Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. VG l BUITENLAND. laai, Woensdag 11 Mei. in. n. 1881 woensoag u mei. 2607 Buitenlandse!! Overzicht. Par lemen tai re \V er k zaani heden TOOR Luijn )ÜDA. °/°- i ter van aburger en ge inen tie, Me- hebben J. FOR- Gouda. e Cou- loor den >uda. i les mid- stsingel, )HANN auvrage Spar- 'agen- >odigde fKEN, maken ILVER :heerde TRET- rtreten, GOUDSCHE COURANT. en lan- De berichten uit Tunis rijn «enigszins met el kander in strijd. Uit Bons wordt gemeld dat een paar stammen der Khroeinin den bevelhebber van bet legerkorps te Tabasca hunne onderwerping heb ben aangekondigd en anderen dit voorbeeld rullen volgen. Daarentegen komt uit de hoofdstad van bet Regentschap het bericht, dat in eene groote ver gadering van hoofden der Khroemirs besloten is, om den oorlog tot het uiterste voort te retten. Om het spel te volmaken, komt nog uit Parijs het bericht, dat de Bey van Tunis reeds een schik king met de Fransche Regeering heeft getroffen en slechts voor den schijn tegenstand biedt om rijn leven geen gevaar te doen loopea. Hst aal weldra blijken wat hiervan is. ‘- De Fransche Minister van Financiën deelde in de begrootingscommissie mede, dat de Tunesische expedi tie 40 millioen ion kosten, welke echter gedekt kunnen worden door overschot op de begroetingen. Sedert het begin van dit jaar brachten de belastingen 64 millioen op boven de raming. Voor’82 worden voor 10 a 12 millioen vermindering ran belastingen voorgesteld. Het auti-clericale congres, dat te Parijs sou wor den gehouden, is bepaald op 12, 13 en 14 deser. Donderdag s, s. komt de Fransche Kamer weder bqeen. De Pnrijsche tnunlconferentie nam het voorstel aan, dat de vertegenwoordigers van eiken staat sta tistieke opgaven over het aanmunten van silver en goud zullen aanbieden. Prof. Pierson, <le Ne- derlandsche gevolmachtigde, hield een merkwaardige redevoering ten gunste van den dubbelen standaard. Het Kaapsohe Ministerie is afgetreden en men verwacht, dat een meer Hollandschgezind Kabinet zal optreden. De Koninklijke commissie komt ten gevolge van deze en andere strubbelingen niets minder vereenigen met de strafbepalingen tegen de mondrisscheryen. Ging de visschery achter uit, dan zou het ietd anders zyn, maar dat is het geval niet. Ook de heeren Roell en Bastert kunnen met die bepalingen niet vereenigen. De heer Idserda daarentegen verdedigt de bepalingen, in het belang der volksvoeding, jonge visch mag niet by ladingen aangevoerd worden om tot meeting te dienen. De Minister van Waterstaat verdedigt de be palingen van het ontwerp; de verzoeken tot bescherming van de visch waren van directbe- langhebbenden uitgegaan en het resultaat van een gehouden enquête. De kosten zjjn wel door de bestrijders overdreven. Nadat de heer Reekers er nog op gewezen had, dat niet alle belanghebbenden met het ontwerp ingenomen waren, werd het art bepalende, dat elk volkomen vryheid heeft de takken van zeevisschery naar eigen goedvinden uit te oefenen, met 39 tegen 12 stemmen aangenomen. Met 46 tegen 17 stemmen keurde de Kamer de maat goed van visseben die gevangen mag waMen en wel ha ring 10 cM-, bot 8 cM. en spiering 7 cM. Met 48 tegen 5 stemmen vereenigde de Kamer zich ook met het artikel dat het visschen met kuil- netten verbiedt behalve van 15 Mei tot 15 Juli. Een poging door den heer Reekers aangewend om dien tijd te verlengen werd met 33 tegen 19 stemmen afgewezen. By art. 9 verklaarde de Minister op een vraag van den heer Patijn dat de regeling der teelt en visschery van schaal en schelpdieren in de Zuider-Zee voorloopig bjj Kon. besluit maar later by de wet zal geschieden. Een en kele wjjziging had plaats in de strafbepalingen waarna de geheele wet met 52 tegen 3 stemmen werd aangenomen. Bjj de regeling der werkzaamheden zjjn ook de postpakketten, al is het wnt laat, aan de orde gesteld. L. ling in het belang der visschers, die thans i reeds evenzeer een internationale bevolking vor- i men als de bemanning der koopvaardijvloot, i Ten slotte vroeg de Minister of de Kamer het I op haar verantwoording zon kunnen nemen I als door verwerping dezer wet in onze vis- schersdorpen gedurende dezen zomer weder ar* 1 moede zal geleden worden. De uitvoerige verdediging van den Minister maakte nog geen einde aan de discussie die Donderdag werd voortgezet. De heer Gratama j bleef het ontwerp als onnoodig, ongerechtvaar- I digd en strjjdig met goede rechtsbeginselen be- 1 schouwen, vooral keurt hy af de straf baarstel- i ling van contractbreuk in deze zaak. i Ook de heer Lenting wil dit ontwerp niet, daar de visschery het blykens haar bloei niet noodig heeft en het alleen in het belang der reeders is. Wil men onderkruiping, onderhuring en dergelyke misbruiken door de reeders onder- ling aangewend, straffen, hy zal er zich niet tegen verzetten. Ook voor den heer Van der Hoeven is de noodzakelijkheid van deze wets bepalingen niet aangetoond. Waarom juist de visscheryen en byv. niet de veenderyen be schermd? Verklaren de visachers, dat zjj de wet willen, hy zal er gaarne voorstemmen tot nu toe. zyn er echter slechts adressen van de reeders. Ook de heer Van Baar wil iets doeg voor de visschers; hjj wilde spreken over de handelingen der Engelsche visschers, doch de Voorzitter koude dit buiten de orde gaan, al was het dan ook in het belang der arme, visschers. niet toelaten. Ook de beer Van Rees is tegen de bepalingen omtrent de contractbreuk, zoomin hier als in Indië ko men die te pas, zelfs al vroegen de visschers hier of de inlanders ginds er om. Alle opmerkingen trachtte de Minister te weerleggen, waarna de algemeene beraadslagin gen werden gesloten. Op art. 1 stelde de heer Van der Kaay voor de voorschriften van het wetboek van koophandel omtrent de koopvaardjj- vaart ook toepasselijk te verklaren op de zee- visschersvaar-tuigen. Hoewel de Minister daar tegen geen bezwaar heeft, acht hjj de overname niet noodzakeljjk en de Kamer deelde dat ge voelen, daar het met 62 tegen 4 stemmen werd verworpen. Op art. 1 was verder een amendement van den heer Van Gennep om in plaats van „ver bonden heeft" te doen lezen „heeft doen aan monsteren”, om de visschers zoodoende onder hetzelfde recht te brengen als de koopvaardij matrozen zoodat contractbreuk alleen zal ge straft worden als het contract bij monsterrol is aangegaan en dus de waterschout, een amb tenaar, als middelaar optreedt tusschen schepe ling en reeder. Dit amendement werd na een korte discussie, waarin de Minister verklaarde, dat hij daartegen geen bezwaar had met 56 tegen 12 en daarop art. 1 met 37 tegen 31 stemmen aangenomen. Nadat ook art. 4 met 39 tegen 30 stemmen was goedgekeurd geschiedde dat met het geheele ontwerp met 37 tegen 32 stemmen. Vrjjdag waren nog eens de visscheryen aan de orde, nu gold het evenwel niet de bescher ming van reeders of visschers, maar van visch zelf, tegen de mondvisscherjjook bevatte het qptwerp bepalingen om mishandelingen door vreemde visschers gepleegd, tegen te gaan en eindeljjk geeft het uitbreiding aan het collegie voor de zeevisscherjjen, dat voortaan uit 15 personen zal bestaan waarvan de meerderheid uit personen, die volstrekt niet by deze vis- scherjj betrokken zyn. De heer Reekers de bescherming der visschers tegen vreemden goedkeurende, kan men zich I De zeevisschery is onmogelijk geworden door de hoogere eischen die door de schepelingen gesteld wordenzy kunnen wegloopen zonder dat daarop, zooals bij de koopvaardjj-vloot, straf gesteld is, zoo is herhaalde! jjk door de commissie over de zeevisscherjjen geklaagd en de Regeering hierin tegemoet willende komen heeft een ontwerp ingedieud houdende straf bepalingen tegen desertie van zeevisschers. Dit ontwerp kwam eindeljjk Woensdag aan de orde. De eerste spreker, de heer Gratama, had velerlei bezwaren. Het nieuwe strafwet boek regelt de zaak, dit ontwerp is dus provi sioneel, een spoedige invoering van het straf wetboek maakt het onnoodig, bovendien is deze regeling niet noodzakelyk en zelfs nadeelig, want de staat moet zich niet mengen in de verhouding tusschen werkgever en werknemer, bovendien moet alleen in de uiterste noodzake lijkheid straf gesteld worden op contractbreuk, terwjjl de eerlyke schepeling door dat ontwerp benadeeld wordt, in het verkrijgen van loon- verhooging. Ook de heer Bastert is op denzelfden grond niet ingenomen met het ontwerp en raadt in trekking aan. De heer Des Amorie van der Hoeven oordeelt ook, dat de bepalingen omtrent contractbreuk alleen in dringende gevallen zoq- als byv. by de koopvaardijvloot van strafrech- telyken aard kunnen zyn. Hy acht dit ontwerp een eerste stap op een geheel verkeerden weg, waarom hy de verwerping aanraadt. In het belang dor schepelingen geeft ook de heer Van der Kaay hetzelfde adviesden Minister vraagt hjj of het tweede boek van het wetboek van koophandel ook op visschersvaartuigen toepas selijk is, wat door den Minister bevestigend werd beantwoord, doch door den heer Van der Kaay bestreden wordt in weerwil der speciali teiten door den Minister aangehaald. In den heer Van de Werk vond het ont werp eindeljjk een verdediger; hy acht regeling en bestraffing van contractbreuk in het belang der visschersvloot onbetwistbaar. Er is vol strekt geen grond om onderscheid te maken tnsschen koopvaardyen en visschersschepen ook de heer Patjjn achtte deze wet noodzake lyk, en begrjjpt het verzet daartegen niet. Men beeft gezegd dat strafbepalingen op contract breuk alleen mogeljjk zyn als er een groot maatschappelijk belang by betrokken is, maar is dat niet het geval bjj de zeevisscherjjen In Engeland en Frankryk bestaan bovendien ge- Ijjke strafbepalingen, als hier worden voorge steld, en die werken daar gunstig. De heer Van der Linden wil geen staatstnsschenkomst. In weerwil van alle desertie en alle bezwaren is de zeevisschery in belang toegenomen, het getal vaartuigen en reeders is toegenomen, is dus tusschenkomst wel noodig? De vis schery is een nationaal belang maar evenzeer is het een nationaal belang, dat de strafwet zoo weinig mogelyk ingrijpt in de handelingen der burgers. De Minister van Waterstaat wyst op de noodzakelijkheid der voorgestelde bepa lingen met het oog op den toestand der vis schersvloot, waarna de Minister van Justitie verklaart, dat hjj het ontwerp kan intrekken, wegens de groote belangen, die bjj deze zaak betrokken zjjn. Als een visscher deserteert kan men niet uitvaren en door zulk eeu desertie worden de andere schepelingen broodeloos; de eerljjke visschers moeten beschermd worden; reeds dienen vele duitschers op de visschersvloot en neemt dat nog meer toe, dan zullen we spoe dig onze krachtige visscherbevolking verliezen. Verder verdedigt de Minister de partieels rege-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1881 | | pagina 1