BINNENLAND. Gemengde Berichten. Stateil-Generaal. Tweede Kamer. Zittiug van 12 Juli 1880. Afloop van Openbare Verkoopingen van Onroerende Goederen. (Lctcet vuii Jeu p»v»uleut gr.uie verleend aan allen die bij dc Coiumuue belrukken zijn geweest. Voor de enkelen, die biuueu de gestelde uitzonderingen vullen, lietfc dus de wet alleen dit gevolg, dat zij niet weder ut hun burgerschapsrechten hersteld worden, De politieke quuestie kan voor gesloten gehouden wordeu, zeide de rapporteur, de heer Jozon, iu zijn laatste rapport, en dat ia de hoofdzaak. Wel verklaarde de Ueer Georges Perin namens de uiterste linkerzijde dat hij en zijne vrieuden haar nog als eene open vraag beschouwden, zoolang geeue vol ledige amnestie was verleend, doch deze verklaring moet zich blijvcu bewegen op het veld der theorie. Zelfs den welsprekeudsteu ouder de Fcauache rudicaleu zou het motten mislukken eene politieke agitatie op het getouw te zetten ten voordeele van een gering aaiHal lieden zonder persoonlijk aanzien, die boven dien waarschijnlijk gratie zullen erlaugeu en dus toch in Friiiikryk terugkeeren, waar ze misschien hun oud hundwerk weer zulleu opvatten en spoedig in aanraking met de justitie komen. De gevolgen van den terugkeer der veroordeelden zullen niet zoo verschrikkelijk blijken als men ze zich heeft voorgespiegeld. Rochefort, Vallés en anderen zulleu voortaau hunne dagbladartikelen met hun uauni kunnen onderteekeneu in plaats van met eeu tceken dat voor niemand ecu geheiui ivas. Waar schijnlijk zullen ze ook wel in de kamer komen. Doch hun woord zal minder gewicht hebben bij de groote menigte dan toen ze spraken als de in teressante slachtoffers der haastige krijgsraden na de •commune. Van dat voetstuk dolen ze af op de -straatsteenen van Parijs, waar men spoedig zat be- speuren, dat zy zulke vergoding niet waard zijn als Juin in hunne ballingschap wel eens gewijd werd. Nog steeds hoort men van het heengaan van .ambtenaren, die de wetten op de Jekuïeten niet ver- Jangen uit te voeren. Het is eene zeer gewjftischte .zuivering van het personeel. Jammer nmar, dat •ok de .rechters, onder welke er zoo velen 2ijn, die .zich soms door hun clericale gevoelens laien be- heerschen, -ook niet bun ontslag nemen. In alle .gevallen blykt, hoe weinig gegrond «Je beschuldiging is, dat de republikeinsche regeering uitsluitend partggeuooten aan het bewind laat; in dat geval zoudeu er "thans niet zooveel clerioalen ouder zijn. :Uit geloofwaardige mededeelingen blijkt, dat al de .berichten, iin den laatsten tijd door verschillende biiitenlandfiche .bladen openbaar gemaakt over on- derhundeliugeu «lcr mogendheden betreffende de uit- sooting der besluiten van de Berlijnsche conferentie, .voorbarig ziju. Die onderhandelingen, in meer dan .ééu opzicht vao teederen aard, kunnen tot niets .leiden» .zoolang Turkije de gemeenschappelijke nota .der mogendheden niet beantwoord heeft. Nu werd die nota .-eerst heden te Konstautiuopel verwacht, <eu daar zij gelyktijdig in die hoofdstad en in Athene moet overhandigd -on in laatstgenoemde stad eerst morgen {Woeindag) kan ontvaugen worden, zal de «anbiediug eerst tegeu het einde der week kuuneu geschieden. Zijn eeumaal de onderhandelingen aan gevangen, dan zullen zij spoedig moeten afloopen. trant .eene langdurige discussie zou gevaarlyk zijn «n de goede verstandhouding in de waagschaal stel len, door de gevoeligheid van ïerschillend;? kabi- nette» op ie wekken. Tot dusver is door niemand eenig officieel voorstel gedaan. Alleen Rusland schijnt ie Londen het voornemen te hebben laten door schemeren, om de Grieken te hulp te komen. Wel is dit later tegengesproken, maar er bestaat reden om te vermoeden, dat op het deukbetld niet nader werd aangedrongen, toen gebleken was, dat het tot verkeerde opvattingen aanleiding kou geveu. ïu een telegram uil Weenen aan Le Temp» wordt gemeld, dat Oostenrijk en Duitschland zich gaarne zullen aansluiten bij eiken maatregel, waardoor de regeling van het Grieksche vraagstuk in werkelijk heid bevorderd wordt. Dit neemt echter niet weg, dat men zoowel te Weenen als te Berlijn ten sterkste zou zijn tegen eiken radicalen maatregel, waarvan een schok in het Oosteu en eene onmiddellijke ont binding van Turkye het gevolg zou zyn. In dit opzicht wordt de bedachtzame houding van Frankrijk te Weenen met genoegen opgemerkt. Voor het overige zgn de jongste berichten uit Konstan- tinopel van geruststellenden aard. De aftreding van Os- man-pacha, als minister van oorlog, maakt een goeden indruk. Men sohrijft den Sultan het voornemen toe, om de hangende^juaestiën op vredelievende wyze te regelen. Van Egypte hoort men niet veel meer en dit is een «eer gelukkig teeken. De Engelsche oousul- generaal doet dit uitkomen in een serie documenten welke hg aan zgn regeering heeft gezonden. De khedive eu lijn minister Riaz pacha hebben een goed begin gemaakt. De geeaelriera is afgeschaft als dwangmiddel om van de fellah's belasting in te vor deren, waarover de sohuldeischers van den staat niet weinig ontstemd waren. Ten onrechte echter, want de fellah's betalen zonder slagen en schijnen te eerder te zullen blyven betalen, daar de voorwaarden van hun arbeid veel beter zijn geworden. z/Er is nog vee) te doen, sohrijft de heer Malet, de oousul-generaal, voor het gezegd kau wordeu dat Egypte goed bestuurd wordt; maar de uitkom sten der laatste zes maanden geven goede hoop op de loekomst." Het debat over de tweede lezing der Iersche landwet hield het Ëngelsqhe Lagerhuis nog den ge- heelen Donderdagavond bezig. Aanleiding tot deze hernieuwde discussie Was een wijziging, daarin ge bracht door hel overiiemeu van een amendement van den Ier^cheu Attorney-general. Volgens dit amen dement zal de landeigenaar niet tot schadevergoeding gehouden zijn, als hij zijn zijn pachter zal vergund hebben ziju rechteu aan eeu ander te verkbopeu. De minister Forster beweerde, dat het ontwerp hier door niet noemenswaard veranderde, wat ongeveer niemand hem toestemde. Vooral de Ieren toonden zich hoogst verbitterdthans was de toch reeds beschroomde maatregel niets meer waard. De prac- lische beteekenis van het amendement wordt door de Times dus geschetstvooronderstel, dat een pachter zijn landeigenaar geld schuldig is, dan zou hij daarin onder het oorspronkelijke voorstel geree- delijk aanleiding vindenom op te houden met be- taliug vinden van pacht, want de landeigenaar zou, uit vrees van nog meer geld te verliezen door de verplichte schadevergoeding, hem niet licht uit het land zetten; onder het nieuwe voorstel, zal hij den pachter kuuneu vergunnen aan een ander zijn rechten te verkoopen, en deze zal eerst den landheer zijn vorderingen moeten betalen en daarna het overschot aan den vroegeren pachter ter hand kuiiuen stellen. Houdt men dit in het oog, dan begrijpt men de woorden, waarmee Forster zijnerzijds het debat sloot. Het verwonderd# hem volstrekt niet, zeïde hij, dat Parnell en hij 't niet eens zouden worden, want zijn doel was het recht van den pachter te verze keren, Parnelle doel den pachter gelegenheid te geven zich van elke betaling te ontslaan. Verscheidene liberalen bleven tegen de wet. De markies vau Lansdowne nam zelfs deswege zgn ontslag als minister. Ofschoon de Noorweegsche staatsraad-quaestie (deelneming der ministers aan de beraadslagingen der Storthing) voor dit jaar is afgeloopen, ten gevolge tan de weigering der Regeering om het besluit-der Storthing als wet af te kondigen, duurt de beweging onder de bevolking voort, en laten de hoofden der republikeinsche party de gemoederen niet tot bedaren konen. „De voornaamste aan voerder dezer partij,*\«pgt de Küin Z. „is ontegen zeggelijk de dichter Björnstjerue Björuson, die in voordrachten en dagbladartikelen ziju persoonlijken haat tegeu den Koning niet verbergt. Of de republikeinen hun doel ooit zullen bereiken, valt zeer te betwijfelen; doch nut zekerheid kau aan genomen worden, dat zij op dit oog"ubIik hun land zeer benadeeleuwant de voor elke politieke be weging zoo gevoelige- lezers moet zich, volgens het Morgenblad, sedert het besluit der Storthing vau 9 Juni, tegenover de Noorweegsche staatsobligatiën volkomen neutrual houden en geen neiging toonen om de nieuwe staatsleening vau Noorwegen op te nemen. Het ongunstigst moet de stemming der Parijsche beurs in dit opzicht zijn, omdat inen aldaar den toestand naar Franschcn maatstaf be oordeelt eu gelooft, dat in Noorwegen spoedig een staalkundige omkeer zal plaats hebben, welke intus- schen nog in onbestemd verschiet ligt. Zooals de zaken thans staan, heeft de radicale partij geen kaos haren sin door te drijven, niet langs consti- tutiouneelcn wegwant het rijksgerechtshof, waar mede zij gedreigd heeft en voor hetwelk de strijd iu het volgend jaar zal voortgezet worden, biedt haar weinig of geen kans van slagen". GOUDA, 13 Juli 188Ü. Heden morgen werd door ons het volgend Bulletin verspreid „Wy vernemen dat de heer van BERGEN IJZEN- DOORN de benoeming tot Lid van Gedeputeerde Staten niet heeft aangenomen. De wenschen van Gouda's burgerij zijn alzoo vervuld en de waardige, hooggeschatte nlan blijft aan het hoofd dezer Gemeente en in ons midden zijn kunde wijden aan de bevordering van Gouda's bloei. Wij vertrouwen, dat terstond na het bekend worden van dit heuglijk feit door het Uitsteken der Vlaggen allerwege de vreugde zioh zal openbaren." De heugelijke tijding was toen reeds aan velen bekend, want als een loopend vuur verspreidde zy zich door de stad, en naarmate zij bekend werd tooide men algemeen de woningen met vlaggen. Allerwegen heerscht blijdschap. Meu meldt ons per telegraaf uit den Hang dat de Prov. Staten dezer Provincie heden tot lid der Eerste Kamer hebben herkozen Mr. G. A. de Raadt en gekozen in plaats van den heer J. W. Hein, die buiten aanmerking wenscht te blijven, den heer J. D. Fransen van de Putte, Lid der Tweede Kumer, met 38 van de 67 stemmen. Naar wij vernemen, hebben Zondag de besturen van den polder Bloemendaal en van den Oostpolder hunne opwachting gemaakt bij Mr A. A. van Bergen IJzeudoorn, als Voorzitter dier polders, ten einde hem met zijne benoeming tot Lid der Gedeputeerde Staten geluk te wenschen, doch tevens om hem te verzoeken in het belang dier polders die benoeming van de haud te wijzen en het voorzitterschap tc blijveu bekleeden. Wg vestigen de aandacht op achterstaande adver tentie, betreffende de vergadering in de Sociëteit „Ons Genoegen" op morgenavond. Eene Commissie uit de Staten van Zuid-Holland heelt Zondag een plaatselijk onderzoek ingesteld naar den waterweg tusschen Amsterdam en Rotterdam, voorzoover die met de Goudsche belangen in aau- raking komt. Het rapport der Jury iu ons vorig nommer ver meld, luidt als volgt Aan het Bestuur van het Departement van Nijverheid te Gouda. Gouda, Juni 1880. Mijne Heeren Naar aanleiding van de ons verstrekte opdracht, ter beoordeeling van de ingekomen werkstukken op de twee door Uw Departement uitgeschreven prijs vragen, hebben wij de eer het volgende te rupporteereu. a. Prijsvraag voor Pottenbakkers. Een Vaas volgen» teektning. Hierop zijn drie inzendingen ingekomen, onder de volgende motto's N°. 1. Per aspera ad ast ra. 2. Nijverheid streeft naar vooiuitgang. 3. Grebed. I Het gevoelen Uwer Commissie is dat aan No, 1 de prijs en aan No. 2 de premie kan worden toegekend. Bij de opening der gesloten Couverten, bleken vervaardigers te zijn van No. 1. P. van de Kasteelen. 2. G. Schibveen. Het werkstuk No. I is evenwel niet geheel juist naar de teekening te noemen, doch komt deze het meest nabij. Het ondergedeelte, de toet van de Vaas, is te hoog en het bovengedeelte, de omliggende rand, niet op de bij vazen gebruikelijke wijze afge werkt. Wanneer de teekening voor de niefr zichtbare lijnen, eenigszins uitvoeriger ware verstrekt, zoude dit laatste voorkomen kunnen zijn. Het werkstuk No. 2 is, wat den vorm betreft, gunstig te noemen. Profileering van den voet en vooral de ooren, met de teekening vergeleken, laten veel te wenschen over. Een dergelyke afwijking van de teekening is zeer af te keuren; het doel van den wedstryd wordt gemist, daar dan in plaats dat de smaak geleid, aan den wansmaak vry spel gelaten wordt. No. 3 onder het woord„Grebed" ingezonden, vertoont de minste overeenkomst met de teekening. Profileering en vooral het afwerken van het boven gedeelte, is geheel onjuist opgevat. b. Prijsvraag voor leerlingen van de Burgeravondschool. Het boetseer en van een Blad volgen» teekening. De aan de leerlingen verstrekte teekening was, in tegenstelling met die van de Vaas, slechts op eene zeer kleine schaal, hetgeen wij als oorzaak be- sohouwen van de niet in alle deelen juiste en ver schillende opvatting. Hjerop zijn zeven inzendingen ingekomen, onder de volgende motto's: No. 1. IIoop doet leven. 2. Er is hooger dan geld. 3. De boom wordt niet met een slag geveld 4. Door oefening grooter. h 5. Door de doornen tot de sterren. 6. Arbeid in mijne vrye uren. 7. Een vogel kan niet hooger vliegen, dan zgn vleugels hem dragen kunnen. Het blad, o. i. de toekenning van den prijs waardig, is No. 3, terwijl naar ons gevoelen de premie aan No. 6 moet worden toegekend. Bij de opening der gesloten couverten, bleken ver vaardigers te zijn van No. 3. A. P. Blok. 6. J. D. Stam. Ofschoon de voorwerpen voor prijs en premie in geenen deele kunnen aangemerkt worden als te zgn geschikt voor het museum van Kunst-Nyverheid, bevelen wij, tot aanmoediging van de leerlingen, de bovengenoemde bekroningen aan. Bij de vijf overige ingezonden verwerpen is de aanbrenging van het kleine achterblad iu strijd met de werkelijkheid eu dat onder No. 5 bovendien zeer gebrekkig afgewerkt. De volgorde waarin zij, aaar het best geslaagd, kunnen worden gerangschikt, is: No. 7, No. 2, No. 4, No. 1, No. 6. Aan alle leerlingen is voorts ten zeerste het be schouwen van goede voorbeelden en het bestudeeren van de natuur aan te raden. Een enkele blik op een natuurlijk blad had, bij het meereudeel der ingezonden stukken, grove fouten kunnen doen vermyden. JOOST THOOFT. L. BURGERSDIJK. H. de SCHEPPER. Zaterdag werd van hier naar Rotterdam gevau- kelijk overgebracht zekeren D. M. B. uit 's-IIage, die zich alhier had schuldig gemaakt aan diefstal van een rol gonlijugoed vau de stoep van den winkelier Schenk op de Markt. Hij was reeds 4 maal voor bedelarij in Oramcrschous verpleegd. Tot conservator (honorair) aan d® bibliotheek der Universiteit vau Amsterdam is benoemd de heer J. X. Scheltema, oud archivaris van Gouda. Onder de ruim vgftig geslaagden bij het groot amb tenaars-examen voor Indië komt als no. 8 voor, de heer J. A. van der Lee vau Gouda. Na veel tegenstand is eindelijk besloten tot het oprichten van eeu stoomgemaal in de Polders Snel en Polanen, behoorende respectievelijk tot de ge meenten Woerden en Linschoteu. De Heer G. J. Spruijt te Ouderkerk a/d. LTsel .vierde gisteren zijn dertigjarig notariaat. Naar men verneemt, zal Ouderkerk a/d. IJsel eerlang iu het bezit komen van eeu eigen gemeen tehuis, waartoe een flink gebouw, midden in het (iorp, ten vorigen jare aangekocht, gedeeltelijk zal worden ingericht. Daar ook de tweede predikantspjaats bij de Herv. gemeente te Schoonhoven door een orthodox predi kant ral wordeu vervuld, hebben verscheidene per sonen hun lidmaatschap der Hervormde kerk opgezegd eu zich aangesloten bij de Remonstrantsche Broe derschap. Bij den Raad der gemeente Oudewater is inge komen een adres van den kerkernad der Hervormde gemeente aldaar, tot afschaffing van dc kermis. Voor de betrekking vau hoofdonderwijzer aan de (peiibare school voor m. u. 1. o. te Lekkerkerk ziju geen sollicitanten opgekomen. Men verhoogt thans De afzonderlijke jachten op waterwild voor dit jaar zullen iu deze provincie geopend worden op Maandag 2 Augustus. In de Prov. Staten van Noord-Holland is naar aanleiding van een vraag van mi. Aug. Phillips om iulichtiugeu omtrent den stand der onderhande lingen betreffende den waterweg van Amsterdam naar Rotterdam, in verband met den waterweg tus schen het Noordzeekauaal en de Boven-Wual, ge bleken dat vau 1878 tot October 1879 van de Re- geeriug daarover niets officieels was vernomentoen ontvingen Ged Staten eeu brief van den Minister van waterstaut, waai in hij een gemotiveerd ontwerp vroeg. Ged. Staten achten dit verzoek eigenlijk tot Zuid-Holland gericht, dat nog geeu besluit had ge nomen. Dat de Minister een nader onderzoek ver- iungt vau het ontwerp van 1878, was Ged. Staten niet officieel bekend alleen wisten zij uit de cou ranten, dat de Miuister in dien geest aan Zuid- Ilollaud heeft geschreven. W®t de Rijnvaart betreft, dit is een rijkszaak, waarmede Ged. Staten zich niet hadden in te latpn. Daarop deed de heer Philips het volgende voor stel: „Heeren Ged. Staten uit te noodigeu, bij de Regeering te willen aandringen op de uitvoering der verbetering van (den waterweg tusschen de Zuid- Ilollandsohe rivieren en het Noordzee-kanaul, in den geest van het door Ged. Stateu voorgedragen plan, met gelyktydige verzekering vau een voldoenden wa terweg van het Noordzee-knnaal naar de Boven-Waal." Nadat Ged. Staten verklaard hadden, tegen het voorstel geen bezwaar te hebben eu de opdracht te aanvaarden, werd het voorstel zoirder hoofdelijke stemming aangenomen. Er is ingekomen een wetsontwerp tot wyziging der art. 265 en 266 van de gemeentewet. De heer Moens vroeg bet woord om aan te vullen wat in het officieel verslag van Vrijdag is weggelaten, na melijk dat hij het woord vroeg tijdeus de heer Wintgens sprak en dat de heer Wintgens zich om keerde en bcm met den vinger aanwees, toen hij zijne beschuldiging uitte. Door deze weglating wordt het officieel verslag onverstaanbaar. De heeren van Eek en Heijdenrijk verklaarden als commissarissen voor de stenographic, dat de gewoonte medebracht alleen interruption op tc uerneu, die van invloed op het recht verstand van het gesprokene wareD, inaur dat het bijblad enkel vermeld wat gesproken wordt; niet wat geschiedt. Beulen meenden dat het verslag duidelijk geuoeg verstaanbaar was door de opgaaf van den heer Moens aan den voorzitter, waarin het persoonlijk feit bestond. De heer Wintgens ontkende, dat hij den heer Moens met den vinger zou hebben aangewezen, gelijk het verslag van sommige dagbladen, die er altijd op uit zijn gezegden verkeerd voor te draxeu, nnldde. Leden in ziju nabuurschap hadden verklaard, dat bij het niet gedaan had. De heer Moens bleef vol houden dat het officieel verslag onverstaanbaar was en verklaarde, dat een vriend van den beer Wintgens uit eigen hoofde hem gezegd had, dat hij en anderen gezien hadden dat de heer Wintgens hem met den vinger of de baud had aangewezeu. Het incident was hiermede afgeloopen. Daarna is de discussie over de credietwet voor de invoering vau de onderwijs-wet hervat. De heer Keuchenius bestreed uitvoerig het ontwerp dat de schoolwet uitvoerde voordat ze is ingevoerd en de uitgaven voorstelt zonder aanwijzing der middelen. Teveus vraagt hij hoe de staatkunde van dit Ka binet met de invoering dezer wet te rijmen is. De heer Savornin Lobman betoogt, dat het nut der schoolwet een uitgaaf van 6 milioeu 's jaar niet waard is voor gcheele Nederlandsche volk. Hij protesteert tegen de wet en verwondert zich niet, dat dit Ministerie dé wet uitvoert daar dit niets is of kan zijn dan de dienaar der meerderheid der Kamer, maar verwondert zich, dat de liberalen zoo millioenen weg werpen om een onbereikbaar doel te bereiken: .het christendom boven geloofsverdeeldheid. De heer de Bruyu bestrijd ook sterk het ongemo tiveerd ontwerp tot uitvoeriug eener wet die wrange vruchten zal dragen. Gisteren is te 's-Gravenhagc overleden Mr. C. van Heukelom, Lid der Tweede Kamer, zittiug hebbende voor Amsterdam. Hij bereikte den leeftijd van 58 jaar. De pogingen van het voorloopig Comité voor de vee- en zuivel-tentoonstelling te Londen ondervinden in rui me mate sympathie, -! geen ooteMykt mt het aanzienlijk getal aangifteu van inzend ingendic reeds zijn ingekomen. Bij voortduring wordt echtif de steur, van belang hebbenden ingeroepen. Ieder die meent puik vee of puike producten te kunnen leveren, melde zich bij het Comité aan. Het geldt hier iu eerste plaats de eer van Nederland te handhaven. Het beste wat ons land oplevert moet samengebracht worden en daarvoor worden zeer vele aanmeldingen vereischt. Officieel kunnen wij mededeelen, dat door het Bestuur der Engelsche tentoonstelling op den 6n dezer twee Nederlanders in de Jury beuoemd zijn, t. w. de heer M. van Thai voor vee en de heer H. J. (jerriiseu voor zuivel. Moge die benoeming de Nederlandsche landbouwe,r» aansporen om vol vertrouwen hun vee en hut» produc ten in te zenden Te Londen is reeds een geschikte plaats gevonden voor Je quarantaine goede stallingen zijn voorhanden en aan geschikt voeder zal het niet ontbreken grasvoer kau o. a. verstrekt worden. De consul-generaal der Nedorlandèn de heer May de vioe-consul de heer Maas, onze vroegere landge noot baron Mackay vau Ophemert, thans lord Lord Rcay, wijden zich iu Engeland aan onze zaak. Voor zeker kan aan geen betere hauden de behartiging van de Nederlandsche belangen w,orden tëevertrouwd. De verkoop der onafgehaalde prijsvoojwerpen van de groote watersuoodloterg die le 'sGravenhage plaats had, heeft bruto opgebracht 927. Ook de Redactie van het Wbl. v. h. Regt ver klaart zich ingenomen met de indiening van het wets ontwerp tot beteugeling van het misbruik vau sterken drank. Met doel en algemecne strekkiug betuigt zij instemming. Tegenóver de bedenking, dat de Stunt niet als zedemeester mag optreden, stelt zij de vraag: waarom verklaart de Grondwet dan het openbanr onderwijs tot voorwerp van Staatszorg? En dezg anderemag de Staat wel zedebederver zijn, door zorgeloosheid en onverschilligheid te botoo- neii tegenover het drankmisbruik, waardoor krank zinnigen-gestichten en gevangenissen bevolkt worden Trouwens, Nederland begint hier niet iets nieuws. Met Griekenland, Spanje, Rumenië en België staat het nog alleen, als niets gedaan hebbende tegen deze volkskwaal. Is indertijd beweerd, dat die kwaal toch niet zou zyn uit to roeien, is dat een reden om aan haar beperking te wanhopen? Dat alleen van zedelijke en godsdienstige ontwikkeling heil te verwachten zou zijn, is door de ervaring weersproken. Al bevatte het wetsontwerp alleen bepalingen tot beperking van thet aantal tapperijen, de Redactie zou het reeds daarom alleen hartelijk toejuichen het bevat echter meer dan dit. Maar toch bevat het niet genoeg. Het lijdt aan zekere vreesachtigheid om door te tastenhet is te schuchter. Waarom bv. den Ge meenteraden de handen gebonden door een minimum tapperijen voor te schrijven? Is het niet inconsequent, ja ongerijmd, dat de wet cenerzijds den Gemeente raden toelaat, het aantal tapperijen te beperken, en aan den anderen kant dwingt om ze uit te breiden? Ecu tweede inconsequentie is het in 't ontwerp ge maakte onderscheid tusschen imperatieve en faculta tieve weigering. De aangewezen toestauden herente ren het misbruik of zij doen het niet. In 't eerste geval geen vergunning, iu het tweede geen weigering. Zeer ongaarne mist de Redactie vau het IVbl. iu het ontwerp bepalingen omtrent de localiteiten, waarin getapt mag worden. Driuken in vunzige loealen is nog schadelijker voor de gezondheid dan in luchtige donkere holen, waarin de dronkaards verscholen zich kunnen te buiten gaan, maken de verleiding daartoe voor hen gemakkelijker, dan wanneer zij 't in het volle daglicht zouden moeten doen. Er zijn ook ljkalen, die er op ingericht zijn om, bij de grootste onreinheid, op nog andere wijze het zedelijkheids gevoel uit te dooven eu de ongebondenheid in de hand te werken. Daarentegen zou zij alzoo bepalingen iu de wet wenschen. Hieruit zou ook nog een ander nut voortvloeien. De moeielijkheid voor de Gemeentebesturen om, na twee jareu, tc bepalen aan welke tappers boven het maximum-aantal dan nog aanwezig, vergunning zal gegeven worden, zal groot zijn. Dit zal aanleiding geven tot willekeurige weigering eenerzijds, gunstbe toon anderzijds. Stelde men nu de aanspraak op verguuuing afhankelijk van zekere regelen op de localiteit, dan zouden daardoor van zelf na die twee jareu al verscheidene kroegen opgeruimd zijn en de keus, wie al dan niet verguuning zouden moeten behouden, reeds veel gemakkelijker gemaakt zgn. De klacht, dat de plaatsvervangers zulke verdor ven wezens zijn, vindt wel geen afdoende weerleg ging door het volgende feit, maar dit bewijst tocli dat er uitzonderingen zijn. Een milicien-plaatsver vanger deserteerde in November en is nu dezer dagen teruggevouden als voorganger bij godsdienst oefeningen, waaraan de man blijkbaar de voorkeur gaf boven militaire oefeniugen. Als dit niet mocht pleiten voor het gehalte van de plaatsvervangers, dan pleit het ook niet voor de kerkelijke gemeente, die den deserteur tot voorganger aannam. VEILING 12 JULI 1880. Pakhuis Gouwe C. 224, 3050, kooper dc Goudsche Siroopfabriek. Huis Lange Groenendaal I. 109, 2730, k C. van Velzen. Hnis Spieringstraat F. 15 en 16, ƒ1630, k. F. C. van Zeijlen. Twee Huizen op een erf achter den Groene weg L. 121 en 122, ƒ900, k. A. van der Heij. Huis aldaar L 123, 460, k. A. J. van Vliet. L 124, 500, k. W. T. Wildenburg. L 125, 500, k. I. Duijs, Huis Geuzenstraat L48, ƒ495, k. I. Duijs. L 49, 530, k. A. J. van Vliet. Huis Jonkershof O 399, 200, k. W. G. van Geelen. Twee Huizen aldaar O 401 en 402 530, k. J. van der Burg. Twee Huizen Paradijs, M 21 en 22, ƒ955, k. A. van den Broek. Een oude heer maakte in een gesprek met een jonge dame de opmerking: „Men draagt tegenwoordig veel meer juweelen dan vroeger; maar één juweel dat ik zeer hoog schat, zie ik veel minder." „En dat is?" vroeg de dame. „De vingerhoed," was het antwoord. Het eerste schip, dat de nieuwe thee van dit jaar uit China iu Engeland aanbrengt, is te Londen aangekomen. Evenals bij ons de haringjagers, wedijveren ook die koopvaardijschepen oin het eerste proefje van de geurige bloesem aan tc voeren en tal vau wed dingschappen worden cr op hen aangegaan, die (le geheele Engelsche handelswereld in spanning houden. Die reusachtige wedstrijd tusschen de verschillende schepen, duurt dikwijls twee maanden; de weg die afgelegd moet wordeu bedraagt 4000 mijlen en-me nigmaal ontstaat cr werkt lyk gevaar voor het sprin gen der stoomketels, daar de kapiteins er belang bij

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 2