Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. u :ebu, NQ 2613. 1880. Zondag 3 October. rekenen. spoorweg, 1880. Parlementaire Werkzaamheden. >()ER,. 5 en 2e KI.) UTRECHT naar ’.VEN1NGEN. V job bent de beginselen, waarop de herziening moet toch achtte grondwetsherziening volstrekt niet noodig; niet de kieswet, maar de kiestabel moet herzien worden. Ten slotte verklaarde hjj een af wachtende bonding te zullen aannemen. Ook de heer Oldenhuis Gratama verklaarde zich bij den tegenwoordigen stand der partyen tegen grondwetsherziening, hy wil uitbreiding van net kiesrecht binnen de grenzen der tegenwoordige grondwet. De heer Vermeulen wil een propor- tiopeele vertegenwoordiging van alle richtingen GOUDSCHE COURANT )ames-JAPON- p Winteijasseu. in onzewerk- helder en rein 2.15. 8.-, 5.58, 2. 2.18,4.6, 4.88, 848. .21, 2.41,3.48, 15, 2.41, 8.48, 21, 2.41, 3.43, 43,4.55,7.31. Privaat-Onder- de Wiskunde, Practyk begint amen, M. 0., 1 Privaat-Doavt. I, 10.80. 10.40, 1.30, 9.30. 25, 12.50, 8.-, .50, 5.35,7.25, .15, 238, 3.35, .55, 9.86,10.35. 8. 4 31, 10.9. 1, 10 9. 1.31, 8.—, 103. 2.34, 2.21,84 1.4, 10.9, 11.1, 1.34, 2.21, 84 10.9. EN en ’»HAGÏ en ARNHEM. tegen grondwetsherziening. Door den heer Idserda worden de amende menten bestreden, op grond dat de regeering herziening ran het kiesrecht heeft toegezegd na 9, 11.15, 12.8, .65, 9.68, l, 10.—, 11.15. 7.46, 9.—. 5, 10.10, 10.30. i.35, 8.15, 9.30, .42, 8.23. 10. 6.68, 8.88. 2.20, 7.7. 3, 11.18, 12.1», 1.58, 9.57. bescherming, geen maar de regeenng -’"1.1 De heer Heydenryek -.1 -J ny verheid kan blyken h| aeht den toestand on welke bandelsverdragen de beer de Casembroot op itwerpen wyst. handelsrerdrag Na verdediging door TZybenga wordt deze goedgekeurd. De drie volgende lokten geen discussie uit. In de zitting van Dinsdag was kieshervorming aan, de orde, naar aanlei ding der twee ingediende amendementen, nog met een van den heer Heydeuryck vermeerderd. Werden alle amendementen met overgroote meer derheid verworpen, geen der sprekers heeft de tegenwoordige kieswet verdedigdalle partyen zijn het ten minste daarin eens, dat herziening dringend noodig is, men verschilt slechts over het wanneer en hoever. Gaan wy kortelyk de di«cusaiën na. De hh. van Houten en van der Hoop verde digden eerst de bewoorl amendementen en wezen! de beer van Baar reeds stelde, dat volstrekt geen vaste overtuiging t 1 V rusten, by de' verschillende partyen bestaat; hy ten der voorgedragen 1 versichil aan, waarna ersionff ft het licht 1* 1 11 _ïxJl_t geest van 't volk in al zyn sehakeeringen. Het Koloniën ook te optimistisch aangegeven, al verklaarde zich de spreker ook baar. ontevredenheid algemeen. De invoering van een geregeld bestuur acht hij verderfelijk in een land waar de vyar.d nog uitstekend georgani- ÜBMfa Een amendement welke laatste van veel invloed zal zyn op de dat de hoop uitdrukt dat de toestand bevredi- gend moge zyn werd door spreker voorgesteld. De heer Patijn verklaarde dat de commissie van De discussiën over het adres van antwoord, Maandag begonnen, hebben den heer Schim- melpenninck van der Oye, als hoofd der anti revolutionaire partij de gelegenheid gegeven om nog eens de wording van net ministerie ter sprake te brengen en het te betreuren dat deze i regeering in niets van de vorige afwykt. Moens, de schoolman by uitnemendheid, heeft als een bly k van sympathie en vertrouwen in hem, een belang rijke betrekking gekregen by het schooltoezicht tusschen de rentewet en de effecten belasting is geen verschil van beginseluitzetting der uit garen niet slechts voor oorlog maar ook voor openbare werken blyft aan de ordehet minis terie wordt gesteund door de libera.e party, I die geen censusverlaging wil, nu die door zyn party gevraagd wordt, voor wie wjjziging van het kiesstelsel het shibbolleth geworden ia; stelselmatige oppositie is daarom de plicht der anti-revolutionaire party. De heer de Casembroot toonde zich zeer weinig ingenomen met den inhoud der troonrede. Wil net volk uit den mond des koning niets dan zuivere waarheid hooren, volgens dezen spreker werd die maar al te veel in dit staats stuk gemist; bewjjzen daarvan worden vooralsnog bewaard voor de behandeling der gg, zeker zeer tegen den zin van den heer Heydenryek, die zich reeds terstond tot taak stelde om het volk te ontnuchteren, dat misschien in slaap was gewiegd door de optimistische woorden van dit Van de treurige gebeurtenis in de residentie maakte deze spreker gebruik om te vragen of ons volk op zedelijk en godsdienstig gebied was vooruitgegaan. Is geen aanzienlyk deel des volks gegriefd door de nieuwe wet op het onderwys? Welke is onze invloed naar buiten? Kan ons land verdedigd worden of zyn wjj reeds te veel verduitscht om daaraan te kunnen denken? Is bet een gunstige toestand dat de belastingen moeten worden verhoogd Is het geen ongelukkige toestand dat de meerderheid niet regeert en regeeren kan,, maar liever aan de stembus kibbelt? De tegenwoordigheid van den minister Six by de onthulling van Spinoza's standbeeld en die van den Nederlandschen gezant by de Belgische feestelijkheden toekent volgens spreker dat ministerie, dat hy cosmopelitisch noemt Door den minister van Lynden werd de on juistheid der troonrede betwist, en nog kortelyk de wording van het ministerie verdedigd. Om trent de herziening der kieswet zal hy by de voorgestelde amendementen spreken. Nadat de heeren Schimmelpenninck en Hey- denryck nog een kort debat hadden gevoerd ■iet den minister over de wording van bet ministerie en of het al of niet boven de partyen stond, werd de algemeene strekking van het adres goedgekeurd met 51 tegen 23 stemmen. Bjj 83, buitenlandsche zaken, besprak de heer van Wassenaar van Catwyck nog de tegen woordigheid van onzen gezant by de Belgische feesten. Ook de heer de Casembroot sloot zich bjj dit debat aan, en wensebte zelfs overlegging der gewisselde stokken. De minister verdedigde de inatrnctiën aan den gezant gegeven, weer legde verschillende onjuistheden, en beriep zich op de instuctiën door den minister van Hall voor 25 jaren gegeven. Het verlaten van Brussel gedurende de fees ten zon zeker een demonstratie geweest zyn. Bjj de volgende keurde de heer Rutgers van Rozenburg de kalmeerende woorden van het antwoord goed; hy betoogde dat de landbouw hiet zoo bloeit als in de troonrede beweerd een regeering te vin- t afgekeurd wordt; de geschiedenis van den oorlog nagaande, tracht spreker aan te toonen, dat de regeering altijd optimistisch gestemd is geweest, en dit altijd de oorzaak is geweest det ondervonden teleurstel lingen. De Heer van Eek toonde zich ingenomen met de verklaringen der regeering en achtte de invoering van een geregeld bestuur door den verbeterden toestand geoorloofd. De Heer Keucheuius daarentegen zag alles zwaar in; donkere onweerswolken pakten zich in Indie samen; de veeziekte zal door afmaking niet bedwongen worden; niet slechts wil hij acht slaan op de gemoedsbezwaren maar boten dien is gemis aan karbouwen in Indie de oor zaak van den hongersnood, omdat die dieren voor den landbouw onmisbaar zyn. De vast stelling der Indische begroeting hier wordt door spreker een dwaasheid genoemd, omdat nit de geschiedenis der veeziekte blykt, dat men wordt. Wel vraagt hy geen deelneming, geen medelyden, moet geen onbekendheid met den werkelyken toestand voorwenden. P j' vraagt, waaruit de verbetering van handel ”en draaglijk; hij vraagt zyn opgezegd, terwyl de opheffing der suikermarkt en op het toene mend transito-rervoer over Antweroen wyst. De minister deelt mede dat het handelsrerdrag met Frankryk isopgezeod. Na verdediging door het lid der commissie, dén heer Wybenga wordt De drie volgem i de zitting van Honten weg te laten, wat eveneens door den heer van Delden ontraden wordt DeheerRoëll verklaart zich tegen de amendementen. Met den heer v»u Delden is hjj het eens, dat het oogen- blik om op een censusverlaging aan te dringen nog niet gekomen is, nn de belastiag-quaestie aan de orde is. Ook de heer Goeman Borge- sius bestrydt de amendementenhy wil de taak van het ministerie niet betnoeielyken, maar het gelegenheid geven het voorgenomen werk af te doen; dit ministerie toch moge naar Spinoza gaan, zeker gaat het niet naar Canossa. De neer van Kerkwyk verdedigt het amendement van Houten, en toont tevens het onjuiste aan van de beschuldiging, dat de liberale partij te gen herziening der kieswet is. Nadat de heer Keucheuius nog eenshetVolkspetitionnementin herinnering had gebracht, wyst de minister van buitenlandsche zaken het standpunt der regee ring in deze quaestie aan. Zij neemt niets terug van vroegere verklaringen, maar acht afdoening der aanhangige ffnanciëele wetten noodig alvorens besluiten omtrent het kiesrecht kunnen genomen worden. De heer van Houten verdedigde daarop zyn amendement tegen de uitvluchten en exceptiën. Hy bljjft herziening noodig achten, omdat deze kamer niet uitdrukt de ware opinie van het volk. Wat ook nog de heer Lohman tracht aan te toonen. Nadat de heer Tak van Poortvliet nog nader het amendement van Houten had bestreden, omdat hy wil dat grondwetsherziening van de regeering zal uitgaan, kon by de stemming het amendement van Honten slechts 13 en dat van van der Hoop en Keuchenius slechts 18 stem men verwerven. De heeren Lenting en van Kerkwyk steunden van liberale zyde het eerste amendement, van het tweede verklaarde zich van die zyde alleen de heer Gratama. Atjeh was Woensdag aan de orde. De heer opdat de kamer juister zyd uitdrukken den waren de Casembroot betoogde dat de toestand in de geest van 't volk in al zyn sehakeeringen. Het Koloniën ook te optimistisch was voorgesteld, middel om daartoe te koméu werd echter niet I Algemeene achteruitgang is daar toch merk- - -i i-ixiij. j-1-v l.pe mikerindnstrie is geheel ten onder gebracht, door den druk der belastingen is de 'eregeld bestuur acht hjj verderfelijk in afdoening van bet strafwetboek en de rentewet, seerd en goed gewapend is. ii iii I j_x j— i..*ui.a j_x j regeling van het kiesrecht. Bovendien heeft de kamer zich steeds tegen wjjziging der kieswet verzet Door tal van citaten tracht de heer redactie, op de inlichtingen door de regeering Keuchenius zyn medeleden te overtuigen, dat verstrekt vertrouwende, baar redactie handhaaft, alle richtingen van de herziening der kieswet De heer Rutgers meende in het antwoord zyn en dat de liberale party daardoor alleen vyandige strekking tegen de regeering te in een zuiveren toestand kan geraken, daar den, wat door hem volstrekt niet afgekeurd wordt; nu de vier onderdeden alleen vereenigd zyn, J -j wanneer strjjd tegen hej clericalisme moet gevoerd worden, volgens Gambetta de grootste vyand der vryheid. Namens de commissie van het adres adviseert de heer van Delden tot verwer ping der amendementen. De commissie acht verbetering van het kiesrecht noodig, maar alles komt op de uitvoering aan. Om een zaak als grondwetsherziening, waarover nog zooveel verschil bestaat in een adres van ant woord op te nemen, acht zjj verkeerd. Bet andère amendement acht de Commissie onnoo- dig, omdat de regeering reeds herziening der kieswet heeft toegezegd, en de Commissie geen reden heeft om aan te nemen dat in de voor nemens der regeering verandering is gekomen. De heer Heydenrjjck, het een absurditeit ach tende dat grondwetsherziening herziening van het kiesrecht moet voorafgaan, stelt voor de laatste woorden van het amendement van van

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1