Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I
I
.880.
N° 2Ö16.
i
DZ WATÉBL2IDIKG
BUITENLAND.
Zondag 10 October.
Biitalaiulsch Overzicht.
H
De inzending van advertentiön kan geschieden tot óón uur des namiddags van den dag der uitgave.
i
I
IN DEN RAAD.
worden berekend naar plaatsruimte.
r
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN
t
ADVERTENTIÊN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GE00TE LETTERS
uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave, in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is 1.75,
franco per post 2.—
GOUDSCHE COURANT.
een onzer
Kjj deze Courant behoort een Bijvoegsel.
Gisteren kwam in onze hapden het Verslag
ip de gemeenteraadszitting van -28 Sept, jl.,
sarin de zaak der waterleiding opnieuw is be-
mdeld naar aanleiding van het bekende rap-
irt der raadscommissie. Met een enkel woord
enschen wjj onze lezen, die belangstellen in
t onderwerp en wie doet dat niet in onze
imeente op te wekken kennis te nemen van
ize discussie, die zeker de degel jjks te i'z ge-
eest, welke tot dus ver in den boezem van den
ad over deze brandende vraag is gevoerd.
Onze lezers weten, dat wjj geheel instemmen
et de- wijze, waarop de quaestie thans behaa
ld wordt, Wjjselijk heeft de raad vroeger
bloten niet tot den aanleg eeuer waterleiding
er te gaan, voor er meer licht was ontstoken
er de flnancieele gevolgen voor onze gemeente.
Naar onze meening heeft het uitstekend voor-
reid rapport der raadscommissie thans dui-
Ijjk aangetoond, dat vooralsnog de aanleg
or rekening der gemeente onze krachten te
ven gaat.
Het beslui van-"den raad om in alle gevallen
rst te ’Wproeven of er laug* den weg van
ucessie voldaan kan worden aan den billijken
msch naar beter water, draagt onverdeeld onze
edkeuriug weg en wie er na het rapport der
omissie nog niet mede verzoend mocht zjjn,
feu wjj aan té lezen hetgeen de voorzitter
tegd heeft tot verdediging ent toelichting van
conclude der commissie. Terecht gaf deze
zijne overtuiging te kennen, dat volgende
dachten den dag niet zouden zegenen, waarop
raad zoo voetstoots overging tot het decre
ten van het besluit: «er zjj eene waterlei-
ig.» Er zbu natuurljjk spoedig op volgen
i waterleiding is er,» maar naar alle men-
eljjke berekening
rfekt
i waterleiding is er,» maar naar alle
i.-1-j ZOD er -o-
ippingswóord noodig zijn
lijksche post op' de begzooting -
zend gulden om in het tekort der wuterlei-
g te voorzien» en op niet minder natuurlijke,
ar stellig minder aangename wjjze zou ook
woord werkelijkheid worden.
Je vasta overtuiging van de noodzakelijkheid,
ke de voorstanders van onnriddelljjken aun-
door dé gemeente tooneu te bezitten en on-
Welke er zelfs zjjn, die met de zaak «dwe-
verdient allen eerbied, toch gelooven wjj
de houding van het dagelijksch bestuur en
meerderheid van den raad waardeering zal
den bij het grootste deel onzer burgerij. Be-
rdheid, onpartijdig onderzoek, kalme bere-
ing, warsheid van alle oppervlakkige ophak-
ij zjjn eigenschappen, welke wjj zeker weten,
onze stadgenooted weten te wanrdeeren in
mannen, die zjj koos om hare belangen te
artigen en wien zjj de koorden hunner ge
nie beurs toevertrouwde.
De voorstellen van de Porte in antwoord op de
eiscben der mogendheden omtrent Dulcigno zijn van
dien aard, dat alle mogendheden ze onaannemelijk
achten. Gladstone moet thans bepaalde voorstellen
hebben geformuleerd, boe verder tégenover den zieken
man te handelen. De mogendheden beraadslagen
daarover.
Het begint er veel naar te lijken, dat Engeland,
dat onlangs by na met Rusland kreeg ter wille van
Turkye, thans op het punt staat oorlog te gaan
voeren met Turkije ter wille van Rusland.
De onbeschaamde en dwaze houding der Porte
is daarvan de oorzaak. De Sultan verlangt niet
meer of minder dan dat de mogendheden hun
eischeu zullen iijtrtkkcn en naar buis gaan.
Het is te hopen, dat de leiders der natiën hunne
bedaardheid behouden, naarmate het gevaar vau
vredebreuk grooter wordt. Eenstemmig zijn zy in
het af keuren van de houding der Porte, «maar zul
len zij het blijven, als het er op aan komt den
zieken man tot zijn plicht te „brengen of zijn erfenis
te deeleji
Zeer eigenaardig wijst een onzer .groote ^bladen
op het gevaar dezer crisis:
Zoo Duilschland en Oostenrijk met Engeland en
Rusland mededoen, en de eendracht dus gehandhaafd
wordt tusscheu de mogendheden, dan kan de vloot,
door het blokkeeren der Turksche havens, waartoe
volgens de Daily News besloten' zou worden, den
Sultan dwingen zich te onderwerpen. De Turksche
regeering heeft zich zelve ónmogelijk gemaakt, eu
er is dus veel kans dat de mogendheden, ziedde
hoe reddeloos en redeloos de Porte is, besloten
hebben gezamenlijk de liquidatie van den faillieten
boedel te bespoedigen. De eenige vraag van overgroot
gewicht bij deze crisis is dus "zullen de mogendheden
gezamenlijk aan één eind van het touw blijveu
trekken? Zoo een paar b. v. Duitschlaad en
Oostenrijk ten slotte overloopen naar den Turk,
dan is een Europeesche oorlog onvermijdelijk. Trek
ken ze allen gezamenlijk naar een zyde, dan moet
de Sultan doen wat hem gelast wordt. Hij wordt
dan overgehaald.
Zal Duitschlaud’s haat jegens en vrees voor Rus
land beletten, dat het medewerkt met de mogend
heden, ja of neen Dit is feimlijk, in korte woorden
aangeduid, het slot van het raadsel. Wie hiervoor
den sleutel viudt^ kent het geheim dat Europa poogt
te gissen.
Zoo Duitschland en Oostenrijk oprecht medewerken,
zal de crisis een goed verloop hebben.
»Het troostrykste is daarom de verklaring van de
Nord-Deutsche de half oifiqiëele courant dat,
onverschillig waartoe besloten worde/ en al blijkt
het noodig de vloot naar de^Dardanelkn te zenden,
de eendracht en samenwerking der’ mogendheden
zullen blijven bestaan, daar die bestand zijn tegen 1
de weigering van de Porte om te gehoorzamen.
De Observer heeft het ministerie den raad, van
verdere maatregelen In de Dulcigno-quaeslie af té
zien, zich te bepalen tot de behartiging der bij- v
zondere Engelsohe belangen aan den Bosporus en in
Egypte, eu overigens de regeling van den verwarden
toestand op het Balkan-schiereiland aan de onmid-
lloezeer wij, waarschijnlijk omdat wij het er
geheel mede een8 zijn, het meest zyn ingenomen
met hetgeen door de voorstanders der conclusie
werd in het midden gebracht, gebiedt ons de
onpartijdigheid te erkennen dat er ook van de
zijde der tegenstanders (foor een enkel spreker
van zyu standpunt' goed gesproken is. Het door
den heer van Goor nilgebracht advies draagt
blijken van warme belangstelling en gezet on
derzoek, hoewel het voorstel dat hij formuleerde
een vertnakeljjk staaltje is fan hetgeen een handig
spieker soms voor een amendement wil laten
doorgaan.
Merkwaardig is in deze discussie de breede
stroom vat» vergelijkingen met andere plaatsen,
bit dat groote' magazijn van argumenten put
elk op zjjn heart. Brussel-en Parijs, Engeland,
Amerika en Zwitserland, jtóna alle (stations van
eten Hedhsndsehen -spowrii^f, Utrecht, Nijmegen,
Groningen zjjn bereisd door ouze gemeente
raadsleden en elk heeft er gezien, wat hij er
gaarne zien wildeeen zelfs heeft processen te
Triest bijgewoondeen ander heeft op zijn spoor-
reize overal belangstellenden aangetroffen naar
de ongeboren Gondscbe .waterleiding. Gelukkig
dat ze allen ten slotte weer op het raadhuis te
Gouda zjjn terecht gekomen en «hunne blik
ken gewend hebben» naar de stadskas, die «Zes
bonnes' gen» de Gouda» gevuld moeten houden.
Het is te hopen, dat men voortaan wat meer
rekening houde met den eigenaardigen toestand
van het water, de stad en de financiën in onze
gemeente, -voor men vergelijkingen maakt, die
soms eiken redeljjken grond missen.
Wjj besluiten, zooals wij begonnen, met den
wensch, dat de burgers dezer stad, voor- en
tegenstander; der waterleiding, kennis nemen
van het rapport en de naar aanleiding daarvan
gehouden gedachtenwjsseling.
Eene uitdrukking behooren wjj nog te ver
melden. Het is een gezegde van den heer
Kranenburg: «de stem des vdlks heeft gespro-
sp'oedïg'eëntweëde het ‘8 meer dan tÜrl’ dat d? raad aan
zijn: «er zneen />en wensch gehoor geve!»
uoting van 8 a~+0' Wij zouden kunnen vragen: waar heeft de
heer 'K. die vox popnli vernomen? Waaruit
besluit hij dat het meët dan tijd wordt om aan
dien wensch gehoor te geven?
De heer K. schjjnt te meenen, dat zijne
beweringen geen gronden noodig hebben en
voor onomstooteljjke waarheden geldenhij zou
misschien zulke onnoozele vragen geen ant
woord waardig keuren. Daarom doen wjj een
beroep op het hnisvaderlijk geweten van dit
zpadslid. Verondersteld dat-zljne kinderen hem
vragen om iets goeds, iets nuttigs, maar dat
voor papa’s beurs te duur is en dat deze dus
op goede gronden weigert, zou er dan ooit door
het dwingen zjjner kleinen eeuoogen blik komen,
dat hjj zeide«de stem mjjner kinderen heeft
gesproken, er heeft zich in 'mjjn huis een kin-
derovertuiging gevormd, het wordt m. i. meet
dan tjjd, dat ik aan den wjnsch tujjner kinderen
gehoor geve B.