OLI.
JEN,
RT,
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
N9 2496.
1880.
BUITENLAND.
Woensdag 25 Augustus.
loorweg.
1VEHAAR
Az.,
Bnltcnlandscli Overzicht.
KEWLSGEVIAG.
•t 4 uiir.
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
1880.
en 2e KI.)
(HECHT naar
ENINGEN.
EN by
I van 126,
fflessohen.
verzonden
Ter vermijding van oponthoud
gelieve men alle voor de Redac
tie bestemde brieven bij den Uit
gever te bezorgen.
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN
5. 2.28. 3.35,
5, 9.35, 10.35.
15, 3.—, 3.59,
.81, 2.18,4.5,
.43.
tuig, in het peioeel gek gen
was
'1, 3.41, 3.43,
den
5, 2.41, 3,48,
den
l, 2.41, 3 43.
het Lagerhui* ingediend
1, 4.55,7 .31.
19.50, 8.-S
0, 5.25,7.25,
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
10.30. 10.40,
0, 8.80, 9.30.
en MEU-
11.15, .12.9,
1, 8.55, 9.53,
10.—, 11.15.
.45, 9.—.
10 10, 10.30.
15, .«.15, 9.30,
2, (1.23.
6.56, 8.3S.
2.20, 7.7.
11.13, 12.12,
58, 9.57.
EJVj^vóór en
da.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is f 1.75,
franco per post f 2.—
GOUDSCHE COURANT
r f
Lord Hartington beeft het budget voor Indië bij
x r--en tocgelicht. Hij kweet
i van een grooteren
perceel gelegen Ouder de
No. 266, kadaster Sectie E
31, 10.9.
10 9.
1, 6.—, 10.9,
34, 2.21,34,
l, 10.9, 11.1,
4. 2.21, 8.4,
0.9.
■'feu HAGE
ARNHEM.
De BURGEMEESTER van Gouda, brengt bij
dew ter kennis van de belanghebbenden, dat door
den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Be
lastingen enz. te Rotterdam, op den 19 Augiidus
1880 zijn executoir verklaard: Twee Kohieren van
het Patentrecht, wijk A tot en met I.
Dat voormelde Kohieren ter invordering zijn ge
steld in handen van den Heer Ontvanger, dat ieder
daarop voorkomende verplicht is, zijnen aanslag op
deu by de wet bepaalden voet te voldoen, en dat
heden ingaat de termijn van DRIE MAANDEN,
binnen welke de reclames beboeren te worden inge
diend.
Gouda, den 21 Augustus 1880.
De Burgemeester voornoemd,
REMY, L B.
KENNISGEVING
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OF NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS d8r Ge
meente Gouda;
Gelet op arii 6 en 7 «Ier wet van den 2n Juni
1815, (Staatsblad No. 95).
Br« ngeu Ier algeineeut kennis, dat op de Secretarie
ter visie is gelegd
le. eeu verzoek met bylagen van C. Boumans om
vergunning tot het plaatsen van eeu tweeden
Stoomketel, in het pcrc<el gelegen aan het Jaagpad,
wijk Q. No. 53, kadaster Sectie A. Nrs. 1623
en 2230;
2e. een
vei
verziek met bylagen van H. Braat om
irgunning tot het plaatsen
Stoomketel, in het
Boompjes, wijk P.
Nrs. 582, 584, 671, 672 en 846;
3c. een verzoek met bijlagen van T. Jaspers om
vergunning tot het plaatsen van een Stoomwerk
tuig, in het perceel gelegen aan deu Bleekt rs-
siugel, wijk R. No. 251, kadaster Sectie A. No. 955.
Dat op Dinsdag den 7 September 1880, des
middags ten 12 ure op het Raadhuis, gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunningen
in te brengen, en dat gedurende drie dagen tóór
dien dag, op de Secretarie der gemeente, van de
ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis
genomen.
Gouda, den 24 Augustus 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
REMY, L. B.
De S< cretaris,
BROUWER.
bladen deelen haar uitvoerig mede en wijden er
beschouwingen aan. De hoofdinhoud is reeds per
telegram gemeld, doch bet is niet ondienstig er op
terug te komen.
De belangrijkste zinsneden zijn die, welke Op de
uitvoering der decreten van 29 Maart en op de
buitenlandsche politiek betrekking hebben.
Over het onderwijs sprekende zeide de minister
president dat, naar hij meende te mogen vertrou
wen, het staatsonderwys niet tegen de mededinging
der geestelijke corporation zou beboeren op te zien.
«En hiermede," ging bij voort, «kom ik als van
zelf tot eene quaestie, waarvan onze tegenstanders
groeien ophef hebben gemaakt en waarmede zij ge
hoopt hadden invloed op de verkiezingen uit te oefenen.
Het is bekend met welken uitslag. Ik bedoel de
nitt-erkende congregatiën en de decreten van 29
Maart. Men stelt ons voor als vijanden van d^n
godsdienst. Wat mij zei ven betreft, geloof ik dat het niet
noodig is tegen deze beschuldiging op te komen
ik had steeds ea heb nog diepen eerbied voor dén
godsdienst. Bovendien wordt de eeredienst doör
niemand ernstig bedreigd en zoo noodig zou het
kabinet, waarvan ik de eer heb voorzitter te zijn,
dien weten te beschermen en te verdedigen. Doch
het mag niet geoorloofd zijn dat vereenigiugen, niet
bij het concordaat voorzien, zich, onder den dekman
tel van den godsdienst, boven de wet stellend Toen
de overschrijdingen dezer vereenigiugen op het ge
bied van het onderwijs groote ongerustheid lu bet
land verwekten, werden wy door een van de takken
der wetgevende macht in staat gesteld, om de wet
toe le passen. De toepassing gold in de eerste
plaats de machtigste van alle: de sociëteit vau
Jezus. Wij hebben haar ontbonden. Daardoor ga
ven wij eene onmiddcllijke voldoening-aan de Kamer
der Afgevaardigden en levens eeu onloochenbaar be
wijs van de kracht der regeering en het gezag der
wel, waaromtrent men twijfel had durven opperen.
Wat de andere congregatiën betreft, hef decreet, dat
rechtstreeks op haar betrekking heeft, stelt geen be
paalden datum voor hare ontbindinghet liet ons
vrij in het kiezen van het geschikte oogenblik. Wij
Zullen deswege te rade gaan met de noodzakelijkheid
welke uit hare houding ral voortspruiten, en, zonder
in eeltig opzicht de rechten van den Slaat op te
offeren, zal het van haar afhangen om al dan niet
gebruik te maken van de voordeelen eener nieuwe
wet, welke wij in gereedheid brengen, en waarin al-
gemeene regelen voor al de vereenigiugen, zoowel die
van leeken als van geestelijken, zullen vervat zijp."
Men zal nu deze wet moeten afwachten, doch
kan er zeker van zijn, dat deze mededeeling van
den minister-president weder tot veel gewrijf pan
leiding zal geven. De onverzoenlijken komen reeds
voor den dag met de bewering, dat de Regeering
bang is en van de verdere toepassing der decreten
afziet. - -
Het tweede deel der redevoering van den heer
de Freycinet was aan de buitenlandsche politiek
gewijd.
werd. Daar echter
tyd op 18,184,900
•n meer dan aanvaqke-
aftrek van de genfiimie
7 inilhuen, waarvan
zoodot
geiijK boven is gezegd, nog in 3l/a inillioen p. st.
moet voorden worden. Daarvoor ts geen nieuwe
leening noodig, omdat nog gelden beschikbaar zijn
uil de laatste voor spoorwegen en kanalen aange
gane leening. Hoeveel de Engelsche regeering van
de oorlogskosten zal overnemeu, kon de minisii-r nog
niet bepalen, en dit laat zich gemakktlijk verklaren
wanneer men bedenkt, dat er nog veel kan gebeuren,
wat de regeering niet kan voorzien. In elk geval
is het voor de Engelschen verblijdend van den
minister voor Indië te vernemen, dat zonder den
Afghaanschen oorlog dit jaar eeu overschot van
meer dan 4 inillioen p. st. zou verkregen zijn
dut de spoorwegen en kanalen niet slechts hunne
kosten dekken, maar zelfs eeu vrij belangrijke winst
geven, en Indië dus alleen rust behoeft, om in
eeu bevredigenden financieeleu toestand te geraken.
In hei Lagerhuis werden eenige vragen beant
woord over de Turksche zaken, waaruit opnieuw
blijkt, duf de Regeering steeds in een opt mistische
stemming verkeert, welke met de werkelykheiu slecht
rijmt zoo werd wel toegegeven, dat de Muzelmannen
in Bulgerye veel te lijden hebben, inaar er bij ge
voegd dat vertoogen werden iugediend bij de Bul-
gaarsche Regeering, welke goed werden beantwoord,
zoodat het volgens de laatste berichten scheen, dat
er verbetering was gekozen in den toestand.
De heer Forster is te Londen teruggekeerd. De
meetings in verschillende doelen vau Ierland liepen
rustig af.
De berichten uit Indië zijn niet zeer belangrijk.
Generaal Stewart had zijn hoofdkwartier te Jellula-
bad gevestigd. Berichten, door inlanders gebracht,
melden, dat generaal Roberts zonder tegenstand te
ontmoeten Ghoezni 'vooruygetrokkeu was, Mohammed
Jan en Hashim-Khau zwierven met eeuige troepen
op zijn flanken. Men verzekerde, dut wegens het
ongeduld zijner troepen Ayoeb-Khan besloten had
een aanval op Kandahar te wagen, voordat er hulp
opgedaagd was. Generaal Phayre was naar
Khojakpas opgerukt.
In Frankrijk blijft de redevoering van
heer de Freycihet op het feestmaal te Montauban
de groote gebeurtenis van den dag. Al de Fransche
«Dagelijks," zeide hy o. a., «kunt gij in de ons
vijandige bladen min of meer verontrustende ge
ruchten kzen over den staat onzer betrekkingen,
over bemoeizucht der Regeering en dreigende ver
wikkelingen. Daarvan is geen woord waar. Nog
nimmer was de toestand gunstiger. Wel heeft
Frankrijk den staat van afzondering verlaten, waarin
de omstandigheden het geplaatst hadden, om zijn
zich met buitengewone geschiktheid van zijne taak
en was zeer bescheiden in zijne uitdrukkingen tegen
het vroegere ministerie, wat de zoo vuak besproken
misrekening bij de raming deZborlopkosten betreft.
Eene schitterende begrootiug kou hij uit den aard
der zaak niet overleggendaarvoor zijn de kosten
van den oorlog'in Afghanistan te hoog; doch
bevredigend is zij, in zoover dat, naar zijne berekening
bet tekort waarin voorzien moet worden, niet zoo
grooi is als algemeen verwacht w«rd. Meu was beducht,
dat de regeering tot uitgifte van nieuwe consols of van
eene leening genoodzaakt zou zyu, en over het bedrag
waren reeds verontrustende gsfuchten in omloop ge
bracht. In plaats daarvan weten wij thans, dat het
tekort slechts 3*/f inillioen p. st. bedraagt, tot
dekking waarvan noch in Engeland noch in Indië
de blijvende schuld zal moeten vermeerderd worden.
De toestand der Indische financiën was in de laatste
drie jaren zóó bevredigend, dat 11 millioen p.
meer ontvangen dan uitgegeven J n"“ ""u
de oorlogskosten in den^dmi
p. st. zijn gestegen (9 milltoci
lijk was geraamd), blijft erna r
11 inillioen een tekort van
reeds de helft op andere wyze is gevonden,
Daarvoor is geen