Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. .soon ■TER, chine en libel heb- Nq 2565. 1881. BUITENLAND. ÖNZE TITULATUUR. 1. Woensdag Z Februari. ie. POOR Luijii ERAAR z., itten, m. Prjjs Hoofd- Jelft, en ing, Bultealaadsch Overzicht. De inzending van advertentiën kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. 8 ure. eau dezer. 1 i worden ndewater. M ouda. en bij hebben T.FOR- Gocda. ADVERTENTIËN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderljjke Nommers VIJF CENTEN l MEÜ- LAATST le, gron- Adres Courant. szin eene i gaande. Ho. 530, armeer. >n. man, tegraven. a.treoht. .Woerden GOUDSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant-geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prjjs per drie maanden is f 1.25, franco per poet L50. en lan- Kardinaal Kutschker, prina-aartabisachop van Weenen is overleden. Hij was in 1810 geboren en in 1876 kardinaal Kauscher als aartsbisschop van Weenen opgevolgd. Wegens zijne gematigde zienswijze was hij zeer bemind en bij bet keizer lijke hof een persma grata. Hij had krachtens zijn ambt fitting in het Heerenhuis en stemde steeds met de Duitsche Grondwetspartij. De benoeming van den nieuwen aartsbisschop geschiedt door deh Keizer uit een nominatie door den minister van eeredienst opgemaakt. De tegenwoordige wijbisschop msgr. Angerer heeft de meeste kans tot dit hooge kerkdijk ambt geroepen te worden. Ia Frankrfjk hebben de olericalen een nieuw mid del van opruiming door de bisschoppelijke protesten tegen den militairen dienst der aanstaande geestelijken; rij kannen tegen den beoogden maatregel aanvoeren, dat die vrijstelling zoolang heeft bestaan, dat zij in derdaad burgerrecht heeft verkregen en het al den schijn heeft alsof de republikeinen’t op de vervolging der kerk hebben toegelegd. De drukperswet, waar van de behandeling in de Kamer nog niet is afge- loopeu, brengt eveneens steeds tal van pennen in beweging. De commissie verklaarde zich tegen het amendement Floquet, volgens hetwelk ongestraft zul len blijven aansporing tot misdaadaansporing van de soldaten om ontrouw te worden aan hun plicht beschimping van den President der Republiek, van den Senaat of de Kameroproerige kreten in open bare vergaderingen aangeheven, enz. Wanneer al de Kamer zulk een wijziging aanneemt, zal de Senaat ze wel verwerpen. De rechterzijde stemde voorde verwijzing van het amendement van Floquet naar de commissie, omdat zij den ondergang der republiek wen,ebt. De eerste poging van sir G. Colley, om in 'Transvaal door te dringen, is mislukt, geïjjkallen meenden te voorspellen, die met de toestanden be- kend zijn. Het gesohutsvuur der Engelschen hield eerst de Boeren op een afstand, maar toen het er op aankwam in de pas door te dringen en de partij dus gelijkstond, werden de Engelschen met groot verlies teruggeslagen. Generaal Colley besloot* toen naar het kamp terug te trekken en versterking af te wachten. j De Engelschen hebben dapper gevochten, woals o. a. blijkt uit het aantal gesneuvelde officieren, maar hun jnoed en onversaagdheid waren niet in staat de Boeren te doen Wijken onverschrokken hielden dezen stand en begroetten den aanvallen en charges met zulk een moorddadig geweervuur, dat de Engel- solien genoodzaakt werden met veel verlies terug te trekken. Het verlies der Boeren is wellicht niet zoo groot, omdat zij een uitstekende positie hadden in genomen. Velen verblijden zich zonder twijfel dver de nederlaag van de Engelschenvergejeh mag men echter niet bij alle sympathie, die men voor den onafhankelijklieidskrijg heeft, dat het gevecht als zoo danig te betreuren is, omdat het van weerszijden slechts tot erger kan leiden.. In strijd met het verlangen van -het Engelsche Kabinet om reeds Vrijdagavond het ontwerp-Forster op de bescherming van leven en eigendom in Ierland in eerste lezingaf te doen, is het vervolg der be- Alle Nederlanders zijn gelijk voor de wet onze wet kent geen onderscheid van hoog en, laag geboren, zoo heet het in theorie, terwjjl de praktijk tal van zaken aan de hand kan doen, die met de theorie geheel in strijd zijn; het wjjzen op de census, de retnplaceering, de keuze tusschen boete of gevangenisstraf zullen wel voldoende zgn om dat aan te toonen. Nog meer valt die ongelijkheid evenwel in het oog ih het dagelijksch leven, daar is van gelijkheid volstrekt geen sprake, daar geven geboorte en kapitaal niet zelden een macht en invloed, die geheel in strgd is met de geljjkheid, door onze wetgeving en door de theorie gepredikt. Heeft die ongelijkheid niet zelden haar gevaar lijke zijde, somtijds is zij slechts belachelijk en maakt zich kenbaar in de bespotteljjkste vormen. In de republiek van vrijheid, gelijkheid en broederschap werd ook met die vormen gebroken en «enigen tijd kende men niet anders dan burgers en burgeressen.De burger-schoen- poetser verrichtte zgn werkzaamheden op het beslikte schoeisel van den burger-representant of den burger-minister en ontving met dank baarheid daarvoor zjjn loonde burger-dief werd door den burger-rechter veroordeeld en de burger-veldyachter leverde hem aan den burger-cipier over, die hem verder aan de zorgen der burgers-stokbewaarders overgaf. Dit was zeker bespottelgk, misschien ook wel omdat de tijd, waarin die mode in zwang was, juist geen aangename herinneringen heeft achterge laten. Maar is het zooveel bespotteljjker dan de tegenwoordige titulatuur, is dat burger be- spotteljjker dan het Hoog Edel Gestrenge, Wel- Edel Gestrenge, Wel Eerwaarde Zeergeleerde, Hoog Geleerde en wat niet meer? Het burger had dan toch dit voordeel, dat men zich niet kon vergissen, terwjjl men nu, wanneer men zich niet aan zonde tegen de vormen wil schuldig maken, genoodzaakt is een handleiding te raad plegen om ieder het zjjne te kunnep geven; noch de aard der betrekking toch, noch <ft persoon maken duideljjk waarom een bepaalde persoon recht heeft op een bepaalden titel, wie is Hoog Edel Gestrenge, wie WelEdel Gestrenge, wie moet zich alleen met Edel Ge strenge vergenoegen? En komt men nu nog in het Hoog Geboren en Hoog Edel Geboren, dan geraakt men geheel verward in al die titels en zou wharlgk naar het eenvoudige burger van voor ongeveer 100 jaren geleden terugverlangen. Maar zoo ver behoeft men niet te gaan, die tijden kan men laten rusten, als men zich slechts tot het eenvoudige.den heer wilde bepalen. Waarom toch die titels, die van niet de minfte beteekenis zgn Hoevele gestrenge heeren met meer of minder voorvoegsels zjjn volstrekt niet gestreng, als men hen van nabij kent, hoe vele'' geleerde heeren moeten zelfs dien titel be lachelijk vindenhoevele weledelgeboren of' scheiden van zoovele andere menschenkinderen, die volstrekt geen recht hebben om zulk een titel te voeren. Die titels mogen vormen zgn, niemand zal ontkennen, dat het dwaze vormen zjjn, waarmede ieder verstandig mensch den gek moet steken. -Maar niet slechts voor mannen, ook voor vrouwen heeft die titelwoede, om' het zoo te noemen, haar eigenaardige bezwaren. Wie heet tegenwoordig wel mevrouw, wie heeft slechts aanspraak op den naam van juffrouw, wie moet zich alleen met vrouw vergenoegen? Alle ge leerde genootschappen, in ons land zouden op die vraag geen voldoend antwoord kunnen geven, waarom dan toch die verschillende titels, die slechts aanleiding geven tot allerlei quaestiën? Waarom die zaak niet kortaf voor allen ge regeld In Frankrgk is men in dat opzicht meer praktisch; iedere gehuwde vrouw heet madame waarom ook hier niet alle gehuwde vrouwen mevrouw genoemd, ongetrouwde vrouwen kon men dan «juffrouw” noemen en twjjfelde men, het woord «dame” kon-als neutraal beschouwd worden. Door zulk een regeling zon men vele vergissingen voorkomen en zich niet blootstellen aan een blik van minachting, als men iemand, die o zoo gaarne voor mevrouw wordt aangezien als juffrouw aanspreekt. In onze maatschappjj zgn die onderschei dingen geheel misplaatst, en hoe eer hoe beter moet met die traditiën gebroken worden. Voor mannen is het eenvoudige woord heer voldoende, voor vrouwen zou men de onder scheiding hierboven gemeld, kunnen aannemen, en daardoor vele bezwaren in briefstgl en ge sprek wegnemen. En is men het daaromtrent eens geworden dan zou de tijd ook daar zgn om aan de meer dan dwaze onderschriften in brieven een einde té maken; die onderdanige, dienstwillige, oot moedige dienaren enz. moeten plaats maken* voor andere meer ware nitdrukkingen. Hoe dikwjjls schrgft men niet: >üw dienst willige diebaar* aan personen, wier dienaar men volstrekt niet wil zgn, en die men ook geen diensten wil bewijzen, men schrgft het woord neder, zonder nadenken, èn vreemd zou men niet zelden opzien als men krachtens zulk een vormelijke uitdrukking tot dienstbetoon werd uitgenoodigd of norsche bevelen ontving van iemand, wiens onderdanige dienaar men zich genoemd had. Al die titels en onderschriften bevorderen de huichelarij, en d^rom alleen reeds moesten zij afgesehaft worden, om voor meer eenvoudige, meer ware uitdrukkingen plaats te maken. Ieder brenge daartoe het zjjne bjj, de wet gever heeft geen macht om die dwaze titels op te ruimen, net volk moet dat zelf doen, en het kan dit, als de meerderheid zjch slechts voor neemt die niet meer te gebruiken spoedig zullen zij dan vergeten zjjn, en men zal net even be spottelijk vinden als het burger” en «burgers” van het begin der eeuw.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1881 | | pagina 1