DALE
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I
1880.
«gen.”
BUITENLAND.
Woensdag 21 Jun.
poorweg,
1880.
^ERS,
R,
1 1880.
Parlementaire VVerkzaam beden
Ilultwliuulscli Overzicht.
>eï van het
en 2e KL)
1
Ter vermijding van oponthoud
gelieve men alle voor de Redac
tie bestemde briefen bij den Uit
gever te bezorgen.
5, 9.85, 10.35.
15, 8.—, 3.59,
.43.
niet zou vervullen.
1, 2.41,3.43,
2.41, 3.4»,
2.41, 3.43,
dat
1,4-55.7.31,
hem opgedragen landsbetrekking
het lager onderwijs in Noord-
10.80. 10.40,
0, 8.80, 9.30.
12.50, 3.—,
0, 5 25, 7.25,
5, 2 28, 3.35,
.31, 2 18, 4.5,
31, 10.9.
10 9.
I, 10.9.
84, 2.21,3.4,
1, 10.9, 11 1,
4. 2.21, 3.4,
0.9.
f en HAGE
ARNHEM.
I
TE NEMEN
ieniere- en
daaraan ver-
welke een
>r uitbreiding
11.15, 12.9,
1, 8.55, 9.53.
10.—, 11.15,
.45, 9.—
10.10, 10.30,
15, 8.15, 9.30.
2, 8.23.
6 56, 8.88.
!.2O, 7.7.
11.13, 12.12,
>8, 9.57.
dut hjj niet is geestelijke noch bedienaar van
de toelating verklaard
letters E O S
■Bureau van
am.
Daarna sprak de Heer
Heeren de Bieberstein
vóór de toelatingen
clusie van het Verslag
men goedgekeurd en de Heer Schaepman (die
zijn intrede tot veler verontwaardiging deed in
het geestelijk gewaad) beëedigd is.
Alsnu was in zake J“ --4—
woord aan de regeering
regeering tegen hen, die geweusclit hadden dat
zij de wet zon laten rusten. H" 4-‘
de geldmiddelen moeten versterkt worden en
algemeen bestuur zijn
van State. Is een
1 maar
wat dan te
TRECHT
EN1NGEN.
rej
ZR
wijst op de Indische bijdrage en de rentewet.
Twee maatregelen van i
aanhangig bij den Raad
regeering, die zich beloften laat afpersen
ze niét uitkeert laag gezonken, v— ,1.
denken vaneen regeering die uit plichtbesef een
belofte heeft utgelegd en haar niet zou vervullen.
De minister van financiën verklaarde dat de
middelen dit jaar 118 tuillioen zullen bedragen
en de uitgaven llfi'/j millioeu, zoodat ruim
schoots in de behoefte kan worden voorzien,
en voor het volgendei jaar hoopt hjj over de
nieuwe middelen te zullen kunnen beschikken.
In de zitting van Vrijdag was de oppositie
weder aan het woord. De Heer Hejjdenrjjck,
is volstrekt niet overtuigd dat de invoering der
wet niet is overhaast, en ongemotiveerd, en
Heer
I1/. UUB.
tribuiten tot
Toegang.
ts entree.
de
niet konden goedkeuren.
De Heer van Eek brak een lans voor’ den
Heer von Baumhauer, doch de Kamer stelde
met 52 tegen 4 stemmen dien heer in het
ongelijk.
Reeds waren vele leden huiswaarts, de overigen
volgden spoedig. Laat ons hen een pleizierige
vacantie toewenschen, niet verontrust door het
vele dat ouafgedaan bleef, als drankwet, rente
wet, strafwet en wat er meer moge zjjn.
G0UDSCHE COURANT
geen aanleiding zal geven tot schromeljjke ver
warring.
Meende de Minister van binnenlandsche za
ken dat er geld genoeg was, de Minister van
financiën had op de rentewet en de Indische
bijdrage gewezen. Aan het overschot op den
dienst van 1880 gelooft spreker niet; alle be
zwaren zijn onopgelost gebleven de regeering
heeft eenvoudig gebogen voor den wil der meer
derheid en juist deze zal door die invoering
het meest achteruitgaan. Ook de Heer Donner
meende het noodzakeljjk nog in de laatste ure
getuigenis te moeten afleggen. De financiëele
quaestie liet hem koud, bet was hem niet om
den tak, maar om den wortel te doenhij komt
op tegen deStaatealmacht, die alle individua
liteit vernietigt. Sloot reeds de Heer Heijden
rijck met stichteljjke woorden zijn laatsten
aanval, de Heer Donner toonde zich ten slotte
nog den predikant, die dertig jaren werkzaam
was geweest bij een Kerk, die niet gespijzigd
wordt aan de tafel van den Staat.
>En als het woord van God in zijne genade.”
zoo eindigde hij, »nog eenmaal de leus wordt
van de meerderheid en van de regeering, dan
zal het eerste woord van haar programma zeker
zjjn, recht voor allen." Dit zal de wrake eu de ver
gelding zjjn, als God ons de zege toebeschikt.’’
Gaarne gelooven wjj dat de oud-predikant
Donner dit zou doen, maar hoe zouden zjjn
strijdlustige medestander* handelen; is er thans
recht voor allen” ih de Kerk waar zij thans
het gezag bijna vermeeafflfd hebben? Wie heb
ben zich verklaard tegen de kerspelvorming, als
middel van apaisement voorgesteld
De Heeren Corver Hooft en van Baar be
spreken nog eens de financiëele quaestie, de
Heer van Houten den tennjjn van invoering,
alsof daarover nog niets gezegd was, waarna
de Minister van financiën nog eenige inlichtin
gen gaf, waaruit bleek dut de middelen vol
doende aanwezig waren. Met 41 tegen
stemmen werd daarop een amendement,
bevriende zjjde om een quaestie
Het onderwijsdebat werd in de zitting van
Donderdag afgebroken door een discussie over
de toelating van den Heer Schaepman.
De Heer Lenting opende het debat met de
verklaring dat hjj de conclusie tot toelating
in strjjd acht met de letter en den geest der
grondwet, omdat een R. K, geestelijke krach
tens den aard der kerkeljjke verordeningen en
statuten niet ophoudt gëesteljjke te zjjn, wat
met de Protestantsche geestelijken wel het geval
is alleen door de herziening der grondwet kon
volgens spreker dit bezwaar worden opgelost.
De Heer van der Hoop van Slochteren ver-
eenigde zich met de conclusie, omdat het ker-
keljjk recht nooit een maatstaf voor ons
staatsrecht kan zjjn. Daar men volgens den
heer Brediua, uit edelmoedigheid, uit vrijgevigheid
of uit vrees om te krenken zjjn plicht als lid
der Kamer niet mag verzaken, is hij tegen de
toelating omdat die volgens hem is tegen de
duideljjke letter der grondwet.
De Heer van Eek daarentegen is voor een
vrijzinnige uitlegging der grondwet, enwenscht
de toelating op grond van het scherpzinnige
rapport der commissie, dat evenwel volgens den
Heer van Delden te veel "blijken' draagt van
weifeling en kronkeling om tot een bepaalde
conclusie te komen.
De Katholieke geestelijke is gewjjd en daar
door uitgesloten van de Vertegenwoordiging,
waar het de handhaving der grondwet betreft,
mag hjj geen privilegie ter wille van vrijgevig
heid of vriendschap toestaan.
De Heer Mees tracht als lid der commissie
de opgeworpen bezwaren te weerleggen, waarna
de Heer Brediua voorstuit van den I leei Schaep
man een schriftelijke verklaring te verzoeken,
dat hjj niet is geestelijke noch bedienaar van
den godsdienst. Nadat de Heer van Houten
en de Meijier zich voor de toelating verklaard
hadden, trekt de Heer B redius zijn motie weer in.
Cremers nog tegen én de
en Schimmelpenninck
vervolgens werd de con-
inet 55 tegen 14 stem-
In de zitting van Zaterdag werden de aan
de orde gestelde ontwerpen afgedaan, roet den
spoed waarmede de Kamer gewoonlijk alles
afdoet op den dag dat zjj op reces gaat. Niet
minder dan 7 wetsontwerpen en twee conclusiën
passeerden in enkele oogenblikken de rerue,
vervolgens de vaststelling der huishoudeljjke
begrooting voor 1881 in Comité-generaal en
daar gingen de leden, om elkander, onverwachte
gebeurtenissen daargelaten, eerst in September
weder te ontmoeten.
Vau de ontwerpen lokte alleen dat tot ont
eigening voor den spoorweg Zwaluwe—'s Her-
togenbosch een korte discussie uit. De Heeren
van Baar en Verhejjen betuigden hunne inge
nomenheid met de gekozen richting, doch zouden
meer stations of balten wenschen. De Heer
Kool bestreed eenigermate het ontwerp uit
defensie-belangen, hetgeen de »nestor der Kamer
(zooals ook de Voorzitter thans reeds den Heer
Bieberstein noemt) aanleiding gaf een toost op
de ministers van Waterstaat en van Oorlog te
slaan. De minister van Waterstaat acht de
gekozen richting voor de defensie even doelma
tig, als die door den Heer Kool voorgestaan.
Wat de stations en halten bejreft, herinnert
de minister dat de weg haar doel zou missen,
als aan aller wenschen werd voldaan, doch
Kaatsheuvel (waarvoor de Heeren van Baar en
V’erhe jjen bjjzonder in de bres waren gesprongen)
zou een station hebben.
Ook een der conclusiën gaf nog tot een korte
gedachtenwisseling aanleiding.
Het gold het adres van den Heer von Banm-
hauer, Secretaris der Academie van Weten
schappen te Haarlem, om wederin bet genot ge
steld te worden van een hem vroeger toegekend
wachtgeld. De regeering had hem dit op grond
van art. 9 van liet Koninkl. Besluit van 24
Juli 1809 (Sb. n". 142) ontnemen, omdat hjj
voor een
32 I (füspecteur van
van I HolJ?nd) bet g
om een quaestie van reken-
plichtigheid op te lossen, verworpen over de
artikelen der wet werd geen discussie gevoerd
en eindeljjk het geheele ontwerp met 45 tegen
27 stemmen aangenomen. Alleen de heer van
Houten komt van liberale zijde onder de tegen
stemmers voor. Was het resultaat anders ge
weest, als die stemming een week vroeger had
plaats gehad
Na de aanneming van eenige naturalisatie-
wetten, leed de minister vau binnenlandsche za
ken een echec door de verwerping van een
ontwerp met 40 tegen 20 stemmen, waarbij de
aankoop van een huis op den Vjjverberg te 's Hage
werd voorgesteld tot inrichting van bureaux
voor het ministerie. Het voorstel werd door
de heeren Cofver Hooft, Gratama en vau Kerk-
wjjk bestreden.
Een tiental ontwerpen van gering belang
werden daarop nog goedgekeurd, een tot kwjjt-
schelding van boeten aan een aannemer even
wel met 36 tegen 32 stemmen, een vingerwij
zing aan de regeering dat men het in de ver
tegenwoordiging moede wordt, aannemeis van
de verplichtingen, die zij op zich genomen heb
ben te ontslaan.
Aan het einde der zitting werd medegedeeld,
dat de commissie van rapporteurs over het
strafwetboek met hun verslag gereed is. Door
don Heer Godefroi werd aangedrougen op de
behandeling in de volgende zitting vóór de be
grooting. Een voorstel van den Heer Wintgens
om die commissie nu reeds dank te zeggen
voor het verrichte werk, werd door den Heer
van N'ispen als praematuur afgekeürd, met
welk gevoelen de Kamer zich vereenigde.
De zomerrust is daar voor staatslieden en diplo
maten. Van daar dat het nieuws schaarsoh begint
te worden.
De sitting der Fransohe kamers is gesjaten; in
eene najanrzitting zal men trachten de agenda yerder
af te werken. De senaat moet cte gansphe begroatjng
nog afdoen en dan beginneu aan de tarie venset.
Werk genoeg dus. Der kamer wapfct nog de }vet
op de middelen en een aantal auder-e zaken, ia de
eerste plaats de wetten op het lagfr onderwijs eu de
hervorming der rechterlijke macht.
De zuivering vau de rechtbanken van legitimist ische,
Bonapart ist ische en clericale bestanddcelen, die de
politiek mengen in het recht, kan niet plaats hebben
dan tengevolge eener gevaarlijke aanranding van het
beginsel der onafzetbaarheid vau de rechters. Toch
Zal er wel niet anders op te vinden zijn.
De clericaleu vinden het heel onaangenaam,
het gruote feest zoo goed is afgeloopen; zij kunnen
der onderwijswet het
De minister van bin-
nenlandsehe zaken verdedigde vooreerst de
Hij erkende dat