BINNENLAND.
Gemengde Berichten.
Stateil-Generaal. Tweede Kamer. Zittiug
van 12 Juli 1880.
Afloop van Openbare Verkoopingen
van Onroerende Goederen.
(Lctcet vuii Jeu p»v»uleut gr.uie verleend aan allen
die bij dc Coiumuue belrukken zijn geweest. Voor
de enkelen, die biuueu de gestelde uitzonderingen
vullen, lietfc dus de wet alleen dit gevolg, dat zij
niet weder ut hun burgerschapsrechten hersteld worden,
De politieke quuestie kan voor gesloten gehouden
wordeu, zeide de rapporteur, de heer Jozon, iu
zijn laatste rapport, en dat ia de hoofdzaak. Wel
verklaarde de Ueer Georges Perin namens de uiterste
linkerzijde dat hij en zijne vrieuden haar nog als
eene open vraag beschouwden, zoolang geeue vol
ledige amnestie was verleend, doch deze verklaring
moet zich blijvcu bewegen op het veld der theorie.
Zelfs den welsprekeudsteu ouder de Fcauache rudicaleu
zou het motten mislukken eene politieke agitatie op
het getouw te zetten ten voordeele van een gering
aaiHal lieden zonder persoonlijk aanzien, die boven
dien waarschijnlijk gratie zullen erlaugeu en dus
toch in Friiiikryk terugkeeren, waar ze misschien
hun oud hundwerk weer zulleu opvatten en spoedig
in aanraking met de justitie komen.
De gevolgen van den terugkeer der veroordeelden
zullen niet zoo verschrikkelijk blijken als men ze zich
heeft voorgespiegeld. Rochefort, Vallés en anderen
zulleu voortaau hunne dagbladartikelen met hun
uauni kunnen onderteekeneu in plaats van met eeu
tceken dat voor niemand ecu geheiui ivas. Waar
schijnlijk zullen ze ook wel in de kamer komen.
Doch hun woord zal minder gewicht hebben bij
de groote menigte dan toen ze spraken als de in
teressante slachtoffers der haastige krijgsraden na de
•commune. Van dat voetstuk dolen ze af op de
-straatsteenen van Parijs, waar men spoedig zat be-
speuren, dat zy zulke vergoding niet waard zijn als
Juin in hunne ballingschap wel eens gewijd werd.
Nog steeds hoort men van het heengaan van
.ambtenaren, die de wetten op de Jekuïeten niet ver-
Jangen uit te voeren. Het is eene zeer gewjftischte
.zuivering van het personeel. Jammer nmar, dat
•ok de .rechters, onder welke er zoo velen 2ijn, die
.zich soms door hun clericale gevoelens laien be-
heerschen, -ook niet bun ontslag nemen. In alle
.gevallen blykt, hoe weinig gegrond «Je beschuldiging
is, dat de republikeinsche regeering uitsluitend
partggeuooten aan het bewind laat; in dat geval
zoudeu er "thans niet zooveel clerioalen ouder zijn.
:Uit geloofwaardige mededeelingen blijkt, dat al
de .berichten, iin den laatsten tijd door verschillende
biiitenlandfiche .bladen openbaar gemaakt over on-
derhundeliugeu «lcr mogendheden betreffende de uit-
sooting der besluiten van de Berlijnsche conferentie,
.voorbarig ziju. Die onderhandelingen, in meer dan
.ééu opzicht vao teederen aard, kunnen tot niets
.leiden» .zoolang Turkije de gemeenschappelijke nota
.der mogendheden niet beantwoord heeft. Nu werd
die nota .-eerst heden te Konstautiuopel verwacht,
<eu daar zij gelyktijdig in die hoofdstad en in Athene
moet overhandigd -on in laatstgenoemde stad eerst
morgen {Woeindag) kan ontvaugen worden, zal de
«anbiediug eerst tegeu het einde der week kuuneu
geschieden. Zijn eeumaal de onderhandelingen aan
gevangen, dan zullen zij spoedig moeten afloopen.
trant .eene langdurige discussie zou gevaarlyk zijn
«n de goede verstandhouding in de waagschaal stel
len, door de gevoeligheid van ïerschillend;? kabi-
nette» op ie wekken. Tot dusver is door niemand
eenig officieel voorstel gedaan. Alleen Rusland schijnt
ie Londen het voornemen te hebben laten door
schemeren, om de Grieken te hulp te komen. Wel
is dit later tegengesproken, maar er bestaat reden
om te vermoeden, dat op het deukbetld niet nader
werd aangedrongen, toen gebleken was, dat het tot
verkeerde opvattingen aanleiding kou geveu.
ïu een telegram uil Weenen aan Le Temp» wordt
gemeld, dat Oostenrijk en Duitschland zich gaarne
zullen aansluiten bij eiken maatregel, waardoor de
regeling van het Grieksche vraagstuk in werkelijk
heid bevorderd wordt. Dit neemt echter niet weg,
dat men zoowel te Weenen als te Berlijn ten sterkste
zou zijn tegen eiken radicalen maatregel, waarvan
een schok in het Oosteu en eene onmiddellijke ont
binding van Turkye het gevolg zou zyn. In dit
opzicht wordt de bedachtzame houding van Frankrijk
te Weenen met genoegen opgemerkt.
Voor het overige zgn de jongste berichten uit Konstan-
tinopel van geruststellenden aard. De aftreding van Os-
man-pacha, als minister van oorlog, maakt een goeden
indruk. Men sohrijft den Sultan het voornemen toe, om
de hangende^juaestiën op vredelievende wyze te regelen.
Van Egypte hoort men niet veel meer en dit is
een «eer gelukkig teeken. De Engelsche oousul-
generaal doet dit uitkomen in een serie documenten
welke hg aan zgn regeering heeft gezonden. De
khedive eu lijn minister Riaz pacha hebben een goed
begin gemaakt. De geeaelriera is afgeschaft als
dwangmiddel om van de fellah's belasting in te vor
deren, waarover de sohuldeischers van den staat niet
weinig ontstemd waren. Ten onrechte echter, want
de fellah's betalen zonder slagen en schijnen te eerder
te zullen blyven betalen, daar de voorwaarden van
hun arbeid veel beter zijn geworden.
z/Er is nog vee) te doen, sohrijft de heer Malet,
de oousul-generaal, voor het gezegd kau wordeu
dat Egypte goed bestuurd wordt; maar de uitkom
sten der laatste zes maanden geven goede hoop op
de loekomst."
Het debat over de tweede lezing der Iersche
landwet hield het Ëngelsqhe Lagerhuis nog den ge-
heelen Donderdagavond bezig. Aanleiding tot deze
hernieuwde discussie Was een wijziging, daarin ge
bracht door hel overiiemeu van een amendement van
den Ier^cheu Attorney-general. Volgens dit amen
dement zal de landeigenaar niet tot schadevergoeding
gehouden zijn, als hij zijn zijn pachter zal vergund
hebben ziju rechteu aan eeu ander te verkbopeu.
De minister Forster beweerde, dat het ontwerp hier
door niet noemenswaard veranderde, wat ongeveer
niemand hem toestemde. Vooral de Ieren toonden
zich hoogst verbitterdthans was de toch reeds
beschroomde maatregel niets meer waard. De prac-
lische beteekenis van het amendement wordt door
de Times dus geschetstvooronderstel, dat een
pachter zijn landeigenaar geld schuldig is, dan zou
hij daarin onder het oorspronkelijke voorstel geree-
delijk aanleiding vindenom op te houden met be-
taliug vinden van pacht, want de landeigenaar zou,
uit vrees van nog meer geld te verliezen door de
verplichte schadevergoeding, hem niet licht uit het
land zetten; onder het nieuwe voorstel, zal hij den
pachter kuuneu vergunnen aan een ander zijn rechten
te verkoopen, en deze zal eerst den landheer zijn
vorderingen moeten betalen en daarna het overschot
aan den vroegeren pachter ter hand kuiiuen stellen.
Houdt men dit in het oog, dan begrijpt men de
woorden, waarmee Forster zijnerzijds het debat sloot.
Het verwonderd# hem volstrekt niet, zeïde hij, dat
Parnell en hij 't niet eens zouden worden, want
zijn doel was het recht van den pachter te verze
keren, Parnelle doel den pachter gelegenheid te geven
zich van elke betaling te ontslaan.
Verscheidene liberalen bleven tegen de wet. De
markies vau Lansdowne nam zelfs deswege zgn
ontslag als minister.
Ofschoon de Noorweegsche staatsraad-quaestie
(deelneming der ministers aan de beraadslagingen
der Storthing) voor dit jaar is afgeloopen, ten
gevolge tan de weigering der Regeering om het
besluit-der Storthing als wet af te kondigen, duurt
de beweging onder de bevolking voort, en laten
de hoofden der republikeinsche party de gemoederen
niet tot bedaren konen. „De voornaamste aan
voerder dezer partij,*\«pgt de Küin Z. „is ontegen
zeggelijk de dichter Björnstjerue Björuson, die in
voordrachten en dagbladartikelen ziju persoonlijken
haat tegeu den Koning niet verbergt. Of de
republikeinen hun doel ooit zullen bereiken, valt
zeer te betwijfelen; doch nut zekerheid kau aan
genomen worden, dat zij op dit oog"ubIik hun land
zeer benadeeleuwant de voor elke politieke be
weging zoo gevoelige- lezers moet zich, volgens het
Morgenblad, sedert het besluit der Storthing vau 9
Juni, tegenover de Noorweegsche staatsobligatiën
volkomen neutrual houden en geen neiging toonen
om de nieuwe staatsleening vau Noorwegen op te
nemen. Het ongunstigst moet de stemming der
Parijsche beurs in dit opzicht zijn, omdat inen
aldaar den toestand naar Franschcn maatstaf be
oordeelt eu gelooft, dat in Noorwegen spoedig een
staalkundige omkeer zal plaats hebben, welke intus-
schen nog in onbestemd verschiet ligt. Zooals de
zaken thans staan, heeft de radicale partij geen
kaos haren sin door te drijven, niet langs consti-
tutiouneelcn wegwant het rijksgerechtshof, waar
mede zij gedreigd heeft en voor hetwelk de strijd
iu het volgend jaar zal voortgezet worden, biedt
haar weinig of geen kans van slagen".
GOUDA, 13 Juli 188Ü.
Heden morgen werd door ons het volgend Bulletin
verspreid
„Wy vernemen dat de heer van BERGEN IJZEN-
DOORN de benoeming tot Lid van Gedeputeerde
Staten niet heeft aangenomen.
De wenschen van Gouda's burgerij zijn alzoo vervuld
en de waardige, hooggeschatte nlan blijft aan het
hoofd dezer Gemeente en in ons midden zijn kunde
wijden aan de bevordering van Gouda's bloei.
Wij vertrouwen, dat terstond na het bekend worden
van dit heuglijk feit door het Uitsteken der
Vlaggen allerwege de vreugde zioh zal openbaren."
De heugelijke tijding was toen reeds aan velen
bekend, want als een loopend vuur verspreidde zy
zich door de stad, en naarmate zij bekend werd tooide
men algemeen de woningen met vlaggen. Allerwegen
heerscht blijdschap.
Meu meldt ons per telegraaf uit den Hang dat
de Prov. Staten dezer Provincie heden tot lid der
Eerste Kamer hebben herkozen Mr. G. A. de Raadt
en gekozen in plaats van den heer J. W. Hein, die
buiten aanmerking wenscht te blijven, den heer
J. D. Fransen van de Putte, Lid der Tweede
Kumer, met 38 van de 67 stemmen.
Naar wij vernemen, hebben Zondag de besturen
van den polder Bloemendaal en van den Oostpolder
hunne opwachting gemaakt bij Mr A. A. van Bergen
IJzeudoorn, als Voorzitter dier polders, ten einde
hem met zijne benoeming tot Lid der Gedeputeerde
Staten geluk te wenschen, doch tevens om hem te
verzoeken in het belang dier polders die benoeming
van de haud te wijzen en het voorzitterschap tc
blijveu bekleeden.
Wg vestigen de aandacht op achterstaande adver
tentie, betreffende de vergadering in de Sociëteit „Ons
Genoegen" op morgenavond.
Eene Commissie uit de Staten van Zuid-Holland
heelt Zondag een plaatselijk onderzoek ingesteld
naar den waterweg tusschen Amsterdam en Rotterdam,
voorzoover die met de Goudsche belangen in aau-
raking komt.
Het rapport der Jury iu ons vorig nommer ver
meld, luidt als volgt
Aan het Bestuur
van het Departement van Nijverheid te Gouda.
Gouda, Juni 1880.
Mijne Heeren
Naar aanleiding van de ons verstrekte opdracht,
ter beoordeeling van de ingekomen werkstukken op
de twee door Uw Departement uitgeschreven prijs
vragen, hebben wij de eer het volgende te rupporteereu.
a. Prijsvraag voor Pottenbakkers.
Een Vaas volgen» teektning.
Hierop zijn drie inzendingen ingekomen, onder
de volgende motto's
N°. 1. Per aspera ad ast ra.
2. Nijverheid streeft naar vooiuitgang.
3. Grebed.
I Het gevoelen Uwer Commissie is dat aan No, 1
de prijs en aan No. 2 de premie kan worden
toegekend.
Bij de opening der gesloten Couverten, bleken
vervaardigers te zijn
van No. 1. P. van de Kasteelen.
2. G. Schibveen.
Het werkstuk No. I is evenwel niet geheel juist
naar de teekening te noemen, doch komt deze het
meest nabij. Het ondergedeelte, de toet van de
Vaas, is te hoog en het bovengedeelte, de omliggende
rand, niet op de bij vazen gebruikelijke wijze afge
werkt. Wanneer de teekening voor de niefr zichtbare
lijnen, eenigszins uitvoeriger ware verstrekt, zoude
dit laatste voorkomen kunnen zijn.
Het werkstuk No. 2 is, wat den vorm betreft,
gunstig te noemen. Profileering van den voet en
vooral de ooren, met de teekening vergeleken, laten
veel te wenschen over.
Een dergelyke afwijking van de teekening is zeer
af te keuren; het doel van den wedstryd wordt
gemist, daar dan in plaats dat de smaak geleid,
aan den wansmaak vry spel gelaten wordt.
No. 3 onder het woord„Grebed" ingezonden,
vertoont de minste overeenkomst met de teekening.
Profileering en vooral het afwerken van het boven
gedeelte, is geheel onjuist opgevat.
b. Prijsvraag voor leerlingen van de
Burgeravondschool.
Het boetseer en van een Blad volgen» teekening.
De aan de leerlingen verstrekte teekening was, in
tegenstelling met die van de Vaas, slechts op eene
zeer kleine schaal, hetgeen wij als oorzaak be-
sohouwen van de niet in alle deelen juiste en ver
schillende opvatting.
Hjerop zijn zeven inzendingen ingekomen, onder
de volgende motto's:
No. 1. IIoop doet leven.
2. Er is hooger dan geld.
3. De boom wordt niet met een slag geveld
4. Door oefening grooter.
h 5. Door de doornen tot de sterren.
6. Arbeid in mijne vrye uren.
7. Een vogel kan niet hooger vliegen, dan
zgn vleugels hem dragen kunnen.
Het blad, o. i. de toekenning van den prijs
waardig, is No. 3, terwijl naar ons gevoelen de premie
aan No. 6 moet worden toegekend.
Bij de opening der gesloten couverten, bleken ver
vaardigers te zijn
van No. 3. A. P. Blok.
6. J. D. Stam.
Ofschoon de voorwerpen voor prijs en premie in
geenen deele kunnen aangemerkt worden als te zgn
geschikt voor het museum van Kunst-Nyverheid,
bevelen wij, tot aanmoediging van de leerlingen,
de bovengenoemde bekroningen aan.
Bij de vijf overige ingezonden verwerpen is de
aanbrenging van het kleine achterblad iu strijd met
de werkelijkheid eu dat onder No. 5 bovendien
zeer gebrekkig afgewerkt. De volgorde waarin zij,
aaar het best geslaagd, kunnen worden gerangschikt,
is: No. 7, No. 2, No. 4, No. 1, No. 6.
Aan alle leerlingen is voorts ten zeerste het be
schouwen van goede voorbeelden en het bestudeeren
van de natuur aan te raden.
Een enkele blik op een natuurlijk blad had, bij
het meereudeel der ingezonden stukken, grove fouten
kunnen doen vermyden.
JOOST THOOFT.
L. BURGERSDIJK.
H. de SCHEPPER.
Zaterdag werd van hier naar Rotterdam gevau-
kelijk overgebracht zekeren D. M. B. uit 's-IIage,
die zich alhier had schuldig gemaakt aan diefstal
van een rol gonlijugoed vau de stoep van den
winkelier Schenk op de Markt. Hij was reeds 4
maal voor bedelarij in Oramcrschous verpleegd.
Tot conservator (honorair) aan d® bibliotheek der
Universiteit vau Amsterdam is benoemd de heer J.
X. Scheltema, oud archivaris van Gouda.
Onder de ruim vgftig geslaagden bij het groot amb
tenaars-examen voor Indië komt als no. 8 voor, de
heer J. A. van der Lee vau Gouda.
Na veel tegenstand is eindelijk besloten tot het
oprichten van eeu stoomgemaal in de Polders Snel
en Polanen, behoorende respectievelijk tot de ge
meenten Woerden en Linschoteu.
De Heer G. J. Spruijt te Ouderkerk a/d. LTsel
.vierde gisteren zijn dertigjarig notariaat.
Naar men verneemt, zal Ouderkerk a/d. IJsel
eerlang iu het bezit komen van eeu eigen gemeen
tehuis, waartoe een flink gebouw, midden in het
(iorp, ten vorigen jare aangekocht, gedeeltelijk zal
worden ingericht.
Daar ook de tweede predikantspjaats bij de Herv.
gemeente te Schoonhoven door een orthodox predi
kant ral wordeu vervuld, hebben verscheidene per
sonen hun lidmaatschap der Hervormde kerk opgezegd
eu zich aangesloten bij de Remonstrantsche Broe
derschap.
Bij den Raad der gemeente Oudewater is inge
komen een adres van den kerkernad der Hervormde
gemeente aldaar, tot afschaffing van dc kermis.
Voor de betrekking vau hoofdonderwijzer aan de
(peiibare school voor m. u. 1. o. te Lekkerkerk ziju
geen sollicitanten opgekomen. Men verhoogt thans
De afzonderlijke jachten op waterwild voor dit
jaar zullen iu deze provincie geopend worden op
Maandag 2 Augustus.
In de Prov. Staten van Noord-Holland is naar
aanleiding van een vraag van mi. Aug. Phillips
om iulichtiugeu omtrent den stand der onderhande
lingen betreffende den waterweg van Amsterdam
naar Rotterdam, in verband met den waterweg tus
schen het Noordzeekauaal en de Boven-Wual, ge
bleken dat vau 1878 tot October 1879 van de Re-
geeriug daarover niets officieels was vernomentoen
ontvingen Ged Staten eeu brief van den Minister
van waterstaut, waai in hij een gemotiveerd ontwerp
vroeg. Ged. Staten achten dit verzoek eigenlijk tot
Zuid-Holland gericht, dat nog geeu besluit had ge
nomen. Dat de Minister een nader onderzoek ver-
iungt vau het ontwerp van 1878, was Ged. Staten
niet officieel bekend alleen wisten zij uit de cou
ranten, dat de Miuister in dien geest aan Zuid-
Ilollaud heeft geschreven. W®t de Rijnvaart betreft,
dit is een rijkszaak, waarmede Ged. Staten zich
niet hadden in te latpn.
Daarop deed de heer Philips het volgende voor
stel: „Heeren Ged. Staten uit te noodigeu, bij de
Regeering te willen aandringen op de uitvoering der
verbetering van (den waterweg tusschen de Zuid-
Ilollandsohe rivieren en het Noordzee-kanaul, in den
geest van het door Ged. Stateu voorgedragen plan,
met gelyktydige verzekering vau een voldoenden wa
terweg van het Noordzee-knnaal naar de Boven-Waal."
Nadat Ged. Staten verklaard hadden, tegen het
voorstel geen bezwaar te hebben eu de opdracht te
aanvaarden, werd het voorstel zoirder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Er is ingekomen een wetsontwerp tot wyziging
der art. 265 en 266 van de gemeentewet. De heer
Moens vroeg bet woord om aan te vullen wat in
het officieel verslag van Vrijdag is weggelaten, na
melijk dat hij het woord vroeg tijdeus de heer
Wintgens sprak en dat de heer Wintgens zich om
keerde en bcm met den vinger aanwees, toen hij
zijne beschuldiging uitte. Door deze weglating wordt
het officieel verslag onverstaanbaar. De heeren van
Eek en Heijdenrijk verklaarden als commissarissen
voor de stenographic, dat de gewoonte medebracht
alleen interruption op tc uerneu, die van invloed
op het recht verstand van het gesprokene wareD,
inaur dat het bijblad enkel vermeld wat gesproken
wordt; niet wat geschiedt. Beulen meenden dat het
verslag duidelijk geuoeg verstaanbaar was door de
opgaaf van den heer Moens aan den voorzitter,
waarin het persoonlijk feit bestond.
De heer Wintgens ontkende, dat hij den heer Moens
met den vinger zou hebben aangewezen, gelijk het
verslag van sommige dagbladen, die er altijd op
uit zijn gezegden verkeerd voor te draxeu, nnldde.
Leden in ziju nabuurschap hadden verklaard, dat bij
het niet gedaan had. De heer Moens bleef vol
houden dat het officieel verslag onverstaanbaar was
en verklaarde, dat een vriend van den beer Wintgens
uit eigen hoofde hem gezegd had, dat hij en anderen
gezien hadden dat de heer Wintgens hem met den
vinger of de baud had aangewezeu. Het incident
was hiermede afgeloopen.
Daarna is de discussie over de credietwet voor
de invoering vau de onderwijs-wet hervat. De
heer Keuchenius bestreed uitvoerig het ontwerp dat
de schoolwet uitvoerde voordat ze is ingevoerd en
de uitgaven voorstelt zonder aanwijzing der middelen.
Teveus vraagt hij hoe de staatkunde van dit Ka
binet met de invoering dezer wet te rijmen is.
De heer Savornin Lobman betoogt, dat het nut der
schoolwet een uitgaaf van 6 milioeu 's jaar niet waard
is voor gcheele Nederlandsche volk. Hij protesteert
tegen de wet en verwondert zich niet, dat dit
Ministerie dé wet uitvoert daar dit niets is of kan
zijn dan de dienaar der meerderheid der Kamer, maar
verwondert zich, dat de liberalen zoo millioenen weg
werpen om een onbereikbaar doel te bereiken: .het
christendom boven geloofsverdeeldheid.
De heer de Bruyu bestrijd ook sterk het ongemo
tiveerd ontwerp tot uitvoeriug eener wet die wrange
vruchten zal dragen.
Gisteren is te 's-Gravenhagc overleden Mr. C. van
Heukelom, Lid der Tweede Kamer, zittiug hebbende
voor Amsterdam. Hij bereikte den leeftijd van
58 jaar.
De pogingen van het voorloopig Comité voor de vee-
en zuivel-tentoonstelling te Londen ondervinden in rui
me mate sympathie, -! geen ooteMykt mt het aanzienlijk
getal aangifteu van inzend ingendic reeds zijn ingekomen.
Bij voortduring wordt echtif de steur, van belang
hebbenden ingeroepen. Ieder die meent puik vee
of puike producten te kunnen leveren, melde zich
bij het Comité aan. Het geldt hier iu eerste plaats
de eer van Nederland te handhaven. Het beste wat
ons land oplevert moet samengebracht worden en
daarvoor worden zeer vele aanmeldingen vereischt.
Officieel kunnen wij mededeelen, dat door het Bestuur
der Engelsche tentoonstelling op den 6n dezer twee
Nederlanders in de Jury beuoemd zijn, t. w. de heer
M. van Thai voor vee en de heer H. J. (jerriiseu
voor zuivel.
Moge die benoeming de Nederlandsche landbouwe,r»
aansporen om vol vertrouwen hun vee en hut» produc
ten in te zenden
Te Londen is reeds een geschikte plaats gevonden
voor Je quarantaine goede stallingen zijn voorhanden
en aan geschikt voeder zal het niet ontbreken
grasvoer kau o. a. verstrekt worden.
De consul-generaal der Nedorlandèn de heer May
de vioe-consul de heer Maas, onze vroegere landge
noot baron Mackay vau Ophemert, thans lord Lord
Rcay, wijden zich iu Engeland aan onze zaak. Voor
zeker kan aan geen betere hauden de behartiging van
de Nederlandsche belangen w,orden tëevertrouwd.
De verkoop der onafgehaalde prijsvoojwerpen van
de groote watersuoodloterg die le 'sGravenhage plaats
had, heeft bruto opgebracht 927.
Ook de Redactie van het Wbl. v. h. Regt ver
klaart zich ingenomen met de indiening van het wets
ontwerp tot beteugeling van het misbruik vau sterken
drank. Met doel en algemecne strekkiug betuigt
zij instemming. Tegenóver de bedenking, dat de
Stunt niet als zedemeester mag optreden, stelt zij
de vraag: waarom verklaart de Grondwet dan het
openbanr onderwijs tot voorwerp van Staatszorg?
En dezg anderemag de Staat wel zedebederver
zijn, door zorgeloosheid en onverschilligheid te botoo-
neii tegenover het drankmisbruik, waardoor krank
zinnigen-gestichten en gevangenissen bevolkt worden
Trouwens, Nederland begint hier niet iets nieuws.
Met Griekenland, Spanje, Rumenië en België staat
het nog alleen, als niets gedaan hebbende tegen
deze volkskwaal.
Is indertijd beweerd, dat die kwaal toch niet
zou zyn uit to roeien, is dat een reden om aan haar
beperking te wanhopen? Dat alleen van zedelijke
en godsdienstige ontwikkeling heil te verwachten
zou zijn, is door de ervaring weersproken.
Al bevatte het wetsontwerp alleen bepalingen tot
beperking van thet aantal tapperijen, de Redactie
zou het reeds daarom alleen hartelijk toejuichen
het bevat echter meer dan dit.
Maar toch bevat het niet genoeg.
Het lijdt aan zekere vreesachtigheid om door te
tastenhet is te schuchter. Waarom bv. den Ge
meenteraden de handen gebonden door een minimum
tapperijen voor te schrijven? Is het niet inconsequent,
ja ongerijmd, dat de wet cenerzijds den Gemeente
raden toelaat, het aantal tapperijen te beperken, en
aan den anderen kant dwingt om ze uit te breiden?
Ecu tweede inconsequentie is het in 't ontwerp ge
maakte onderscheid tusschen imperatieve en faculta
tieve weigering. De aangewezen toestauden herente
ren het misbruik of zij doen het niet. In 't eerste
geval geen vergunning, iu het tweede geen weigering.
Zeer ongaarne mist de Redactie vau het IVbl. iu
het ontwerp bepalingen omtrent de localiteiten, waarin
getapt mag worden. Driuken in vunzige loealen
is nog schadelijker voor de gezondheid dan in luchtige
donkere holen, waarin de dronkaards verscholen
zich kunnen te buiten gaan, maken de verleiding
daartoe voor hen gemakkelijker, dan wanneer zij 't in
het volle daglicht zouden moeten doen. Er zijn ook
ljkalen, die er op ingericht zijn om, bij de grootste
onreinheid, op nog andere wijze het zedelijkheids
gevoel uit te dooven eu de ongebondenheid in de
hand te werken. Daarentegen zou zij alzoo bepalingen
iu de wet wenschen.
Hieruit zou ook nog een ander nut voortvloeien.
De moeielijkheid voor de Gemeentebesturen om, na
twee jareu, tc bepalen aan welke tappers boven het
maximum-aantal dan nog aanwezig, vergunning zal
gegeven worden, zal groot zijn. Dit zal aanleiding
geven tot willekeurige weigering eenerzijds, gunstbe
toon anderzijds. Stelde men nu de aanspraak op
verguuuing afhankelijk van zekere regelen op de
localiteit, dan zouden daardoor van zelf na die twee
jareu al verscheidene kroegen opgeruimd zijn en de
keus, wie al dan niet verguuning zouden moeten
behouden, reeds veel gemakkelijker gemaakt zgn.
De klacht, dat de plaatsvervangers zulke verdor
ven wezens zijn, vindt wel geen afdoende weerleg
ging door het volgende feit, maar dit bewijst tocli
dat er uitzonderingen zijn. Een milicien-plaatsver
vanger deserteerde in November en is nu dezer
dagen teruggevouden als voorganger bij godsdienst
oefeningen, waaraan de man blijkbaar de voorkeur
gaf boven militaire oefeniugen. Als dit niet mocht
pleiten voor het gehalte van de plaatsvervangers,
dan pleit het ook niet voor de kerkelijke gemeente,
die den deserteur tot voorganger aannam.
VEILING 12 JULI 1880.
Pakhuis Gouwe C. 224, 3050, kooper dc Goudsche
Siroopfabriek.
Huis Lange Groenendaal I. 109, 2730, k C. van
Velzen.
Hnis Spieringstraat F. 15 en 16, ƒ1630, k. F. C.
van Zeijlen.
Twee Huizen op een erf achter den Groene weg L.
121 en 122, ƒ900, k. A. van der Heij.
Huis aldaar L 123, 460, k. A. J. van Vliet.
L 124, 500, k. W. T. Wildenburg.
L 125, 500, k. I. Duijs,
Huis Geuzenstraat L48, ƒ495, k. I. Duijs.
L 49, 530, k. A. J. van Vliet.
Huis Jonkershof O 399, 200, k. W. G. van Geelen.
Twee Huizen aldaar O 401 en 402 530, k. J. van
der Burg.
Twee Huizen Paradijs, M 21 en 22, ƒ955, k. A.
van den Broek.
Een oude heer maakte in een gesprek met een
jonge dame de opmerking: „Men draagt tegenwoordig
veel meer juweelen dan vroeger; maar één juweel
dat ik zeer hoog schat, zie ik veel minder."
„En dat is?" vroeg de dame.
„De vingerhoed," was het antwoord.
Het eerste schip, dat de nieuwe thee van dit
jaar uit China iu Engeland aanbrengt, is te Londen
aangekomen.
Evenals bij ons de haringjagers, wedijveren ook
die koopvaardijschepen oin het eerste proefje van
de geurige bloesem aan tc voeren en tal vau wed
dingschappen worden cr op hen aangegaan, die (le
geheele Engelsche handelswereld in spanning houden.
Die reusachtige wedstrijd tusschen de verschillende
schepen, duurt dikwijls twee maanden; de weg die
afgelegd moet wordeu bedraagt 4000 mijlen en-me
nigmaal ontstaat cr werkt lyk gevaar voor het sprin
gen der stoomketels, daar de kapiteins er belang bij