Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. NING 1880. NQ 2494. Hand, Jemeente O«- ier,Kromme, Geer”, te za- hjj biljetten BUITENLAND. Biiileiilandscli Overzicht. OPPORTUNISME. Vrijdag 20 Augustus. erkooplng 1 ft IJ wel, 1 JMHirWl'g. 1880. en 2e KI.) UTRECHT inmr 31-, Ter vermijding van oponthoud gelieve men alle voor de Redac tie bestemde brieven bij den Uit gever te bezorgen. t W v«Br «te De inzending van advertentiön kan geschieden tot Mn uur des namiddags van den dag der uitgave. worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN i 5, 9.35, 10.35. 15, 3.-, 3.59, 1.31, 2.18,4.6, 1, 2.41,3.43, I, 4 55,7 31. NKMAN. GOUDSCHE COURANT. 1ERE, herber- ni 1 SEPTEM- n 10 ure, van den 25 De- i 1 Mei 1881. i 1 November I,' 2.41, 3.43, 2.41,3.43, omen ten kan- UIJT te Ou- i, 12.50, 3.—, 10, 5 25,7.25, 5. 2.28, 3.35, 1 31. 10.9. 10 9. II, 10.9. 34, 2.21,3.4, l. 10.0, 11.1, 14. 2.21, 3.4, 10.9. N cu HAGB i ARNHEM. 10,80. 10.40, >0, 8.30, 9.30. 1.1*9. 11.15, 12.9, 8, 8.55, 9.53. 10.—, 11.15, .45, 9.—. 10.10, 10.80, 15, 8.15, 9.30. 2, 8.23. I, B5«, 8.S8. 2.20, 7.7. 11.18, 12.12, 18, 9.57. hooren, bene- EN ING EN. De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prijs per drie maanden is f 1.75, franco per post 2. ADVERTENTIÊN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS Opportunisme moet daar voeren tot de on zinnigste bescherming; die daaraan toegeeft, staat op een hellend vlak, hoe gaarne hij zou willen, hij kan niet terug maar moet steeds voort. Mogen wij daarom nog lang voor dat opportunisme bewaard blijven, maar het streven van regeering en vertegenwoordiging steeds zijn om vrijheid van handel en nijverheid te bevorderen. Eenigen mogen daarvan voor korten tijd nadeel ondervinden, op den duur zal het algemeen daarbij het beste varen. L. Het groote Belgische nationale feest is goed af- i-Koning heeft in zijn antwoord de leend. Dit laatste woord getuigt van de waarheids liefde van den Belgschen Koning en verdient te meer opmerking, omdat de Belgen ’t doorgaans voor stellen, alsof zij zichzelf hebben vrijgevochten. Mijne heeren, zoo sprak de koning o.m., de leden van het voorloopig bewind en van het congres hebben vertrouwen gekoesterd iu de wijsheid van het Belgisch volk. Zonder schroom hebben zij het begiftigd met de meest vrijzinnige instellingen der wereld, en hun vertrouwen is niet bedrogen. Dank zij de ontwikkeling van den poli Heken geest is hun werk met een gelukkigen uitslag bekroond. Het schouwspel dat zij thans bij won en is hunne rechtmatige beloon ing. Ze afmetende aan de mijne, stel ik mij de vreugde voor, welke zij gevoelen bij de aanschouwing van het feestvierend vaderland, een halve eeuw van welvaart vierendebij het zièu dier wondervolle tentoonstellingen van kunst en nij verheid, die als de geschiedenis zijn van de verbazende ontwikkeling der natie, en die een zoo hoog denk beeld geven vuu hare hulpbronnen en hare levens kracht. Welk een machtige spoorslag is voor het opkomende geslacht de studie van dat eerste tijdperk onzer nationale geschiedenis en van den volbrachten vooruitgang. Wat wegs doorloopen in alle richtingen. Koevele takken van den menschelijken arbeid Reb ben zich uitgebreid. De openbare rijkdom groeit voordurend aan en zal nog sneller toenemen, zoodra onze nijverheid zich nieuwe wegen zal gebaand heb ben. Zoo is het schoon voorbereidde veld, waarop onze werkzame jongelieden van hunne krachten kun nen doen blijken. i Gelukkig de vorst die op een inerkwaardigen ge denkdag in het leven van zyn volk zulke woorden kan doen hooren, die niet behoeft te spreken van krygsroem iu het verleden, van vertrouwen op zijn dapper leger in de toekomstdie de rijke hulp bronnen van zijn land en de werkkracht zijner bur gers kan loven en prijzen, zonder dat het iemand in de gedachten komt aan overdrijving te denken. De rede des kouings was een moment, zooala het leven der volken er slechts weinig kent. Van zekere zjjde wordt beweerd, dat de heer Frtycinet, de Fransche minister van binnenlandsche zaken, besluiteloos is ten opzichte van de verdere uitvoering der Maarl-decretcn. ’t Is mogelijk, maar niet waarschijnlijk wanneer men in aanmerking neemt, dat zij de regeering een groolcö steun hebben naar de omstandigheden schikken. Al is hij ook steeds een voorstander geweest van vrijen handel, hij heeft een open oog voor den tegen- woordigen toestand, en zal niet aarzelen met zijn verleden fe breken als de omstandigheden dat vorderen de kwjjnende nijverheid wil hij te hulp komen, in een woord, op het gebied der handels-wetgeving wil hij opportunist zjjn. De kiesvereeniging bleek niet gediend van dit opportunisme, met een groote meerderheid stelde zjj den heer Otto van Rees, oud-afge- vaardigde eu oud-minister, candidaat, die ook door een andere invloedrijke vereeniging gesteld is; terecht heeft men begrepen dat in dien geest het opportunisme niet op handels- en njjverheidsgebied te huis behoort. Wordt daar de eerste bescherming verleend, wie kan dan zeggen, waar het einde zal zjjn Men zal be- „loo-eu". ginnen piet één tak van,handel of nijverheid te ueBcueriiien, ogv.door de reenterr op ge- nogmaals goten ijzeren voorwerpen eenigszins te verhoogen, zal men de jjzer-industrie te hulp komen, omdat die in kwjjnenden toestand verkeert en de fabrie kanten gedwongen zjjn werklieden af te danken, en terstond zullen ook andere takken van nij verheid noodkreten doen hooren en ook be scherming vragen. Maar heelt men de jjzer- industrie geholpen, dan zal ook de scheepsbouw bescherming vragen, en worden de schepen daardoor duurder, dan zal weder de bandel steun vragen omdat de duurdere schepen hoogere vrachten vorderen, ja wil men niet onbillijk zjjn, dan moet de bescherming tot alles uitge- stiekt worden; allerlei kunstmiddelen moeten in het werk worden gesteld, tot eindelijk de bescherming uitloopt tot groot nadeel van allen. En dat ligt nu wel volstrekt niet in de be doeling van den opportunist op het gebied der bescherming van handel en nijverheid, maar waar zal hij eindigen, als hjj eens dien weg is ingeslagen? Waar zal hjj bet: tot hiertoe en niet verder” Hoen hooren, als men over on rechtmatige beoordeeling van den een boven den andere klaagt, als men met cijfers aantoont welke nadeelen geleden worden door de be scherming aan anderen verleend. Bismarck heeft toegegeven, hjj is gaan be schermen in de hoop daardoor ook de schatkist te vullen, van het eene artikel van nijverheid is men tot het andere gekomen, het eene na het andere handels-artikel heeft het moeten ontgelden, men heeft alles beschermd, en, nog niet tevreden, wil men de Christenen tegen de Israëlieten beschermen; men teekent reeds petitiën en eischt reeds wetten om den Israëlieten te verbieden grondeigendom te bezitten, betrek kingen te oekleeden en wat dies meer zjj, en is dat verkregen, dan zullen zeker weder andere eischen gesteld worden en men zal bescherming willen van de eene klasse tegen de andere. Waar is het einde van den weg, dien men heeft ingeslagen En zoo zal bet steeds gaan, wanneer men zich op het gebied vau handel en iiij verheid naar de omstandigheden wil schikken. Gambetta, kan med" dagelijks lezen in de bladen der onverzoenljjken, is een opportunist, hjj schikt zich in zijn doen en laten naar de omstandighedenzjjn liefste wenschen brengt hjj ten offer om de plaat* te behouden die hjj thans bekleedt; hoe gaarne zou bij wraak nemen op de Pruisen, maar hjj houdt zich in, omdat het volk vrede wil; hoe gaarne zou hjj den Franschen invloed doen gelden in de zaken van hei Oosten, maar Frankrijk wil vrede en al—dsc bedwlnét lifl'WAï eu wtitu zien naar de omstandigheden. Wel offert hjj zjjn begin selen niet op, maar hjj is toch ook niet door tastend genoeg, hjj geeft toe aan de regeering, hjj geeft zelfs toe aan den senaat, wauueer hjj dit nattig oordeelt ter bereiking zjjuer plannen. Zoo kan hjj veel goeds tot stand brengen maar de man der onverzoenljjken kan hjj niet zjjn. Deze weten van geen toegeven, zjj hebben een af keer van alle transactie, maar zullen daar door ook nooit hun doel bereiken. Niet aan hen hebben de mannen der commune hun vrjjheid te danken, het opportunisme van Gambetta heeft hun die verschaft en, zoo zal hjj nog veel voor Frankrjjk kunnen doen, als hij den weg der gematigdheid bljjft betreden en zich naar de omstandigheden schikt. Zich naar de omstandigheden schikken, de bakens verzetten als het tg verloopt, zou men niet een Hollandsoh spreekwoord zeggen, is een onmisbare eigenschap in den diplomaat niet alleen, maar ook in allen, die tot regeeren ge roepen zjjn, mits het opportunisme slechts niet zoover gaat, dat men zijn beginselen verzaakt. Een minister, die door schikken en plooien, met kunst én vliegwerk, met geven en nemen een meerderheid bgeenhoudt, moge als behendig geroemd worden, zjjn opportunisme gaat te ver, omdat het hem niet zelden dringt tot verzaking zjjner beginselen. Een volksleider, die in plaats van te leiden, toegeeft aan iedereu volkswaan, uit vrees, bij verzet, zjjn invloed te verliezen, is al weder een opportunist in de slechte beteekenis des woorda. Een minister daarentegen, die gaarne amen dementen op wetsontwerpen overneemt, indien die niet in strijd zjjn met de beginselen, waarop het ontwerp rust, die toegeeft, waar hjj dit kan doen zonder verzaking van dat, wat hjj voor goed en billjjk houdt, huldigt het oppor tunisme in den goeden zin des woords. Op een kiesvereenigiug dezer dagen te Rot terdam gehouden is een der candidaten als opportunist afgeschilderd. De candidaat zal Zich op het gebied van handel en ny verheid

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1