Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. RT IA S3XD r VAST. Mi, SX9, gras, DE >asleien. IEA ogsspeL NTEN. BUITENLAND. 1880 Zondag 7- November. jjq g^gg Zondag 7 November. aie met sn f2.20 tuut ezorgt aan het oed beloond j, Gouda, koudheid kende mets "™DE WATERWEG- Amsterdam naar Rotterdam. Hultenlaiidscli Overzicht. door buiten- S': ■meerderde i nieuwe be ing de beste odukt. 3 Aug. 1880. in persoon aan KOK t Cour., ida. BINKMAÏÏli By deze Courant behoort een Bijvoegsel. I in, en het viel niet te red«neeren tot GOUDSCHE COURANT laven 17. 14. reproduction, r. ibsolument is- adres, Mr. fl. spoedig mo- ig als den elf- villen zenden; ederom schrijf i hoest en ma- 1 au zoo goede ELDE. •ruiven-Borst- 5ICKENHEI- endvoudig se- i een gereno- n huismiddel verslpming, lOeSt bjj kin- in flacons a - zien van sens tempel blff. rgen. m Hartog. sr-Idenburg. «SU!!-1 - VAK In de zitting der Staten van Zuid-Holland v»n 11. Dinsdag deelde de Voorzitter, ten ver volge op de overgelegde correspondentie tmsehen die provincie en Noord-Holland over den waterweg van Amsterdam naar Rotterdam, mede dat bij Gedeputeerde Staten een brief van den Minister van Waterstaat was ontvangen, meldende dat de Minister deze zaak zou laten rosten totdat de gewenschte overeenstemming tusschen de vertegenwoordiging der beide ge westen was verkregen. Hiermede is -de verbetering van dezen water weg weer op de lange baan geschoven, want na de heftige briefwisseling tusschen de beide Collegiën van Gedeputeerde Staten, is het zeer ontyaarschgnlijk dat althans in den eersten tijd een poging tot verzoening zal worden beproefd. Een onbevooroordeelde lezing dier correspon dentie moetdeovertuiging schenken dat de schuld ten deze bjj het Noord-Hollandsch collegie ligt, dat zich in bare brieven aan den Minister heelt uitgelaten op eene wijze, die getuigt van ver kropten spjjt over het besluit der Zuid-Hollaud- eche Staten, die op het voetspoor van haar Collegie van Gedeputeerden besloten dat deze waterweg niet mocht worden verkregen ten koste van de welvaart onzer gemeente, Noord- Holland wil ons afsnijden van het waterverkeer. Opgeofferd moeten We worden aan Amsterdam, geljjk Nieuwediep er aan opgeofferd werd. Eerst werd de omweg aangegrepen, die door het aandoen van Gonda werd veroorzaakt, 15 minuten op een weg van 73 Kilometer, en toen dit argument onhoudbaar bleek en daaren boven (dankzij onzen Hinkengemeente-architect) een voor het algemeen belang gunstiger plan was vastgesteld, toen moest de Goudsche tol heffing (waarvan tot nog toe gezwegen was) als boeman dienst doen. Eerst in de zomervergadering der Zuid-Hol- landsche Staten van dit juar. Toen werd door Mr. Vlielander Hein voorgesteld als voorwaarde ’oor het provinciaal snbsldie te stellen vrjje vaart op den geheelen weg. Dit voorstel werd verworpen, niet omdat de meerderheid dier Staten voorstanders waren van tolheffing, gelijk door Gedeputeerden van Noord-Holland werd geïnsinueerd, maar omdat men meende, en te recht meende, dat die quaestie viel buiten de bevoegdheid der provinciale vertegenwoordiging, Zjj kende niet eens het aantal heffingen op deze nart, en zon nu ranweljjks als voorwaarde stel len dat aan al die heffingen een einde zoude komen. Voorzeker een dergeljjk besluit zou tot het gegronde verwjjt hebben aanleiding ge geven dat Zuid-Holland ónmogelijke voorwaar den stelde, en dus bljjkbaar den naar haprplan ver beterden weg ook niet begeerde. Bljjkens de discussiën in die Zomervergadering der Staten van Zuid-Holland was dit alleen de reden, dat van de vrjje vaart geen voorwaarde voor subsidie werd gemaakt, De regeering moest zelf weten, wat ten deze het algemeen belang was; zij 'alleen kon in onderhandelingtreden over den afkoop dier heffingen, zij alleen was bjj machte de kosten dier vrjje vaart te be rekenen. De Gedeputeerden van NoordrHolland namen, de gevallen beslissing aan als het bewjjs van de gehechtheid der Zuid-Hollandsche vertegen heeft te waken, bezitten of gebruiken slecht, jaar lijks voor fr. 8,713,422. Daarvan komt op de monni ken 6,018,812 en op de nonnen 3,694,610. Hieruit blijkt, dat de snaters in den regel de er kenning vragen, de monniken niet. Verder da naar den maatstaf der bezittingen de wetten slechts gelden tegen fr. 5,018,812 uit fr. 29,525,391 van de geza menlijke jaarlijksche waarde der geesteljjke goederen. De getalsverhouding is nog gunstiger. Van de monniken en nonnen in geheel Frankrijk valt slechte één achtste gedeelte onder de bepalingen der wet. Al de anderen behooren tot erkende orden) en het heeft de aandacht getrokken, dat al wat met leger en vloot in betrekking staat tot de erkende orden behoort, ierwyl voor anderen niet die erkenning werd gevraagd. De lUpMique Rrauqaiu bevat naar aanleiding van de redevoering van den heer Clémenoeau te Marseille eene beschouwing over de Fransche kamer, welke voor het recht verstand der Fransche politiek van deze dagen zeer gewichtig is. Zij noemt het eene grove dwaling van den heer Clemenceau, wan neer hij beweert dat de tegenwoordige republikein- sche meerderheid eene regeeriugsmeerderheid is. Toen de kiezers haar den eersten keer en na de regeering van 16 Mei nogmaals kozen, werd zij beschouwd als eeu strijdvaardig leger tegen de monarchale reactie. Niet het programma, maar enkel de kans ran slagen tegen den gemeenschappelijken rfjand bepaalde de keuze. Daarom was de republikeinsehe meerderheid voort durend verdeeld in groepen, die alten trachtten hare plaats te veroveren in de meer of mindere hetero gene ministeries. Daarom konden de opportunisten, dia volgens den heer Clémenoeau de varantwoar- delijkheid der regeering sedert lang op de schonden hadden moeteh nemen, dit niet doen zonder gevaar te loopeu aanstonds door eene coalitie der andere groepen te wqrdcu omvergeworpen. Wat waar ia voor de parlementaire groep, ie ooit waar voor den heer Gambetta. Na de aanstaande verkiezingen zal deze Moesland veranderen en er tal waatsehijnljjk eene regeeriugsmeerderheid in de kamer geboren worden. Dit artikel bevat dus eene toezegging dat de heer Gambetta eu syne vrienden ró6r de hernieu wing der kamer met een bepaald programma zullen voor den dag komen en dat, indien het land hun eene. meerderheid schenkt, de heer Gambetta een ministerie zal vormen. De toeeegging moet een uitnemenden indrqk maken, en als een bewjjs daar van .teekenên wij gaarne aan dat de geavanceerde Rappel, die dikwerf den heer Gambetta wegens «yn pouwir occulte de les las, thans de volkomen juistheid erkent van de redeneering der République Tranqaiu, er alleeu de conclusie aan verbindende dat aan den onregelmatigcu toestand zoo spoedig mogelijk een einde moet gemaakt worden, nu uit de verkiezingen voor de deparmentale raden voldingend is gebleken dat de kamer geen armde de combat meer behoeft te zijn. Eene ontbinding der kamer lokke zoo spoe dig inogelyk de geboorte der regeeringmeerdertieid uit. De conclusie aohjjnt logisch, doch de regeering wil er niet aan. De rede van den Pruisischen minister van Ituan- cicu en de daarbjj Ontwikkelde plannen vinden natuurlijk geenszins ouverdeelden bijval. Sommigen zijn zelfs niet ver. van de bewering, dat met de Schoons beloften in de troonrede eenig vroom be* drog is gepleegd. Daar werd zeer de nadruk ge legd op de öutheffi g van lasten; thans hoort meh tegelijk van een tekort en van uitgaven voor bui tengewone zaken, die door leeningen moeten worden gedekt. Vanzelf spreekt echter, dat desniettemin ook’ voor de zienswijze van den minister reel is te «eg gen. Die medegaan met zijne plannen tot her vorming der belasting vinden alles in flen baak. In die zaak ligt dan ook het groote punt van verschil en naarmate men daarover anders oordeelt, Worden de cijfers anders uitgelegd. Zoodra de vóór- stellen zijn iugediend, zal men in het langt; en bteede. de rr>eeiiiagen van vopr- eu tegenstanders kunnen vernemen. Het schijnt dus ounoodig te weseu. woordiging aan tolheffii moeiKjk op die baan vi men tot de conclusie kwamin dezen stand vun zaken zal Noord-Hölland voorzeker haar toegestaan subsidie niet willen handhaven. En nu de Minister. In plaats van Noord- Holland ouder het oog te brengen, dat het geen grond voor bezorgdheid heeft, zoolang hij niet het laatste woord heeft gesproken, -zoolang niet is gebleken dat lij) de tolheffingen in stand wil houden, of althans zoolang niet gebleken is dat zijne pogingen om de zaak dier heffingen naar genoegen van alle belanghebbenden te regelen, schipbreuk leed, maakt hj(j zich er af met een: kom maar eens terug, als gij het eens zijt ge worden I Zeer naïef voorzekerwaar het geldt een landsbelang, wordt de bevrediging afhankelijk gesteld van het bijleggen van een geschil tus schen een paar provinciale colleges, welk ge schil eigenlijk blijkt in de lucht te hangen, of althans slechts in de verbeelding van HH. Ge deputeerden van Noord-Holland te bestaan. En als men dan bedenkt, dat de verbetering ver- moedeljjk reeds lang zon zjjn tot stand gekomen, indien de regeering niet van oordeel ware geweest dat de verbeterde vaart ook voor monitors, alzoo voor de verdediging des landsdienst moet doen, dan wordt het ministriëel schrijven nog natver of zou soms een ander, een krasser woord hier meer op zjjn plaats ajjn? Het belang van han del en nijverheid vordert dringend verbetering van dezen wegde regéSfng meent dat ook de landsverdediging haareischt; de provincie Zuid- Holland staat een subsidie van l1/- millioeu toe en neemt een deel der jaarljjksche lasten 10000) voor haar rekening, doch verlangt dan dat Gouda niet worde afgesneden van het ver keer; daarop komen Noord-Holland’s Gedepu teerden en zeggen, want hier komt het toch eigenlijk op' aandat doet zjj om de Goudsche tol; en dit is voldoende om de belangen van handel en nijverheid en des noods defensie op den achtergrond te schuiven en rustig af te wachten, Waar op dat geschil tusschen twee gewesteljfke besturen toch uitloopen zal. Het ia te hopen dat bij de behandeling der begrooting van waterstaat dit pnnt in onze Tweede Kamer ter sprake komt, en dat den minister worde aan het verstand gebracht, dat het in plaats van stil te zitten, hoog tijd wordt dat hij krachtig en handelend optreedt. De zaak is in de verste verte niet ingewikkeld, ten min ste als men de politiek er buiten houdt En dat deze zieh er thans een weinig mede bemoeit, iS zeer waarschijnlijk. D. De berichten uit Frankrijk spreken van verschei den kloosters, die op grond der Maartdecreten gesloten zijn. Op sommige plaatsen is er verzet gefeest zoo zelfs dat er te Lyon een jongmensch aan de gevolgen der bekomen wonden is overleden. Ook te Parijs is men gisteren tot de toepassing der decreten overgegaan, maar evenmin als elders is er ernstig verzet geweest. De berekening der clericalen, dat de bevolking voor hen panij zou trekken en er eene geweldige opschudding komen zou, faalt geheel. Trouwens de regeering zit niet stil en poogt zoo veel inogelyk misverstand te voorkomen. Uit een officiëelen staat blijkt, dat de erkende orden, de orden dus die buiten de termen vallen van de tegenwoordige wet, gezamenlijk goederen bezitten, ter jaarlijksche opbrengst van 20,811,969 franken. Daarvan komt op de vrouwenorden fr. 17,304.129 De niej-erkende orden, die dus waartegen de wet Eene andere vraag is, of wezenlijk de algemeeue

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1