Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
mh.
tt t880, dee
Garnizoen s
en te Gouda,
E. den Mi-
5STEED:
JSESCH en
•STOFFEN,
rer het ti;d-
irnber 1881.
’ELEN, be-
het tijdvak
1881.
I
is,
l,
JUE,
1880.
«TG
Nq 2534.
Zondag 21 November.
GCz.
tl-
itten
onmisbaar-
Parlementaire Werkzaamheden.
De insending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
el,
A—
fi
<en 164.
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN
■U deze Courant bekoort een Bijvoegsel.
li
ikt en ver-
Oudewnter.
h
I
oeterineer.
phen.
lattman,
Bodegraven.
Haastrecht.
nas, Woerden
de
der
GOUDSCHE COURANT.
>roken en gescbre-
Irage! Dat
r hetgeen
z„ Delft.
IKMAN,
1LSJ ASSEN
SEN, VER-
werkstelligd.
ik het ver
blijven.
De uitgave dezer Courant gesehiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prgs per drie maanden is ƒ1.75,
franco per post 2.
a tegen alle
naamde ge-
ADVERTENTIËN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
ding liggen
jks van 11
Garuizoens-
>or ieder ge
in voor de
i.benoodigd
r het tjjdvak
er 1881, als:
AZIJN, HE-
ippe WAS,
len eveneens
aangegeven
Nederland moet drijven. Men heeft over de
leeningen gesproken in vroegere jaren ten be
hoeve van Indië g«slot‘J-j.
844 millioen voorbjj
der jaren uit Indië in
maar men heeft de
den, die in den loop
J Nederlandsche schat
kist zjjn gevloeid om ons spoor-en waterwegen
te verschaffen. Opmaking der Indische be
groeting in Indië moet voor de vaststelling
der vaste bijdrage gaan,
In de zitting van Dinsdag sprak het eerst
de heer van Dedem van Hoorn, een Indische
specialiteit. Het vroegere stelsel van batige
sloten werd even als het stelsel van den Heer van
Eek dat alle lasten en lasten door Nederland
en Indië gelijkljjk gedragen moeten worden,
door hem bestreden. Nederland mocht alleen
van Indië vorderen wat het voor ludië nitgeeft,
en daarom kon spreker «eb «eer goed meteen
vaste bijdrage vereenigentegen de wissel
vallige echter heeft hij bezwaar, zoolang de
Indische financiën ook hier geregeld worden.
Weet Indië nauwkeurig wat het aan het moe
derland moet afdragen, dan zal het zuinig worden
omdat het dan alle overschotten voor zich zelf
zal kunnen besteden.
De heer Bastert schaarde zich meer aan
zjjde van den heer Corner Hoofd dan een
vorige sprekers. Indische gelden zijn Neder
landsche gelden en Indische nitgaven zijn Ne
derlandsche uitgaven, en daarom hebben wij
recht om te' beschikken over hetgeen over is,
wanneer in de Indische behoeften behoorlijk is
voorzien (vroeger is duidelijk gemaakt wat de
Nederlandsche regeering en vertegenwoordiging
door dat woord behoorlijk verstaan). Hg is
dan ook tegen de voorgestelde regeling, die
hg even doelloos als willekeurig noemt.
De heer van der Hoeven sloot zich daaren
tegen meer bg den heer van Dedem aan. Hij
achtte het ontwerp in het belang van Indië en
Nederland. Wel zou hjj liever een vaste bjjdrage
hebben bjjv. van 5 millioen, die gemakkeljjk
door Indië kan betaald worden, maar daar de
inkomsten in Indië van weer en wind en
andere toevallen afhangen, kan hjj zich wel
eenigszins met het beginsel om Nederland aan
dit kans- of dobbelspel te doen deelnemen, ver-
eenigeu. Lijnrecht stond spreker tegen over
de heeren Oorver Hooft en van Eek.
De heer Lenting verklaarde zich tegen de wis
selvallige bjjdrage, omdat daardoor onze financiën
nog jaren van de Indische afhankelijk zullen zjjn
hjj noemde dit ontwerp een verkeerden stap
op een goeden weg. Volgens hem is het
staatkundig met bet stelsel van het batig slot
te breken, niet in het belang der weinige Eu
ropeanen, maar wel in dat van de inlanders,
onder wie thans malaise heerscht omdat de
overtuiging niet bestaat, dat rechtvaardigheid
tegenover Indië wordt betracht.
Uitvoerig trachtte de heer Rutgers van
Rozenburg aan te toonen dat het ontwerp
doelloos en verkeerd is. Geen vriend der batige
sloten, stemt hjj evenwel ook niet in met de
Hoeveel is reeds niet gesp:
ven sedert 1869 over de Indische bjjdr
wjj vergoeding moeten hebben voor
lietzjj middeljjk of onmiddeljjk door ons ten
behoeve van Indië wordt uitgegeven, daarover
bestaat geen verschil, de vraag is slechts hoe
veel moet Indië ons geven, hoe zal dit berekend
worden Namen wjj vroeger alles wat in In
dië overschoot, en dat kon veel zgn, daar men
zoo zuinig mogeljjk was, waar het uitgaven
voor Indië betrof, daarvan is men teruggeko
men, vrjj algemeen wenscht men een billjjker
regeling. In 1869 stelde de minister de Waal
de vaste bjjdrage op ongeveer 10 millioen gul
den, in 1878 bracht de minister van Bosse
een schuldpost van 4 millioen op de Indische be
groetingen diende het eerste ontwerp in om deze
zaak te regelen, waarin de sluitpost op 6 mil
lioen werd gesteld. Door zgn dood verhinderd
om het te verdedigen, kwam zijn opvolger
de heer van Rees met een ontwerp, waarin de
bjjdrage op 4 millioen was gesteld, terwjjl de
tegenwoordige minister voorstelt een vaste
bjjdrage van twee millioen en een vlottende,
van de helft van den Indisehen dienst, hoogstens
tot een bedrag van 6 millioen, zoodat Indie
hoogstens 8 millioen zou bijdragen. Dit ont
werp kwam Maandag in discussie. De heer
van Eek, liberaal hier, behoudend op koloniaal
gebied, opende de discussie. Dankbaar voor
de indiening van dit ontwerp, omdat het na
de bepaling der vaste bjjdrage eerst mogeljjk
zal zgn ons financiewezen te regelen, kon hg
zich evenwel met de voorgestehle regeling niet
vereenigen de vlottende bjjdrage keurde hg af;
eerst wilde hjj bepaald zien welke uitgave In
dië on> moet vergelden en dan het bedrag
vast stellen.
Ook de heer van Rees verklaarde zich tegen
de vlottende bjjdrage, als alle vastheid missen
de, te meer daar hjj het niet zoo moeieljjk
achtte vrjj nauwkeurig te bepalen, wat Indië
ons schuldig is. liet voorstel der regeering
acht hjj inconsequent, en de cjjfers door niets
gemotiveerd.
De Heer Corver Hooft handhaafde het stand
punt der Oud-gastenregeling komt niet te pas;
wat in Indië overschiet, komt de schatkist ten
goede. Flinke batige sloten zooals in vroegere
jaren zgn het ideaal van den spreker; denkt
een bezitter van landerejjn er over om een
deel van zgn winst aftestaan Hg noemde dit
ontwerp een eerste stap op een gevaarlijken weg
en zal er tegenstemmen. De heer Keuchenius,
de afgevaardigde van Batavia, zooals vroeger
gezegd is, kwam op geheel andere gronden tot
de zelfde conclusie. Vonden de vorige sprekers
het nadeelig voor het moederland, de heer
Kenchenjus echte het een middel om langs een
andere weg dan dien der vroegere batige sloten,
van Indië weder de knrk te maken waarop
vloekzangen, die daartegen worden aangeheven
Zjj behooren tot het verledene en zullen, als
wg eenigszins de billijkheid betrachten, niet
meer terug komen. Maar daarom ie juist
ook deze geheels voordracht doelloos. Wjj be
hoeven zoo min op een vaste als een wissel
vallige bjjdrage te rekenen, ten minste in de
eerste jaren niet.
De heer Schimmelpenninck van der Oye stelde
in het licht, dat de voordracht geheel in strijd
is met de beginselen der comptabiliteitswet,
met die der financieels eenheid, en daarom achtte
hjj zich verplicht tegen het ontwerp te stemmen.
De heer van Gennep kwam op geheel andere
gronden tot dezelfde conclusie; hoewel krachtig
voorstander der vaste bijdrage, meent hg dat
aan de wisselvallige bjjdrage dezelfde nadeelen
verbonden zgn als aan het tegenwoordige stelsel,
dat zoowel in Indië als hier veroordeeld is.
Spreker stelde Engeland tot voorbeeld, dat van
Engelsch-Indië geen directe voordeelen wil
trekken, maar zich met de indirecte tevreden
stelt.
De heer de Casembroot ziet tot zjjn
schrik in dit ontwerp een eersten stap om tot
de geheele onafhankelijkheid van Indië te komen.
Het oude stelsel vindt in hem een verklaard
verdediger, en hjj vindt het hoogst ondankbaar
dat men de nagedachtenis der mannen, die ons
de batige saldo’s bezorgd hebben, thans miskent.
Een nieuwe regeling acht hjj onnoodig. Wil
men de Indische begroeting bezwaren met de
onkosten der oorlogschepen in Indië dienst
doende, daartegen heeft hij geen bezwaar.
In de zitting van Woensdag trachtte de
minister de voordracht tegen de aanvallen van
rechts en links te verdedigenmisverstand
achtte hg de hoofdoorzaak der vinnige bestrij
ding. Achtereenvolgens besprak hjj het doel
van het ontwerp, de toepassing er van’ en de
gevolgen. Het doel van het ontwerp is voor
eerst zooveel mogeljjk in plaats van onzekerheid,
vastheid in ons financiewezen te verkrijgen,
vervolgens om een hoofdgrief der Europeesche
maatschappij in Indië weg te nemen, eindeljjk
om de admifiistratie in Indië een prikkel te
geven tot zuinigheid. De bereiking van dit
doel achtte hij met het tegenwoordige ontwerp
mogeljjk, daar het niet mogeljjk is de vaste
bjjdrage hooger te stellen, en de Indische maat
schappij genoegen zal nemen met een regeling,
die niet alle baten voor Nederland bestemt.
En wat nu de gevolgen betreft, er behoeft geen
vrees te bestaan dat aan Indië zal onthouden
worden wat het noodig heeft, ook dan niet,
wanneer het blijken zou, dat in het vervolg
van geen overschotten sprake zal zgn; de duur
zame vestiging toch in Atjeh zal nog jaren
lang vrjj wat kosten. Verdedigde de minister
in het algemeen het stelsel van vaste bjjdrage,
over de wisselvallige, onzekere bjjdrage werd
zoo weinig mogelijk gerept. Dit was dan ook
het zwakste punt der geheele voordracht.
De heer Hegdenryck kende slechts één stelsel
-Commissie,
E,
Voorzitter,
TORRÉ,
Secretarie.