m:
HEID
Nq 2758.
BINNENLAND.
f
u i
1882.
y I
II
Vrfldag 28 April.
;en.
JNieuws- en
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Ij*
k f
geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
«I
AD VERTENTIËN
worden
worden berekend naar plaatsruimte.
IOIJER.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN
De inzending van advertentiön kan
Meu schrijft uit Goud» Mn de N. Roti. Cl.-.
gezien, en toen oogen-
W
ISBN
eer
IJiel.
geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
onze
deze
IERLAND
ie verkrjjg-
i aanzien-
loon met
igave van
leuken,
ENHOEF
GOUDSCHE COURANT.
de acte als onderwijzer,
a. de boeren M. A.
Duijn, alhier.
Bedankt voor het beroep naar de christ. ger. gem.
‘,e Waddinxveen door ds. G. A. Gezelle Meerburg,
pred. te Spijkenisse.
een geval van pokken
bejaarde vrouw.
iwburg."
•ijzen van
5000,
J00./100,
enz.
tens 3.
gijn uit-
de trek-
feans heeft
en hoogere
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prijs per drie maanden is f 1.25
tranco per post 1.50.
straat 141,
J. Robs.
sat-Procu-
nstraat B.
ngen den
s., Groote
13. ’s
seuwarden
eer Abba-
itraat 20.
W. T. DB
burg den
>caat-Pro-
Op den Haastiecbtscbeo dijk, halverwege tusschen
deze gemeente en het dorp Haastrecht, heeft zich een
geval van pokken voorgedaan.
O
GOUDA, 27 April 1882.
Als plaatse lijke Commissie voor de internationale,
koloniale en uitvoerhandel-tentoonstelling iu 1883 te
Amsterdam ie houden, hebben zich hier ter stede
geconstitueerd de leden van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken en van bet Bestuur van het
Departement „Gouda" der Maatschappij ter bevorde
ring van Nijverheid. Tot Voorzitter werd gekozen
Dr. H. Uttel de Schepper, tot onder-voorzitter de
heer C. J. C. Prince en tot Secretaris de heer Mr.
J. Fortuyn Droogleever.
de Kamer van Koophandel
Ook te Schiedam heeft zich
voorgedaan, en wel bij eeue
Door de Kumer van Koophandel en Fabrieken
is een request gericht tot den Minister van Buiten-
landsche zaken, om te beproeven den invoer van
levend vee in Engeland weder toe te laten.
Ds. G. de Braai, van Sliedrecht, heeft het beroep
naar de Christ. Ger. gemeente te Bodegraven aan
genomen.
De Koning en de Koningin der Nederlanden zijn
te Windsor gisteren namiddag t/ n 3*/a ure aange
komen. HH. MM. werden aan het spoorwegstation
begroet door den prins en de prinses van Wales,
den hertog van Edinburg en den hertog van Connaught.
De Koningin van Engeland ging de hooge Neder-
landsche gasten op het plein van het kasteel tegemoet
en begeleidde hen tot aan het paleis.
De Koning en de Koningin werden te Windsor
met geestdrift ontvangen. De menigte vulde het sta-
ti onster rein, waar eene talrijke eerewacht bijeen was.
De muziek speelde het Nederlandsche Volkslied, toen
de Koning en de Koningin plaats namen in het rij
tuig van den prins van Wales om naar het kasteel
te rijden. Alle prinsen droegen de uniform met de
militaire Willemsorde. De menigte juichte warm het
Koninklijk paar toe. HH. MM. namen later deel
aan het diner ten bove.
epidemie over het hoofd was
blikkelijk daarop de aandacht beeft gevestigd.
Nu meen ik te weten, dat de Minister van oorlog
zoo’n lastig geval in banden stelt van den inspecteur
van den geneeskundigen dienst, cn deze den eerstaan
wezend officier van gezondheid, in casu te Gouda,
om advies vraagt.
Het advies nu van dezen geneeskundige schijnt
van dien aard te zijn, dat het blijkt, dat niet alle
geleerde heeren het over een epidemie eens zijn,
want de slotsom is, dat het voornemen blijft bestaan,
dat met 1 Mei een 30 militairen van hier naar
Woerden worden gedetacheerd euz.
Het grappige geval kan zich nu voordoen en is
zoo onwaarschijnlijk niet, dat in ’t laatst van April
den officier een paar uur verlof naar Woerden
wordt geweigerd, om eens naar een geschikt kwar
tier uit te kijken, terwijl hij den eersten van de
volgeude maand met zijne manschappen de Woerde
naars op hunne tegenwoordigheid komt vergasten.
Het is byua niet te gelooven, niet waar, doch
te vergeefs onderzoek ik tot nu toe of de geruch
ten, tot mij gekomen, valsch zijn.
Zoudt gij, M. de R. mij, door uw veelgelezen
blad, wel in de gelegenheid willen stellen door den
een of ander, zoo mogelijk beter ingelicht te worden
dan verblijf ik gaarne, na u mijn dank gebracht te
hebben voor de mij toegfstane plaatruimte met de
meeste hoogachting enz.
Maandag en Dinsdag zijn te ‘s Gravenhage 16
Candida ten geëxamineerd voor
waarvan 9 zijn toegelaten, o. a.
A. de Bock, G. O. Hey, P. van
De kiesvereeniging Burgerplicht alhier hield Dinsdag
avond eene vergadering tot bespreking van het be
kende verslag omtrent kieswet hervorming, uitgebracbt
door dc heeren Hartogh c. s. als gedelegeerden uit
vrijzinnige kiesvereenigcn in de voornaamste gemeen
ten van Nederland.
De vergadering was slecht bezocht; er was slechts
één vierde der leden (7 van de 28) tegenwoordig.
Bij de discussie over het rapport (zie onze num
mers van 31 Maart en 2 April) bracht men over
het algemeen hulde aan de daarin vervatte denk
beelden. Was inderdaad het verkrijgen van grond
wetsherziening op het stuk van de verkiezingen
onmogelijk, dan was men het met de stellers van
het rapport eens, dat de voorgeslagen verbeteringen bin
nen de perken der grondwet in de eerste plaats in aan
merking moesten komen. Doch op den voorgrond
werd gesteld, dat er nog nooit eene ernstige po
ging was gedaan om tot grondwetsherziening te ge
raken en dat het niet wenschelijk was tot dergelijke
palliatieven zijn toevlucht tc nemen, voordat proef
ondervindelijk de onmogelijkheid gebleken was om
het kwaad in den wortel aan te tasten men achtte
partiëele herziening van de art. der grondwet be
treffende den census, enz. zeer wel mogelyk; althans
de wenschelijkheid werd betoogd, dat de liberale
partij het initiatief daartoe zou nemen en niet reeds
bij voorbaat de onmogelykhtid eener herziening aan
nemen, zonder dat een voorstel was gedaan en
mislukt was.
In overeenstemming met deze gedachtenwisseling
■werd er eene door tnr. J. Fortuyn Droogleever voor
gestelde en door den heer Roest van Limburg gewijzig
de conclusie met algemeene stemmen aangenomen.' Zon
der zich dus uit te laten over de meerdere of mindere
doeltreffendheid der door de commissie voorgeslagen
verbeteringen binnen de perken der grondwet, zal aan
de commissie worden te kennen gegeven, dat naar
Het is my niet ontgaan dat u in den laatsten tijd,
sedert de pokken in onze gemeente epidemisch zijn
verklaard, de lezers van uw geacht blad nu en dan
op de hoogte stelt van bet aantal gevallen, die
zich hier van die gevreesde ziekte voordoen. Den
aandachtigcn lezer kan bet dan ook niet zijn
ontgaan, dal die gevallen boe langer zoo schaarscher
worden.
Beschouw ik toch de offidede opgaven, dan vind
I ik van 25 Maart1 April 1 aangetast, 0 overleden;
van 18 April 3 aangetast, >0 overleden; van 815
April 2 aangetast, 1 overleden.
Deze vermindering dugteekent niet slechts van
25 Maart af, reeds lang te voren waren de nieuwe
gevallen zoo schaarsch, dat ten ieder hier ter stede
weldra het oogenblik te geinpet zag waarop de pro
vinciaal geneeskundige inspecteur zijn veto over de
epidemie-verklaring zou uitspreken.
Uit een welbegrepen belang voor handel en nij
verheid drong bet dagelijksch bestuur onzer gemeente
dan ook daartoe bij den heer Inspecteur aan; doch
deze heer liet zich door onze vroede mannen niet
verlokken, achtte het geschikte lydstip daarvoor nog
niet gekomen en merkte op, naar ik gehoord heb,
dat ZEd. het wel zou laten weteu als hij dat uoo-
dig oordeelde.
In de^e uitspraak berusten wy Gouwenaars dan
ook, in de overtuiging dat de maatregel noodzake
lijk is voor den algemeenen gezondheidstoestand in
fdeii lande".
Het moeilykst berusten hierin echter de militairen
bier in garnizoên.
Volgens de wet namelijk van 4 December 1872
geplaatst in ’t Recueil militaire van 9 April 1873
moet de garnizoens-kommandant bij eeue dddemie-
verklaring van zijn garnizoensplaats kennisgegeven
aan den Minister van Oorlog, den Inspecteur v. d.
geneesk. dienst en den bevelhebber der mil. afd.,
en alsdan wordt, zonder speciale vergunning geen
militair uit of naar zulk een gemeente verplaatst,
bepaalde noodzakelijkheid uitgesloten.
Onze officieren en minderen zien nu wel dage
lijks de burgers de stad verlaten en weder binnen
komen, zien wekelijks de marktdagen als gewoonlijk
door andere gemeentenaren druk bezocht, doch zijn
zei ven versloken van bet genoegen om voor korten
of langeren tijd met verlof te gaan. Wel zien we
nu en dan een grenadier of huzaar langs
grachten wandelen, doch ik vermoed dat
een verlof naar eene naburige gemeente hebben
gekregen en nu maar een snoepreisje naar het
epidemisch verklaarde gebied maken.
Hoogst merkwaardig echter is hetgeen mij dezer
dagen ter oore kwam en dat ik u nu ga mededeelen.
Met deu len Mei a. s. wordt er een officier
met ongeveer 30 man voor eeu maand van hier
gedetacheerd naar Woerden, om ja, ’t spijt me
dat ik u niet kan mededeelen waarom, maar zeker
moet het een dringend geval zijn, dat het juist
manschappen uit een epidemisch verklaarde garni
zoensplaats moeten zijn. Met l Juni wordt dit
detachement vervangen door een ander var. hier,
De Tweede Kamer hervatte haar zittingen Dins
dagmiddag met een vergadering, waarin kennis weid
genomen van de ingekomen stukken en wetsontwer
pen, de afdeelingen opnieuw werden samengesteld an
net oordeel van Burgerplicht alleen afdoende ver
betering van den politieken toestand te verkrijgen is
door wijziging der grondwet en wel door een partiëele
herziening van de bepalingen betreffende het kies
recht, de verkiezingen, enz.
haast zeggen om te beproeven of de epidemie in de
nieuwe garnizoensplaats ook vat heeft.
Ik stel mij zoo voor, dat, toen onze garnizoens
commandant die aanschrijving van de bevoegde auto
riteit ontving, ZEd. gestr. dacht dat door d*ze de