Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. DB, NQ 2648. EID 1881. BINNENLAND. Zondax 14 Aogustss. DCHE n4e )CHE EN. mng poth IETS OVER DEN ARBEID. R w w tijd tot lyd inderen een tlaeften, begrepen, dnt O A GOUDSCHE COURANT l. te Zeul. rdrjjvend’, 1/1.90 te >t, verder depots, ening roorzien. 18 jaar. laar H. C. tche Cou- m door den Gouda. “WB gewoon wordt vruchten te verwachten, als^het lot ons met tjjdeljjke goederen gezegend heeft. Alleen vaneen volk, dat werkzaam is in alle standen der maatschappij, kan algemeene welvaart verwacht worden. Ongelukkig een 1de en te Gouda e bevragen A, aan net ke atgematheM tgeen zlju toe- wonlthljzonu- emt alles euvel ervlndt 1UJ een geconstipeerd), varm, het bloed krijgt een gee- dat ze aanslaat, |ls la de zieke «ruikt, over le - d dan eena een aak achter en fiten doen zich derde der ha- tan lljdeode la. treat den aaM en die als iS slechte srf|. enz, enz maar tgen been een aen nochtans rtel-eztract) ol lelgel, In elk averloertng la not getal der impzallge uit- >rg wordt aan- I tnlddel, zeM» Eigenaar, te ul-DepOtvoor potteken la siroosn.n. Wel verre dus van een vloek te moeten heeten, draagt de arbeid znn grooten zegen in zich zel- ven. Onnoodig is het zeker er uitvoerig op te wijzen, dat het onverbiddelijk: gjj zult werken in den aard onzer menscheljjke natuur gelegen is. Gansch het samenstel des menschely ken lichaams, zjjne spieren, zenuwen en de hoogere verrich tingen van den geest zijn bljjkbaar tot gestadi- gen arbeid bestemd, tot zinneljjke en geestelijke Krachtsinspanning, die Ijjf en ziel verfrischt en bevorderlijk is voor den levensduur, Niets is nadeeliger voor .de welvaart des volks, aldus heeft met andere woorden eens een warm volks vriend geschreven, dan wanneer aan de opvoeding GOUDA, 18 Augustus 1881. Bij Kon. besluit is verplaatst de controleur der dir. bel., invoerr. ei» acoyuseu jhr. J. L. A. van tlaeften, van Deventer naar Gouda. VERGADERING van din GEMEENTERAAD. Maandag den 15 Augustus 1881, des namiddags ten 1 ure, ten einde te behandelen De rekeningen der gesubsidieerde Instellingen van Weldadigheid dienst 1880. Het voorstel betrekkelyk de verbetering der schiet baan. Te benoemen: Eenen onderwijzer aan de le Burgerschool voor jongens. Na!ar wij vernemen heeft dé leerling der normaal school alhier O. F. Schlüter, pupil der plaatselijke vereeniging voor volksonderwijs alhier, met goed gevolg het examen afgelegd als kweekeling aan de Rykskweekschuol te Nyrpegen. Bij den grooten schiet-wedstrijd te Antwerpen aal, naar wij tot ons genoegen vernemen, ook de Goudsche schutterij vertegenwoordigd zijn. De Majoor-Kommandant, de heer D. Lulius van Goor, is daartoe reeds naar Antwerpen vertrokken, terwijl aan den wedstrijd zullen deelnemen de hh. A. van Reedt Dortland, kapt., A. van Veen, H. Jager, H. van Wijngaarden en C’. Groenendal. Donderdag jl. had in de Sociëteit «Ons Genoegen* de jaarlijksche zoogenaamde HKinder-kermis" plaats, welk feest zich helaas I niet mocht verheugen in fraai weêr. Liet het zich des morgeus goed aanzien, des middags en des avonds regende het voortdurend, zoo- dat een der eerste vereischten voor een feest in de open lucht niet aanwezig was. Konden de kinderen de eerste uren zich nog in den tuin amuseeren, later was de zaal hel toevluchtsoord voor allen en hoewel er door velen ruim genot werd gesmaakt, waa het toch niet zóó, ais men had mogen verwachten. Vele van «Om Genoegen.*’» leden gingen met hunne kleinen vroeger naar buis of bleven geheel weg en zoowel deze ah de houders vau tenten en bramen werden doe zeer teleurgesteld. H*t was jammer! Gisteren namiddag heeft de in ons vorig nommer aangekondigde groote Hardlooperij door Monsieur Dibhel* plaats gehad. Het ongunstige weêr was oor zaak dat zijne vrouw er geen deel aan nam. In tegenwoordigheid van vele toeschouwers beeft hij van 6 7*/4 tfur zesenveertig maal zonder ophoudende groote Markt rondgeloopen, van tijd tot tijd over hindernissen heenspringende. Ter terechtzitting van het Gerechtshof te ’s-Graven- hage werd Donderdag behandeld de zaak van A. E. bakkersknecht te Gouda, oud 18 jaren. Deze persoon bekende dat hij in den vroegen ochtend van 15 Mei jl. door overklirnming zich heeft begeven in een bewoond huis van zijn vroegeren meester, den bakker v. O. te Gouda, en uit een der zakken van diens broek, die in de woonkamer op eene canapé lag, heeft weggenomen een beurs met f 16. Het gestolene had hij echter overgegeven aan een ander, die hem op zijn tocht had vergezeld en van deze ontving hij slechts 4, welk geld met nog ander geld bij zyne arrestatie op hem werd bevonden. Het requisitoir strekte tot 1 jam* celstraf. Mr. Gertsen in deze als verdediger optredende, oordeelde het wettig bewijs niet geleverd omdat de bekentenis niet voldoende door de verklaringen der getuigen was bevestigd. Subsi diair wees pleiter het Hof op verzacht, omstandigheden. Het Hof deed in dezelfde zitting uitspraak en veroordeelde A. E., tot 9 maanden eepzame opsluiting. Wij meldden reeds vroegej, dat de heer A. K. van der Garden alhier tich tot verschillende gemeente besturen gewend heeft met verzoek om concessie voor den aanleg en exploitatie vau een stoomtramweg van Rotterdam naar Utrecht, thans kwam ook bij de gemeenteraden van Rotterdam, Kralingen enz. een dergelijk verzoek in. De bedoeling is zeker den stoomtramweg te doen beginnen te Rotterdam, maar niet dien aan te leggen door Rotterdam. Intusschen schijnen sommigen dat op te maken uit het adres van den heer van der Garden. In het Rotterdamsck Nieuwsblad lezen wij althans het volgende Het Donderdag in den Raad ingekomen verzoek van een ingezetene te Gouda, om concessie voor stoomtramweglynen door Rotterdam verwekte reeds terstond onder de leden eenige vroolykheid. Allen begrepen, dat men hier uitsluitend te doen had met s fatsoenlyke en. In deren tjjd des jaars, waarin onre stede lingen, te midden eener raak drukkende zomer warmte, hnn dagelykeohen arbeid te verrichten hebben en de bewoners van het platteland, soms meer nog dan zjj, in het zweet huns aanscbyns hnn brood moeten eten, zoowel in den eigenlijken als in den figuurlijken zin, in zulk een tjjd des jaars zal een woord over den arbeid onzen lezers niet geheel onwelkom zjjn. Wjj wenschen ons niet te verdiepen in god- geleerde beschouwingen; toch achten wjj het geenszins overbodig voor de honderdste maal nog eens nadrukkeljjk te protesteeren tegen de bjj velen ingewortelde meening, uit gewjjde oirkonden geput, dat de arbeid als een straf voor de zonden der menschen door Hooger macht in het leven geroepen werd. Zulk een beschouwing kan op het arbeids vermogen der burgen, op de blijmoedigheid waarmee zjj hun maatachappelyke taak aan vaarden en op de toewijding bjj het vervullen der dageljjkaène plichten een hoogst nadceligen invloed uitoefenen. Met bestendigen wrevel moet toch ieder vervuld zjjn, die de vaste over tuiging in zich omdraagt, dat hjj dageljjks als tot een harden dwangarbeid veroordeeld is, dat al zyn zwoegen en sloven om in zjjn nooddruft te voorzien niets meer dan een boe tedoening kan genoemd worden voor het jam merlijke kwaad, 't welk het eerste menschenpaar pleegde. Met een weinig gezond'verstand en een on- benevelden blik ziel men, naar *t ons voorkomt, het onhoudbare en schadelijke van zulk een meening zeer spoedig in. Of ontneemt zjj ons niet de zoo noodige zorg voor de dingen dezer wereldverstompt zjj niet de prikkels tot den arbeid, die niemand kan ontberen in den ge weldigen stryd om het stoffeljjk bestaan? Ons dunkt, het Ijjdt geen twjjfel. Men brengt het volk op een gevaarlijken weg, indien men voortgaat deze wereld als een vreemdeiingsoord te betitelen, waarin wjj niet te huis behooren. Zoolang wjj ademen op deze planeet zjjn wjj hier wel degelijk op onze plaats, moeten wjj leeren ons hier goed te huis te ge voelen en is het de hoogste levenswijsheid de handen uit de mouwen te steken, met kloeken, zin willende volbrengen wat ons als de hoogste levensplicht werd opgelegd. Alleen dan, wan neer de overtuiging algemeen ingang heeft ge vonden bjj het volk, dat arbeid de grondwet des levens is, de schoonste en verhevenste vorm, waarin het leven zioh openbaart, alleen dón kan een onmisbaar gevoel van eigenwaarde, een fier en manljjk bewustzijn van te moeten steunei op eigen krachten ontwaken, ook in de ond< lagen der maatschappij. Hierdoor vooral het aantal waarlijk vrjje en onafhankelijke burgers verbazend kunnen toenemen. der jeugd die richting wordt gegeven, dat men gewoon wordt vruchten te verwachten, waar niet gezaaid is en waarbij men geneigd wordt gelooven tot geenen arbeid verplichtte zjjn, 1 tjjdeljjke goederen gezegend Alleen van een volk, dat werkzaam ie in welvaart verwacht worden. Ongelukkig e« land, wanneer de jongelingen uit de beschaaft standen energie en wilskracht missen of zich reeds gelukkig rekenen, indien zij slechts van een matig inkomen gemakkeljjk en genoeglijk kunnen leven! Zóó is het inderdaad. Wjj herinneren ons hier het bekende verhaal van den ouden landbouwer, die aan zjjne drie luie reuen op zjjn sterf bed een belangrjjk geheim zou mededeelen. „Mjjue kin deren," zeide hjj, „er ligt een groote schat in het land, dat weldra het uwe zal wezen." De ster vende hjjgde naar adem.„Waar is dan de schat verborgen?” riepen de drie jongelingen tegeljjk.— >Ik zal hetu zeggen,, zeide de oude man: »gjj zult er naar moeten graven t Hjj kon niet meer, zjjn stem werd te zwak en hjj stierf zonder het geheim volledig medegedeeld te heb ben. Dadel jjk gingen nu de zonen met spade en houweel aan het werk op de verwaarloosde velden en Heten geen plek ondoorzocht Zjj von den geen schat, maar leerden spitten en werken, zoodat zjj een goeden oogst konden binnenhalen, omdat de grond zoo goed was losgewoeld. Aldus ontdekten zy dan schat die ia den akker ver borgen was en waarvan de >wyre vaders had gesproken. De schoone spreuk: .Arbeid adeits, een uit drukking die door haar veelvuldig gebruik by na een gemeenplaats geworden is, kan derhalve niet genoeg in herinnering worden gebracht Devljj- tige daglooner, die bjj het krieken van den morgen zjjn woning verlaat en zich haastig naar den akker spoedt; de wakkere geleerde die in zjjn rustig studeervertrek de diepzinnigste vraagstukken tracht op te lossen, wat doen zjj anders dan hunne verschillende menscheljjke vermogens oefenen? En ligt in deze ont wikkeling niet de zegen, de adel van den arbeid Voorts is het de eerljjke, volhardende arbeid alleen, die een tevreden gemoedsstemming in den mensch kan brengen. Terwjjl de vadsige klaagt en zucht en morrend de toekomst tegen- snelt, is de arbeidzame sinds lang met moedigen jjver aan den arbeid gegaan, waardoor hjj met een lied op de lippen de zwarte nevelen der toekomst veijaagt. Aan den arbeid 1 klinkt zjjn wachtwoord van den dag en hierin heeft hjj een krachtig middel gevonden, om veel leed te verzachten, ltveel angstige zorgen te verdrjjven, vele teleur- n stellingen onschadelyk te maken. 'une5;‘ Een opgewekten zin bjj onzen telkens terug- i i keerenden arbeid meenen wjj allen te mogen 11 toewenschen. Hjj toch zal zeker de meeste ware zelfvoldoening in zjjn leven genieten, die, hoe ook voortgejaagd door de roede van den plicht, steeds in den arbeid zjjn eer, zjjn kracht en zijn waarde zoekt.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1881 | | pagina 1