J.B.BAEEEB MEIJER DIENSTBODE. INBOEDEL, KEUKENMEID Waarde Stadgenooten! ADVERTENTIÊN. blijft gevestigd te Gouda. G-oudsche Broodfabriek, Belasting op de Bonden. Genees-, Heel- en V erloskundige, eenen nellen INBOEDEL, INGEZONDEN. De Herstemming voor een Lid van den Gemeenteraad. «TÉ NNI S G E vTn G A. van REEDT DORTLAND. C. M. van REEDT DORTLAND— Adres: GOUWE No. 89. Openbare Verkooping-en te GOUDA. Openbare Verkooping Mevrouw SiM(YNS ■fdeeling der onlaugs gehouden geografische tentoon stelling te Venetië. Zoowel de kaarten van het Haagache topografisch instituut als die van het Aard rijkskundig Genootschap, gelijk ook professor Kau's kaart vau Arabië, worden bijzonder geprezen. Voorts wordt het Duitsche publiek, naar aanlei ding der Duitsche vert&liug vanHavard's boek over de doode steden der Zuiderzee, op die plaaten op merkzaam gemaakt als op een aantrekkelijke streek om eens voor een zomertochtje ten doel te strekken. Maar noodeloos angstwekkend schijnt voorloopig de by voeging, „dat met die streek weldra eeue groote verandering zal plaats hebben" wel te verstaan, „zoodra het groote werk der droogmaking vau de Zuiderzee teï hand wordt genomen." Daarvoor is immers nog geen gevaar! Sedert eenige maanden woonden te Hamburg eeu zoogenaamd koopman, Arthur Siedeberg, uit Memel, en een tuinman Andreax Lotze, uit Oost-Pruissen. Beiden maakten groote verteringen en plaatsten, zooals gebleken is, in pruissische en oostenrijk*che dag bladen advertentieu, waarin jonge meisjes als gouver nantes, huishoudsters en winkeldochters voor Londen tegen hoog salaris, en, uaar omstandigheden, met vergoeding van reiskosten, werden gevraagd. Reflec- terendeu moesten hare adressen eu photografien aan een adverteutie-bureau te Berlijn zenden. Uit alle oorden van Duitschlaud, en voornamelijk uit Saksen, melden zich jonge meisjes aan, die, volgens keuze uit de ingezonden photografien, naar Londeo werden geëxpedieerd. Daar kwamen ry echter tot de ervaring, dat de haar beloofde betrekkiugen niet anders be doelden dan haar tot een onzedelijken levenswandel te verleiden; slechts ze-r weinigen gelukte het zich aau de verleiding der medeplichtigen van boveuge- noemden hamburger advertentie-steller te ontrekken, Eindelyk kwam de pruisisebe justitie er achter, dat de adverteuties van Siedeberg en Lotze uitgingen, waarop beiden door de hamburger politie werden gearresteerd, eu, vond men ongeveer 120 dames-pho- tografien en bijna eveu zoovele brieven. In een brief aan het engelsche ministerie van Koop handel, deelt de heer R. Giffou eenige beschouwingen mede over de slechte oogstjaren. Volgens de cijfers, welke door dien staathuishoudkundige worden opge geven, leden de landbouwers in slechte oogstjaren eene schade van 14,000,000 p. st. per jaar of 6ty§ pCt. van de geheele opbrengst. Alleen op de tarwe werd 25 pCt. verloren. Daarenboven verloren de boeren nog 5,000.000 p. at. 's jaars op hun vee en 5,000,000 p. it. 's jaars wegens de verhooging, welke de arbeids- loouen ondergingen, zoodnt het geheele bedrag der geleden schade 24,000,000 p. st. of ruw berekend 10 pCt. bedraagt. Daarbij verloren zij nog (evenals in 1880) ongeveer 16,000,000 p. st., door het dalen der graanprijzen en in het daaraan voorafgaande jaar 14,000,000 p. st., zoodat het geheele verlies 44,000,000 p. st. per jaar bedraagt. Met andere woordenin de laatste 4 jaren heb ben de boereu minstens 160,000,000 p. st. verloren, waarvan 56,000,000 door sleohte oogsten. Daarvan ondervindt ook de rest van het volk de gevolgen, want zeer groot is nu het verbruik eu de invoer van voedsel, dat door iedere vermeerdering van 10 pet. 14,000,000 p. st. aan het buitenlund betaald moet worden, die men anders kon besparen. Daar uit blijkt wel, dat de consumeut vau slechte oogsten volstrekt geen voordeel heeft, maar wel geniet hy er alleen profijt van, wanueer de graanprijzen by- zonder laag zijn. (Hbl) Gouda, 20 Jauuari 1882. M. de Redacteurl By de uitgebreidheid der vier ingezonden stukken in uw no. van heden eu de vele punten, daarin behandeld, kuunen wij slechts wenken geven en enkele opmerkingen maken, om niet te veel van uwe (zoo wy vertrouwen) besohikbare ruimte te vergen, U voorloopig dank zeggende voor de opname dezer regelen. Mochten nog meerderen zich geroepen ge voelen, de Goudsche Kiesvereeniging of haren Can- didaat ia Uw blad te bestryden, dan zal de G. K. buiten machte zijn, zich daartegen yóór den dag der verkiezing te verdedigen, aaugezien Uw volgend no. eerst na de sluitiug der stembus verschynt. De heeren mr. J. Forto ij n Droogleever en Bónte (door onderteekening hunner stukken verdienen zij het eerst genoemd te worden^ zijn beiden bekommerd, de eerste over het onderwys alhier, de tweede over de algemeene richting van den Caudidaat. Wat het onderwys alhier betreft, is door niemand ter vergadering gezegd, dat daaraau niets meer te ver beteren zou vallen, maar was men overtuigd dat de Candidaat der G. K., gekozen wordende, niet bij machte was, gesteld, dat hy het beproefde die verbeteringen tegeu te honden. Zes jaren ge leden scheen de Vereeniging daarvau niet over tuigd; maar als wij de toen gevoerde disoussiëu na gaan, dan kon den Heer Hoogenboom geen enkele daad worden verweten, waaruit blijken zou, dat hij als raadslid het openbaar ouderwijs had bestreden. Hetgeen ten zijne nadeelen is aangevoerd, was een particulier gesprek, door een zijner bestrijders medegedeeld. Meent mr. J. F. Dr. dat twee leden der G. K. hunnen plicht als leden van „Volksonderwijs" hebben verzaakt, dan is tot ontwikkeling dier meening eene vergadering van laatstgemelde vereeniging de meest geschikte plaats. De heer Bonte kan gerust zijn. De G. K. wil niet naar den ouden tijd terug. Ook de heer Bonte wil niet iemand van tegenovergestelde richting uit een regeeringslichaam weren, mits zyne burgerdeugden hem recht op die plaats geven. Aldus oordeelden ook de kiezers, toen gij den heer Hoogenboom in den raad kozen. De beschrijving des heeren Bonte van de ideëen iu de G. K. over het „alleen zaligmakende" IJsel- water moet blijkbaar strekken, die vereeniging van overdrijving te beschuldigen. Toch acht bij het waarschijnlijkdat de heer lJssel de Schepper uu zelf overtuigd is, dut gezuiverd IJselwater bewezen is, het eeuig bereikbare te zijn. De beer Bonte bewijst daardoor zelf, dat de G. K. van den beginne af een vrij juiste blik in deze zaak heeft gehad. Had* de heer IJ. de S. gezegdwat de heer Boute by dien heer waarsch\inlijk acht, en daaraau toe gevoegd voorstander eener leiding van dit gezuiverd IJselwater te zyn, zyne verklaring ware minder onbestemd en zijne Gaudidatuur voor de G. K. meer aauuemelyk geweest. Overigens doet het ons genoegen, dat de heer Bonte de voorstelling door den heer A. v. D. in de vergadering der G. K. gegeven niet onjuist noemt. Een Kiezer heeft anoniem de waarheid gezegd, dat het besproken schotschrift te veel de eer der bespreking was aaugedaau, doch daaraan toe gevoegd de onwaarheiddar iets in ons zou ziju wat den schrijver gelijk gaf. Waarom streed de G. K. indertijd voor de open baarheid van de zittingen der Kamer van Kpop- handel? Om bij periodieke aftredingen te weten, wie der aftredeude leden zij moeht herkiezen en wie niet. Heeft dit met|lf kwestie der liberaliteit iets te maken, o kiezer Bedoelde kiezer schijnt ujven lezers te willen doen gelooven, dat de G. K. verklaard heeft: niet liberaal te willen zijn. Heeft hy het verslag onzer verga dering gelezen, dan vragen wyIs hier onkunde of kwade trouw iu het spel En eindelyk de 4e bestrijder: een Goudsch burger. Deze heft eeu lijkzang aan, naur aanleiding van de uitdrukking: „een onbewaakt oogeublik" waar mede een lid der G. "K. gemeend heeft, zijne dwaling van 1875 te moeten erkennen. De er kentenis, toen gedwaald te hebben, is hier hoofdzaak. Als wij nagaan, hoe moeielyk de besten onzer soms eene dwaling erkennen, mogen wij, waar die dwaling hier openlijk werd erkend, niet vitten op de be woordingen, waariu die verklaring was vervat, al zou iemand die geen lid van Volksonderwijs was, wellioht eene andere uitdrukking hebben gekozen. Of de heer Messenmaker door dien burger hier te pas gebraoht, ook viel in een onbewaakt oogeublik, doet bier niets ter zake. Toch kau het ziju nut hebben te vermeldeu, dnjt de heer Messemaker de meerderheid van de stemmen der aanwezige kiezers op zich vereenigde, doch, daar 5 andere oandidaten meer -Remmen hadden, viel. Dat eene Candidal uur van dieWSer later niet iu de G. K. slaagde, werd grootendeels veroorzaakt, door de algemeene bekend heid, dat hy toen niet genegen was eene Candi- datuur te aanvaarden. Dat eenige vrienden van den heer M. de G. K. verlieten, was niet verstandig. Anderen, evenzeer vrienden, bleven. En na ons slotwoord. Wij verbazen ons, dat het terugkomen van eene dwaling, iets wat in het individu, in den enkelen mensch, als edel wordt geroemd, in eene vereeniging van individuën wordt afgekeurd.Eene vereeniging van feilbare menschen kan nooit onfeilbaar zyn. Indien in Gouda één kiezer onze vereeniging blin delings volgde en na van die dwaling was geuezen, wij zonden er ons in verheugen, 't Is echter niet waarschijnlijk, dat zulk eeu kiezer te vinden zon zyn. Neen, het kiezen zy en blyve eene zelfstan dige daad van elk denkend kiezer. En al ware het wat zeer waarschijnlijk is, dat de heer C. Hoogen boom, onze Candidaat, niet gekozen werch, al ware het zeifs wat zeer onwaarschijnlijk is, dat die keuze de laatste daad der Goudsche Kiesvereeniging was, dan zouden hare leden met fierheid op deze laatste daad, als op eeue daad van rechtvaardigheid mogen terugzien. Gelukt het hun niet, een oud lid van den Gemeenteraad, pos allen bekend, te herstellen in het ambt, waaruit by iu 1875 op onvoldoende gronden is verwijderd, zij kunnen Jton, voor zoo verre zij ter goeder trouw aldus handelden, meteen gerust geweten zeggen „Alles verloren, behalve de eer 1" BE8TUURDEREN DER GOUDSCHE KIESVEREENIGING. M. de Redacteur In antwoord op het ingezondtn stukje, opgenomen in uw vorig nummer, onderteekend door mr. J. Foituyu Droogleever, dieue,'dat wanneer het gevoe len van schrijver doorging het zeer gevaarlijk zoude zijn bestuurslid van twee verschillende vereenigingen te wezeu. Immers zoude meu telkens iu botsing geraken roet de particuliere belangen van andere vereenigingen, indien men zijue gevoelens op eeue vergadering zoude ontwikkelen. De plaatselijke vereeniging tot bevordering van Volksonderwijs heeft tot heden geene pogingen ge daan om ingrijpende verbeteringen in het school wezen tot stand te brengen en verbiudt hare leden niet om alle andere zaken om harentwille ter zijde te stellen. Op dit oogeublik weegt de behoefte aan eene waterleiding het zwaarste en aangezien* de heer Hoo genboom daarvan een beslist voorstander is en wy daarentegen met grond kunnen twijfelen aan de ge zindheid van dr. IJssel de Schepper te dien opzichte, hebben wy eerstgeuoemden Kandidaat gesteld. De heer mr. J. Fortuyn Droogleever herinnert dat het onderwys nog veel te wenschen overlaat. Dit toegegeven, blijft de vraag over, zal de heer IJssel de Schepper daarin zooveel verbetering bren gen P Heeft die heer, als lid van bet bestuur der afdeeling Volksonderwijs getoond zooveel ijver te bezitten, dat wij, van hem ingrijpeude voorstellen kunnen verwachten P Wy gelooven het niet en begrijpen de verstoorde stemming vau den heer mr. J. Fortuijn Droogleever evenmin. Met achting (Jwe Dienstw. H. J. WENNEKES. Mozes van DANTZIG. Mijnheer de Redacteur I In 1875 werd de heer C. Hoogenboom door de Goudsche Kiesvereeniging onwaardig verklaard om de belangen der Goudsche Burgerij iu den Gemeen teraad voor te staan. In 1882 komt de heer M. van Dantzig verklaren, dat dat geschied is iu een „onbewaakt oogenblik Een „Goudsch kiezer" heeft den heer M v. Dantzig daarover zeer terecht in de laatst-uitgekomen Goud sche Courant faire genomen eu eenigszins mij het gras voor de voeten weggemaaid. Maar toch wilde ik noch opmerken dat het wel vreemd is dat er bijna zeven jaren moeten verloopen voor men be merkt dat de heer Hoogenboom zoo'n geschikt lid van den Raad was. Noch toen de bh. Messe maker eu Goedewaagen uit den Raad geweerd werden, noch toen er een poging gedaan werd om de hh. Post Drost en Dr. van Iterson als raadsleden te doen vallen, noch toen de heer Snel de gemeente verliet, noch ook by de eerste verkiezing in de va cature Remy werd er in de Goudsche Kiesvereeni ging over den heer Hoogenboom gedacht. Dat „onbewaakte oogenblik" komt dus zeer verdacht voor en 't ware beter ronduit te zeggen wij willen den Candidaat van Gemeentebelang niet steunen omdat onze Candidaat gevallen il, dan te spreken over „onbewaakte oogenblikken" en „loyaliteit". Nu de Roomsoh-Katholieken in den Heer Hoogenboom hun man meenen gevonden te hebben, nu eerst bemer ken de leden der Goudsche Kiesvereeniging zyn verdienste en in de hoop door de stemmen der Roomsch-Katholieken den Candidaat ran Gemeente belang te weren, steunen zij een Candidaat wiens beginselen lijnrecht met de hunne in strijd zyn. Waar is de goede trouw dier vereeniging gebleven? Mogen de Goudsche kiezers toonen dat zij de Goud sche Kiesvereeniging op dien weg niet willen volgen Mynheer de Redacteur, In de N. Goudsche Courant leest men: Hy (de heerkC. Hoogenboom) was als kandidaat der (Goudsche Kies-) Vereeniging vroeger raadslid geworden. Men traoht nu op deze wyze het kandidaat stellen te verdedigen, doch dat is een onjuistheid. De heer C. Hoogenboom werd in Juli 1872 in herstemming tegen den heer J. van Berk tl, kandi daat der R. K. Kiesvereeniging, lid van den Raad, in de vacature vau Gennep. De uitslag dezer verkiezing gaf aan een ige heeren juiat de reden in de hand, om de Goudsche Kies vereeniging op te richten. Het stellen van den heer C. Hoogenboom i» dus wel consequent. M. de Redacteur De handelwijze der Goudsche Kiesvereeniging is in uw laatste nr. in verschilleude stukken gekarakteri seerd en in het juiste licht gesteld. Toch verzoek ik u nou: om eenige weinige plaatsruimte om op het volgende te wyzen. De heeren der Goudsche Kiesvereeniging willen bly- keus haar laatste vergadering in den Raad voor standers eener waterleiding brengen. Maar waar om P De concessie werd reeds verleend en wanneer deG. K. daarop mocht willen antwoorden: zoolang die er niet ist zyn wij niet gerust, dan moet ik toch zeggen dat de G. K. en hare leden zeer kort van memorie zijn. In de maand November jl. toch riep de G. K. met ophef alle belangstellenden op om te komen op een soort meeting door haar belegdwaar men zou hooren spreken overde fVHerleiding. De bepaalde avond kwam en wat gebeurt er P Het Bestuur der Goudsche Kiesvereenigingdat de liedeu had uitgenoodigd, moest hen toevoegen Gy kunt allen wi-êr onverrichter zake naar huis gaan, want niet wij hebben u iets te zeggen, maar een onzer leden en juist deze istoevallig afwezig. Dit afwezige lid was de heer M. vau Dantzig, dezelfde die op de laatste vergadering aan de dis- cussien deelnam. Enfin, het Bestuur sloeg geen schoon figuur, tnaur er werd toch door dezen eu genen iets gezegd, waaruit ongerustheid bleek over de tot standkoming der waterleiding totdat (meu zie het Verslag der vergadering in de Goudsche Courant van Woeusdag 23 November) de heer L. van Dantzig opstoud eu duidelyk eu klaar betoogde, dat er geen grond was voor de vrees, dat de waterleiding niet zou komen, daar de waterleiding eerst iu Decem ber 1882 moet worden geleverd eu de concessional ris dit in 8 maanden alles zegt te kuuneu maken. Bovendien was er, zeide apr., 25000 door den concessionaris gestort, wat de concessionaris uitt gemakkelijk zou prijsgeven. Deze verklaring stelde de gemoederen gerust en niemand uitte meer een placht, ieder gaf stilzwijgend toe het is zoo, 25000 'g te gooien zal de couoessiouaris niet doen. En nu twee maanden later is men dat alles ver geten en redeneert weêr eu oreert weêr als r-eda jaren achtereen en roept slechts om eeue waterleiding en daarom alleen. Het mo»*t bevreemding wekken, dat de heer E. L. E. van Dantzig, die én iu de vergadering van 21 November jl. én in die van 16 Januari jl. zioli van eeu goede zyde deed kennen door duidelyk en iu flinke taal de puntjes op de te zetten, niet Maandag jl. ten slotte nog eens bet woord vroeg om aan te toonen, dat zijn medeleden niet alleen op het punt der onderwijs-quaestie, maar ook op dat der waterleiding-zaak de bal deerlijk missloegen. Het is jammer dat hij zulks niet deed. Immers, bet zou hoogst belangrijk zyn geweest oin te zien in welke bochten de vereeniging zich dan weêr zou gewrongen hebben, ten einde zich ook uit dat moei lijke geval te reddeu. Z. Z. Burgemaettcr eu Wethouder» van Gouda iu orer- weglug nemende, dat bij art, 2 der reroideninpc op de invordering der belaiting op de houden, vnstge- iteld door den raad dier gemeente den 8 October 1875, aau eigenaar» of bezitters dezer dieren oe ver plichting i» opgelegd om da»rvan jaarlijks in de maand Januari aangifte en betaling der bela»tiug te doen. Herinneren deu belanghebbenden aau die bepaling met uitnoodiging de gevorderde aangifte en betaling binnen den daarvoor getielden termijn te doen, ten einde beboeting te voorkomen. Gouda, den 21 Januari 1882. Burgemeester en Wethouder» voornoemd VAN BBRGBN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. Hedeu overleed in het St. Catharina Gasthuis alhier WILHELMINA ELISABETH BEGEER, na een langdurig en geduldig ljjden in den ouderdom van 23 jaren. Dankbetuiging wordt bij deze toegebracht aan Docter ROMEIJN, den Directeur den Heer RASCH en Echtgenoote en het Dienstpersoneel van voornoemd Gasthuis, voor de liefdevolle en gedienstige behandeling aan de overledene ge durende hare ziekte betoond. De Familie, Gouda, BEGEER en 20 Januari 1882. Van OUDSHOORN. Gevoelig voor de talrijke bewijzen van belangstelling, bjj gelegenheid van hun 40-Jarig Jnbilé van verschillende zijden, zoowel van bui ten als binnen de gemeente, ondervonden, be tuigen ondergeteekenden daarvoor aan allen hnnnen hartelijken dank.' Jb. BORKUS. W W. BORKUS- van der Voorde. Gouda, 19 Januari 1882. Voor de talrijke bewjjzen van deelne ming, ontvangen bjj het overlijden van ons jongste Kindje, betuigen wij onzen hartelijken dank. Gouda, 22 Jan. 1882. van Veen. Gisteren werd na eene korte ziekte de Tim merman C. GROENENDAL door den dood aan zijne Vrouw en vjjf hulpbehoevende Kinderen ontrukt. Uit achting voor den braven huis vader, die ook in ruimer bring gunstig bekend stond, hebben de Ondergeteekenden zich vtgr- eenigd om voor de diepbeproefde Weduwe en hare Kinderen U we liefdadigheid in te roepen en U voor hen een kleine wekelijksehe bijdrage af te smeeken. Dat de Vader van Weduwen en Weezen hunne pogingen door Uwe liefderijke gaven steunen, is de wensch van V. BERLIJN. J. W. BRAKEL. W. J. v. d. BEN. Gouda, 19 Januari 1882. Nog onder den indrnk van het smar telijk verlies van onzen geliefden Vader en Be- huwdvader, trof ons heden de gevoelige slag van het onverwacht afsterven, doch voorzien van de HH. Sacramenten, zjjner dierbare Echt genoote, onzer geliefde Moeder en Behuwd- moeder, Mejuffrouw HENDRICA MEEUW1S, Weduwe van den Heer FRANCISCUS LIE- VEGOED, in den ouderdom van ruim 66 jaren. W. P. LIEVEGOED, Religieuse. Jos. A. VERHEIJEN. Gouda, 19 Januari 1882. Met FEBRUARI gevraagd eene fatsoenlijke DIENSTBODE, die een Burgerpot kan Koken, loon 9Q met ƒ26 waschgeld. Brieven franco onder letters J. L. aan het Advertentiebureau van A. KOK &Comp., Boek en Kantoorhandel te Gouda. Op DINSDAG 24 JANUARIJ 1882, des morgens te 9 uren, aan het Huis, Wjjk M. No. 243 aan de Houtmansgracht, van eenen waaronder gewerkt GOUD en ZILVER en een JUWEELEN BOOT, en voorts TIMMER MANSGEREEDSCHAPPEN; Nieuw GLAS- en AARDEWERK, eene groote partjj KLOM PEN, enz. Daags te voren van 9 tot 12 en van 2 tot 4 uren te zien. En op DINSDAG 3L JANUARI 1882, des morgens te 9 uren aan het Huis, Wijk E. No. 100 aan den Kleiweg, van: TAFELS, STOE LEN, BANKEN, GLASWERK, TOONBANK met Pomp, GEREEDSCHAPPEN, FUST- WERK, enz. En onmiddellijk na afloop daarvan aan het Lokaal Wjjk K. No. 255 aaii de Po- perstraat, van waaronder CHIFFONNIÈRE, LINNENKAST, SECRETAIRE, BUREAU, KABINET, LEDI KANTEN, BEDDEN en BEDDEGOED; eenig gewerktGOUDen ZILVER; GEREEDSCHAP PEN enz. Daags te voren van 9 tot 12 en van 2 tot 4 uren te zien. Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten Kantore van den Notaris W. J. FORTUIJN DROOGLEEVER te Gouda. öp MAANDAG 13 FEBRUARI 1882, voorm. ten Elf ure, ten overstaan van notaris Ma. KIST te Gouda, in het logement «dk Paauw» aldaar, van No. 1. een HEERËNHUIS met ERF en TUINTJE, aan de Turfmarkt, wijk H. uo. 89, te Gouda. Bevattende drie groote en drie kleinere Kamers, lichten Gang, mimen Zol der en allerlei gemakken. Te aanvaarden 1 MEI 1882. No. 2. eene welbeklante HERBERG met STAL HOUDERIJ, genaamd Burgerlust'Boschbicr- hutt, in den Vogelenzang, wijk M. Nos. 75 en 77, te Gouda. Bevattende ruime Gelag kamer, Woonkamers, groot Koetshuis met Stalling, open Erf, enz.; groot te zamen 200 Ellen. Te aanvaarden 1 APRIL 1882. No. 3 en 4. twee WOONHUIZEN en ERVEN, waarvan een in het St. Anthonieklooster G. No. 119; en eeu op het Regulierswatertje aau den Raam, O. No. 213, te Gouda. te Gouda, vraagt tegen l MEI a. s, eene ZINDELIJKE Adres met franco Brieven of in Persoon. Wegens CONCURRENTIE groote AFSLAG. Van af MAANDAG 16 dezer zjjn de prijzen van goed wichthoudend en voedzaam Brood als volgt Gewoon KRENTENBROOD 0.21 p. Ko.. lste soort GEBUILD - 0.19 2de soort of BRUIN BROOD - 0.17 »- flfLRWE BROOD - 0.14 Verkrijgbaar in de bekende depöts en wordt ook van uit de Fabriek tot denzelfden prjjs aan huis bezorgd. adres Spieringstraat F. 49, H. VAN DEN DOOL.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1882 | | pagina 2