zy geven mitsdien in overweging ann adressanten op hun adressen te kennen te geven, dat er geen termen zijn gevoudeu om aan hun verzoek te voldoen. INGEZONDEN. Vergadering van den Gemeenteraad. 3o. De adressen van het bestuur der afdeeling Voorue van 3e HoUandsohe Maatschappij van Land bouw en van het bestuur der afd. Gouda eu om- strekeu dierzelfde maatsohappij, om afkoop der tol len op 's Rijks groote wegen iu deze provincie en tevens overleggende een adres van adhaesie van het bestuur vau de afd. Putten der HoUandsohe Maat schappij vaif Landbouw. Ged. Staten leggen hierbij tevens hun advies over, waarin zij in de eerste plaats breedvoerig hun mee ning uiteenze|tfn omtrent een afkoop der tollen op de wegen door de provincie. Evenmin dli in 1873, töeh reeds door Ged. Staten de vraag of zoodanige afkoop wensclydïjk is, ont- kedwewd wwd beantwoord, viude» zij thans aaulei- ding Omtrent dit onderwerp aan de vergadering der Staten voorstellen te doen. 4o. Het advies van1 Ged. Staten op het adres van den heer J. J. van Kerkwijk te 's-Gruveuhage, houdende verzoek om wijziging van het regleineut op de wegen en voetpaden, uaar aanleiding vuu het geval dat zich iu de gemeente 's-Hage heeft voor gedaan ten opzichte van de Laan van Meerder voort. Nu bij de vergadering, iu verband met het leggen van rails en wegen, een aanvulling van het regle ment in behandeling wordt gebracht, geven Ged. Staten in overweging, om, indien te dieu opzichte tot verandering van het reglement wordt overgegaan, ook deze wijzigiug in art. 3 te brengen, die iu de door de adressant uiteengezette leemte voorziet. 5o. Het rapport der commissie, benoemd om te (Henen van advies omtrent het voorstel van Ged. Staten tot aanvulling van het prov. reglement op de wegen cn voetpaden, met bepalingen omtrent den aanleg van tramwegen. In een uitgewerkt rapport bespreekt de commissie vooreerst de hoofdbeginselen, waarop het ontwerp rust, en gaat daarna de bijzonderheden der regeling nn. In de eerste plaats heeft zij zich de vraag voor gelegd Is eene regeling betreffende den aanleg vau tramwegen noodzakelijk Eenstemmig heeft zij deze vraag bevestigend beantwoord. Het scheen haar toe, dat bij den aanleg van tramwegen hetzelfde beginsel toepasselijk diende te zijn al by den aanleg van wegen. De commissie was eenstemmig van oordeel, dat do Staten de zaak der tramwegen behoorden te re gelen als ten onderweTp van provinciaal belang. Men vereenigde zich dus algemeen met het hoofd beginsel van het ontwerp dat aan de Staten, ver tegenwoordigd door hun Gedeputeerden, de beslis sing over den aauleg behoort toe te komen, m. a. w, dat wel de gemeentebesturen eeu ruim aandeel moeten hebben in het voorafgaand overleg, maar dat de taak zelve, de besUsaiug óf, Koe, waar en door wien er spoorweg-aanleg zal plaats hebben, competeert aan de Stateu en mitsdien aan gemeen telijke regeling is onttrokken. Ten (weede werd de vrang gesteldhoever moeten zich echter bij het beoorileden of een vergunning al dan niet gegeven zal worden de bemoeienissen van Ged. Staten uitstrekken. Zullen zy by het verkenen eener vergunning al leen te letten hebben op den toestand van den weg en van het veilig verkeer, of zullen zij ook het nut fen de wenschelijkheid der tramwny-ondeme- ming te beoordeelen hebben Een der medeledeu verklaarde geen vrijheid te vinden zich te vereenigen met eenig ontwerp, dot de voorwaarde voor het verleenen der vergunning niet Uitdrukkelijk beperkte tot die, ontleend nau de zorg voor de gesteldheid en de veilligheid Van den weg. De overige leden zyn deze meening echter niét toegedaan. De meerderheid kwam tot de conclusie dat het nut en de wenschelijkheid eener onderneming vanzelf een factor zal blijven tot het geven eener vergun ning; alleen zal aan Ged. Staten de macht ont breken om bij het tot stand komen der onderne ming beloofde voordeeleu in de toekomst aau het publiek te verzekeren. Eentweede bedenking, die tegen het ontwerp- regleraeut van Ged. Staten werd gemaakt, als zou een buitengewone macht zijn toegekend tegenover byzondere personen, eigenaars van wegen of berfhen, wordt mede niet door de commissie gedeeld. Met een ander begiusel van het ontwerp door Ged. Staten aangeboden, nl. met het toekennen van beroep op den Koning van elke beslissing van Ged. Staten, heeft zij zich, zij het dan ook niet alten op dezelfde gronden, niet kunnen vereenigea. In de jongste zomerzitting besloten Prov. Staten van Zuid-Holland, naar aanleiding van eeu adres van den Gemeenteraad van Leiden, houdende het verzoek, dat het Zuidhollandsch gedeelte van het jaagpad langs den Rijn, tusschen de steden Utrecht en Leiden, in eigendom onderhoud en beheer bij de provincie worde overgenomen, Gedep. Staten uit te noodigen eén onderzoek in te stpllen omtrent de finaneiëele gevolgen, welke die overneming, met het oog op andere jaagpaden die wellicht in hetzelfde of gelijk geval nu of later zouden kunuen ver- keeren voor de provincie zoude hebben. Zij hebben zich beyverd aau die opdraoht gevolg te geven en veroorlooven zioh thans het resultaat van dit onder zoek aan dc vergadering bloot te leggen: Op grond van het plaats gehad hebbend onder zoek schijnt de eventueele overneming op billijke voorwaarden vanhet jaagpad langs den liijn door de provincie, daargelaten of zij de voorkeur verdient boven de toekenning van een subsidie aau de tegen woordige onderhouders, geen antecedent te kunnen scheppen, dat met het oog op andere trekpaden voor de provincie groote ffunnciëele gevolgen mee brengen moet. Gedep. Staten hadden hun missive van 5 Juli jl. besloten met de bezwnreu, die bij hen tegen een overneming door de provincie bestaan en zijn opge nomen iu hun brief uau Leiden, aan de overwegiug hunner vergadering aau te beveleu, met tekenuen- geving dat het hun voorkomt in elk geval door de vergadering der Prov. Staten de Gemeenteraad niet wel anders dun verwezen schijnt te kunnen worden naar hun college, tgu einde onderhandeling voort te zetteu. Mocht de vergadering daartoe besluiten, zoo geven zij haar in overwegiug hun daarbij te kenuen te geven, dat zij justemt met de grondslagen waarop tot heden, volgens missive van den 5u Juli 1880. de onderhandelingen werden gevoerd. liet Ilollaudsche vee heeft, zoo wordt uit Londen als algemeene kenschetsing geseind, aldaar eeu bui tengewoon succes behaald. In de twaalf klassen, waarin 't mededong bekwam 't eerste of tweede prijzen. Naar aanleiding vau het treurige feit (int er een van de biste runderen, welke ons land voor de Londensolie zuiveltentoons*elling bestemde, onder weg aan de pioederziekte bezweek, ontvangt het N. v. d. D. van deu heer H. D. S. Hasselmau, te Zoeleu, eenige belangrijke opmerkingen. De heer Hasselmun verhaalt, dat toen de koe te Amsterdam Sn den stal bij de Westerdoksluis stond, men reeds vreesde dat zij de kalverziekte zou krijgen en op zijne vraag, welke middelen men dacht aan te wenden, kreeg hy vuu den inzender, den heer Beerepoot teu antwoord: de eerste 24 uren na het kalveren niet melken. Eeu ander zeide: eeu paar flesschen wijn ingeven. Wat hiervan gedaan zy, (Jit is zeker de toegepaste middelen hebben de geWenscbte uitwerking gemist. /.«Op onze boerdery" zoo vervolgt nu de heer Hasselmau is het voorschrift, ingeval eene koe doet vermoeden, dat ze genoemde ziekte zal krijgen, haar vóór en na het kalveren telkens een halven kolok- wintappel in te geven en haar dikwijls te melken, zelfs reeds vóór het kalveren. Dit raiddel heeft ons steeds geholpen. Of het onfeilbaar is, durf ik niet zeggen, want wij behoefden het nog maar een paar malen toe te passen, en tooh zijn op onze boerderij nu reeds sedert meer dat 20 jaren jaarlijks 16 kalveren geworpen en heeft daarbij nimmer een verlies wegens kalverziekte plaats gehad. //Onze veearts, wien ik dit vertelde, vroeg my waaraan ik het toeschreef, dat wij io deze zoo voorspoedig waren. Zijn antwoord was: ;/de voe dering met knolgewassen gedurende den staltijd. z/Ouze melkkoeien krijgen dan elk daags 10 i 20 ko. mangel- of bietwortelen, al naar dat de voorraad is, vermengd met kort gesneden strooverder hooi, raapkoeken en wat zout.* Hopen wij, dat de medegedeelde ervaringen van een practicus de aandacht vnn deskundigen trekken en leiden mogeu tot eeu onderzoek naar een afdoend middel tegen een door de meeste veehouders zoozeer gevreesde ziekte. Men vergete daarbij niet, wat nog onlangs professor Tanner zeer terecht in the Agricultural Gazelle van 11 dezer opmerkte//De groudbeginseleu van den landbouw zijn die weten schappelijke waarheden, welke wij leeren van de praotisohe ondervinding van de landbouwers.* Aan het Fad. wordt gemeld, dat het aandeelen- kapitaal van de Rijnlaudscbe Stoomtramwegmaat schappij ad ƒ200,000 thans geheel is volteekend, EveDals dit den votigen winter 'geschiedde, zal ook ditmaal op last van den minister vau Oorlog gedurende de maanden November, December, Janu ari en Februari e. k. een verlof van twee maanden verleend worden aan die miliciens der infanterie, die in geoefendheid niet achterlijk geraakt zijn, en zich door hun gedrag het toestaan eener gunst niet onwaardig hebben getooud, wanneer door hen of te hunnen behoeve in den vereischten vorm verlof ver- zooKt wordt, en het tevens deugdelyk gebleken is uit verklaringen, daartoe door bevoegde autoriteiten afgegeven of op bet verzoekschrift gesteld, dat hnnue aanwezigheid in het gezin, waartoe zij behooren, noodzakelijk is, of althans kan geacht worden wen- sohelijk te zijn, De toekenning van bedoelde verloven moet eohter zoodanig worden geregeld, dut by de korpsen steeds dienstdoende manschappen in genoegzaam aantal onder de wapens zijn, tot een behoorlyke voorziening in (leu geregelden gang van alle diensten. Ingeval dus de verzoeken om verlof bij eenig korps of eenig onderdeel daarvan te talrijk mochten zyn, zullen de gevraagden verloven niet alle gedurende dezelfden tijd, maar by beurten verleend worden. Niet zeer eerbiedig, maar tamelijk juist, schrijft de do Haagsche correspondent vau de lJrov. Grou. Ct. (dat is niet de bekende praatjesmaker)//Wanneer de zon daalt, kornt de maan ophet is dus begrijpe lijk, dat nu de koning eu du koningin met het kleine Paulientje naar het Loo vertrokkeu zyn, prins Alexander naar Den Haag terugkeert. Eerst hadden wij een te vroolijken kroonprins, nu heuben wij een al te treurigeu; het juiste midden is uiocielijk te krijgen." Wat wij wel eenigszius vreesden by de invoering van de wet tot bescherming der vogels, de uitvoerders der wet kennen zeiven niet de dieren, die haar ter bescherming zijn opgedragen. Althans in Amsterdam eu in deu Haag gaat men nog altijd voort die dieren te koop ann te bieden en daartoe moesten ze toch gevangen ziju, wan geen vogel zal uit zich zelf deu vogelaar opzoeken. Als eens wet toch niet gehand haafd wordt, behoeft men zioh de moeite niet te geven haar te maken. Geachte Redactie In de gemengde berichten van fen uwer laatste nummers koint een stukje voor ofy goed en voed zaam brood en dat eene Engelsche vereeniging of meeting het ;/bruiue weitebrood* zoo doelmatig en weldadig achtte. Wat voor brood is dat toch Is dit het bruine plaatbrood, zooals dat o, a. voor het Weeshuis wordt geleverd of is het dat ouderwetsche eigengebakken tarwebrood, dat mijn moeder (die op een dorp woonde) zelf uit eigen gemalen meel kneedde en op een plank naar den bakker liet brengen om voed zaam brood te hebben voor onze holle magen P Of is het nog iets anders? Zon u ook kunneu mede- deelen wuar het door u bedoelde brood verkrijgbaar is en waaruit het bestaat? Uw bestendige lezer de Jono. Het spijt ons, dat wij niet geuoeg op de hoogte der brood bereiding ziju om een antwoord te geven op buvenstaaude traag. Het bedoelde stukje wa» ontleend aan het llandeUblad eu wy meeneu, niet beter te kuuneu doen dan over te nemen wal de Redactie Van dat blad op eeu soortgelijke vraag antwoordde Dezelfde vraag is ons door meerdere lezers vnn ons blad gednau, doch we kunnen er geen antwoord op geveu. We deelden mede dat Engelsche geleer den als dr. Richardson verre de voorkeur geven aan bruin weitebrood boven wit tarwebrood, omdat het veel voedender en gezonder is. Hy bedoelde het home made breadhet brood dat de Engelsche huis vrouw zelf bakt met iohole mealdat is met meel dat niet vnn zemelen enz. gezuiverd is. Bakkers zullen de vraag van B. eu T. dus beter kannen be antwoorden dau wij, en voor het publiek is het zeker van bciang te weten waar men gemakkelyk te ver teren, voedzaam, smakelijk weitebrood gelijk men b. v. op vele dorpen van Utrecht en Gelderland kan krijgen koopeu kan. Red. P.S. Wy verwyzeu voorts belangstellenden naar het Handeliblad vau heden, waarin een stuk voor komt over brood eu brood bereiding van den heer Kikkert, luit.-kwartiermeester te 's-Gravenhage. Red. DINSDAG, den 26 OCTOBER 1880. Voorzitter: de beer van Bergen IJzendoorn. Tegenwoordig zijn voorts de hh. Reray, Nootho ven van Goor, Samsora, van Straaten, Prinoe, Stravfer, Muller en Post Drost. De vergadering wordt door den Voorzitter geopend, waarna de notnlen der vorige vergadering worden ge lezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat de hh. Fortnyn Droogleever en Kranenburg hunne benoeming tot leden der ooinmissie voor de plaatselijke strafveror deningen hebben aangenomen. Vervolgens deelt de Voorzitter mede dat de raads besluiten tot verhuur van gerioleerden grond: nan den heer D. C. Samsom en tot verkoop van een stuk grond aan C. Tinbergen alhier door Gedeputfefdn Stoten zijn goedgekeurd. Ingekomen zijn 1. Een voorstel von B. en W. waarbij den Raad 0 ter vaststelling wordt aangeboden eene door hen ont worpen Verordening voor de Commissie van Toezicht op bet lager onderwijs. Tar visie. 2. Een adres van K. Ferwerdn en andere bewo ners van de Korte Akkeren houdende, verzoek om verlichting iu dut gedeelte van de Gemeente door het plaatse» vuu lantaarns. Iu handen vnn B. en W. ter beschikking. 3. Een adres vah eeu aantal ingezetenen, op de Oost- eu Westhaven, Dubbele Buurt en Wijdstrant woonachtig, daarbij ondersteunende het verzoek der kramers, die wensohen dat het hun in een volgend jaar wederom vergund moge zijn hnune kramen op de Weslhaven in pluats van op den Kattensiugel op te slaan. Ter visie. Ann de orde is het voorstel van B. en W. strek kende lot wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1880, door het daarop brengen van eeneu post voor de restauratie van het Raadhuis. Zonderhoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. Aan de orde wordt gesteld een voorstel van B. en W.f daartoe strekkende om de Verordening, rege lende de jaarwedden van het ouderwijzend personeel aan de Openbare Lagere Scholen, zoodanig te wij zigen, dal met ingang van den In Januari a. s. de daarbij bepaalde bezoldiging der huiponder- wyzera en hulpouderwyzeress^u zal worden verhoogd uiet 100.indien hun ópgedrageu wordt tevens onderwijs te geven ,in eóne vreemde taal en met ƒ150.indien hun opgedragen wordt tevens onderwys te geven iu twee of drie vreemde talen. Dit voorstel wordf eveneens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Fortuyu Droogleever is inmiddels ter vergadering gekomen. Ann de orde is een voorstel van B. en W., strek kende tot wijziging der geraeeute-begrooting, dienst 1880, bestaande in eene verbooging van den post, waaruit de kosten vau de laatste algemeeue tien jarige volkstelling moeten worden gekweten. Dit voorstel mede zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Aan de orde is vervolgens een voorstel van B. en W. naar aanleiding van door Gedeputeerde Staten gemaakts bezwaren tegen de begroetingen der ge subsidieerde Instellingen van Weldadigheid, dienst 1881. Gedeputeerde Staten hebben namelijk B. en W. verzocht den Raad in overwegiug te geven de aan genoemde instellingen voor het volgende jaar ver leende subtidiën te verminderen, op grond dat vele op die begrootingen voorkomende uitgaven hooger zyn geraamd dan zij in het afgeloopen dienstjaar hebben bedragen. B. en W. zyn na gehouden overleg met de Be- stureo der betrekken instellingen echter tot de over- tniging gekomen, dat nau eene wijziging der subsi- dien overwegende bezwaren verbonden zyn en vragen thans machtiging van de vergadering aan Gede puteerde Staten te doen weter., dat aangezien de noodzakelijkheid der subsidiëu voldoende is geble ken, tot vermindering niet kan worden overgegaan. De heer van Straaten zegt de begrootingen goed zijn nagezien en dat de subsidiën niet verminderd kniiuen worden. Nadst de heer Muller de veronderstelling heeft uitgesproken dat het B. en W. by hnn onderzoek zekér gebleken zal zyn, dat het Armbestuur geen onderhoud aan armen verleent dan na zich zooveel mogelijk verzekerd te hebben dat zy niet door eene Kerkelijke gemeeute bedeeld worden, hetgeeu door den Voorzitter in bevestigden zin wordt be antwoord, wordt de machtiging zonder hoofdelijke stemming verleend. Aan de orde is nu de Grmeente-begrooting dienst 1881. Zonder algeipeene beschquwingeu te voeren, gaat de vergadering over tot dé behandeling der afzonderlijke artikelen, beginnende met de begrootiug der uitgaven. De heer Kist komt ter vergadering. Volgu. 51. De beer Samsom wil bet salaris van den Gemeente-Bouwmeester met ƒ500 verhoogen teu einde dfe onbillijkheid wegtenemen dat deze ambtenaar zich belast met particulier werk als Architect. De heer Straver ondersteuut dit voorstel. Daar het door niemand meer ondersteund wordt, kan het voorstel niet in behandeling komen. Volgn. 52. De heer Noothoven van Goor stelt voor de jaarwedde van den derden Commies ter Secretarie met 100.te verhoogen; hij acht bet wauschelijk dat men door het toekennen eener rede lijke bezoldiging 't eenen verdienstelijken ambtenaar mogelijk maakt voortdurend in de Gemeente werk zaam te zijn. De heer Muller wijst op het geringe bedrag der tegenwoordige jaarwedde van den derden commies en ondersteunt het voorstel vau den heer Noothoven van Goor. Ook de heer Post Drost vereenig; Zioh met het voorstel. De heer Oudijk komt ter vergadering. De heer Kist vindt 't niet goed dat de vergadering zich in deze zaak mengt zonder dat B. en W., die uitsluitend bevoegd zyn o^er de Verdiehsten van de ambtenareu ter secreturie te oordèelen, daaromtrent een voorstel hebben gedaUti. De Voorzitter verklaart ziöh vóór het voorstel, daarbij voegende dat B. ed W. zèer tevreden zijn over de wijze waarop de he*r Begeer zijne betrekking waarneemt en alleen met het oog op andere zaken, waarin moet worden voorzien# geene verhooging zijner jaarwedde hebben voorgesteld. Het voorstel wordt hierop 'met algemeene steramen aangenomen. Volgn. 79. De heer van Straaten bestrijdt het plan van B. en W. om de Oosthaven en deMo- lenwerf te vernieuwen of te verleggenhij acht het voldoende dat alleen de kuilen in deze straU n worden uitgehaald, hij meent dat vernieuwde straten zich niet zoo goed houden nis straten die behoorlijk en gere geld worden heisteld eu haalt daarby eenige voor beelden aan hij zou wenscben dat iemand werd aan gesteld om deu toestand der si raten voortdurend na te gaan, de Gemeente-Bouwmeester kan dit onmoge lijk waarnemen, deze heeft reeds genoeg te doen. De hh. Samsom en Oadyk ondersteunen het voor stel van ded heer van Straaten om de Oosthaveu en de Molenwerf niet te doen verleggen. De Voorzitter zegt dat de slappe grond en de vele opbrekingen der straten voor de gusfabriek de oorzaken zijn waarom de straten in den regel in ongunstigen toestand verkeeren. I)e heer Samsom meent dat de wijze waarop men hier de straten maakt, veel te weuscheu overlaat als het werk maar goed wordt gedaan, dan zouden de straten er veel beter uitzien, men moet den grond waarop de keien worden gelegd bard houden, zoonis te Zutfen en te Deventer geschiedt, waar de straten goed zyn. en dieu grond niet losmaken gelijk men hier doet. De Voorzitter merkt op dat hij iu den Raad nooit andere dau klachten gehoord heeft over de stratenvroeger werden deze door de Gemeeute onderhouden in eigen beheer, en bet was niet goed nu wordt het straatwerk aanbesteed en wederom rijzen er klachten op. Spr. herinnert dat men hier de proef heeft genomen met het bestraten der wegen op de wyzc, zooals door de» heer Samsom is aange geven, doch die manier schijnt niet goed te zijn, want de steenen gingen na eeuigen tyd losliggen. De heer Oudijk vestigt de aandacht van B. en W. op den slechten toestand van den weg langs de Karnemelksloot. De Voorzitter zegt dat Gedeputeerde Staten'on langs beslist hebben dat de polder Sluipwijk verplicht is voor het onderhoud vau dien weg de uoodige zorg te drageuhet polderbestuur kwam hiertegen by deu Koning iu beroep, doch de beslissiug van Gedeputeerde Staten werd op advies vnn deu Raad van State door den Koning bekrachtigdovereenkomstig de bepalingen van het Reglement op de wegen en voet- Suden dezer provincie werd daarop de weg vanwege en W. opgenomen en daarna geschouwder wer den wel eenige herstellingen door den polder Sluip wijk aangebracht, doch niet zooals bij het proces verbaal der Schouw was aangewezen, dit bleek bij de laatst gehouden herschouwop de wijze bij het Reglement voorgeschreven trachten B. en W. om de verbetering van den weg te verkrijgen en zullen zij de herstelling doei* plaats hebben by openbare aanbe steding, die reeds is uitgeschreven zoodat spoedig eene verandering in den toestand kan worden verwacht. De hh. de Rotte en Luyten zijn lutuzschen ter vergadering gekomen. Het voorstel van den heer van Straaten wordt nog bestreden door den heer Prince, die meent dat het uithalen der kuilen kostbaarder zal zijn dau het ver leggen dier straten, (loor den heer Noothoven van Goor, wien het opgevallen is dat de vergetijkiug met andere straten bijv. de Kleiweg en de Hoogstraat er zeer slecht by staat, door den heer Post Drost, die van oordeel is dat het uithaleu der kuilen gelijk zou staan met het verleggen der geheele straat eu ten slotte door den heer Muller, die den toestand der straten in deze gemeente goed noemt in^v^Mfc- lyking met audere steden eu den wensch koestë^d|t het steeds zoo moge blyven. De heer van Iierson komt ter vergadering. Het voorstel wordt daarna in stemming gebrifcfai^ en verworpen met 8 tegen 7 stemmen. Vóór het bet voorstel stemmen de hh. van Struateu, Samsom, Straver, van Itersou, Oudyk, Luijten en de Rotte. De post voor „onderhoud der straten en pleinen* wordt nu onveranderd goedgekeurd. Volgu. 81. l)e heer Oudyk vraagt of 't niet raad zaam zou zyn de boomen van de plantsoenen, om het uitsterven te voorkomen, hooger byv. in kistin gen te plaatsen, waarop de Voorzitter zegt dit te zul len ouderzoeken eu mocht het blijken nuttig en mo- gelyk te zijn deze wijze fan planten in toepassing te zullen doen brengen. De heer Muller wijst op de wenschelijkheid dat de oude banken in de plantsoenen worden vervangen door meer doelmatige van de soort als waarmede onlangs een begin is gemaakt. Volgn. 85. De heer van Straaten zou gaarne zien dat aan het uurwerk op den Grooteu Toren een minuutwijzer werd aangebracht, de kosten daarvan zouden naar men hem heeft medegedeeld niet zoo veel bedragen als door B. en W. zijn opgegeven. De Voorzitter herinnert dat eeu voor eenigen tijd ingesteld onderzoek heeft aangetoond dat het aanbren gen van een minuutwijzer 1200.zonde kosten, waarom besloten werd daartoe niet over te gaan zpr. ia echter bereid nogmaals een onderzoek omtrent de kosten te laten doen. Volgn. 89. De heer Samsom verzet zich tegen de bij dezen post voorgedragen vervanging der houten trappenbrug op de Turfmarkt bij de Eyerstraat door eene ijzeren trappenburg omdat er reeds te veel brug gen in de stad zijn; eene groote verbetering zou hij het vinden indien een gedeelte van de Turfmarkt werd gedempt; hij zou ^aarom wenschen voor te stellen oin de gracht in bet volgende jaar van de Hoogstraat tot aan de Eijerstraat te doen dempen en later van de Eijerstraat tot aan de Lange Dwars straat, waardoor vier bruggen zouden komen te ver vallen. De heer Kranenburg is ter vergadering gekomen. De heer Oudijk wil dit voorstel wel ondersteunen maar wenscht eerst de kosten der demping te kennen, alvorens te beslissen of de voorgestelde brog al dan niet zal kunnen vervallen. De Voorzitter geeft te kennen dat reeds vroeger sprake is geweest van demping der Turfmarkt: het bleek echter dat de uitvoering van een dergelijk pbin te kostbaar zou worden, daar toch bij demping der gracht daarin een groot riool zou moeten worden gelegd dan zondeu de marktschepen eene ligplaats in de nabijheid der markt in het centrum der stad missen, om welke redenen B. en W. geen voorstel tot demping hebben gedaan en van meeniug zijn, dat eene brug ten gerieve van de drukke passage op dat punt moet behouden blyven. De heer van Straaten verklaart zich tegen bet leg gen der nieuwe brug; hij is voorstander van dem ping der gracht, maar alleen tot aan de Groentenmarkt verder niet, waarop de beer Samsom zyn voorstel zoo- dauig wijzigt dat daarin slechts de demping van de Hoogstraat tot aan de Eyerstraat wordt opgenomen dus over eene lengte van 110 meter, terwijl hij ver der op de omstandigheid de aandacht vestigt dat eene uitmunteude plaats voor groentenmarkt zou wor den verkregen. De heer van I'.erson meent, dat in het belang der gezondheid spoedig tot demping der gracht langs de Blauwstraat behoort te worden overgegaan, daar het water in die gracht altijd stilstaat en geene voldoende ververechiug heeft; ook hij wijst op het vqordeel dat door demping drie bruggen zouden vervallen. De Voorzitter is van gevoelen, dat aangezien de vergadering nog niet op de hoogte is van den om vang en de fiuancieële zijde van het voorstel tot dem ping, het wenscbelijk is, dat daaromtrent eerst een onderzoek worde ingesteld. Hy geeft daarom in over weging dezen post met 2500.te verminderen en in afwachting van den uitslag van het onderzoek de beslissing omtrent de vernieuwing der trappenbrug aan te houden. Na eenige disenssie, waarbij de hh. Luijteii eu Droogleever op nader onderzoek aandringen en de heer van Goor de vrees te kennen geeft, dat door demping van de Blauwstraat de dooretroomiug van het water in sommige grachten gebrekkig zou wor- deu, wordt het voorstel van den Voorzitter om den post met 2500.te verminderen met algemeene stemmen aangenomen. Volg. 92. De heer van Goor dringt bij B. en W. aan dat er naar JÉestreefd zal worden om by de nieuw te bouweir^oouwen bewaarschool by de 2e Armenschool een gymnastieklokaal te maken daar het heen en weer loopen der leerlingen om de gymuastiekles te bezoeken, dikwijls en vooral bij slecht weer nadeelig is voor hunne gezondheid en bovendien niet in 't belang der orde. s De heer vau Iterson is van gevoelen dat het heen ijp weer loopeu van de leerlingen niet zoo nadeelig voor hunne gezondheid als de heer van Goor ^Jpfeuthij gelooft integendeel dat het voor die leerlingen goed is om van tyd tot tijd in de lucht te komen. De Voorzitter zal doen onderzoeken of het mo gelijk zon zijn een gymnastieklokaal er by te boawen. Volgn. 93. De heer Kranenburg is niet voor het overbrengeu van de school Leopold naar het gebouw, waarin nu de school Kramers gevestigd is, omdat deze school geene speelplaats heeft; hij geeft in overweging om de onderwijzerswoning, die slecht is te doen afbreken en op dat terrein eene speelplaats in te richten. De Voorzitter zegt dat B. en W. meermalen ge tracht hebben bij die school terrein te verkrijgen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 2