EXTRA-NÜMMER
Bultenlandsch Overzicht.
Men seint ons uit 's Hage:
Gisteren avond Half Elf is Prins
FREDERIK overleden.
DEE
in 1825 met Prinses Louise san Pruisen, dochter
ran Frederik Wilhelm III en zuster ran dan tegen-
woordigen Duitschen Keizer, werd by tot commissaris-
generaal ran het Departement van Oorlog en tot Admi
raal van het Koninkrijk der Nederlanden benoemd.
Met onvermoeiden ijver was hij als zoodanig voor
het welzijn van rijn land werkzaam en de recrgauisatie
der weerbaarheid daarvan het gevolg.
Evenzeer toonde bij zioh ten alle tijde een vriend
en bevorderaar van kunsten en wetenschappen.
Tot grootmeester der nationale vrijmetselaarsloge geko
zen, verwierf hij zich ook in deze waardigheid door
zijne omzichtige werkzaamheid algemeene erkenning.
Toen in September 1830 de Belgische revolutie
uitbrak, nam hy het opperbevel over het leger op
zich, doch vermocht wegens de gebrekkige uitrusting
en onvoldoende persoonlijke instructie dien niet te
dempen. Hij liet zich echter niet van den weg leiden
door hen, die zijn in het begin van dien oorlog
welaangebrachte humaniteit te zacht oordeelden, doch
stelde tyu gelukkiger broeder weldra een geregeld
leger, ter sterkte van 180,000 man, ter beschikking.
Nadat zyn vader in 1840 de Koninklijke waar
digheid aan den oudsten zoon had overgedragen
ging ook Prins Frederik een partiaulier leven leiden.
Van zijn beide dochters huwde Louise, geboren den
5° Aug. 1828 met Karei XV van Zweden, Maria, ge
boren den 5* Juli 1841, met den te Neuwied
resideerenden Vorst vou Wied. In 1846 kocht bij
de in het district Liegnitz (Silezië) gelegen heerlijk-
beid Muskon, waarheen de Prins zich juist bege
ven wilde, toen zijn laatste ongesteldheid hem
dwong het bed te bonden.
De Prins was sedert 65* jaren chef van het
Kouinklyk Pruisisch infanterie-regimeut no. 15, dat
zyn naam droeg (het 2e Westfaalsche) en dat
door een roemvol verleden. in 1813 behaalde het
onverwelkbare lauweren in den slag by Belle-Alliance
eer deed aan den naam, dien liet zelf met zooveel
trots droeg.
Den 19n Juni 1816 werd Prins Frederik Groot
meester-nationaal der Orde van Vrymetselaren in
het Koninkryk der Nederlanden en de Koloniën.
Hy aauvaardde het grootmeesterschap in voor de
vrijmetselarij zorglijke tijden in vele landen van
Europa, met name in Portugal, Spanje, Italië, Beie
ren, Modena en Rusland, werden vervolgingen tegen
haar aanhangers ingesteldde Pausen Leo XII en
Pius IX gaven hun banvloeken tegen de vrymet-
selarij. De rustelooze Grootmeester deinsde echter
voor zijn zware taak niet terugmet inspanning
van al zyn kracht is hy tot bet laatste oogenblik
werkzaam geweest de maijonnieke leerstellingen te
handhaven en voor den bloei en den luister der
Orde in Nederland te waken.
19n Juni 1881 vierde de Orde zyn 65-jarig
besflrar als Grootmeester.
Hy was de Nestor der Grootmeesters. En welk
een GrootmeesterWat heeft hy niet gedaan ge
durende al den tijd, dien hy aan het hoofd dier
orde heeft gestaan F Steeds was zijn woordliefde.
Steeds was zijn hand bereid zijn medemensohen te
steunen en te helpen. Zyn schooue leuze was steeds
#Doe aan een ander hetgeen gij wilt, dat u ge
schiedt*, en zeker uiemaud heeft zich beter aan die
schoone woorden gehouden dan hy. Ontelbare malen
leverde hy daarvan de bewyzen. Zoo stichtte hij
het opvoedingsgesticht voor nagelaten kinderen van
vrijraetseUars, naar zijn beminde gemalin de «Louisa-
stiohting" geheetenhy was beschermer van die
instelling in den volsten zin des woords.
Aan de orde der Vrijmetselaren schonk hy het
Loge gebouw op den Fluweelen Burgwal te 'a-Hoge
met de rijke bibliotheek van wijlen Kloss.
'a Prinsen naam is by elk weldadigheidsgenoot-
schap, by ieder gesticht in goud gevat en de her-
iuuering aan hem zal daar ook bij verdere ge
slachten bewaard blyven. Had Prins Frederik een
vorstelyk vermogen, hij heeft ook vorstelyk welge
daan, eu wat het schoonste was, hy achtte het niet
noodig, dat men wist wat hij deed. Zulk een doode
kan niet diep genoeg worden betreurd.
Tot Wethouder te Moordrecht zyn' herbenoemd
de Heeren IJ. J. de Jong Lz. en G. A. van Hou-
weninge Ge.
Tot Ambtenaar van den Burgerlijken stand is her
benoemd de beer IJ. J. de Jong Lz., en benoemd de
Heer A. Kluit Hz.
Te Gouderak is tot Wethouder herbenoemd de Heer
J. Smits en te Berkenwoude de Heer A. Boer.
Op de paardenmarkt den 7 dezer te Zevenhuizen
gehouden waren 65 paarden aangevoerd. Daar er
veel vreemde koopers waren, gingen bijna allen tegen
matige pryzen van de hand.
Te Reeuwyk is herbenoemd als wethonder J. van
LSwren Jz., als ambtenaar van den Burgerlijken
«Stand, F. H. Bulreus Brack en J. van Leeuwen Jz.
Het begrootingscyfer in ontvangst en uitgaaf
16683.84s* Voor kosten lager onderwijs 6240.
voor hoofdelijken omslag 4650.
De Vereeniging van Weesvaders zal hare zesde
bijeenkomst houden op Woensdag 21 September,
des voormiddags ten 11 ure, in het Departements
gebouw der Maatschappij tot nut van 't Algemeen
te Amsterdam.
By de reorganisatie der politie te Amsterdam,
die in Oot. haar beslag zal hebben erlangd, verlie
zen de nachtwachts hunne betrekking. Men telt thans
met inbegrip van 9 sergeants en 37 korporaals 1
beambte van 3540 dienstjaren, 10 beambten van
3035 dienstjaren, 9 beambten van 2530 dienst
jaren, 28 beambten van 2025 dieustjaren, 31
beambten van 1520 en 131 beambten beneden
de 15 jaren diensttijd.
Burg. en Weth, stellen voor bun, die geen recht
op pensioen of wachtgeld hebben, een tegemoetko
ming in eens uit te keereu, en wel voor hen die
15 tot 20 jaren diensttijd hebben van 10en
vervolgens van elke 5 jaren diensttyd meer 10.
Zij, die van 3540 jareu diensttyd hebben, zullen
volgens die voordracht dan een gratificatie van
50 ontvangen.
Onder beschuldiging vau moedwillige brandstichting
in een gebouw, zonder dat daarby voorzien was dat
raenscheulevens in gevaar werden gebracht, stond
Douderdag voor het gerechtshof te 's-Hage terecht
W. K. 8.. oud 35 jaren, broodbakker te Overschie.
Reeds ruim zes jaren oefende hy het bakkersbedrijf
uit in -een huis op den hoek van de Zestienhoven-
sche kade en eene dwarsstraat te Overschie, wife
huis hij wel als zyn eigendom beschouwde, doch
de koopsom met de onkosten waren als hyhotheek
er op geplaatst. Den man, gehuwd en vader van
vier kinderen, ging het echter niet gelukkig hy had
ongeveer 2000 schuld, werd voor de voldoening
er van bedreigd en vervolgd en geraakte al meer
en meer in het achterspit. Om zich uit zijnen gelde-
lykeu nood te redden, kwam hij op het denkbeeld
tot brandstichting zijn toevlucht te nemen, om daar
door te trachten assurantiepeonirigen te verkrygen
en die dan tot afdoening zyuer schulden aan te
wenden. Zijne onroerende goederen waren voor
ƒ3750 en zyn inboedel voor 1200 geassureerd,
en het waren deze gelden vïaarmede hij zioh dacht
te redden. In den namiddag van 18 Juni jl. gaf.
hy uitvoering aan zyn plau door in zakkeu met
krullen in, de bakker^ vuur uit den oven te werpen
en die te plaatsen tegen houten deuren, terwijl hij
zoowel in de bakkerij als op den zolder krullen,
takkebossen en zaagsel verspreidde, met het doel
dat de brand zich daaraan zou mededeelen. Op
den zolder stak hy echter de brandbare stoffen mede
met vuur uit den oven aan. De zware rookwolken,
die weldra uit het huis opstegen, maakten den veld
wachter opmerkzaam, en dezen gelukte hei dnn ook
door emmers -.valer den brand, die zich reeds aan
de woning had medegedeeld, te blusscheu. Besch.
onder verdenking gearresteerd, bekende Donderdag
volledig zyn schuld en beleed dat hy door den nood
gedwongen zijn heil in brandstichting had gezocht.
Adv.-gen. mr. Byleveld geloofde dat het bewijs van
schuld voldoende was geleverd. Hij meende dat men
moest letten op de benarde omstandigheden waarin
besch. verkeerde en deu minderen graad van ont
wikkeling die bij hem' kou worden waargenomen.
Die omstandigheden moeten z. i. als verschoonende
worden aangemerkt, en mitsdien eischte hij eene ver
oordeeling tot 18 maanden celstraf. De verdediger
jhr. mr. Van den Bergh trachtte voor deu besch.
medelijden op te wekken, omdat men hier met een
ongelukkige te doen had. Hij ging ook van zyn kant
de omstandigheden na waaronder de misdaad ge
pleegd was, en hoopte dat een zeer geringe straf
over zijn cliënt zou worden uitgesproken.
Het Hof, in deze zaak nog t Donderdag uitspraak
doende, veroordeelde S. tot één jaar eenz. opsluiting.
De zaak van den gewezen ontvanger te Rijswijk,
K., zal den 6 October door het gerechtshof te
's-Gravenhage behandeld worden.
Tengevolge van het overlyden van Z. K. H.
Prins Frederik zonder mannelijke nakomelingen,
worden thans weder met de Staatsdomeinen ver-
eenigd de in Noord-Brabant gelegen belangrijke
domeingoederen, waarvan by de wet van Mei 1816
(Staatsblad no. 25) de opbrengsten aan Z. K. H.
waren verzekerd tot schadeloosstelling, omdat het
groothertogdom Luxemburg, aanvankelijk voor dea
Prins besterad, aan de Nederlandsche Kroon kwam.
Men zal zich herinneren dat op het XVIII
taal- en letterkundig congres te Breda door mevr.
StormVan der Chijs de bekende vinding van den
heer Bogaerts te 's Hertogenbosch, tot t reproductie van
schilderijen, zon ter sprake gebracht worden. Dat is dan
ook geschied, maar noch in de afdeeling noch later ia de
algemeene vergadering van het congres vond mevr.
8tormVan der Chys volkomen instemming met hur
gunstig oordeel over de Peinture-^Bogaerts. Zelfs trok
professor Alberdingk Thijm hare bewering in twijfel
dat de kunstschilder Robert een copie zou hebben aang*^
zien voor een origineel van zijn eigen hand. Naar aaoh
ding hiervan beklaagt zich de heer Bogaerts in een o
brief aan den heer Thym over de minachting, w-
raede over zyne vinding is gesproken. Terwijl d|
heer Bogaerts aan een ieder inzage aanbiedt van eeg
brief van den schilder Robert, waarin deze verk1--^
dat de reproductie van zyn schildery volko
geslaagd was en hy haar aanvankelijk voor het origi
had aangezien, wyst hij tevens op de aanmoeaigj
welke hij by de directeuren van verschillends
der-academien in het buitenland en tevens ook via
de gebeele Europesche en Amerikaansche pers heeft
ondervonden. En dan zou zich in het vaderhui
zijner uitvinding op een //kenniscongres" een sten
verheffen, die door een snedige vraag den laehluit
moet opwekken. De heer Bogaerts eindigt zyn schrjj.
ven met de verzekering dat hy zal blyven voort- i
werken, en weldra genade hoopt te vinden ook in de
oogen van den heer Thijm, wanneer hy de copie naar
eene beroemde schildery van Rubens gereed zal hebbel,
Het bezoek, dat de keizer ran Rutland aan dei
Duitschen keizer brengt, trekt nog zeer de aandacht
der Enropeesche pers.
Vrij algemeen komen de Dnitaohe bladen hierii
overeen, dat keizer Alexander besloten heeft zich bjj
de Duitaehe vredespolitiek aan te sluiten en af tl
zien van elke krijgszuchtige onderneming, als welker
vooratander, terecht of ten onreohte, de paatltvis.
tisohe generaal Ignatieff beschouwd wordt. De ge
ruchten over wgzigingen in het Ruisisohe kabinet
worden ook daarmede in verband gebracht. if
De gebeurtenissen zelve zulteu natuurlijk moeten
uitwjjzen, of deze optimistische beschouwing goeds
gronden beeft. Dé buitenlandsohe staatkunde
Rusland zal wel voor een groot deel worden bepi
door zijne bionenlandsehe. blaar juist daarop kun
de raadgevingen van den Duitschen keizer van gioo
invloed z|jn.
Mer. gist niet zonder grond, dat de raad
den koning en van de koniugin van Denemark
mede keizer Alexander III heeft bewogen, om
bezoek niet langer uit te stellen.
Volgens de Nordd. Allg. Zeil. zal de regeering a
den Landdag (de Pruisische regeering derhalve, niet.
die van het Dnitsehe kijk) een ontwerp voorlc~
tot herstel van het gezsutschap bij de H. S
Dit zou alleen gewensoljt worden, om gcmakkeljj
misverstand uit den weg te ruimen en in geenerlei
verband staan tot eenige oonoessie. Het laatste zal
men1 wel met eenig verstaod hebbep te lezen. Eene
concessie is dit herstel altijd, ^fiar men kan zulke
concessiën doen zonder in eenig hoofdpunt toe Ie
geven en waar het alleen te doen is om gemak
kelijker verstandhouding te bevorderen, is het zeer
zeker niet zonder belang een geregeld vertegenwoor
diger te hebben, die zioh altijd op de plaats zelve
bevindt.
Al deze zuken echter worden in Dnitsohland be
schouwd als een middel, om op de verkiezingen te
werken. Men sch|jnt dus den Rijkskanselier, met
wieu men anders zoo hoog loopt, niet te beschouwen
als zoo verstandig om te weten, dat daartoe con
cessiën van zoo geringen omvang en beteekenis n{
zeer weinig zouden baten. Toch diende men wel dit ra»
een staatsman als h|j is te onderstellen. Maar dan mort
men ook kunnen aannemen, dat bij grooter belangen iu
het oog hebben kan, dan de uitslag eener verkiezing.
Indien op kerkelijk gebied een dragelijke toestand
in het leven kan worden geroepen, zonder dat daarvoor
eenig groot beginsel ten offer wordt gebracht, dau
zou dit voor Duitsohland geen geringe weldaad zijn.
Maar daarmede zal men de beethoofden onder de
ultramontanen niet winnen. De gevolgen dus, die
deze en dergelijke maatregelen op de verkiezingen
kunnen hebben, zal een wjjs man wel büiten de
berekening laten. Althans kunnen z|j niet de groots
drijfveer wezen van onderhandelingen, die al jaren
duren.
Het Fransohe Journal officitl bevat eenige besluiten,
welke op het beheer van Algertë betrekking hebben. Zij
strekken om verschillende takken van den openbaten
dieuat aau het bestuur der kolonie te onttrekken en ze
onder het reohlstreeksch gezag van de betrokken
Eransche departementen van algemeen bestuur te plaat
sen. Tot dusver stonden zij onder het beheer van <fcn
gouverneur-generaal, die fn dit opzicht bet gezag van
minister had, behoudens verantwoordelijkheid tegeu-
over z|jn eenigen ohef, den minister van binnen-
landsche zaken. Voortaan zal h|j, voor zoover dize
diensttakken betreft, ondergesohikt zijn aan den
minister, tot wiens departement elk dier vakken
behoirt. Het Journal dei Uibati is met dezen maat-
GODDSCHE COURANT.
Snelpersdruk van A. BBINKMAN te Gouda.