1882. BIN JNiei c de bevelen der Art. 33. 37, 39, 58, 59, 60 en 71 met aan blijk van G De geruchte van sommige Toch ia het i zijn. Voor h< ding tol aftrec ook buiten d de verwarde l geleden bebbt wen der Eera nog haar zegel Regeering hcc ming van het zal hebben. Gicterenmid wone verglid Men meent Zaken en van zullen verlatei Donderdag vergadering p ken van hei de heer A. hel onderwer vergadering i toegankelijk De Afdeel Liedertafel A Zondag een Zij voerde De eer wn a vereiachten i langstelling, volgde het knoop! ng. I kweten zich de rol van behoorlek w eveneens in onvermeld bl grijpend geaj het publiek, acteurs terug van overdre heeren na d ■fugroeping Toen eenig predikant bij terdam beroc meente de vr ganger zou v schap, toen beroep te bei de we inch o sluit te tooi van wi Rhyu leden ayner In de gist de afd. Goud schappij van in de plaats zoodanig bedi Den heer D daille uilgere roeene Tentoc Voor de j deze gemeent< 2 gouden en Voorts ie hh. W. Groc Jonkheid en uitgeloofd. Verder zijn hb. J. Breeba J. W. Sohoutc van der Poel beroepen en woonplaatsen zij mede op voorschreven register aanteekenen. In dit geval mogen zij de gekochte goederen niet verkoopen binnen zes dagen na dien van inkoop. Bij verkoop na dien tenny'n mogen zij de goede* ren liet afgeven dan na de namen, voornamen, be* roepen en woonplaatsen der koopers in meergemeld register te hebben aangeteekend. Ah zij dezen niet kénnen, mogen de goederen niet dan in tagenwoor* digheid van twee bij hen bekende getuigen aan de koopers worden afgegeveu, terwyl vau de namen, voornamen, beroepen en woonplaatsen dezer getuigen in gezegd register aanteekening moet geschieden. Art. 68. Zij moeten de hun verdacht voorko mende goederen voorloopig aanhouden, en daarvan onverwijld kennis geven aan den Commissaris van Pol. Art. 69. Niemand mag zonder vergunning van den Burgemeester eenige aankondiging omroepen of dat door een ander laten doen, dan door de daar toe door het Gemeentebestuur aangestelde omroepers. Art. 70. Bekendmakingen vun welken aard ook mogen niet worden aangeplakt dan op eigen panden en op plaatsen daartoe door het Gemeentebestuur be stemd, of door de Wet of den Rechter bepaald. De aanplakking behalve op eigen panden mag niet geschieden dan door hen, die daartoe door het Ge meentebestuur zijn aangesteld of door de Wet of de rechtelijke macht aangewezen. Art. 71. Het is verboden openbare verlotingen beneden de honderd gulden aan te kondigen of'TJe houden zonder vergunning van Burgemeester en Wet houders of zonder inachtneming der door hen daar- aiyi verbonden voorwaarden. Het is insgelijks verboden voor het publiek open staande muziek-, dans- of schermpartyen, tooneel- z voorstellingen of dergelijken aan te kondigen of te. houden zonder vcrgunni^ van den Burgemeester of zonder inachtneming (laF door hem daaraan ver bonden y oor waarde n. Art. 72. Wanneeriemand in een rij- of voer tuig of in een vaartuig op den openbare weg of op een openbare plaats iets vindt, dat waarde bezit, moet hij dat binnen 24 uren aan den daarop recht hebbende, of zoo deze hem onbekend is, aan den Commissaris van Politie te hand stellen of doen ter >p rechthebbende zich ïldt, wordt het gevon- hand stellen. Indien de daaroi niet binnen zes maanden aanmel dene aan den vinder afgegeven. Art. 73. Paarden, vee of andere dieren kennelijk zonder meester gevonden wordende, kunnen op last van den Burgemeester in bewaring worden gesteld. Zij worden teruggegeven aan hem. die bewijst daarop recht te hebben, en tegen betaling van de gemaakte kosten van bewaring. Indien de rechthebbende zich niet binnen twee maal vierentwintig uren aanmeklt, kan het in be waring gestelde te lynen bate en schade van wege Burge meesier en Wethouders in het openbaar worden verkocht, of, zoodat noodig geacht wordt, gedood. Art. 74. Tot het constateeren van de overredin gen dezer verordening zyn ook bevoegd al de be ambten der gemeente. Zij maken van de overtredingen proces-verbaal op. Art. 75. Aan de beambten van politie in de ge vallen voorzien bij de artt. 29, 58, 69, 65 en 66 en aan de baggerlieden in het geval voorzien bij art. 87 dezer verordening wordt de last verstrekt tot het doen naleven van die bepalingen of tot het constateeren van de overtreding de woningen, stallen, schuren en erven binnen te treden ondanks de bewoners, met inachtneming van de bepalingen der wet wet van 81 Augustus 1853 (Staatsbl. No. 83), Art. 76. De overtredingen van de bepalingen de zer verordening voor zoovelle daartegen by geene wetten of Provinciale Verordeningen straffen zyn be- dreihd, worden gestraft en wel die van art. 6, 8, 10, 15, 24, 25, 26, 27, 31, 32 en 61 met eene boete van f 1. die van art. 3, 4, 5, 7, 9, 13, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 34 35, 36, 39, 40, 41, 42, 48, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 57, 63, 69, 70 en 72 met eene boete van ƒ1.— tot 3. die van Artt. 14, 26, 28, 30. 53 2e lid, 54, 56, 62, 64, 65, 66, 67 en 68 met eene boete van 3 tot 15.— die van Art. 33. 37, 39, 58, 59, 60 en 71 met eene boete van lo.tot 15.— die van Art. 2, 11, 12 en 29 met eene boete van 10.tot 15.en gevangenis van 1 tot drie dagen, te zamen of afzonderlyk. Art. 77. By het in werking treden dezer veror dening houden op te gelden: lo. De Verordening van Politie vastgesteld den 16 Juni 11 Augustus 1865 eu gewyzigd den 8 October 1875 en den 1 Augustus 1876. 2o. De Verordening op de beweegbare bruggen, vast gesteld den 18 November 1873. Zynde deze verordening aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 10/12 Januari 1882, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschiedt, waar het be hoort, den 21 Januari 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. I Snelpersdruk van A. Brinkman te Gouda Art. 53. Minstens eenmaal ’sjaars en verder zoo dikwijls als Burgemeester en Wethouders dit noodig achten wordt ter plaatse door hen ie bepalen eene algemeene keuring der rijtuigen» die verhuurd worden, gehouden door den Commissaris van politie bijgestaan door drie daartoe door Burgemeester en Wethouders benoemde deskundigen. Ieder rijt ui gaar buur der moet alsdan de hg bem in gebruik of in bezit zijnde rytuigen ter keuring aanbieden. Zijn er op dat tijdstip in gebruik; dan doet de verhuurder daarvan opgaaf en biedt ze op een nader door Burgemeester en Wethouders te be palen tyd ter keuring aan, Art. 54. Als bij bet doen der keuring of ook tusschentyds aan eenig ^ytuig gebreken worden ont dekt, mag daarvau geen gebruik worden gemaakt voordat het hersteld en goedgekeurd is. Art. 55. Op de goedgekeurde rytuigen wordr ten blijke daarvan zoo op de sponningen van den bak als op het onderstel het gemeentewapen en het Jaartal of eene letter ingebrand. Art. 56. Rijtuigverhuurders moeten van elk rijtuig dat zy zich aanschaffen, binnen acht dagen aan Burgemeester en Wethouders aangifte doen. Zij mogen geen rijtuig gebruiken of verhuren, dat niet op de hiervoor omschreven wijs is gekeurd of herkeurd en goed bevonden. Art. 57. Eigenaars of houders van honden moeten hen steeds doen dragen een halsband voorzien van een metalen plaat, waarop de naam van den eigenaar of houder duidelyk is uitgedrukt. Zij moeten tevens zorgen dat hunne houden niet op den openbaren weg losloopen tussoheu elf uren des avonds en zes uren des morgens. Ala Burgemeester en Wethouders oordeelen dat een hond gevaarlyk is voor de publieke veiligheid, zijn zij bevoegd den eigenaar of houder schiftelijk te gelasten dien hond een muilkorf te doen dragen, of wel binnen een gebouw of erf vast te leggen. Art. 58. Het is verboden zonder vergunning van Bargenmeester en Wethouders koestallen ti maken, te vernieuwen of te vergrooten, varkens op te hokken of te mesten. Deze vergunning kan alleen in het belang der openbare gezondheid worden geweigerd. Hee ophokken of mesten van varken mag nooit an ders geschieden dan op een steenen vloer, zoodanig be- metseld, dat de buren ei geen last van kunnen hebben, en met inachtneming der voorschriften, die Burgemees ter en Wethouders voor de openbare gezondheid noodig zullen achten. Art. 59. Het is verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders in gebouwen, vaartuigen of op erven te bergen of te bewaren mestspeciën, dierlijk of plantaardig afval, bedorven vleescb, visch of andere voorwerpen door welke stank of onreinheid wordt verspreid. Ook is het verboden zonder gelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders in de voorschreven plaat sen leder, beenderen of andere stankverwekkende voor werpen te brandt n. Van het verbod in het eerste lid van dit artikel is uitgezonderd koe- en paardenmist, mits behalve op boerenerven bewaard in behoorlijk gemetselde ptu- ten of bakken. Art. 60. Eigenaars of houders van by en mogen de korven of verblyven der bijen niet houden binnen de wateren der stadssingels, en daaa buiten niet an ders dan met vergunning van Burgemeester en Wet houders. Art. 61. Melkverkooper moeten de emmers, vaten of bannen, waarin zij de melk vervoeren of rond- gen met een daarop sluitend houten of metalen deksel gedekt houden, zoolang zy niet voor het uitmeten van melk geopend moeten zijn. Art. 62. Oud-roestverkoopers, uitdragers en in het algemeen zy, aan wier bedrijf verbonden is het onder de hand in* en verkoopen van oud huisraad, kleederen, koper, tin, ijzer, lood of touwwerk en an dere roerende goederen, zyn verplicht van hunne w&on-, winkel- en bergplaatsen schriftelyk opgaaf te doen aan den Commissaris van Politie binnen drie dagen, nadat zij ze in gebruik hebben genomen. Art. 68. Zij moeten zorgen dat aan den hoofd ingang van hunnen winkel of bergplaats een bord gesteld zij. waarop hun naam en bedrijf in letters van olieverw duidelyk en van de straat leesbaar, staan niigedrukt. Art. 64. Zy moeten een registar houden inge richt naar een door Burgemeester en Wethouders te geven voorschrift genommerd eu gewaarmerkt door den Commissaris van Politie aan wien zij dit op den eersten werkdag van iedere maand ter visie aanbieden. Deze kan zich bovendien dat ten allen tijde doen vertoonen. Art. 65. Zij moeten dag voor^dag en zonder open vakken daarin aanteekenen de namen, voornamen, be roepen en woonplaatsen der personen, van wie zij koopen, en den aard, de hoedanigheid en den prijs der gekochte goederen. Art. 66. Zij moeten de door hen gekochte goe deren gedurende drie dagen najden^dag van inkoop tentoonstellen. Art. 67. Wanneer de verkoopers hun onbekend zijn, mogen zij de goederen niet koopen dan in tegen woordigheid van twee bij hen bekende en den ver- kooper kennende getuigen, wier namen, voornamen, Art. 37. De bruikers vau gebouwen of erven en, wanneer zy niet gebruikt worden, de eigenaars zijn verplicht in hunne huizen en tg hunne erven toe te laten de pessone», die van wejjhet Gemeentebestuur belast zyn met het uitbaggeren der zylen, riolen en andere wateren en toe te laten dat de uitge baggerde specie over hunne erven of door hunne huizen worde weggevoerd. Art. 38. Niemand mag meer dan tien runderen tegelijk door de kom der Gemeente drijven, terwijl ieder rund om de horens moet voorzien zyn van een stevig touw. Niemand mag meer dan één stier tegelijk door de kom der Gemeente voeren, de stier moet geknie band zyn of voorzien van een stang of ring door den nus en aan een sterk touw of ketting geleid worden. Hel is verboden stieren boven hetjaar oud ander, dan wel vastgemaakt of aan andere beesten gekoppeld te laten weiden, zoo ook hengsten boven de twee jaren oud te laten loopen in landerijen belendende aan den openbaren weg of aan landerijen bij anderen in gebruik of van het een of ander alleen door gloo ien afgescheiden. Art. 39. Het is verboden zonder vergunning van den Burgemeester wilde of gevaarlijke dieren in de Gemeente te brengen. Art. 40. Het is verboden harder dan in een matigen draf te rijden. Met beladen spoeling-, molenaars en andere vracht- wagens mag slechts stapvoets gereden worden, be halve bjj het op- en afrijden der bruggen ter lengte van twintig meter aan iedere zijde. Art. 41. Het is verboden als een brug geopend is geweest of wordt, die te betreden, daarover te «ijden of vee te drijven, voordat zij is vastgelegd. Het daarover rijden en drijven van vee is bovendien verboden, zoolang niet alle gewacht hebbende voet gangers de brug hebben kunnen verlaten, en door den wachter vergunning is gegeven om door te gaan. Men mag op de bruggen behalve op die welke van. trottoirs zyn voorzien en tosschen die trottoirs 3.50 Meter breed zyn, elkander niet te gemoet of voorbij rijden. Die het naast bij de brug is, rijdt die het eerst over. Over beweegbare bruggen mag niet anders dan stapvoets worden gereden. Art. 42. Voerlieden of berijders moeten bij het tegenkomen, en wanneer anderen hen achterop rijden, rechts uithalen. Zij. die anderen achterop rijden, halen links uit. I Art. 43. De eigenaars of huurders van ry- of voertuigen zijn verplicht te zorgen dat die niet be stuurd wordeu dan door daartoe geschikte personen. De voerlieden mogen zich niet verwijderen ran banne paarden nf muilezels ook dan wanneer deze op straat stilstaan, zonder ze onder behoorlijk opricht te hebben gesteld. Art. 44. Voerlieden van stilstaande ry- of voer tuigen moeten op de eerste aanmaning van de politie beambten oprijden. Art. 45. Het is verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders onaangespannnen ry- of voertuigen en handwagen op straat te laten. Deze vergunning wordt niet vereisebt voor den tyd, noodig tot op- en afladen. Att. 46. By het brengen en afbalen van bezoekers naar en van kerken, schouwburgen, concerted en openbare plaatsen waar samenkomsten gehouden worden, moeten de voerlieden by het op- en afrijden voor de toegangen de beveleu der politie gehoorzamen. Art. 47. De voerlieden, die met hunne rijtuigen op de bezoekers van de plaatsen van samenkomst in het vorige artikel bedoeld blijven wachten of hen komen af halen, zyn verplicht zich te plaat en in de rjj door de politie aangewezen. Zij zijn verplicht ook daar aan politie te gehoorzamen. Art. 48. De voerlieden, die met hunne rijtuigen in de rij staan, mogen de volgorde, waarin zij ge- plaatst zyn, uiet verlaten, dan met vergunning en onder toezicht van de politie. Art. 49. Wanneer de Burgemeester in het belang der openbare orde bet noodig oordeelt, kunnen de bepalingen der drie voorgaande artikelen ook worden toegepast op niet publieke plaatsen en gebouwen waar samenkomsten gehouden worden. Art. 50. Het is verboden de openbare wegen te beryden met aan elkander gespannen rij- of voer tuigen. Art. 51. Bestuurders van sleden moeten naast hunne sleden loopen, en, als de straaten glad zyn, «en tenw daaraan vastheebten, dat zy door een gezobikt persoon doen vasthouden om het slingeren zooveel mogelijk te verhinderen. Art. 52. Bestuurders of geleiders van ry- of voer tuigen met bonden bespannen moeten naast de honden gaan, voor andere rij of voertuigen in tijde uithalen en terwjjl dezen voorbijrijden hun ry- of voertuig doen stilstaan. De azngespannen honden moeten steeds van een muilkorf voorzien zyn. De bestuurder of geleider moet de bonden een touw, riem of ketting vasthouden. De bepaling om naast de honden te moeten en ze aan een sterk touw, riem of ketting vast te moeten honden is niet van toepassing, wanneer de honden gespannen syn onder het ry- of voertuig.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1882 | | pagina 4