Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Np 2478.
180.
BUITENLAND-
Woensdag 14 Juli.
- I
Builcnlaudsch Overzicht.
elementaire Werkzaamheden.
I
li
ft
l'J
Per vermijding- van oponthoud
ieve men alle voor de Redac-
bestemde brieven bij den Uit
eer te bezorgen.
aan
H
GOUDSCHE COURANT.
zij hun kennis verkregen hjebben, maar wat zij
weten moet van invloed op de benoeming zijn.
Nadat ook de heer van Wastenaer dit onderwerp
had willen behandelen, verklaarde de minister dat
hem die voorwaarde in de oproeping was ont
snapt, en daarin niet meer zou voorkomen.
Door de commissie van rapporteurs was voor
gesteld om de opleiding te doen plaats hebben
aan de verschillende zièkeninrichtingen door de
daar aangestelde officieren van gezondheid; de
minister wilde een school te Amsterdam. Vol
gens den heer Rombach hebben de dirigeerende
officieren van gezondheid aan de hospitalen het
volstrekt niet te druk en zal de school te Am
sterdam veel kosten. Ook de heer Kool verklaarde
zich in de zitting van Vrijdag voor het voorstel
der commissie, dat dan ook, na een korte be
strijding door den minister, wordt aangenomen
met 56 tegen 6 stemmen.
Ook art. 27, de geldelijke belooning regelende
van de reserve-officieren van gezondheid, wordt
op voorstel der rapporteurs na korte discussie
met 45 tegen 18 stemmen verworpen.
Gelukkiger was de minister met art. 29, waar
van de verwerping ook was. voorgesteld door de
commissie, en waarmede volgens den minister het
geheele reservestelsel staat of valt.
Het bepaalt toch, dat het bedrag der bezol
diging van de reserve-officieren van gezondheid
in tijd van vrede door de regeering zal bepaald
worden.
Niet slechts de minister, verdedigde het met
vuur, ook de heeren de öieberstein, Kool en
van der Schrieck brachten er het hunne toe bij
om de bezwaren van den Heer Rombach te
weerleggen, waarna het artikel met 46 tegen 21
stemmen en eindeljjk het geheele ontwerp met
65 tegen 3 stemmen werd aangenomen. Moge
deze wet aan de verwachting van den minister
voldoen en de geneeskundige dienst bij ons leger
op afdoende wijze geregeld worden, zonder te
groote bezwaren voor de schatkist!
En nu was de hoofdschotel van deze bijeen
komst, het ontwerp tot invoering der schoolwet op
1 Nov.a. s., aan de orde. Een herinnering van
den voorzitter dat niet de nieuwe regeling zelf,
maar alleen de invoering aan de orde was, bleek
niet onnoodig.
Reeds de eerste spreker, de heer Vermeulen,
toonde in zijn eerste redevoering, dat die herinne
ring nietongepast was. Hij zeide boe ’t hem speet,
dat zijn eerste woord moest zjjn een woord van
afkeuring, bestrijding en veroordeeling van dat
gene wat de meerderheid hoogschat en wat die
meerderheid lief en dierbaar is geworden. Geen
financieels belangen zullen hem tegen dit ont
werp doen stemmenwanneer ook de wpt in
gevoerd wordt, die dag zal volgens spreker een
onheilsdag voor Nederland zijn, en hij hoopte
dat het hem eens gegeven zal zijn de regeering
te zien terugkeeren tot een ander stelsel van
wetgeving, dat allerwege bevredigt, dat het volk
van lasten bevrjjdt, dat dén strjjd en de ver
deeldheid zal doen ophouden.
Uitvoerig trachtte de heer Heydenrjjck
te toonen dat het ontwerp geheel ongemotiveerd
was, dat het slechts dienst kon doen om de
gemeentebesturen aan een cadeau te helpen en
eenige personen een paar maanden vroeger dan
noodig was in het bezit van postjes en baan
tjes te stellen, terwjjl het geld om in al die
onnoodige uitgaven te voorzien, ontbreekt.
De heer Casembropt heeft ook bezwaren van
financiëelen aardhij wilde eerst aanwijzing
der middelen; bij de invoering toch is niet zulk
een haast, omdat ons onderwijs niet zoo slecht
is als men wel eens beweert.
De inhoud van het protest tegen het ontwerp
door den volgenden spreker, den heer van Baar,
kan saamgevat worden in zijn slotwoorden
Deze voordracht, zoo plotseling en onverwacht
zoo onvoorbereid en ontijdig, heeft velen in en
buiten de Kamer zeer onaangenaam getroffen.
Het geheele ontwerp is zoo flauw gemotiveerd,
het brengt zoo weinig nut, om van de vele
ernstige bezwaren niet te spreken, dat men er
algemeen slechts den schjjn in ziet van te groote
inschikkelijkheid, van een roerende voorkomend
heid, van een nieuwe breede concessie, ja van
een buigen voor zekere partij, die bljjkbaar zelf
daarmede verlegen is of moet zijn. I
De heer Wintgeus bestreed het ontwerp op
de reeds bekende gronden blijkbaar kon er
weinig gezegd worden dat niet van algemeene
bekendheid is, het onderwerp is uitgeput. Hjj
keurde het ontwerp af, omdat het was in strjjd
met de wet, omdat het een begin zal zijn van
een financiëelen toestand, die een druk op de
belastingschuldigen zal leggen, en omdat het in
strjjd is meteen wjjze staatkunde. Waarom was dit
deftige betoog ontsierd door een insinuatie die
tot een tooneel in onze Kamer, altijd zoo stem
mig en bedaard, aanleiding gaf dat ons onwil
lekeurig aan Brussel of Parijs doet denken?
Men moet zich niet laten medesleepen,” zeide
de heer Wintgeus .door een valsche publieke
opinie, door het geschrijf in bladen, door de
pressie van onderwijzers en schoolautoriteiten
die voor zichzelven financieel belang hebben
bi; de invoering der wet, dat is onstaatkundig.”
Wie door de schoolautoriteiten bedoeld wor
den, werd door den spreker duidelijk genoeg
gemaakt om den heer Moeus het woord te doen
vragen voor een persoonlijk feit. Met ernst
protesteerde deze tegen die insinuatie, hij be
riep zich op zjjn vrienden, wien hij ontraden
heeft pogingen aan te wenden om een verhoo-
ging van het inspecteurstractement aan te
vragen en verklaarde dat hjj, al of niet bij het
schooltoezicht blijvende, financieel zou vermin
deren. Van den heer Wintgens wachtte hij
daarom een duidelijker herhaling of .intrekking
dier laaghartige beschuldiging. En volgde die?
>Ik heb den heer Moens niet genoemd, maar
wil de heer Moens zich ’t aantrekken, dan zeg
ik wien de schoen past, die trekke hem aan 1
Was het te verwonderen, dat hem de woorden
lafaard, laaghartige! werden toegeroepen? En
nu moge men het betreuren, dat zoo iets in
de hoogste vergadering des lands kon plaats
hebben, aan wien de schuld!
Geen wonder dat na zulk een incident het
protest van den heer van Nispen niet veel in
druk maakte, en de voorzitter zoo spoedig
mogelijk de zitting ophief in de hoop dat een
tweedaagsche rust de gemoederen zou doen
bedaren.
Een spoedige afdoening van dit ontwerp, dat
de hartstochten zoozeer in beweging brengt,
is wenscheljjk. Moeten echter alle tegenstand
ders hun afkeurende stem motiveeren, dan is
het einde der disenssiën nog niet te voorzien^
L.
Het vraagstuk der amnestie is uit de wereld'
De kamer heeft het door den Senaat geamcndieerxU
ontwerp gftedgekeurd. Drie beperkingen heeft het
hoogste staatslichaam gesteld. Uitgezonderd gau de am*
nestie zullen zijn lo. zij die veroordeeld zijn na
verdediging; 2o. zij die werden veroordeeld tot de
doodstraf of levenslange dwangarbeid3o. zij diq
tot op 9 Juli geen vermindering van straf hadden
verkregen.
Zeer weinigen, hoogsten 1 a 2 dozijn vallen nu
buiten dezen maatregel. Onmiddellijk daarop is bij
ns leger heeft gebrek aan officieren van ge
lheid. Alle kunstmiddelen; tot nu aangewend
in dit gebrek te voorzien, hebben weinig
lat In de zitting van Donderdag was een
iwe regeling aan de orde afschaffing van
tweeden luitenantsrang en van de examens
rangsverhoogingook wil de minister de
nwoordige opleidingsschool te Amsterdam
iffen en aldaar een applicatieschool oprichten,
en ruime gelegenheid dus voor de speciali-
in om hun inzichten te doen kennen.
e Heer Idserda, die met genoegen gezien
t, dat de minist n dit als een eersten stap
houwt om tot een beteren toestand te komen,
ireekt achtereenvolgens de bezoldiging der
ieren, die hjj wenseht te regelen door een
de verhouding der officieren van gezond-
tot de intendance, die tegenwoordig veel te
schen overlaat; de militaire rangen der
ieren, na 25jarigen dienst moesten zij den ma-
srang kunnen verkrjjgen; bet materieel en
ipplicatieschool.
'e heer van derjSchrieck, zjjn ingenomenheid
het ontwerp betuigende, dat naar zjjn mee-
f niat veel meer uitgaven zal veroorzaken,
igt inlichting omtrent het uitoefenen der
ferpraMjjk.
'e heer Kool, ook het ontwerp goedkeurende,
digt toch een amendement aan om de wan-
lotiding weg te nctnen, die zal ontstaan tus-
m de officieren van gezondheid en de andere
ieren van het leger. Ook is hij tegen het
>vea van premiên en wil liever verbetering
traktementen.
oowel deze spreker als de volgende, de heer
tinek, vragen inlichtingen omtrent de positie
militaire apothekers.
e minister van oorlog zegt, dat het doel van
ontwe p ié vooreerst om een kundig, vast
-eskundig personeel te erlangen, niet alleen
den gewonen dienst, maar ook in oorlogs-
en ten tweede om een reserve-personeel te
nen, dat met het vaste personeel in oorlogs
kan samenwerken. Regeling bjj de wet van
ractementen, en de verhouding tot de inten
se acht hjj verkeerd, de toestand van het
eriëel is voldoende, het dienstdoen bjj de
>sen acht hjj noodzakeljjk, even als het be-
d der militaire rangen. Over .het geheel
dhaaft hjj het standpunt!bjj het ontwerpen
regeling ingenomen.
a een korte repliek van den heer Idserda,
rbjj zich de heer van Delden aansloot, wor
de artikelen betreffende de betrekkingen en
;en van het personeel goedgekeurd.
len amendement van den heer van Dedem,
officieren van gezondheid en apothekers, die
1 premie of subsidie genoten hadden, vrij te
len van de verplichting om nog vier jaren
het verlaten van den dienst ter beschikking
de regeering te zjjn, werd met 44 tegen 21
amen verworpen.
Jjj dé derde afdeeling, de opleiding betreffende,
eg de heer de Bieberstein, hoewel dit geheel
ten de orde was, aan den minister inlichting
;rent een oproeping voor tweede klerken aan
ministerie; alleen jongelieden die drie jaren
gymnasium of een hoogere burgerschool
acht hadden konden daarvoor in aanmerking
ren; spreker meende dat die bepaling in strjjd
i met de belangen van den dienstniet waar