binnenland:
Kantongerecht te Gouda.
acht spreker verkeerd, als noodlottig voor de
financiën.
Hoewel het gevoelen van den vörigen Spreker
niet deelende, dat een gegeven woord geschon
den is, omdat de regeeriug is veranderd, ver
klaart de Heer Lenting zich tegen die voort
durende verhoogingen.
üe Heereu K90I, de Casembroot, van Gennep
en de minister van oorlog trachten daarop de
geopperde bezwaren te ontzenuwen. Zij achten
dit ontwerp billijk; volgens de minister is er
volstrekt geen quaestie van wedijver tusschen
marine en oorlog; hij erkent dat in vredestijd
de landmacht meeWlere aanspraken heeft dan
de zeemacht, doch wanneer men voor buiten
gewone diensten buitengewone pensioenen aan
de zeemacht toekent, dan heeft de landmacht
daarop eveneens recht; herstel van begaan
onrecht is het hoofddoel van dit ontwerp, de
minister wil daardoor alleen de wet van 1877
volkomen naar dezelfde beginselen inrichten,
als teu aanzien van andere pensioenen zijn aan
genomen.
Op artikel I werd door de militaire specia
liteiten een amendement voorgesteld om ook
de officieren en mindere militairen, die vóór
1877 gepensioneerd zijn in de voordeelen die
dit ontwerp geeft te doen deelen, «elk amen
dement door de heer Borgesius ernstig bestre
den, doch door den heer Rutgers van Rozenburg
verdedigd wordtzoomin het financieel bezwaar
als de terugwerkende kracht mag volgens den
laatsten spreker gewicht in den schaal leggen,
waar bet onze oud-gedienden geldt." Is het
ontwerp billijk, dan moet ook het amende
ment aangenomen worden. Bij den .minister
woog evenwel het finaüciëel bezwaar genoeg om
de aanneming van het amendement te ontraden,
waafvan hij de flnanciëele gevolgen niet kan
ramen. Door den Heer Kool wordt het amen
dement verdedigd, minder uit het oogpunt van
billijkheid dap wel van recht. Wil men ge
schikte 0(beieren, dan mag men niet karig zijn
en moet het pensioen strekken om in het levens
onderhoud niet gedeeltelijk, maar geheel te kun
nen voorzien. Volgens den Heer de Casembroot
is het tegenwoordig bedrag der pensioenen niet
in evenredigheid met de waarde van het geld
en is dus verhooging rechtvaardig.
De Heer Cremers bestrijdt het stelsel om de
pensioenen 111 evenwicht te houden' met de
«aarde van het geld, wegens de aanzienlijke
sommen die dan ook de noodzakelijke verhoo
ging der burgerlijke pensioenen zou vorderen.
Slechts 6 stemmen verklaarden zich voor het
amendement. Bij de voorstellers hadden zich
de Heeren Rutgers van Rozenburg en van
Kerkwijk gevoegd.
Met 33 tegen 30 stemmen werd daarop ook
art. 1 van het ontwerp verworpen en de ver
dere beraadslaging geschorst.
Na het ontwerp tot regeling van den genees
kundigen dienst bij de landmacht zal de ver
hooging van hoofdstuk V, om de invoering der
wet tot regeling van het lager onderwijs moge
lijk te maken, aan de orde komen.
GOUDA, 10 Juli 1880.
De bijeenkomst in „Ons Genoegen/' naar aan-
leiding van de benoeming van onzen Burgemeester
tot lid der Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Donderdagavond gehouden,, was zeer druk bezocht.
De heer VV. J. Furtuijn Droogleever deelde de
aanleiding tot deze bijeenkomst mede en stelde voor
het navolgend adres aan deu Burgemeester te zenden,
onderteekend door alle aanwezigen, en verder door
een ieder die daartoe voor den volgenden morgen
ten tien ure bereid was.
Aan der, Weledelen Gestrengen Heer
Mr. A. A. van Bergen IJzendooun,
Burgemeester van Gouda.
De ondergeteekenden, ingezetenen van Gouda,
wenschen U geluk met Uwe eervolle benoeming
tot Did der Gedeputeerde State» van Zuid-Hollapd.
Zij houden zich, echter overtuigd dat, wanneer die
benoeming door U werd aangenomen, waardoor U
Uwe betrekking van Burgemeester zoudt moeten
nederleggen, deze Gemeente eeu groot, bgna onher
stelbaar verlies $ou lijden.
Eu zij willen alzoo den wensch uitspreken, dat
het U, ia 't belang vau Gouda, moge behagen, de
betrekking vau Burgemeester dier Gemeente, te
blijveu bekleedeü.
Gouda8 Juli l'880t
Dit werd bij acclamatie goedgekeurd. Op voorstel
van den heer G J. Steens Zijnen werd op dezelfde
wijze goedgekeurd om de Heeren, die het initiatief
voor deze bijeenkomst hadden genomen, te verzoeken
het adres aan den heer IJzendoorn aan te bieden.
Ter voldoening aan die opdracht begaven de
heeren VV. J. Portuijn Droogleever, W. Begeer en
J. Breebaart Lz. zich gisterenmorgen naar het ge
meentehuis en overhandigden aldaar het van 888
handteekeningen voorziene adres aan den Burgemeester.
Hij wa9 zeer getroffen door dit bewijs aan sym
pathie der burgerij, doch óntveinde niet dat hij in
eer. moeilijken tweestrijd was gebracht. Werd de
hem aangeboden betrekking door hem aanvaard,
dan zou hij echter steeds voor Gouda's belangen
blijven zorgen.
Ook iu de dien dag gehouden vergadering van den
gemeenteraad was de heer Remy, als oudste Wet
houder, de tolk vau aller gevoelens. Vooral toen
was de Burgemeester zeer outroerd eeu besluit was
door hem nog niet genomen, doch hoe dit mocht
wezen, nimmer zou hij het vele goede vergeten in
zijne tegenwoordige betrekking ondervonden, evenmin
als de bewijzen van sympathie hem dezer dagen ten deel
gevallen. (Zie ons verslag vnn de Raadsvergadering).
De volgende veranderingen zullen in ons garnizoen
plaats hebbeu
De Kapitein S. Baron van Lyuden van het depot
is overgeplaatst naar het 3e bat. van het zelfde
regiment in Leiden. De tot kapitein bevorderde le
Luit. wan het Instr. bat. L. Tissot van Patot is in
gedeeld bij het Depot alhier.
De Officier van Gezondheid 2e klasse H. G. C.
Heringa is mede alhier ingedeeld.
Door het bestuur van het alhier gevestigde Depar
tement der maatschappij van nijverheid zijn over
eenkomstig het, rapport der Jury bestaande uit
de heeren Joost Thooft te Delft, L. Bur^erdijk en
IJssel de Schepper bekroond
I. voor de prgsvraag voor pottenbakkersP.
van de Kasteden met den prijs Mi G. Schieveen
met de premie.
II. voor de prgsvraag voor leerlingen aan, de
BurgeravondschoolA. P. Blok met den prijs en
J. D. Stam met de premie.
In ons volgend nummer zullen wg bet rapport
der Jury opnemen.
Te Moordrecht worden pogingen aangewend om
aldaar eeu post- en telegraafkantoor te Inkomen.
Het dijkscollege vau de Krimpenerwaard heeft in
de verschillende gemeenten der waard, terf"plaatse
waar grintwegen elkander snijden of hoekenbmaken,
steenen palen doon plaatsen, ten einde zooveel mo
gelijk onheilen voor te komen, welke door het te
dicht om die boeken rijden, zou kunnen ontstaan.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting
van 8 Juli 1880.
De beraadslagingen werden gevoerd ovet het wets
ontwerp tot reorganisatie van den geneeskundigen
dienst bij de landmacht.
l)e heeren Idzerda, v.' d. Sohrieck en Kool bespra
ken het ontwerp over 't algemeen in zeer gunstigen
zin. Zij brachten den Min. van Oorlog hulde voor
de volledige en gelukkige wijze waarop hij de sinds
jaren voor den geneeskundigen dienst bestaande
raoeielijkheden heeft weten op te lossen. Terwijl
de heer Idzerda hoofdzakelijk zijn denkbeelden
ontwikkelde over de toekomstige regeling van de
organisatie van den dienst zelve, en' de heer v. d.
Schrieck alleen vroeg naar de voorwaarden onderj
welke de uitoefening van de burgerpractijk aan de
militaire officieren vah gezondheid zal worden toe
gestaan, hadden de beide andere sprekers slecht8?
ceuigc bezwaren tegen de wijze waarop de Min.
de in begiusel goedgekeurde practische stu
diën voor reeds dirigeerende officieren van gezondheid
wil regelen en tegen de voorgenomen organisatie van
de oorlogs-reserve, die zij voor het <fy»el niet vol
doende achten.
De lieer Kool wilde voorts ook-voor de paarden
artsen het voordeeliger stelsel van bevordering, dat
de Min., als een der middelen om de organisatie
van het corps te verbeteren, voor de overige cata-
goriën voordraagt. Voor de verbetering in de dienet-
verhouding - meerdere zelfstandigheid van de officieren
van gezondheid - betuigde hij dank. Promotie tot
den rang van le kl. voor een bepaalden diensttgd
achtte de heer Kool niet wcnschelijk.Ten» aanzien
der tractement8-verbetering wilde hij slechts eenige
verandering ten behoede der oudste officieren.
De heer Lieftinck wilde een inspecteur van deu
pharmaceutischen dienst en billijker regeling van de
positie der militaire apothekers,
A
De Minister v. Oorlog verklaarde in zijn antwoord,
dat hij bij deze regeling het grootste gavioht hecht
aan het reserve-personeel voor den geneeskundigen
dienst. Daarom bevat dit ontwerp niet alleen be
palingen om het behoud van het vaste personeel te
verzekeren, maar om door een oefenschool ook het
reserve-personeel te vormen, dat van zooveel gewicht
is in tijden vau oorlog.
l)e opmerkingen van den heer Idzerda beantwoor
dende, gaf de Min. te kennen dat hel plan bestaat
om bij de aanstaande begrooting gelden aan te
vragen tot uitbreiding van het materiëel, dat, voor
zooveel de qualiteit betreft, voldoende is.
De Min. gaf verder te kennen, dat hij geen be
swaar heeft aau de oudste kapiteins den titulairen
rting van majoor toe te kennen, zonder dat dit va«
geldelijkeu invloed op het pensioen is, hétgeen echter
weinig beteekent. De punten betrekkelijk de applicatie-
school en de reserve behield de Min* meer speciaal over
tot bij de behandeling van de. ingediende amendementen.
Aan de vergunning tot w&aruemiitg van de bur-
erpractijk zal alleen de voorwaarde wórden verbon
en, dat de militaire dienst er niet onder lijdt.
De officieren van den vcterinairen-dienst komen
niet in nadeeligef positie dan de andere, want de
mindere voordeelen voor de bevordering worden op
gewogen door de aanstellingen op jeugdigen leeftijd.
Voor de militaire apothekers aobt de Minister
geen toelage voor academische opleiding noodig, ter
wijl een militair inspecteur wel noodig is naast een
militair dirigeerend apotheker.
Enkele artikelen gaven aanleiding tot discussie.
Hierbij verklaarde de Minister aan den beer de
Bieberstein dat de bepaling in de opjroepipg van
klerk bij het Depart, van Ojrlog, (hit alleen toe
gelaten werden zij die 8 jaren aan een gymnasium
of hoogere burgerschool waren geweest, aan zijn aan
dacht was ontsnapt en voortaan daartegen zal worden
gewaakt.
Bij art. 20 kwam het amendement der commissie
van rapporteurs om de speciale militaire genees
kundige school op te heffen, aau de orde.
Zitting van 9 Juli 1880.
De geloofsbrieven van den heer Schaepman zijn
ingekomen. De militaire artsen wet is aangenomen
njet 65 tegen 3 stemmen, tevens met aanneming
vfin het amendement om, iu plaats der applicatieschool
t^ Amsterdam, militaire cursussen aan (Ie hospitalen
irt te richten, er. na verwerping van art. 27 (bezol
diging in vredestijd vau burger artsen die reserveofficier
wbrden). Het (ïebiit over -de crediet-ondcrwgawet
is aangevangen. De hh. Vermeulen, Heydenvijck,
de 'Casembroot, Wiutgens, van Nispen hebben het
ontwerp sterk afgekeurd, als nutteloos, und'eelig voor
de financiën, onstaatkuudig enz. De heer Vermeulen
verzekerde steeds met wettige middelen tegen de ere-
dieten en budgetten voor de uitvoering der onder
wijswet te zulleu strijden. Over de woorden van den
heer Wiutgens, dat de aandrang tot aitvocring kwam
van de zijde der onderwijzers en schoolnutoriteiteu,
had een heftig incident plaats, daar de heer Moens
zich die woorden aantrok en op intrekking dezer
laaghartige en onware besehuldiging aandrong. Toen
de heer Wintgens antwoorde: Ik heb den heer Moens
niet genoemd, wien de schoen past trekke hein aan,
weerklonk luide: „lufaard, laaghartige".
Omtrent het incident in de Tweede Kamer giste
ren voorgevallen, (zie ons overzicht der St. Gen.)
deelt de verslaggever der N. CL bet volgende
mede
De heer Wiutgens wilde het denkbeeld was
uitmuntend kort en bondig zgo «tera togen doe
wet motiveeren. Hg wilde aantoonen, dat dit wets
voorstel in sltgd was met de wet op het lager
onderwijs een begin van een finanouielen toi-
stand, ditf nieuwen druk op de belastingschuldigen
zou leggen dat het ontwerp in strgd was met
eene wijze staatkunde.
Op zijn standpunt was de rede gqed doordnoht;
ook 'werd zij flink ei; met vuur uitgesproken. Reeds
waardeerde de Kamer in hooge mate de zelfbeperking
waarvan zg T blijk droeg. Heisas, dat het laatste
woord den indruk totaal bedierf alsmede de
verdere parlementaire handeling!
Voor het allerlaatst had de spreker uit de hofstad
dezen volzin bewaard: „Ik hoop dat de Vergade
ring zich niet zal laten medeslepen door eeu valsche
publieke opinie, voortkomende van enkele dagbladen
en uit het gemoed van enkele onderwijsers en school-
autoriteiten, die hg de zaak geldelijk belang hebben."
Bg het uitspreken dier laatste woorden wendde de
heer Wintgens zich om, en keerde zich geheel tot
den heer Moens, die acuter hem was gezeten.
In die vingerwgzing lag de grond voor het per
soonlijk feit, dat den heer Moens het woord ueéd
vragen. Krachtig protesteerde hg tegen de beschul
diging, voor zoover hem betrof, en deed een beroep
op zijne vrienden of hij, bij de behandeling der
schoolwet, de verhooging van ae inkomsten, aan de
beirekking van inspecteur verbonden, niet steeds ont
laden had. Onverschillig of ik bij 't staatstoezicht
Ljjj?e geida hg of dat ik daarvan verwijderd
worde, mijn finaticiëeie belangen znllen in ieder geval
benadeeld worden. Na die verklaring eisch ik, dat
de heer Wintgens zijne laaghartige beschuldiging,
pet zooveel ophef, om geen ander woord te bezigen,
uitgebazuind, herhale of intrekke.
Hoffelijk, ridderlijk zou de heer Wintgens zich heb
ben betoond, indien hij na^dit woord van den heer
Moens zijne excuses had gemaakt. In plaats daarvan
zeide hij „den naam van den heer Moens zelfs niet
gebezigd te hebben." Alsof alleen het noemen van
deu naam de beleedigjng uitmaakte! Alsof er niet
ecue wijze van insinueeren bestaat, des te pijnlijker
en griev(U'ter voor wien zij bestemd is, wanneer zij
in ecne algemeene, onbestemde verdachtmaking wordt
ontwikkeld, en dan zoo .geheel onverditnd als deze!
„Lafaard," klonk het nu tot tweemalen toe uit
den inoud van den lieer Moens, en andere leden der
liberale partij herhaalden het woord. „Wien de
schoen past,strekkc hem aan," was het driftig be
scheid van den heer Wintgens, dat op die uittarting
volgde. En de gemoederen geraakten zoozeer iu
gisting en werden door enw uitdagende rede van den
heer van gispen nog zóó hevig ontstoken, dat de heer
Dulltrt zich haastte, onder aauhoudend gemompel
der Kamer, de beruadslagiugeu tot Maandag aan
slaande te verdagen.
De Commissie vau rapporteurs voor bet ontwerp
der rentebelasting oordeelt eeu nader onderzoek In
de afdceliiigcit noodig.
De wijzigingen, iu het ontwerp gebracht, zg» van
dien aard', dat de openbare beraadslaging deswege
niet genoegzaam voorbereid kan geacht worden.
Dit nader onderzoek zal aanstaanden Dinsdag
plaats hebben.
Bij de te Breda gehouden verkiezing van een lid
der Tweede Kamer waren uilgebrncht 2018 stemmen
(nautal kiezers 3481); aantal geldige stemmen 1886.
Verkoten de heer Dr. H. J. A. H. Schaepman met
1853 stemmen.
Er Wareu 116 blanco biljetten ingekomen.
Bg de provinciale staten van Gelderland is in
gekomen een schrijven van den héér H. W. baron
van Aylva van Pallandt van Waardenbnrg en
Neerijuen, verzoekende om wegens gevorderden leeftijd
bij de verkiezing voor de eerste kamer verder buiten
aanmerking te blijven.
Jhr. C. M. Storm Van 's-Gravensande, oud-lid
der Tweede Kamer, die tot het vorige jaar zitting
had voor het district Steeqwijk, is Woensdag te
Deventer overleden.
De commissie, door Z. M. den koniug belast
roet het houden eener inspectie over de koninklgke
militaire akndemie te Breda, heeft daaromtrent
verslag uitgebracht; nnu het slot constateert zij
met genoegen, dat dc algeroeeue indruk, door
de gehouden inspectie op haar te weeg gebracht,
bepaald guustig genoemd kan worden. De goede
kameraadschappelijke geest, die onder de kadetten
heerscht, bewijst voor tie oordeelkundige wijze, waarop
de gouverneur, bijgestaan door den eersten officier,
zich van zijne moeielijke taak kwijt. Met het oog
op de op handen zijtide herziening van dc wet van
30 Mei 1877 vermeent de commissie dan ook als
haar gevoelen te moeten doen kermen, dat het haar
niet raadzaam voorkomt in de bestaande orde van
zaken ingrijpende veranderingen ie brengen, daar
de gehouden inspectie kaar de overtuiging heeft
gesohouken, dat de toestand, waarin de akademie
thans verkeert, alle reden tot tevredenheid geeft,
en dat deze inrichting belooft op den duur theo
retisch en practisch goed ontwikkelde officieren voor
het leger te sullen opleveren.
Da Burgemeester van Rotterdam heeft bepaald,
klat gedurende de kermis „geen kunstverrichtingen
of dergelijke, in teuten of andere loculiteitfln, boven
de ruimten voor het publiek bestemd, zullen worden
toegelaten, dan boven een behoorlgk net, zoodanig
aangebracht, dut bij eeaig ongeval toeschouwers «och
vertooners letsel kunnen bekomen."
Te Amsterdam is Dinsdag de 45»te nlgemeene
vergadering gehouden van de Ned. vereeuigiiig tot
afschaffing van den eterken drank. Bij ontstentenis
van den voorzitter der vereeniging, jhr. J. L. de
Jonge, werd de bijeenkomst met een inleidend woord
geopend door d«. Brouwer, uit Zwolle. Na hem
traden als redenaars op de hh. Schuller tot Peursum,
wan Henkelom, de vioe-admiranl Fabius en de seore-
taris der Vereeniging mr. d'Engnlbronncr, beide laat
sten uit s Gravenhage. Hoewel de vereeniging vol
gens de sprekers vreemd behoort te blgven aan
iedere staatkundige of godsdienstige lichting, gaven
zij toch allen hunne instemming te kennen met het
nieuwe wets-onlwerp tot beteugeling van het misbruik
van den sterken drank. Men was daarover verheugd,
hoewel niet voldaan, daar het meer gericht was tegen
de dronkaards dan tegen den drank, zoodat men
hoopte, dat het door amendementen versterkt en ver
scherpt tot wet mocht worden verheven. Na deze
woordvoerders werd nog een opwekkend woord tot
dc werklieden gericht door deu correspondent van
de afdeeliug der vereeniging te Leidschendam, waarna
de oud-minister, mr. J. Heemskerk Az., de eenige
nog in leven zijnde van het 6tal edele mannen, die
voor 88 jaren de vereeniging hadden helpen tot stand
brengen, met eenige retrospectieve beschouwingen zijne
overtuiging uitsprak, dat niet de wet alleen, ook uiet
de beste, in staat is, het resultaat te geven, dut de
vereeniging wenscht, maar dat daartoe vooral ver-
eischt wordt het ontwaakt geweten, de levende over
tuiging van het volk.
Het 17de christelijk nationaal zeudingsfeest, dat
Woensdag op het buitengoed Boekenrode van den
héér mr. J. Messchert van Volleuhoven plaats had,
werd druk bezocht. Tegen 10 ure opende de gast
heer het feest met eene korte toerpraak. Hartelijk
wenschtc hij, dat de ter feestviering opgekomeuen
zich zouden vermaken in den goeden zin van het
woord. Door staatkuudige en godsdieustige ge
schillen of huiselijke zorgen zoo meniginalen uit
de rechte stemming gebracht, moesten zij hier, zich
offtspaunende in de schoone natuur, tot kalmte
worden gestemd en tevens opnieuw bezield worden
door den ernst in dien geest, die ons sterkt onder
de moeiten des levens. Die geest sprak, naar hij
meende, ook uit eenige coupletten die hg voorlas,
waarvan de tweede zoon van Hugo de Groot, die
200 jaar geleden een tijdlang op Boekenrode ver
blijf hield, de dichter was. Volgens het programma
werd op vier plaatsen door verschilleude sprekers
hst woord gevoerd. Bg het invallen der pauze
begon bet te regenen en de regen bleef aanhouden,
waardoor veel van het £enot verloren ging, daar
de grond niet zeer geschikt was om te gaan zitten.
In weerwil van den regen waren na de pauze de
spreekplaatseu nog door eene talrijke menigte omringd.
Zaterdag is te Utrecht eene vergadering gehouden
van gemeente-ambtenaren, tot nadere bespreking Van
het denkbeeld om een pensioenfonds voor gemeente
ambtenaren op te richten, waaraan tevens een we
duwen- en weezenfonds verbonden is. Aan alle
gemeentebesturen was een cirtsüiife gezonden. Slechts
V4 of 340 hadden daarop geantwoord, 190 betuig
den sympathie, onder welken onderscheiden groote
steden, als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeu
warden, Haarlem, enz. Weifelachtig antwoorden
Groningen, Arnhem, Gouda, Sneek tn 35 andere,
terwgl 100 ongunstig antwoorden. Van algemeene
rechtstreeksche hulp van gemeentebesturen was dns
niet veel te wnehten, waarom werd voorgesteld
eene vereeniging van gemeente-ambtenaren tot ouder
lingen materieelen steun in het leven te roepen.
De heer de Bosch Kemper, directeur der ouderlinge
levensverzekering van „Eigen Hulp", bestreed dit
denkbeeld. Het voorstel werd echter aangenomen.
Omtrent de weersgesteldheid in Juni deelt men
aan het Utr. Dagblad o. a. het volgende mede
De zomermaand gaf slechts 8 warme dagen den
2den, van den 17den tot den Bisten, den 27sten
en SOstenal de overige dagen wnreu te koud,
zoodat men gemiddeld 0.93° C. te kort kwam. De
middagen waren betrekkelgk het koudste negative
afwijkingen van ruim 7 gr. kwamen voorde avonden
waren betrekkelgk het warmstde grootste negatieve
afwijkingen bedroegen nog geen 5 gr. des avouds.
De 18de was de warmste dag. Op den 20sten werd
de hoogste stand, 25.9, waargenomen, slechts écu
tiende booger dan in het voorgaande jaar en 8 gr.
lager dan de allerhoogste stand, 33.9, die in 1858
voorkwam. Den koudste» dag had men den 4den.
De laagste stand, 5.6, werd in den vroegen mor
gen van den Ödeu afgelezen en was een halven graad
lager dan in de voorgaande Junimaand, doch 3.1
hooger dan de laagste stand, 2.5 gr., waargenomen
in 1849. Dc gemiddelde tbermometerstand in deze
maaud was 15.96 en was 1.72 hooger dan de
koudste ra 1869 en 4.43 lager dan de warme maand
in 1858.
De Amsterdamsche politie heeft de hand gelegd
qp iemand, die zich Rackvvitz noemt, maar een anderen
naam schijut te dragen, onder welken bij iu het
buitenland Vonnissen heeft ondergaan, laatstelgk te
Dresden. Hij vestigde zich voor eenigen tijd te
Amsterdam op de Stadhouderskade 51, richtte zich
netjes in, deed groote inkoöpen, leefde goed, nam
kantoorbedienden aan en hield er eene brandkast
op na. Maar betuling kreeg geèn mensch. Maandag
ochtend stonden een stuk of twaalf schuldeischers
tegelgk voor de deur, en een winkelier, die bg de
politie aflngifte ging doen, kreeg o. a. tot bescheid:
„dat hij al nommer fachttien was." Vele van de
gekoohte goederen zjjn den weg opgegaan der ver
zilvering, maar gelukkig was er nog eene brandkast
Die kast bevatte een groot aantal bankbriefje» van
60 sigaren. v1
le Utrecht is Woensdag het -bekende park
„Tivoli" in het opènbaar verkocht. Het heeft
160,150 opgebracht. Naar men verneemt zal het
als uitspanniugsoord blijven bestaan.
Iu de Indische Gids wordt eeu mededeeling gedaan,
waaruit blijkt, dat iu Rembang een opium-smokkelaar
als zoodanig iu de bedrijfsbelasting is aangeslagen.
De berichtgever schrijft naar aanleiding van dién
aanslag het volgende„Misschien gaat men nog
eeu stap verder, door op de lijst der „bedrijven,*
waarvoor de inlander en vreemde oosterling belasting
of patent moeten betalen, ook de bedrijven dief, ketjoe,
valsche munter te plaatsen. Er is slechts één lastige
bedenking. AU de rêgeering misdrijven en over
tredingen in de belasting aanslaat, kannen dan zg,
die ze uitoefenen, deswege nog wel gestraft worden?
Door van het bedrijf van opium smokkelen be
lasting te heffen, wordt het gewettigd."
Iu eeu vergadering der hoofdcommissie ter onder
steuning van de noodlijdenden door den brand in de
Valter- en Weerdiugervenen is gebleken, daf |6t
dusver bij de verschillende leden aan giften in geld
is ingekomen 6155.28, makende met den door
den Raad der gemeeote Groningen toegezegde gift,
een totaal bedrag van 7155.28, en bovendien
eenige partijen kleederen en andere benoodigdheden
in natnra (waaronder een collectie glacé handschoenen!)
De schade opgegeven door hen, die daarvoor ver
goeding wenschen te ontvangen, is als volgta. in
den Weerdingermoud en venen (gem. Emmen) aan
huizen en meubilair 6493.45, aan turf 16.254;
b. in den Valtermond en venen (gem. Odoorn) aan
huizen en meubilair 1354.10, aan turf ƒ11029.20;
totaal 36130.75.
Bovendien is nog opgegeven een schade aan ver
brande veldvruchten, een en ander ongerekend de
schade, geleden door diegenen die geen vergoeding
begeeren. De commissie zal alleen schadevergoeding
geven aan noodlijdenden, eb zooveel mogelijk tffét in
geld, doch in natura.
1 11 i 1 i i' 1^4
Terechtzitting van Woensdag 6 Juli 1880.
Kantonrechter: Mr. J. H. van MIEROP.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie
Mr. W. A. SCHOLTEN te Botterdam.
VEROORDEELD:
J. V., veehouder te Waddinxveeo, tot twee boeten
van 5 of gevangenisstraf van 1 dag voor iedere
boete, wegens doen vau doorgravingen op twee ver
schillende plaatsen io den Puttendijk, in den polder
„de Drooggemaakte Putten" ouder Waddinxveeo.
P. den B., arbeider te Waddiuxveen, tot eene
boete van 5 of gev. van 8 dagen, wegens zich
iu kennelijk beschonken toestand bevinden op deft
openbaren weg aan de Zuidkade te Waddiuxveen.
S. B., landbouwer te Nieuwerkerk, tot éene boete
van 3 of gev. «au 1 dag, wegens des nachts
luten losloopen van zijn hond op den openbaren
weg te Nieuwerkerk zonder dat deze voorzien was
van een muilband.
E. M., koopman te Amsterdam, tot eene boete
van 8 of gev. van 1 dag,1 wegens in een coupé
3e klasse in den spoortrein tusschen de statious
Gouda en Moercapelle onder de gemeente Gonda
houden van hazardspel om geld met drie speelkaarten
(zoogenaamd één, twee, drie, hartenboer.)
(De Rijksveldwachter en Jachtopziener van Moer
capelle, die te Gouda in strafzaken voor het kan
tongerecht getuige was geweest en naar zijn stand
plaats terugkeerde, had toevallig in burgerkteeaing
in dezelfde coupé gezeten en den koopman bekeurd.)
J. J. H. S*. kapitein van de stoomboot Volhar
ding No. 2 varende tusschen Gouda en Leiden, tot
eene boete van 3 of gev. van 1 dag, wegens
de Waddinxveensche Brug te Waddipxveen sis kapi
tein der stoomboot Volharding No. 2 zich niet
gedragen naar de bevelen van den brugwachter die
hem driemalen had toegeroepen met de Stodmboot
«óór de brug te stoppen.
C. B., landbouwer te Lopik, tot eene boete van
1 of gev. van 1 dag, wegens wateren tegen een
boom in de Crabefhstraat te Gouda.
VRIJGESPROKEN
P. R., landbouwer te Waddinxveeo, vau de aan
klacht aan den burgemeester van Waddinxveén niet
binnen 24 uren nadat hij er van kennis droeg mede
deeling te hebben gedaan, dat twee zijner dochtertjes,
die bg hem inwonen, lijdende waren aan mazelen. (Niet
overtuigend bewezen, dat de beklaagde er kennis
van droeg, dat de meisjes lgdende waren aau ma-