Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
LGEU,
146,
iambs.
de eer ter
angen, dat
:e uren de
ÊS
rio
lethode 11
EUROPA
Td. Non-
steld. Ho-
b worden
orwerpea
adlng van
Jhriftelijk
lijke gar
1881.
ieren,
terij.
LERAAR
Woensdag 31 Augustus. 2655
(LITER
>OM
f.
I
Klasse
UGUS-
>ft alechti
ig. alhier.
EL,
Vaagzjjde.
k.
EK.
ring.
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
ADVEBTENTIÊN
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN
V
i,
Gouda.
daar ter plaatse
worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTEBS
worden berekend naar plaatsruimte.
eublement;
arantie.
f 50.— met
rs. Voor be-
anderpand in
GOUDSCHECOURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDEEDAG en ZATEB-
DAG. De prijs per drie maanden is 1.25
franco per post f 1.50.
over de hooge
eindigt tusschen
haumontin de
dit plateau ééne
[olvingen; slechts
de, beekjes door
tast uitsluitend uit
ik een der graan-
vaarden pro.
verrichtingen
eloos Oosten-
ch met den
an een pro-
Loten) van-
!5 pCt,
15 pCt.
■ders tot den
•enrs verant-
ENS, MA-
1EN, enz.
torden alle
iverschillig
ekten zjjn
West heeft) zoowel naar het Noorden als naar
het Zuiden een kolossaal gezichtsveld heeft;
verder vinden we hier een fort van de tweede
orde op de hoogte van Chelles, welk fort meer
in 't bizonder net dal der Marne bestrijkt, en
eindelijk nog enkele kleinere batterijen. Door
deze fortengroep, die den insluiter dwingt zijne
bruggen over de Marne op 15 kilometer (in
rechte lijn gemeten) van Parijs te houden, ver
krijgt een uitvallend leger, gelegenheid zich
ook van uit deze zijde op de insluitings-korp-
sen in de groote Noorder-vlakte te werpen.
In het Westen vindt de positie in het Noor
den hare grens in de versterkingen, die den
7 kilometer langen, smallen heuvelrug Cormeil-
les-Sannois bekronen, welke rug het schier
eiland Argenteuil afsluit. Deze versterkingen
bretaan tut het fort van de eerste orde Cars-
neilles, waarvan de wallen zich 120 M. boven
de vlakte verheffen, én met 50 zware vuurmon
den bewapend zjjn, en verder uit eenige batte
rijen die gedeeltelijk gericht zijn naar het bosch
van Montmorency, en gedeeltelijk naar het Zui
den, ten einde mede te werken tot de verdedi
ging van het schiereiland Argenteuilhet fort
Corneilles kan, als ieder fort, naar alle zijden
vuur geven.
De twee fortengroepen Montmorency en Vou-
jours zyn van elkander gescheiden door eene
opene, onversterkte ruimte van ±18 kilometer
lengte. Dit heeft sommigen zoo verwonderd
dat men in een, niet Fransch, militair tijd
schrift, ergens in die open ruimte een fort ge-
teekend heeft, alsof dit bestondhet bestaat
echter niet, evenmin als het plan om daar een
fort te leggen. Trouwens, een fort ts daar
niet noodig; een gevaarlijk gat bestaat hier niet,
want in tweede linie vindt men daar de oude
forten de l’Est, Aubervilliers en Romainville,
en wilde een insluitend leger vóór genoemde
forten dezelfde linie komen bezetten als in 1870,
dan zouden zjjn rug en flanken zoodanig be
dreigd worden door geschutvuur en meer nog
door uitvallen, ’t zij van uit Montmorency, ’t
zij van uit Vaujours, dat de positie van de
daar geposteerde korpsen eene onhoudbare zou
zgn.
Een Duitsch schrijver meent in deze leemte
echter <le défaut de la cuirasses gevonden te
hebbenhij meent dat het niet onmogelijk
zou zgn de bekende oproerige arbeiderswijken
in 't Noorden: Montmartre, la Chapelle, Vil-
lette, Belleville enz. te bombardeerendaartoe
is echter, volgens hem noodig 1°. het nemen
van het fort Stains en het tot zwjjgen brengen
van Montmorency2°. het nemen van de forten
de l’Est en Aubervilliers en het tot zwijgen
brengen van de forten Romainville en Noisy.
Bedenkt men nu dat alleen het tot zwijgen
brengen'dezer laatste forten in 1871 nog niet
bereikt was na eene insluiting van ruim vier
maanden, dan is men het met een Fransch
schrjjver eens die in zjjn werk over de nieuwe
versterking van Parjjs van dit plan zegt; <Si
Hoe hebben Frankrijk en Duitschland zich de
lessen van den oorlog van 1870—1871 teil
nutte gemaakt?
IV.
De nieuwe vestingwerken vat Parjjs.
„Dis Befestigung van Pari» iet dós wichtige te
Ereignüz unserer Zeit" schreef Reine in 1841 uit
Parjjs; wat zou hg wel zeggen van de nieuwe
versterkingen, tot den aanleg waarvan in .1874
besloten' is Immers, moge het systeem, dat
hierbjj gevolgd is al hetzelfde zgn als dat, vol
gens hetwelk Parjjs in 1841, en later ook Ant
werpen, Straatsburg, Metz, Mainz, Keulen enz.
versterkt zgn, de toepassing van dat systeem
bjj de nieuwe versterking van Parjjs heeft op
zoo’n kolossalen voet plaats gehad, dat de ver-
geïgkt.g
Parjjs is daardoor tot de grootste verschanste
legerplaats der wereld gemaakt, en terecht, want
geen stad ter wereld heeft zulk eene strategi
sche en te geljjk politieke beteekenis't is dan
ook onverantwoordelijk dat Frankrjjk, hetwelk
milliarden francs en stroomen bloeds in vreemde
werelddeelen verspild heeft voor zaken, waar
mede het après tout, weinig of niets te maken
had, niet liever zjjn geld besteed heeft om de
versterking van Parjjs op de hoogte van den
tijd te brengen want op die hoogte was het
niet, vooral niet na de invoering van het ge
trokken geschut.
Na 1871 was nagenoeg iedereen het er dan
ook over eens, dat de versterking van Parijs ver
anderd moest worden; het „hoe” was echter
de groote vraagniet alleen ieder officier, maar
schier ieder burger had er zgn eigen plan over;
vooral onder de laatste plannen waren er na
tuurlijk zeer fantastischeDaar waren er, die
zulk'eene uitbreiding aan de versterking wilden
geven dat er een zestigtal nieuwe forten ge
bouwd moesten wordenweer anderen wilden
weinige nieuwe forten bouwen, waardoor ter
nanwernood de bestaande gebreken opgeheven
werden; het regeeringsplan, dat in hoofdzaak
bjj de uitvoering gevolgd is, lag, evenals de
waarheid, tusschen deze twee uitersten in.
Iedereen weet dat de Seine in een boog door
Parjjs stroomtverder dat de Marne even boven
Parjjs en de Oise beneden die stad (dicht bjj
Pontoise, de vaderstad van den bekenden „Ni
colas”) in de Seine vallen. Deze rivieren, die
niet weinig de beteekenis en de defensieve kracht
van Parjjs verhoogen, verdeelen den omtrek
van Parjjs in 3 sectoren, die ieder eene afzon
derlijke beteekenis hebben, en daarom ook af
zonderlijk nagegaan zullen worden.
Sector tusschen Oise en Marne (Noorder-
sector).
De voornaamste wegen, die uit het Noorden
naar Parjjs leiden (de straatwegen van Calais,
van Amiens, van Rijssel, van Maubeuge, van
Straatsburg over Metz, verder alle spoorwegen
die Parjjs met België en Duitschland verbinden)
voeren over het plateau tusschen het dal der
Oise en dat der Marne,
vlakte, die binnen Parjjz.
Montmartre en de buttes C
nahjjheid van Parjjs vormt
vlakte, schier zonder terreiaf
weinige, langzaam stroomen
snjjden dit plateau. Het bte
bouwland, en het is dan oc
schuren van het de France”; ’tis een vlak
terrein, zonder heggen, boschjes, schetmuren,
enz.; alleenstaande hoeven zjjn er zeldzaam,
de dorpen liggen ver van dkander. Op zulk
een terrein kan een insluitend leger zich niet
dan met eene sterke macht staande houden
'tis dus zaak voor den verdMiger hier de wegen
door duurzame versterkingen',,tot eigen gebruik
1841 bn de nieuwe kinderwerk vrjj te hpuden en voor den vijand af te sluiten.
f Dft te floen, en teven 8t 8#nis tegen bombar
dement te beveiligen is de speciale taak der
versterkingen in 't Noorden.
Daartoe was het in de eerste plaats noodig het
plateau van Montmorency te versterken omdat
dit, als 130 M. boven de omringende vlakte
liggende, een kolossaal overzicht over den ge-
heelen omtrek geeft (alleen in 't Westen stuit
het gezicht tegen het bosch van Montmorency,
waarvan het door een diepe kloof gescheiden is),
de uit het Noorden op Parjjs uitkomende wegen
domineert, en rondom door steile hellingen om
geven is; deze laatste omstandigheid verhoogt
de passieve sterkte der stelling in niet geringe
mate.
De stelling bestaat uit drie forten, waarvan
één van de eerste orde; ze zgn, als alle forten,
met zwaar geschut (kanonnen van 151/, centi
meter) bewapend.
Het fort Domont, met zgn neven-batterjj bjj
Blémur, is het meest vooruitgeschoven werk in
deze richting, en dus van de eerste orde; de
80 zware kanonnen van het fort en de batter jj
bestrjjken de wegen naar het Noorden en het
Noord-Oosten.
De forten van de tweede orde Montlignon en
Montmorency verdedigen het plateau in ragen
flanken.
Deze forten-groep ligt te ver van debelang-
rjjke spoor- en straatwegen af, die van uit
Compiègne, Soissons en Reims naar Parjjs voe
ren deze te bestrjjken is de taak van de forten
bjj Ecouen (met twee neven-batterjjen) en bjj
Stains, welke forten elkander wederkeerig on
dersteunen. In tweede linie ligt hierachter nog
de batterjj op de butte Pincón. Ook deze for
ten beheerschen, behalve de genoemde wegen,
de omliggende vlakte. Met vjjf forten, waar
onder één van de eerste orde, en enkele bat
terijen, te zamen niet meer voor eigen verde
diging eischende dan 5000 man, is er dus eene
sterke positie in 't Noorden verkregen.
In het Zuid-Oosten wordt de boven-beschre-
ven vlakte van st. Denis geflankeerd door het
fort van de eerste orde Vaujours, dat door zjjne
ligging op een hoogen, smallen heuvelrug (die
daar ter plaatse eene richting van Oost naar