als een der middelen om de organisatie van het corps te verbeteren, voor de overige cata- goriën voordraagt. Voor de verbetering in de dienet- verhouding - meerdere zelfstandigheid van de officieren van gezondheid - betuigde hij dank. Promotie tot den rang van le kl. voor een bepaalden diensttgd achtte de heer Kool niet wcnschelijk.Ten» aanzien der tractement8-verbetering wilde hij slechts eenige verandering ten behoede der oudste officieren. De heer Lieftinck wilde een inspecteur van deu pharmaceutischen dienst en billijker regeling van de positie der militaire apothekers, A De Minister v. Oorlog verklaarde in zijn antwoord, dat hij bij deze regeling het grootste gavioht hecht aan het reserve-personeel voor den geneeskundigen dienst. Daarom bevat dit ontwerp niet alleen be palingen om het behoud van het vaste personeel te verzekeren, maar om door een oefenschool ook het reserve-personeel te vormen, dat van zooveel gewicht is in tijden vau oorlog. l)e opmerkingen van den heer Idzerda beantwoor dende, gaf de Min. te kennen dat hel plan bestaat om bij de aanstaande begrooting gelden aan te vragen tot uitbreiding van het materiëel, dat, voor zooveel de qualiteit betreft, voldoende is. De Min. gaf verder te kennen, dat hij geen be swaar heeft aau de oudste kapiteins den titulairen rting van majoor toe te kennen, zonder dat dit va« geldelijkeu invloed op het pensioen is, hétgeen echter weinig beteekent. De punten betrekkelijk de applicatie- school en de reserve behield de Min* meer speciaal over tot bij de behandeling van de. ingediende amendementen. Aan de vergunning tot w&aruemiitg van de bur- erpractijk zal alleen de voorwaarde wórden verbon en, dat de militaire dienst er niet onder lijdt. De officieren van den vcterinairen-dienst komen niet in nadeeligef positie dan de andere, want de mindere voordeelen voor de bevordering worden op gewogen door de aanstellingen op jeugdigen leeftijd. Voor de militaire apothekers aobt de Minister geen toelage voor academische opleiding noodig, ter wijl een militair inspecteur wel noodig is naast een militair dirigeerend apotheker. Enkele artikelen gaven aanleiding tot discussie. Hierbij verklaarde de Minister aan den beer de Bieberstein dat de bepaling in de opjroepipg van klerk bij het Depart, van Ojrlog, (hit alleen toe gelaten werden zij die 8 jaren aan een gymnasium of hoogere burgerschool waren geweest, aan zijn aan dacht was ontsnapt en voortaan daartegen zal worden gewaakt. Bij art. 20 kwam het amendement der commissie van rapporteurs om de speciale militaire genees kundige school op te heffen, aau de orde. Zitting van 9 Juli 1880. De geloofsbrieven van den heer Schaepman zijn ingekomen. De militaire artsen wet is aangenomen njet 65 tegen 3 stemmen, tevens met aanneming vfin het amendement om, iu plaats der applicatieschool t^ Amsterdam, militaire cursussen aan (Ie hospitalen irt te richten, er. na verwerping van art. 27 (bezol diging in vredestijd vau burger artsen die reserveofficier wbrden). Het (ïebiit over -de crediet-ondcrwgawet is aangevangen. De hh. Vermeulen, Heydenvijck, de 'Casembroot, Wiutgens, van Nispen hebben het ontwerp sterk afgekeurd, als nutteloos, und'eelig voor de financiën, onstaatkuudig enz. De heer Vermeulen verzekerde steeds met wettige middelen tegen de ere- dieten en budgetten voor de uitvoering der onder wijswet te zulleu strijden. Over de woorden van den heer Wiutgens, dat de aandrang tot aitvocring kwam van de zijde der onderwijzers en schoolnutoriteiteu, had een heftig incident plaats, daar de heer Moens zich die woorden aantrok en op intrekking dezer laaghartige en onware besehuldiging aandrong. Toen de heer Wintgens antwoorde: Ik heb den heer Moens niet genoemd, wien de schoen past trekke hein aan, weerklonk luide: „lufaard, laaghartige". Omtrent het incident in de Tweede Kamer giste ren voorgevallen, (zie ons overzicht der St. Gen.) deelt de verslaggever der N. CL bet volgende mede De heer Wiutgens wilde het denkbeeld was uitmuntend kort en bondig zgo «tera togen doe wet motiveeren. Hg wilde aantoonen, dat dit wets voorstel in sltgd was met de wet op het lager onderwijs een begin van een finanouielen toi- stand, ditf nieuwen druk op de belastingschuldigen zou leggen dat het ontwerp in strgd was met eene wijze staatkunde. Op zijn standpunt was de rede gqed doordnoht; ook 'werd zij flink ei; met vuur uitgesproken. Reeds waardeerde de Kamer in hooge mate de zelfbeperking waarvan zg T blijk droeg. Heisas, dat het laatste woord den indruk totaal bedierf alsmede de verdere parlementaire handeling! Voor het allerlaatst had de spreker uit de hofstad dezen volzin bewaard: „Ik hoop dat de Vergade ring zich niet zal laten medeslepen door eeu valsche publieke opinie, voortkomende van enkele dagbladen en uit het gemoed van enkele onderwijsers en school- autoriteiten, die hg de zaak geldelijk belang hebben." Bg het uitspreken dier laatste woorden wendde de heer Wintgens zich om, en keerde zich geheel tot den heer Moens, die acuter hem was gezeten. In die vingerwgzing lag de grond voor het per soonlijk feit, dat den heer Moens het woord ueéd vragen. Krachtig protesteerde hg tegen de beschul diging, voor zoover hem betrof, en deed een beroep op zijne vrienden of hij, bij de behandeling der schoolwet, de verhooging van ae inkomsten, aan de beirekking van inspecteur verbonden, niet steeds ont laden had. Onverschillig of ik bij 't staatstoezicht Ljjj?e geida hg of dat ik daarvan verwijderd worde, mijn finaticiëeie belangen znllen in ieder geval benadeeld worden. Na die verklaring eisch ik, dat de heer Wintgens zijne laaghartige beschuldiging, pet zooveel ophef, om geen ander woord te bezigen, uitgebazuind, herhale of intrekke. Hoffelijk, ridderlijk zou de heer Wintgens zich heb ben betoond, indien hij na^dit woord van den heer Moens zijne excuses had gemaakt. In plaats daarvan zeide hij „den naam van den heer Moens zelfs niet gebezigd te hebben." Alsof alleen het noemen van deu naam de beleedigjng uitmaakte! Alsof er niet ecue wijze van insinueeren bestaat, des te pijnlijker en griev(U'ter voor wien zij bestemd is, wanneer zij in ecne algemeene, onbestemde verdachtmaking wordt ontwikkeld, en dan zoo .geheel onverditnd als deze! „Lafaard," klonk het nu tot tweemalen toe uit den inoud van den lieer Moens, en andere leden der liberale partij herhaalden het woord. „Wien de schoen past,strekkc hem aan," was het driftig be scheid van den heer Wintgens, dat op die uittarting volgde. En de gemoederen geraakten zoozeer iu gisting en werden door enw uitdagende rede van den heer van gispen nog zóó hevig ontstoken, dat de heer Dulltrt zich haastte, onder aauhoudend gemompel der Kamer, de beruadslagiugeu tot Maandag aan slaande te verdagen. De Commissie vau rapporteurs voor bet ontwerp der rentebelasting oordeelt eeu nader onderzoek In de afdceliiigcit noodig. De wijzigingen, iu het ontwerp gebracht, zg» van dien aard', dat de openbare beraadslaging deswege niet genoegzaam voorbereid kan geacht worden. Dit nader onderzoek zal aanstaanden Dinsdag plaats hebben. Bij de te Breda gehouden verkiezing van een lid der Tweede Kamer waren uilgebrncht 2018 stemmen (nautal kiezers 3481); aantal geldige stemmen 1886. Verkoten de heer Dr. H. J. A. H. Schaepman met 1853 stemmen. Er Wareu 116 blanco biljetten ingekomen. Bg de provinciale staten van Gelderland is in gekomen een schrijven van den héér H. W. baron van Aylva van Pallandt van Waardenbnrg en Neerijuen, verzoekende om wegens gevorderden leeftijd bij de verkiezing voor de eerste kamer verder buiten aanmerking te blijven. Jhr. C. M. Storm Van 's-Gravensande, oud-lid der Tweede Kamer, die tot het vorige jaar zitting had voor het district Steeqwijk, is Woensdag te Deventer overleden. De commissie, door Z. M. den koniug belast roet het houden eener inspectie over de koninklgke militaire akndemie te Breda, heeft daaromtrent verslag uitgebracht; nnu het slot constateert zij met genoegen, dat dc algeroeeue indruk, door de gehouden inspectie op haar te weeg gebracht, bepaald guustig genoemd kan worden. De goede kameraadschappelijke geest, die onder de kadetten heerscht, bewijst voor tie oordeelkundige wijze, waarop de gouverneur, bijgestaan door den eersten officier, zich van zijne moeielijke taak kwijt. Met het oog op de op handen zijtide herziening van dc wet van 30 Mei 1877 vermeent de commissie dan ook als haar gevoelen te moeten doen kermen, dat het haar niet raadzaam voorkomt in de bestaande orde van zaken ingrijpende veranderingen ie brengen, daar de gehouden inspectie kaar de overtuiging heeft gesohouken, dat de toestand, waarin de akademie thans verkeert, alle reden tot tevredenheid geeft, en dat deze inrichting belooft op den duur theo retisch en practisch goed ontwikkelde officieren voor het leger te sullen opleveren. Da Burgemeester van Rotterdam heeft bepaald, klat gedurende de kermis „geen kunstverrichtingen of dergelijke, in teuten of andere loculiteitfln, boven de ruimten voor het publiek bestemd, zullen worden toegelaten, dan boven een behoorlgk net, zoodanig aangebracht, dut bij eeaig ongeval toeschouwers «och vertooners letsel kunnen bekomen." Te Amsterdam is Dinsdag de 45»te nlgemeene vergadering gehouden van de Ned. vereeuigiiig tot afschaffing van den eterken drank. Bij ontstentenis van den voorzitter der vereeniging, jhr. J. L. de Jonge, werd de bijeenkomst met een inleidend woord geopend door d«. Brouwer, uit Zwolle. Na hem traden als redenaars op de hh. Schuller tot Peursum, wan Henkelom, de vioe-admiranl Fabius en de seore- taris der Vereeniging mr. d'Engnlbronncr, beide laat sten uit s Gravenhage. Hoewel de vereeniging vol gens de sprekers vreemd behoort te blgven aan iedere staatkundige of godsdienstige lichting, gaven zij toch allen hunne instemming te kennen met het nieuwe wets-onlwerp tot beteugeling van het misbruik van den sterken drank. Men was daarover verheugd, hoewel niet voldaan, daar het meer gericht was tegen de dronkaards dan tegen den drank, zoodat men hoopte, dat het door amendementen versterkt en ver scherpt tot wet mocht worden verheven. Na deze woordvoerders werd nog een opwekkend woord tot dc werklieden gericht door deu correspondent van de afdeeliug der vereeniging te Leidschendam, waarna de oud-minister, mr. J. Heemskerk Az., de eenige nog in leven zijnde van het 6tal edele mannen, die voor 88 jaren de vereeniging hadden helpen tot stand brengen, met eenige retrospectieve beschouwingen zijne overtuiging uitsprak, dat niet de wet alleen, ook uiet de beste, in staat is, het resultaat te geven, dut de vereeniging wenscht, maar dat daartoe vooral ver- eischt wordt het ontwaakt geweten, de levende over tuiging van het volk. Het 17de christelijk nationaal zeudingsfeest, dat Woensdag op het buitengoed Boekenrode van den héér mr. J. Messchert van Volleuhoven plaats had, werd druk bezocht. Tegen 10 ure opende de gast heer het feest met eene korte toerpraak. Hartelijk wenschtc hij, dat de ter feestviering opgekomeuen zich zouden vermaken in den goeden zin van het woord. Door staatkuudige en godsdieustige ge schillen of huiselijke zorgen zoo meniginalen uit de rechte stemming gebracht, moesten zij hier, zich offtspaunende in de schoone natuur, tot kalmte worden gestemd en tevens opnieuw bezield worden door den ernst in dien geest, die ons sterkt onder de moeiten des levens. Die geest sprak, naar hij meende, ook uit eenige coupletten die hg voorlas, waarvan de tweede zoon van Hugo de Groot, die 200 jaar geleden een tijdlang op Boekenrode ver blijf hield, de dichter was. Volgens het programma werd op vier plaatsen door verschilleude sprekers hst woord gevoerd. Bg het invallen der pauze begon bet te regenen en de regen bleef aanhouden, waardoor veel van het £enot verloren ging, daar de grond niet zeer geschikt was om te gaan zitten. In weerwil van den regen waren na de pauze de spreekplaatseu nog door eene talrijke menigte omringd. Zaterdag is te Utrecht eene vergadering gehouden van gemeente-ambtenaren, tot nadere bespreking Van het denkbeeld om een pensioenfonds voor gemeente ambtenaren op te richten, waaraan tevens een we duwen- en weezenfonds verbonden is. Aan alle gemeentebesturen was een cirtsüiife gezonden. Slechts V4 of 340 hadden daarop geantwoord, 190 betuig den sympathie, onder welken onderscheiden groote steden, als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeu warden, Haarlem, enz. Weifelachtig antwoorden Groningen, Arnhem, Gouda, Sneek tn 35 andere, terwgl 100 ongunstig antwoorden. Van algemeene rechtstreeksche hulp van gemeentebesturen was dns niet veel te wnehten, waarom werd voorgesteld eene vereeniging van gemeente-ambtenaren tot ouder lingen materieelen steun in het leven te roepen. De heer de Bosch Kemper, directeur der ouderlinge levensverzekering van „Eigen Hulp", bestreed dit denkbeeld. Het voorstel werd echter aangenomen. Omtrent de weersgesteldheid in Juni deelt men aan het Utr. Dagblad o. a. het volgende mede De zomermaand gaf slechts 8 warme dagen den 2den, van den 17den tot den Bisten, den 27sten en SOstenal de overige dagen wnreu te koud, zoodat men gemiddeld 0.93° C. te kort kwam. De middagen waren betrekkelgk het koudste negative afwijkingen van ruim 7 gr. kwamen voorde avonden waren betrekkelgk het warmstde grootste negatieve afwijkingen bedroegen nog geen 5 gr. des avouds. De 18de was de warmste dag. Op den 20sten werd de hoogste stand, 25.9, waargenomen, slechts écu tiende booger dan in het voorgaande jaar en 8 gr. lager dan de allerhoogste stand, 33.9, die in 1858 voorkwam. Den koudste» dag had men den 4den. De laagste stand, 5.6, werd in den vroegen mor gen van den Ödeu afgelezen en was een halven graad lager dan in de voorgaande Junimaand, doch 3.1 hooger dan de laagste stand, 2.5 gr., waargenomen in 1849. Dc gemiddelde tbermometerstand in deze maaud was 15.96 en was 1.72 hooger dan de koudste ra 1869 en 4.43 lager dan de warme maand in 1858. De Amsterdamsche politie heeft de hand gelegd qp iemand, die zich Rackvvitz noemt, maar een anderen naam schijut te dragen, onder welken bij iu het buitenland Vonnissen heeft ondergaan, laatstelgk te Dresden. Hij vestigde zich voor eenigen tijd te Amsterdam op de Stadhouderskade 51, richtte zich netjes in, deed groote inkoöpen, leefde goed, nam kantoorbedienden aan en hield er eene brandkast op na. Maar betuling kreeg geèn mensch. Maandag ochtend stonden een stuk of twaalf schuldeischers tegelgk voor de deur, en een winkelier, die bg de politie aflngifte ging doen, kreeg o. a. tot bescheid: „dat hij al nommer fachttien was." Vele van de gekoohte goederen zjjn den weg opgegaan der ver zilvering, maar gelukkig was er nog eene brandkast Die kast bevatte een groot aantal bankbriefje» van 60 sigaren. v1 le Utrecht is Woensdag het -bekende park „Tivoli" in het opènbaar verkocht. Het heeft 160,150 opgebracht. Naar men verneemt zal het als uitspanniugsoord blijven bestaan. Iu de Indische Gids wordt eeu mededeeling gedaan, waaruit blijkt, dat iu Rembang een opium-smokkelaar als zoodanig iu de bedrijfsbelasting is aangeslagen. De berichtgever schrijft naar aanleiding van dién aanslag het volgende„Misschien gaat men nog eeu stap verder, door op de lijst der „bedrijven,* waarvoor de inlander en vreemde oosterling belasting of patent moeten betalen, ook de bedrijven dief, ketjoe, valsche munter te plaatsen. Er is slechts één lastige bedenking. AU de rêgeering misdrijven en over tredingen in de belasting aanslaat, kannen dan zg, die ze uitoefenen, deswege nog wel gestraft worden? Door van het bedrijf van opium smokkelen be lasting te heffen, wordt het gewettigd." Iu eeu vergadering der hoofdcommissie ter onder steuning van de noodlijdenden door den brand in de Valter- en Weerdiugervenen is gebleken, daf |6t dusver bij de verschillende leden aan giften in geld is ingekomen 6155.28, makende met den door den Raad der gemeeote Groningen toegezegde gift, een totaal bedrag van 7155.28, en bovendien eenige partijen kleederen en andere benoodigdheden in natnra (waaronder een collectie glacé handschoenen!) De schade opgegeven door hen, die daarvoor ver goeding wenschen te ontvangen, is als volgta. in den Weerdingermoud en venen (gem. Emmen) aan huizen en meubilair 6493.45, aan turf 16.254; b. in den Valtermond en venen (gem. Odoorn) aan huizen en meubilair 1354.10, aan turf ƒ11029.20; totaal 36130.75. Bovendien is nog opgegeven een schade aan ver brande veldvruchten, een en ander ongerekend de schade, geleden door diegenen die geen vergoeding begeeren. De commissie zal alleen schadevergoeding geven aan noodlijdenden, eb zooveel mogelijk tffét in geld, doch in natura. 1 11 i 1 i i' 1^4 Terechtzitting van Woensdag 6 Juli 1880. Kantonrechter: Mr. J. H. van MIEROP. Ambtenaar van het Openbaar Ministerie Mr. W. A. SCHOLTEN te Botterdam. VEROORDEELD: J. V., veehouder te Waddinxveeo, tot twee boeten van 5 of gevangenisstraf van 1 dag voor iedere boete, wegens doen vau doorgravingen op twee ver schillende plaatsen io den Puttendijk, in den polder „de Drooggemaakte Putten" ouder Waddinxveeo. P. den B., arbeider te Waddiuxveen, tot eene boete van 5 of gev. van 8 dagen, wegens zich iu kennelijk beschonken toestand bevinden op deft openbaren weg aan de Zuidkade te Waddiuxveen. S. B., landbouwer te Nieuwerkerk, tot éene boete van 3 of gev. «au 1 dag, wegens des nachts luten losloopen van zijn hond op den openbaren weg te Nieuwerkerk zonder dat deze voorzien was van een muilband. E. M., koopman te Amsterdam, tot eene boete van 8 of gev. van 1 dag,1 wegens in een coupé 3e klasse in den spoortrein tusschen de statious Gouda en Moercapelle onder de gemeente Gonda houden van hazardspel om geld met drie speelkaarten (zoogenaamd één, twee, drie, hartenboer.) (De Rijksveldwachter en Jachtopziener van Moer capelle, die te Gouda in strafzaken voor het kan tongerecht getuige was geweest en naar zijn stand plaats terugkeerde, had toevallig in burgerkteeaing in dezelfde coupé gezeten en den koopman bekeurd.) J. J. H. S*. kapitein van de stoomboot Volhar ding No. 2 varende tusschen Gouda en Leiden, tot eene boete van 3 of gev. van 1 dag, wegens de Waddinxveensche Brug te Waddipxveen sis kapi tein der stoomboot Volharding No. 2 zich niet gedragen naar de bevelen van den brugwachter die hem driemalen had toegeroepen met de Stodmboot «óór de brug te stoppen. C. B., landbouwer te Lopik, tot eene boete van 1 of gev. van 1 dag, wegens wateren tegen een boom in de Crabefhstraat te Gouda. VRIJGESPROKEN P. R., landbouwer te Waddinxveeo, vau de aan klacht aan den burgemeester van Waddinxveén niet binnen 24 uren nadat hij er van kennis droeg mede deeling te hebben gedaan, dat twee zijner dochtertjes, die bg hem inwonen, lijdende waren aan mazelen. (Niet overtuigend bewezen, dat de beklaagde er kennis van droeg, dat de meisjes lgdende waren aau ma-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 2