J.B.BAEEEB MEIJER
DIENSTBODE.
INBOEDEL,
KEUKENMEID
Waarde Stadgenooten!
ADVERTENTIÊN.
blijft gevestigd te Gouda.
G-oudsche Broodfabriek,
Belasting op de Bonden.
Genees-, Heel- en V erloskundige,
eenen nellen INBOEDEL,
INGEZONDEN.
De Herstemming voor een Lid van
den Gemeenteraad.
«TÉ NNI S G E vTn G
A. van REEDT DORTLAND.
C. M. van REEDT DORTLAND—
Adres: GOUWE No. 89.
Openbare Verkooping-en
te GOUDA.
Openbare Verkooping
Mevrouw SiM(YNS
■fdeeling der onlaugs gehouden geografische tentoon
stelling te Venetië. Zoowel de kaarten van het
Haagache topografisch instituut als die van het Aard
rijkskundig Genootschap, gelijk ook professor Kau's
kaart vau Arabië, worden bijzonder geprezen.
Voorts wordt het Duitsche publiek, naar aanlei
ding der Duitsche vert&liug vanHavard's boek over
de doode steden der Zuiderzee, op die plaaten op
merkzaam gemaakt als op een aantrekkelijke streek
om eens voor een zomertochtje ten doel te strekken.
Maar noodeloos angstwekkend schijnt voorloopig de
by voeging, „dat met die streek weldra eeue groote
verandering zal plaats hebben" wel te verstaan,
„zoodra het groote werk der droogmaking vau de
Zuiderzee teï hand wordt genomen." Daarvoor is
immers nog geen gevaar!
Sedert eenige maanden woonden te Hamburg eeu
zoogenaamd koopman, Arthur Siedeberg, uit Memel,
en een tuinman Andreax Lotze, uit Oost-Pruissen.
Beiden maakten groote verteringen en plaatsten, zooals
gebleken is, in pruissische en oostenrijk*che dag
bladen advertentieu, waarin jonge meisjes als gouver
nantes, huishoudsters en winkeldochters voor Londen
tegen hoog salaris, en, uaar omstandigheden, met
vergoeding van reiskosten, werden gevraagd. Reflec-
terendeu moesten hare adressen eu photografien aan
een adverteutie-bureau te Berlijn zenden. Uit alle
oorden van Duitschlaud, en voornamelijk uit Saksen,
melden zich jonge meisjes aan, die, volgens keuze
uit de ingezonden photografien, naar Londeo werden
geëxpedieerd. Daar kwamen ry echter tot de ervaring,
dat de haar beloofde betrekkiugen niet anders be
doelden dan haar tot een onzedelijken levenswandel
te verleiden; slechts ze-r weinigen gelukte het zich
aau de verleiding der medeplichtigen van boveuge-
noemden hamburger advertentie-steller te ontrekken,
Eindelyk kwam de pruisisebe justitie er achter, dat
de adverteuties van Siedeberg en Lotze uitgingen,
waarop beiden door de hamburger politie werden
gearresteerd, eu, vond men ongeveer 120 dames-pho-
tografien en bijna eveu zoovele brieven.
In een brief aan het engelsche ministerie van Koop
handel, deelt de heer R. Giffou eenige beschouwingen
mede over de slechte oogstjaren. Volgens de cijfers,
welke door dien staathuishoudkundige worden opge
geven, leden de landbouwers in slechte oogstjaren eene
schade van 14,000,000 p. st. per jaar of 6ty§ pCt.
van de geheele opbrengst. Alleen op de tarwe werd
25 pCt. verloren. Daarenboven verloren de boeren
nog 5,000.000 p. at. 's jaars op hun vee en 5,000,000
p. it. 's jaars wegens de verhooging, welke de arbeids-
loouen ondergingen, zoodnt het geheele bedrag der
geleden schade 24,000,000 p. st. of ruw berekend
10 pCt. bedraagt. Daarbij verloren zij nog (evenals
in 1880) ongeveer 16,000,000 p. st., door het dalen
der graanprijzen en in het daaraan voorafgaande jaar
14,000,000 p. st., zoodat het geheele verlies
44,000,000 p. st. per jaar bedraagt.
Met andere woordenin de laatste 4 jaren heb
ben de boereu minstens 160,000,000 p. st. verloren,
waarvan 56,000,000 door sleohte oogsten. Daarvan
ondervindt ook de rest van het volk de gevolgen,
want zeer groot is nu het verbruik eu de invoer
van voedsel, dat door iedere vermeerdering van 10
pet. 14,000,000 p. st. aan het buitenlund betaald
moet worden, die men anders kon besparen. Daar
uit blijkt wel, dat de consumeut vau slechte oogsten
volstrekt geen voordeel heeft, maar wel geniet hy
er alleen profijt van, wanueer de graanprijzen by-
zonder laag zijn. (Hbl)
Gouda, 20 Jauuari 1882.
M. de Redacteurl
By de uitgebreidheid der vier ingezonden stukken
in uw no. van heden eu de vele punten, daarin
behandeld, kuunen wij slechts wenken geven en
enkele opmerkingen maken, om niet te veel van uwe
(zoo wy vertrouwen) besohikbare ruimte te vergen,
U voorloopig dank zeggende voor de opname dezer
regelen. Mochten nog meerderen zich geroepen ge
voelen, de Goudsche Kiesvereeniging of haren Can-
didaat ia Uw blad te bestryden, dan zal de G. K.
buiten machte zijn, zich daartegen yóór den dag
der verkiezing te verdedigen, aaugezien Uw volgend
no. eerst na de sluitiug der stembus verschynt.
De heeren mr. J. Forto ij n Droogleever en Bónte
(door onderteekening hunner stukken verdienen zij
het eerst genoemd te worden^ zijn beiden bekommerd,
de eerste over het onderwys alhier, de tweede over
de algemeene richting van den Caudidaat. Wat het
onderwys alhier betreft, is door niemand ter
vergadering gezegd, dat daaraau niets meer te ver
beteren zou vallen, maar was men overtuigd dat
de Candidaat der G. K., gekozen wordende, niet
bij machte was, gesteld, dat hy het beproefde
die verbeteringen tegeu te honden. Zes jaren ge
leden scheen de Vereeniging daarvau niet over
tuigd; maar als wij de toen gevoerde disoussiëu na
gaan, dan kon den Heer Hoogenboom geen enkele
daad worden verweten, waaruit blijken zou, dat hij
als raadslid het openbaar ouderwijs had bestreden.
Hetgeen ten zijne nadeelen is aangevoerd, was
een particulier gesprek, door een zijner bestrijders
medegedeeld.
Meent mr. J. F. Dr. dat twee leden der G. K.
hunnen plicht als leden van „Volksonderwijs"
hebben verzaakt, dan is tot ontwikkeling dier meening
eene vergadering van laatstgemelde vereeniging de
meest geschikte plaats.
De heer Bonte kan gerust zijn. De G. K. wil
niet naar den ouden tijd terug. Ook de heer Bonte
wil niet iemand van tegenovergestelde richting uit
een regeeringslichaam weren, mits zyne burgerdeugden
hem recht op die plaats geven. Aldus oordeelden
ook de kiezers, toen gij den heer Hoogenboom in
den raad kozen.
De beschrijving des heeren Bonte van de ideëen
iu de G. K. over het „alleen zaligmakende" IJsel-
water moet blijkbaar strekken, die vereeniging van
overdrijving te beschuldigen. Toch acht bij het
waarschijnlijkdat de heer lJssel de Schepper uu
zelf overtuigd is, dut gezuiverd IJselwater bewezen
is, het eeuig bereikbare te zijn. De beer Bonte
bewijst daardoor zelf, dat de G. K. van den beginne
af een vrij juiste blik in deze zaak heeft gehad.
Had* de heer IJ. de S. gezegdwat de heer Boute
by dien heer waarsch\inlijk acht, en daaraau toe
gevoegd voorstander eener leiding van dit gezuiverd
IJselwater te zyn, zyne verklaring ware minder
onbestemd en zijne Gaudidatuur voor de G. K.
meer aauuemelyk geweest. Overigens doet het ons
genoegen, dat de heer Bonte de voorstelling door
den heer A. v. D. in de vergadering der G. K.
gegeven niet onjuist noemt.
Een Kiezer heeft anoniem de waarheid gezegd,
dat het besproken schotschrift te veel de eer
der bespreking was aaugedaau, doch daaraan toe
gevoegd de onwaarheiddar iets in ons zou ziju wat
den schrijver gelijk gaf.
Waarom streed de G. K. indertijd voor de open
baarheid van de zittingen der Kamer van Kpop-
handel? Om bij periodieke aftredingen te weten,
wie der aftredeude leden zij moeht herkiezen en
wie niet. Heeft dit met|lf kwestie der liberaliteit
iets te maken, o kiezer
Bedoelde kiezer schijnt ujven lezers te willen doen
gelooven, dat de G. K. verklaard heeft: niet liberaal
te willen zijn. Heeft hy het verslag onzer verga
dering gelezen, dan vragen wyIs hier onkunde
of kwade trouw iu het spel
En eindelyk de 4e bestrijder: een Goudsch burger.
Deze heft eeu lijkzang aan, naur aanleiding van
de uitdrukking: „een onbewaakt oogeublik" waar
mede een lid der G. "K. gemeend heeft, zijne
dwaling van 1875 te moeten erkennen. De er
kentenis, toen gedwaald te hebben, is hier hoofdzaak.
Als wij nagaan, hoe moeielyk de besten onzer soms
eene dwaling erkennen, mogen wij, waar die dwaling
hier openlijk werd erkend, niet vitten op de be
woordingen, waariu die verklaring was vervat, al
zou iemand die geen lid van Volksonderwijs was,
wellioht eene andere uitdrukking hebben gekozen.
Of de heer Messenmaker door dien burger hier te
pas gebraoht, ook viel in een onbewaakt oogeublik,
doet bier niets ter zake. Toch kau het ziju nut
hebben te vermeldeu, dnjt de heer Messemaker de
meerderheid van de stemmen der aanwezige kiezers
op zich vereenigde, doch, daar 5 andere oandidaten
meer -Remmen hadden, viel. Dat eene Candidal uur
van dieWSer later niet iu de G. K. slaagde, werd
grootendeels veroorzaakt, door de algemeene bekend
heid, dat hy toen niet genegen was eene Candi-
datuur te aanvaarden. Dat eenige vrienden van den
heer M. de G. K. verlieten, was niet verstandig.
Anderen, evenzeer vrienden, bleven.
En na ons slotwoord.
Wij verbazen ons, dat het terugkomen van eene
dwaling, iets wat in het individu, in den enkelen
mensch, als edel wordt geroemd, in eene vereeniging
van individuën wordt afgekeurd.Eene vereeniging
van feilbare menschen kan nooit onfeilbaar zyn.
Indien in Gouda één kiezer onze vereeniging blin
delings volgde en na van die dwaling was geuezen,
wij zonden er ons in verheugen, 't Is echter niet
waarschijnlijk, dat zulk eeu kiezer te vinden zon
zyn. Neen, het kiezen zy en blyve eene zelfstan
dige daad van elk denkend kiezer. En al ware het
wat zeer waarschijnlijk is, dat de heer C. Hoogen
boom, onze Candidaat, niet gekozen werch, al ware
het zeifs wat zeer onwaarschijnlijk is, dat die
keuze de laatste daad der Goudsche Kiesvereeniging
was, dan zouden hare leden met fierheid op deze
laatste daad, als op eeue daad van rechtvaardigheid
mogen terugzien. Gelukt het hun niet, een oud lid
van den Gemeenteraad, pos allen bekend, te herstellen
in het ambt, waaruit by iu 1875 op onvoldoende
gronden is verwijderd, zij kunnen Jton, voor zoo verre
zij ter goeder trouw aldus handelden, meteen gerust
geweten zeggen „Alles verloren, behalve de eer 1"
BE8TUURDEREN DER GOUDSCHE
KIESVEREENIGING.
M. de Redacteur
In antwoord op het ingezondtn stukje, opgenomen
in uw vorig nummer, onderteekend door mr. J.
Foituyu Droogleever, dieue,'dat wanneer het gevoe
len van schrijver doorging het zeer gevaarlijk zoude
zijn bestuurslid van twee verschillende vereenigingen
te wezeu. Immers zoude meu telkens iu botsing
geraken roet de particuliere belangen van andere
vereenigingen, indien men zijue gevoelens op eeue
vergadering zoude ontwikkelen.
De plaatselijke vereeniging tot bevordering van
Volksonderwijs heeft tot heden geene pogingen ge
daan om ingrijpende verbeteringen in het school
wezen tot stand te brengen en verbiudt hare leden
niet om alle andere zaken om harentwille ter zijde
te stellen.
Op dit oogeublik weegt de behoefte aan eene
waterleiding het zwaarste en aangezien* de heer Hoo
genboom daarvan een beslist voorstander is en wy
daarentegen met grond kunnen twijfelen aan de ge
zindheid van dr. IJssel de Schepper te dien opzichte,
hebben wy eerstgeuoemden Kandidaat gesteld.
De heer mr. J. Fortuyn Droogleever herinnert
dat het onderwys nog veel te wenschen overlaat.
Dit toegegeven, blijft de vraag over, zal de heer
IJssel de Schepper daarin zooveel verbetering bren
gen P Heeft die heer, als lid van bet bestuur der
afdeeling Volksonderwijs getoond zooveel ijver te
bezitten, dat wij, van hem ingrijpeude voorstellen
kunnen verwachten P
Wy gelooven het niet en begrijpen de verstoorde
stemming vau den heer mr. J. Fortuijn Droogleever
evenmin.
Met achting (Jwe Dienstw.
H. J. WENNEKES.
Mozes van DANTZIG.
Mijnheer de Redacteur I
In 1875 werd de heer C. Hoogenboom door de
Goudsche Kiesvereeniging onwaardig verklaard om
de belangen der Goudsche Burgerij iu den Gemeen
teraad voor te staan. In 1882 komt de heer M.
van Dantzig verklaren, dat dat geschied is iu een
„onbewaakt oogenblik
Een „Goudsch kiezer" heeft den heer M v. Dantzig
daarover zeer terecht in de laatst-uitgekomen Goud
sche Courant faire genomen eu eenigszins mij het
gras voor de voeten weggemaaid. Maar toch wilde
ik noch opmerken dat het wel vreemd is dat er
bijna zeven jaren moeten verloopen voor men be
merkt dat de heer Hoogenboom zoo'n geschikt lid
van den Raad was. Noch toen de bh. Messe
maker eu Goedewaagen uit den Raad geweerd werden,
noch toen er een poging gedaan werd om de hh.
Post Drost en Dr. van Iterson als raadsleden te
doen vallen, noch toen de heer Snel de gemeente
verliet, noch ook by de eerste verkiezing in de va
cature Remy werd er in de Goudsche Kiesvereeni
ging over den heer Hoogenboom gedacht. Dat
„onbewaakte oogenblik" komt dus zeer verdacht voor
en 't ware beter ronduit te zeggen wij willen den
Candidaat van Gemeentebelang niet steunen omdat
onze Candidaat gevallen il, dan te spreken over
„onbewaakte oogenblikken" en „loyaliteit". Nu de
Roomsoh-Katholieken in den Heer Hoogenboom hun
man meenen gevonden te hebben, nu eerst bemer
ken de leden der Goudsche Kiesvereeniging zyn
verdienste en in de hoop door de stemmen der
Roomsch-Katholieken den Candidaat ran Gemeente
belang te weren, steunen zij een Candidaat wiens
beginselen lijnrecht met de hunne in strijd zyn.
Waar is de goede trouw dier vereeniging gebleven?
Mogen de Goudsche kiezers toonen dat zij de Goud
sche Kiesvereeniging op dien weg niet willen volgen
Mynheer de Redacteur,
In de N. Goudsche Courant leest men: Hy (de
heerkC. Hoogenboom) was als kandidaat der (Goudsche
Kies-) Vereeniging vroeger raadslid geworden.
Men traoht nu op deze wyze het kandidaat
stellen te verdedigen, doch dat is een onjuistheid.
De heer C. Hoogenboom werd in Juli 1872 in
herstemming tegen den heer J. van Berk tl, kandi
daat der R. K. Kiesvereeniging, lid van den Raad,
in de vacature vau Gennep.
De uitslag dezer verkiezing gaf aan een ige heeren
juiat de reden in de hand, om de Goudsche Kies
vereeniging op te richten.
Het stellen van den heer C. Hoogenboom i» dus
wel consequent.
M. de Redacteur
De handelwijze der Goudsche Kiesvereeniging is in
uw laatste nr. in verschilleude stukken gekarakteri
seerd en in het juiste licht gesteld. Toch verzoek
ik u nou: om eenige weinige plaatsruimte om op
het volgende te wyzen.
De heeren der Goudsche Kiesvereeniging willen bly-
keus haar laatste vergadering in den Raad voor
standers eener waterleiding brengen. Maar waar
om P De concessie werd reeds verleend en wanneer
deG. K. daarop mocht willen antwoorden: zoolang die
er niet ist zyn wij niet gerust, dan moet ik toch
zeggen dat de G. K. en hare leden zeer kort van
memorie zijn. In de maand November jl. toch riep
de G. K. met ophef alle belangstellenden op om te
komen op een soort meeting door haar belegdwaar
men zou hooren spreken overde fVHerleiding. De
bepaalde avond kwam en wat gebeurt er P Het
Bestuur der Goudsche Kiesvereenigingdat de liedeu
had uitgenoodigd, moest hen toevoegen Gy kunt
allen wi-êr onverrichter zake naar huis gaan, want
niet wij hebben u iets te zeggen, maar een onzer
leden en juist deze istoevallig afwezig.
Dit afwezige lid was de heer M. vau Dantzig,
dezelfde die op de laatste vergadering aan de dis-
cussien deelnam. Enfin, het Bestuur sloeg geen schoon
figuur, tnaur er werd toch door dezen eu genen
iets gezegd, waaruit ongerustheid bleek over de tot
standkoming der waterleiding totdat (meu zie het
Verslag der vergadering in de Goudsche Courant van
Woeusdag 23 November) de heer L. van Dantzig
opstoud eu duidelyk eu klaar betoogde, dat er geen
grond was voor de vrees, dat de waterleiding niet
zou komen, daar de waterleiding eerst iu Decem
ber 1882 moet worden geleverd eu de concessional
ris dit in 8 maanden alles zegt te kuuneu maken.
Bovendien was er, zeide apr., 25000 door den
concessionaris gestort, wat de concessionaris uitt
gemakkelijk zou prijsgeven. Deze verklaring stelde
de gemoederen gerust en niemand uitte meer een
placht, ieder gaf stilzwijgend toe het is zoo, 25000
'g te gooien zal de couoessiouaris niet doen.
En nu twee maanden later is men dat alles ver
geten en redeneert weêr eu oreert weêr als r-eda
jaren achtereen en roept slechts om eeue waterleiding
en daarom alleen. Het mo»*t bevreemding wekken,
dat de heer E. L. E. van Dantzig, die én iu de
vergadering van 21 November jl. én in die van
16 Januari jl. zioli van eeu goede zyde deed kennen
door duidelyk en iu flinke taal de puntjes op de
te zetten, niet Maandag jl. ten slotte nog eens bet
woord vroeg om aan te toonen, dat zijn medeleden
niet alleen op het punt der onderwijs-quaestie, maar
ook op dat der waterleiding-zaak de bal deerlijk
missloegen.
Het is jammer dat hij zulks niet deed. Immers,
bet zou hoogst belangrijk zyn geweest oin te zien
in welke bochten de vereeniging zich dan weêr zou
gewrongen hebben, ten einde zich ook uit dat moei
lijke geval te reddeu. Z. Z.
Burgemaettcr eu Wethouder» van Gouda iu orer-
weglug nemende, dat bij art, 2 der reroideninpc op
de invordering der belaiting op de houden, vnstge-
iteld door den raad dier gemeente den 8 October
1875, aau eigenaar» of bezitters dezer dieren oe ver
plichting i» opgelegd om da»rvan jaarlijks in de
maand Januari aangifte en betaling der bela»tiug
te doen.
Herinneren deu belanghebbenden aau die bepaling
met uitnoodiging de gevorderde aangifte en betaling
binnen den daarvoor getielden termijn te doen, ten
einde beboeting te voorkomen.
Gouda, den 21 Januari 1882.
Burgemeester en Wethouder» voornoemd
VAN BBRGBN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
Hedeu overleed in het St. Catharina
Gasthuis alhier WILHELMINA ELISABETH
BEGEER, na een langdurig en geduldig ljjden
in den ouderdom van 23 jaren.
Dankbetuiging wordt bij deze toegebracht
aan Docter ROMEIJN, den Directeur den Heer
RASCH en Echtgenoote en het Dienstpersoneel
van voornoemd Gasthuis, voor de liefdevolle en
gedienstige behandeling aan de overledene ge
durende hare ziekte betoond.
De Familie,
Gouda, BEGEER en
20 Januari 1882. Van OUDSHOORN.
Gevoelig voor de talrijke bewijzen van
belangstelling, bjj gelegenheid van hun 40-Jarig
Jnbilé van verschillende zijden, zoowel van bui
ten als binnen de gemeente, ondervonden, be
tuigen ondergeteekenden daarvoor aan allen
hnnnen hartelijken dank.'
Jb. BORKUS. W
W. BORKUS-
van der Voorde.
Gouda, 19 Januari 1882.
Voor de talrijke bewjjzen van deelne
ming, ontvangen bjj het overlijden van ons
jongste Kindje, betuigen wij onzen hartelijken
dank.
Gouda, 22 Jan. 1882. van Veen.
Gisteren werd na eene korte ziekte de Tim
merman C. GROENENDAL door den dood aan
zijne Vrouw en vjjf hulpbehoevende Kinderen
ontrukt. Uit achting voor den braven huis
vader, die ook in ruimer bring gunstig bekend
stond, hebben de Ondergeteekenden zich vtgr-
eenigd om voor de diepbeproefde Weduwe en
hare Kinderen U we liefdadigheid in te roepen
en U voor hen een kleine wekelijksehe bijdrage
af te smeeken.
Dat de Vader van Weduwen en Weezen
hunne pogingen door Uwe liefderijke gaven
steunen, is de wensch van
V. BERLIJN.
J. W. BRAKEL.
W. J. v. d. BEN.
Gouda, 19 Januari 1882.
Nog onder den indrnk van het smar
telijk verlies van onzen geliefden Vader en Be-
huwdvader, trof ons heden de gevoelige slag
van het onverwacht afsterven, doch voorzien
van de HH. Sacramenten, zjjner dierbare Echt
genoote, onzer geliefde Moeder en Behuwd-
moeder, Mejuffrouw HENDRICA MEEUW1S,
Weduwe van den Heer FRANCISCUS LIE-
VEGOED, in den ouderdom van ruim 66 jaren.
W. P. LIEVEGOED,
Religieuse.
Jos. A. VERHEIJEN.
Gouda, 19 Januari 1882.
Met FEBRUARI gevraagd eene fatsoenlijke
DIENSTBODE, die een Burgerpot kan Koken,
loon 9Q met ƒ26 waschgeld.
Brieven franco onder letters J. L. aan het
Advertentiebureau van A. KOK &Comp., Boek
en Kantoorhandel te Gouda.
Op DINSDAG 24 JANUARIJ 1882, des
morgens te 9 uren, aan het Huis, Wjjk M.
No. 243 aan de Houtmansgracht, van eenen
waaronder gewerkt GOUD en ZILVER en een
JUWEELEN BOOT, en voorts TIMMER
MANSGEREEDSCHAPPEN; Nieuw GLAS-
en AARDEWERK, eene groote partjj KLOM
PEN, enz.
Daags te voren van 9 tot 12 en van 2 tot
4 uren te zien.
En op DINSDAG 3L JANUARI 1882, des
morgens te 9 uren aan het Huis, Wijk E. No.
100 aan den Kleiweg, van: TAFELS, STOE
LEN, BANKEN, GLASWERK, TOONBANK
met Pomp, GEREEDSCHAPPEN, FUST-
WERK, enz.
En onmiddellijk na afloop daarvan
aan het Lokaal Wjjk K. No. 255 aaii de Po-
perstraat, van
waaronder CHIFFONNIÈRE, LINNENKAST,
SECRETAIRE, BUREAU, KABINET, LEDI
KANTEN, BEDDEN en BEDDEGOED; eenig
gewerktGOUDen ZILVER; GEREEDSCHAP
PEN enz.
Daags te voren van 9 tot 12 en van 2 tot
4 uren te zien.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten
Kantore van den Notaris W. J. FORTUIJN
DROOGLEEVER te Gouda.
öp MAANDAG 13 FEBRUARI 1882, voorm.
ten Elf ure, ten overstaan van notaris Ma.
KIST te Gouda, in het logement «dk Paauw»
aldaar, van
No. 1. een HEERËNHUIS met ERF en
TUINTJE, aan de Turfmarkt, wijk H. uo. 89,
te Gouda. Bevattende drie groote en drie
kleinere Kamers, lichten Gang, mimen Zol
der en allerlei gemakken. Te aanvaarden 1
MEI 1882.
No. 2. eene welbeklante HERBERG met STAL
HOUDERIJ, genaamd Burgerlust'Boschbicr-
hutt, in den Vogelenzang, wijk M. Nos. 75
en 77, te Gouda. Bevattende ruime Gelag
kamer, Woonkamers, groot Koetshuis met
Stalling, open Erf, enz.; groot te zamen 200
Ellen. Te aanvaarden 1 APRIL 1882.
No. 3 en 4. twee WOONHUIZEN en ERVEN,
waarvan een in het St. Anthonieklooster G.
No. 119; en eeu op het Regulierswatertje
aau den Raam, O. No. 213, te Gouda.
te Gouda, vraagt tegen l MEI a. s, eene
ZINDELIJKE
Adres met franco Brieven of in Persoon.
Wegens CONCURRENTIE groote AFSLAG.
Van af MAANDAG 16 dezer zjjn de prijzen van
goed wichthoudend en voedzaam Brood als volgt
Gewoon KRENTENBROOD 0.21 p. Ko..
lste soort GEBUILD - 0.19
2de soort of BRUIN BROOD - 0.17 »-
flfLRWE BROOD - 0.14
Verkrijgbaar in de bekende depöts en wordt
ook van uit de Fabriek tot denzelfden prjjs aan
huis bezorgd. adres Spieringstraat F. 49,
H. VAN DEN DOOL.