Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ÏÏING
NQ 2480.
1880.
SCH
BUITENLAND.
loopweg.
>pinff
Zondag 18 Juli.
land,
ije onder
rVELD,
3 1880, e 1 f
EL te Bode-
na gecom tó
ten kantore
NUHOFF,
Buitenlandsch Overzicht.
Parlementaire Werkzaamheden.
t
.880.
■n £e KI.)
4,1
Ter vermijding van o]
gelieve men alle voor u
iN land-
vieuwh:
£LTER.
oponthoud
de Redac
tie bestemde brieven bij den Uit
gever te bezorgen.
1 11 f-
X,
12.50, 3.—,
j
9.35, 10.35.
15, 8.—, 3.59,
r
.31, 2 18, 4.5,
8.43.
Ij
21, 2.41,3.43,
j
1
O, 5 25, 7.25,
i, 2 28, 3.35,
10.30. 10X',
50, 8.30, 9.30.
I'RECHT naar
SNINGEN.
j
15, 2.41, 3.48,
11,2.41, 3.43,
31, 10.9.
10 9.
II, 6.—, 1’0.9.
.34, 2.21,3.4,
4, 10.9, 11,1,
14, 2.21, 34,
10.9.
N eu HAGE
ARNHEM.
jft, kan ge-
letter K. aan
K Com?
13,4.55,7.31.
1INKMAN.
11.15, 12.9,
18, 8.55, 9.53.
10.—, 11.15,
7.45, 9.—.
,10.10, 10.80,
.35,8.15, 9.30.
42, 8.23.
O, 6.58, 8.38.
2.20, 7.7.
1,11.18, 12.12,
.58, 9.57.
f 1,— per
ace.
ristrateur,
GOUDSCHE COURANT.
t.
HeJ feest te Parijs is uitstekend afgeloopen; soutier
ongelukken of ongeregeldheden heeft de bevolking
met geestdrift haar regublikeinscbe feest gevierd.
Reeds ongeveer 10 jaren is dese republiek oud;
veel moeilijkheden had zij te overwinnen en nog
vele andere wachten haar. Toch schijnt zij recht
te hebben oni feest te vieren. Zij heeft in deü
korten tijd van haaf bestaan een ordelijk, grond
wettig staatsbestuur verkregen, haren rang in Europa
schitterend bevestigd, eu niettegenstaande de rampen
van den oorlog haar wreed hebben gedrukt, heeft
de welvaart der natie het bewijs geleverd eener
veerkracht, waarvan de wedergade wellicht vergeefs
in de geschiedenis zal gezocht worden.
De zware belastingen werden iriet alleen gedragen,
maar namen voordurend toe in opbrengst en nog
Dinsdag nam de Senaat een reeds door de Kamer
goedgekeurd wetsvoorstel aan om den accijns op
twee van Frankrijk» voornaamste producten, suiker
eu wijn, met eene gezamenlijke som van niet minder
dan 153 inillioen in het jaar te verminderen. Dat
zijn tcckenen van levenskracht, waartegen de beste
vaderlandsche redevoering niet kan opwegrn, rdfs
niet die welke de heer Grévy Woensdag middag
uitsprak tot de vertegenwoordigers van hét Fransche
leger, die de vaandels voor hunne regimenten kwamen
in ontvangst nemen.
1O-O t’ i president wee» er op dat het leger werkelijk
boven die van 1ö78. Liever nationaal mag hetten, wijl Frankrijk het vormt uit
1 verworpen dun de gemeeptelyke sylie beste deden, uit. zijne gehetle jongelingschap
Mnft .rjn* HnUi. en jn het J0||en UnlgontrRng|>
den strijd wacht hij van de invoering opgevoed in de mannelijke school van de krijgstucht,
waaruit zij in het burgerlijk leren medebrengtu den
De menigte, die zich Maandag verdrong om
een plaatsje op de tribunes te bemachtigen, be-
geeng naar nieuwe tooneelen a la Paul de
Cassagnac is zeker teleurgesteld geweest. Wel
was het incident weder aan de orde, maar nu
zonder drift.
De 'Heer Moens toch beklaagde zich over de
onvolledigheid van het officiëele verslag, waar
door zy die de vergadering niet bijgewoond
hebben een verkeerden indruk en een onjuiste
voorstelling van het gebeurde moeten krygen.
De Heer van Eek, namens de Commissie voor
de Stenografie sprekende, verklaart, dat werden
vroeger in het verslag de interruptiën opge
nomen, dit thans niet meer geschiedt, teuzy de
opname noodzakelijk is voor de duidelijkheid,
en dit was hier niet het geval. Een ander lid
der commissie, de Heer Heydenrijck, verdedigde
ook het verslag, terwjjl de Heer Wintgens
verklaarde, dat hjj niet met den vii
gewezen had. Na een korte repliek van
Heer Moens was het incident afgeloopen en
kreeg de Heer Keucheniu gelegenheid zyn vol
gemoed uit te storten over tal van zaken, die
met bei ontwerp in weinig of geen verband
stonden, zoodat de hamer van den voorzitter her-
hualdeljjk noodig was.
Eerst verdedigde hij de anti-revolationaire
party, die slechts bijbel en gebed op de school
wil hebben, tegen de beschuldiging, dat zij aflree-
rig is van wetenschap en de ontwikkeling des
geestes weerstreeft, vervolgens werd de les ge
lezen aan den Heer Wintgens en zyn conser
vatieve vrienden, die hooftizakelyk schuld hebben
aan den - tegenwoordigen toestand. Na zoo
sprekende reeds tweemaal tot de orde geroepen
te zjjn, verklaarde de spreker dat hjj langza
merhand tot het ontwerp naderde.
Vooraf echter had hjj gaarne vernomen wat
de minister van buitenlandsche zaken van dit
ontwerf dacht, wegens diens afwezigheid zou
misschien wel een der collega’s daaromtrent
inlichting kunnen en willen geven. Op de alge
meen bekende gronden, weerzin der natie en
financiëele bezwaren, werd daarop de schoolwet
bestreden. Bismarck, Gambetta en Frère Orban
te zamen zouden dien weerzin tegen een wet
niet kunnen overwinnen, die in stryd is met de
liberale beginselen. Na weder tot de orde ge
roepen te zyn, bespreekt de beer Keucbenius
wat reeds ter voorbereiding van de wet was
gedaan, en achtte het wenscheljjk dut eerst alle
voorbereidende maatregelen genomen zouden
worden, waarschijnlijk om ook die aan kritiek
te onderwerpen. Hij eindigde met de wensch
uit te spreken dat vele leden, zoowel van zjjne
als de andere partjj, de wet zouden verwerpen
met het oog op de financiëele bezwaren.
De Heer Savornin Lohman stelde het eerst
de vraag of de nieuwe schoolwet aan de natie
zes millioen waard is. Wij krjjgen een ver
beterd schooltoezicht, maar is dat noodzakeljjk
by de bestaande concurrentie? Wjj zullen
meerdere onderwijzers krijgen, en eene betere op
leiding, maar heerschthierbijgeen overdrijving?
Zal de moraliteit verbeterd worden Despreker
gelooft het niet, evenmin als het herstel van den
vrede van de invoering kan vërwicht worden.
Sprekers partjj ten minste zal den stryd niet
opgeven. Hierop volgen weder de financiëele
bezwaren. Hjj betreurt het dat deze ministers
juist die uitgaven moeten Voordragen, daarvoor
zouden wel menscheel van minder allooi te
vinden zjjn geweest. Van de liberale party,
niet van hen had men zoo iets kunnen ver
wachten.
Ook de Heer de Bruyn achtte het noo
dig zyn stem te motiveeren; hij kon geen geld
f toestaan voor een wet die de helft der natie
niet kan bevredigen maar alleen goed is voor
.hen, die meenen aan wetenschappelijk onder
wijs genoeg te hebben. Sêhatkistbilletten kun
nen den minister niet helpen en ander geld is
er niet, want er is toch immers geen verband
tnsschen de immoreele rentewet en de heilaan
brengende schoolwet?
In de zitting van Woensdag werd de bestrij
ding, nn speciaal van het ontwerp, voortgezet
doot den Heer Oorver Hooft, die invoering der
schoolwet wil, als alle voorbereidende maatre
gelen genomen zjjn.
Na al die bestryding was de verdediging door
fcn
de wet van 1878 verdedigd, hjj verdedigt ook
dit ontwerp, dat tot de invoering moet leiden.
Zjj, die bezwaren hebben tegen de wet van
1878, hebben twee jaren tyd gehad om de ge-
wenschte verbeteringen by de vertegenwoordi-
inger ging in te dienen.
den De heer Fransen van de Putte wjjst op België,
waar in minder weken voel meer is tot stand
gebracht dan hier in maanden. Deze wet is
noodig om de invoering nor de regeering mo- fating voorstekte. *Jp voorstel va
geljjk te maken, die tofcmr rètrvm haar wl bestóten dit in de zitting
verantwoordelijkheid verliest. De invoering der
wet voor 31 Dec. is een plicht, die de regee-
ring beeft op zich genomen. Afdoening der
onderwys-quaestie in net parlement is van het
hoogste belang, volgens spreker ook voor de
bestryders der schoolwet. Niet de schoolwet
maar het ontstaan der schoolwet wordt
door spreker herinnerd. Ernstig zeide hjj
tot de clericalen, na op vroegere toestan
den gewezen te hebben. >Laat een partjj
die een politieke wil worden, een programma
opmaken, niet een programma zoo dik als een
Staten-bybel, maar een kort saamgevat pro
gramma en dan zal het volk leeren inzien dat,
wat door de leiders verkondigd wordt, nipt in
practjjk te brengen is. Het is geen kunst om
100.000 handtekeningen op een adres te kry
gen, vooral als men weet hoe die verkregen
.zjjn, maar als het een aanval op onze nationale
volksschool geldt, als die stryd aanvangt, dan
zult gjj de overgroote meerderheid der natie
tegen (J hebben. Dan zullen wjj zeggen wat
Thoibecke, Geertsemn, Fock, gjj en ik, de oude
en de jonge garde, zeggen: Nous la maintien-
drons
Een lid der oude garde, de heer van -der
Linden, voelde zich nu ook geroepen zjjn ad-
haesie aan het ontwerp te betuigen. De wet
moet uitgevoerd worden, de tijd wanneer, is
aan de regeering overgelaten. Alleen betreurt
hij het gezegde van een lid, die sprak van de
helft der natie, die nog aan godsdienst hecht.
Dc heer Njjst achtte het nog noodig te ver
klaren dat hjj tegen de wet van 78 is en dus
tegen dat ontwerp. Niemand zon hem even
wel, zonder die verklaring, onder de voorstan
ders gerekend hebbeu
Dpor den heer van Houten werd herinnerd
aan zjjn afkeuring der wet van 1878. Hjj
wilde de zuivere gemeenteschool zonder subsi
dies De wet van 1857 is volgens hem verre
te verkiezen boven die van 1878. Liever
deze wet i
autonomie opofferen, blijft zjjne leuze. Oplos
opgeven. Hierop volgen weder de financiëele sing van j
j betreurt het dat deze ministers der ernstig bestreden wet niet.
De heer van Wasseneer van Catwjjck profi
teerde de zegepraal der clericale richting en
vroeg de bekentenis der liberale partij dat de
wet van 78 een groote font is geweest.
De Heer Keucnenius sloeg op hetzelfde aam
beeld., De liberale party, afgeweken van Thor-
becke’s beginselen, alleen door den heer van
Houten beleden, verkeert in diep verval en zal
spoedig tot ontbinding overgaan.
Jammer dat die spreker in plaats van zjjn
gelijkenissen uit het rijk der vogelen, niet aan-
wees wie den insolventen boedel zal moeten
aanvaarden; volgens zjjn eigen verklaring toch
is zijn party nog van te weinig beteekenia en
het gezag aan Rome overdragen, zal toch ook
hem verre van aangenaam zyn.
De Heeren Inringer en Savornin Lohman
dienen van repliek. Herinnering verdient bet
gezegde van den laataten spreker, dat ook de
vrjje nniversiteit wordt in het leven geroepen
door de bjjdragen van den minderen man en
niet door de ryken. Getuigt dat voor of tegen
die nniversiteit?
Ook de Heer van Nispen toekende verzet aan
tegen de redevoering van den Heer Fransen
van de Potte, en wees andermaal op de finan
ciëele bezwaren.
In het begin der zitting was ingekomen het
rapport der commissie tot onderzoek der ge
loofsbrieven van den Heer Schaepman, nieuw
gekozen afgevaardigde van Breda, dat de toe
lating voorstelde. Op voorstel van den voorzitter
j van Donderdag
te behandelen. Met 43 tegen 21 stemmen werd
een voorstel van den Heer van Kerkwyk af
gewezen om reeds terstond tot de behandeling
over te gaan.
By dit rapport toch komt de netelige vraag
ter sprake of een Katholiek geestelijke sla
volksvertegenwoordiger kan optreden, ook wan
neer hjj een verklaring inzendt dat hij zyn
geestelijke waardigheden heeft nedergelegd.
L.