Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. u. I, N bij I lil 1880. Woctftdag 15 pocember. Begroetlngs-discussiên. ren. n 126, soheo, tonden Itraten, en bij- GOUDSCHE COURANT der Ge- moodigde i die van Straten ichtigen. m dage- middags Secretarie merwerf senop m. moe des na ris inge- 'BRS van )AG den igs ten 1 ichrjjving >8» toch wenscht ook de rijkspolitie. België gesignaleerd als het een internationale die misdaad znn tot beperking der ienvisscherjjen,de inderarbeid, de vicariën en den raad van State. Een ontwerp, regelende het krankzinnigenwezen is --J aanhangig. Met het del 1__ kan de minister zich wei vereenigen; bü de benoemingen is hg zich van geen partijdigheid bewust. Afschaffing der particuliere collatie- rechten tegen schadeloosstelling door den staat acht hjj wenschelgk.' Omtrent de processies merkte hjj op dat gedurende de 15 maanden van sjjn ministerieel leven Mg geen geestelgke vervolgd is. Ten slotte wees de minister er Hjj verzocht den miutoi rechtsgebouwen te verbied*, justitie bracht allen dank, «ie aan de vaststellii van het wetboek hadden het minst aan den comnMa zonder wiens ijverige medei wetboek zeker nog niet Ter i vermeerdering van cellen schappelijke gevangenissen misdaden zjjn hjj acht de gevaar10 gevallen van mo in d- - of zeer overdreven te zyn, to minister uitbreiding lx V 3 .land van regeling tot het bestrijden acht hjj wenschelgk. Aan het ministerie genoegzaam gereedontwerpen 1 'ie binm Was het nog een pjjl tegen het hoofd van het ministerie afgeschoteu,toen de heer Schimmel- peuninck r. d. O jje, de discussie over de begrooting van justitie openende, verklaarde dat de kracht van het ministerie in den minister van justitie lag? Tegen dezen minister zou hjj, noch zgn party oppositie voeren; hjj besprak daarom slechts de vicariën, bet particuliere collatierecht en de markverdeeling in Gelderland en Utrecht, die de algemeene welvaart van den minderen boerenstand niet zal vermeerderen. Nadat de heer Gratama gevraagd had of de bibliotheek van den raad van adel rjjks- of particulier goed was, besteeg deze afgevaardigde zgn stokpaardje: het notariaat-, de verkeerde of misdadige han delingen van sommige notarissen deden hem vragen of daartegen geen middelen zjjn. De heer Eysinga juichte de benoeming eener commissie tot onderzoek der vicariegoederen toe; door den heer de Vos van Steenwjjk werd de preventieve gevangenis besproken; de heer de Beaufort wenschte verdeeling der marke- gronden volgens vaste, bjj de wet gestelde regelende heer Rutgers van Rozenburg wilde verbetering van de wet op bet notariaat, omdat het vrjje notariaat toch vooreerst nog niet zal komen, en althans de notarissen verbieden zich met bankierszaken of andere ftuancieele onder nemingen of zaken in te laten. De heer Schim- melpenninek r. d. Ojje sprak nog eens over de - markegronden, om tegen conversie te waar schuwen, waarna de heer van Eek waarschuwde tegen particuliere herziening van het burgerljjk 1 wetboek. lu de zitting van Donderdag werden de alge meen» beraadslagingen voortgezeten na een uit stekende redevoering van den minister gesloten. De heer Brouwers wilde de godsdienstoefeningen buiten de kerkgebouwen geregeld hebben. De heer Djjckmeester verklaarde zich zoowel tegen het vrjje notariaat als tegen vermeerdering van het getal notarissenhij kon zich echter zeer goed vereenigen met het denkbeeld van den heer Rutgers om den notarissen het doen van bankzaken te verbieden en beval een strenger toezicht op hun handelingen aan. Verandering der procureurswet acht deze deskundige alsnog niet noodig. De heer Mackay wil bepalingen tegen den handel in meisjes, hjj wjjst op liet toenemend getal misdaden, en vraagt of die wel met de noodige krachs vervolgd worden, als voorbeeld wjjst hjj op den Delitschen brandbrief. De heer Patjjn, andere onderwerpen latende rusten, verdedigde de preventieve gevangenis als vooral in groote gemeenten noodzakeljjk. Een algemeene utótiewet achtte hjj noodig. Om trent den Delftschen brandbrief verklaarde hjj dat het onderzoek nog niet gesloten is, terwjjl de handel in meisjes volgens de ondervinding door hem opgedaan niet zoo ontzettend is, ids wel eens beweerd is. Verder drong spreker aan op spoedige invoering van het strafwetboek, waartoe partieel.' herziening der wetboeken en aanbouw van cellen noodig is. En wat de begrooting zelve betrof, hoewel niet aangetast door de bezuinigingskoorts, verklaarde bjj zich toch tegen de post van ƒ25000 voor ameublement van een /deel van het departement van justitie en tegen dë'- groote sommen voor den bouw eener cellu- -lairè gevangenis te Rotterdam. De heer van der Hoeven verdedigde de pro- cureurswet, de heer van Nispen de preventieve gevangenishjj wil versterking der rijkspolitie; de heer Sickesz verdeeling der markegronden, omdat zonder individueel landbezit geen ont wikkeling van den landbouw mogeljjk is. '■xjüsiiaw dat niet kalmer werd, toen de minister in zgn ant woord aan den heer Insinger de onvoorzichtigheid beging het oordeel van den Amsterdamschen gemeenteraad even hoog te stellen als dat der tweede kamer. Drie iaren lang wordt art. 254 der gemeentewet geschonden door den gemeen teraad van Amsterdam, door Ged. Staten van Noord-Holland en vooral door de hooge regee- ring, zeide de heer Rutgers van Rozenburg, na eerst op bittere wjjze het doel ran het bestaan van dit ministerie in het licht gesteld te hebben. Intrekking van het wetsontwerp vóór de exe cutie, raadt spreker den minister aan. De heer Oorver Hooft vroeg den minister of hjj na verwerping van het wetsontwerp, Amsterdam zal noodzaken de gemeentewet te eerbiedigen en niet langer te dulden dat men voor een ieder niemand leest. Ook protesteert spreker tegen de opdrjjving der uitgaven. De heer van Houten protesteert tegen de gelijkstelling van de kamer met een gemeenteraad. Wilde de minister zich niet onderwerpen aan de uit spraak der vertegenwoordiging, dan moest hij aftreden de handeling van den minister is in stryd met allen constitutioneelen zin. De minister achtte de aanvallen op het wets ontwerp op zyn minst voorbarig, hij verdedigde zich tegen het verwijt van geringschatting der vertegenwoordiging en wjjst er op dat de be grooting wel 2 millioen hooger is dan het vorige jaar, doch dat de uitgaven voor onderwas ruim 3 millioen hooger zjjn, zoodat het eind cijfer betoekkeljjk minder is. Wat de minister zal doen na verwerping der voordracht, zal hjj dan beslissen. De heer Insinger wil niet mede werken, dat regeeringloosheid, verandert in wet teloosheid. Niets zal hem aangenamer zjjn dan van dwaling overtuigd te worden. Een beroep van den minister op Thorbecke lokte een vinnig protest nit van den heer van Houten. De heer Rutgers tartte den minister één vriend te vindbn, die een motie durfde voorstellen om de gedrags lijn van den minister goed te keuren hjj raadt aan de voordracht als doodgeboren kind in de catacomben van het ministerie bij te zetten. Om met kennis van zaken te kunnen antwoorden op een vraag van den heer van Eysinga vroeg de minister uitstel van de discussie. In de zitting van Zaterdag sprak de heer Patjjn, onze afgevaardigde, een bezadigd woord als protest tegen de uitdrukkingen in de zitting van Vrjjdag gebezigd. Nooit zou hjj mede- gaan met hen die een ministerieel leven do.or speldeprikken willen verkorten; wel zal hjj geen motie voorstellen, zooals de heer Rutgers wenschte, maar toch kan hjj verklaren dat het dezen minister niet ontbreekt aan tal van vrienden, die hem in zjjn betrekking hebben leeren hoogachten, omdat ieder woord door hem gesproken het kenmerk draagt van waar heid en oprechtheid Na deze ontboezeming kreeg de minister het woord; hjj liet de bran dende quaestie rusten en beantwoordde eenvou dig de vraag van den heer van Eysinga, dat het niet noodig is den raad van state te hooren, omtrent vernietiging van besluiten van ge meentebesturen. Hiermede was de storm echter niet bedwongennu moest de heer Parijn het misgelden, wien de heer van Nispen toevoegde, dat het door hem gesprokene een voorbereiding scheen voor zijn taak als hjj wellicht eenmaal aan de groene tafel zitting mocht nemen. Wetsschenning en wetsverkrachting waren voor dien spreker in de kohieien-quaestie duidelijk, doch de minister behoefde niet bevreesd te zjjn voor zjjn ministerieel leven, omdat hjj spinozist en uitvoerder der schoolwet is. Was de heer Patijn een officieus verdediger der regeering genoemd, de heer van Gennep ir tapperjjen in De minister van Hing degewerkt en niet griffier dar kamer, jerking het straf- oek zeker nog niet aangenomen zou zgn. verbetering der vedigheid dringt hjj op de 'len aan, daar de gemeen- ---“lissen, de broeinesten der zyn*; hjj” acht de veiligheid niet in i moorden en inbraken de laatste dagen vermeldzjjn gebleken onwaar zyn,toch v V V - - J der wordt door den minister gesigL. den meisjeshandel-, een. tot het bestrjjden van hjj wenscbeljjk. Af egzaam gereedontwi preventieve gevangenis, de markeverdeeling, denkii krankzinnigenwezen is bij den ministerraad ’ihkbeeld van een verbod aan de” notarissen om als kassier op te treden, - Td vereenigen; bü J- benoemingen is hjj zich van geen partydighi bewust. Afschaffing der particuliere coffiri rechten tegen schadeloosstelling lL' merkte hjj op dat gedurende van zjjn rainisterieal teven Mg vervolgd is. Ten slotte wees de minister op, dat eene sociale revolutie dreigt, en deze niet door herziening van wetboeken en wetten, maar door rechtvaardigheid te betrachten jegens elkander en niet het minst jegens de min-be- voorrechte klassen der maatschappij te voor komen is. Na korte replieken van eenige sprekers, die allen lof brachten aan de schoone en doorwrochte rede van den minister werden de algemeene beraadslagingen gesloten. Nog grooter succes had de minister in de zitting van Vrjjdag, toen alle bezuinigings- ameudementen werden afgestemd, geen woord gesproken werd over de groote sommen door den minister aangevraagd voor den bouw eener cellulaire gevangenis te Groningen en eindeljjk zgn begrooting werd aangenomen met algemeene stemmen min één. De heer van Houten bleef zich geljjk, geen der ministers behoeft op zjjn stem te rekenen. Zal de minister van binnenlandsche zaken even gelukkig zyn? Het begin der algemeene beraadslagingen zal hem zeker niet gerustgesteld hebbende toon waarop die begonnen zyn, is toch alles behalve vredelievend; geen woord van lof, alleen berisping, ja meer dan berisping viel hem ten deel, al had i de voorzitter der kamer ter bekorting aange- drnngen om het onderwjjs te laten rosten tot de daarover handelende artikelen aan de orde waren, een verzoek, dat de heer Hejjdenrjjck niet scheen begrepen te hebben, althans hij begon terstond over de schrikbarende opdrjjving der kosten voor het onderwjjs. De heer Insinger verklaarde mede tegen de begrooting te zullen stemmen en wel om redenen daar buiten ge legen. Hjj meent geen ander middel te hebben om zjjn afkeuring kenbaar te maken over het niet handhaven van de wetten des lands. De Amsterdamsche gemeenteraad legt de ko hieren der belasting slechts open voor iederen belanghebbende wat zijn aanslag betreftvelen kunnen zich met die wetsuitlegging niet vereeni- gen en ook de tweede kamer heeft haar afgekeurd, de minister daarentegen wil die aitleggiiig wetti gen- Ziedaar het onderwerp van een heftig debat,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1880 | | pagina 1