en
■11
1882.
BINNENLAND.
Np 2763.
1 het
JVieuws- en
Advertentieblad voor-Gouda en Omstreken.
Woensdag 10 Mei.
I
1 1.20,
I
de deelneming
ouda*
indcr hel
ziekelyke
ld friseb.
ïcreikendc
i zekerst
He kiezen.
vorig
bedankt
rd
vater
GOUDSCHE COURANT
he Cou*
door den
louda.
ADEN van
in artikel
it voor dit
nnisse van
‘boek voor
den 22sten
gen uitge-
retarie van
liggen, be-
Gemeente-
districten,
rolder aan-
Hngemaal-
en en de
ngelanden
denkingen
zij daarbjj
n, binnen
q dus vóór
le noodige
tigde Ver-
ct na kort
zonder ze
Ó.80.
?n doozen
igsmtddel.
Irukkelyk
el te ver-
elke van
zijn ge*
r op de
E. van
(blauwe
Snabilié,
Schiedam
rd ijk; te
3D H. H.
a by S.
en Zoon;
n Labry
H middel
oeten en
Korsten,
den der
ftenen.
voor elke
ere ziekte
indvleesch.,
j aanbou*
skundigen.
Medailles
Staten-Generaal. Eerste Kamer. Zittii g
van 8 Mei 1882.
In deze zitting is .de heer van Roijen als lid toe
gelaten. ‘Verschillende ontwerpen zijn metalgemeene
stemmen aangenomen, waaronder dat tot aanvulling
der wet tot regeling van dienstgebruik der spoorwe
gen en onteigening. Heden had voortzetting plaats
der werkzaamheden. De heer van Limburg Stirum
heeft verlof gevraagd en bekomen om den minister
van waterstaat te interpellecren over de verbetering
van de rivier de Waal.
Wij vestigen de aandacht onzer stadgenooten op
de iu onze courant geadverteerde leening, uitgeschre
ven door de IJsel Stoomtramweg-maatschappy, welker
geprojecteerde lijnen ook voor onze stad en provincie
van veel gewicht zijn. De inschrijving tot deel
neming in die leening is thans geopend, en kan
men zich daartoe wenden o. a. tot de firma Kuox en
Dortland alhier. Wij herinneren aan hetgeen de
-v—-•-e,omaatschappij beoogt. Zy stelt zich voor, eene stoom-
reen "boomeii en^een 'particuliere theetuiuije» meer, lram-»trbiu<ling daar te stellen luaschen de volgende
en vroeger lag Gouda te midden van bosschen. plaatsen Gouda, Haastrecht, Oudewater, de Meern,
Ik herinner mij o. a. wel eeua geleien te hebben Ouden Kyn, Utrecht, U.slctein,' Jutfaas Vreewijk,
dat in het Goudsche bosch jaarlijks zooveel reigers Benschop, Cabauw en Schoonhoven. Verder tusscheu
Gouda, Waddinxveen, Boskoon, Alphen, Oudshoorn,
Benthuizen, Zeg waart, Soetermeer, Voorburg, 1)11 ft,
Rotterdam, Leidschendam, Stomp wijk, Voorschoten,
Wassenaar, Leiden nog van Leiden door de Haar
lemmermeer naar Haarlem en Amsterdam. Voorts
zal* zij trachten iu aansluiting met de lijnen, die
bovengenoemde plaatsen zullen verbinden, hel net uit
te breiden.
De werkzaamheden zullen een aan vang nemen met
de lijn Leiden, Voorschoten, WassedharUtrecht.de
Meern, alsmede Gouda, Oudewater. Naar omstandig
heden zullen op verschillende plaatsen tie werkzaam
heden tegelijkertijd worden aangevapgen.
De uitgifte der aandeelen geschiedt bij seriën, elk
groot 200,000.
Aan *t hoofd der onderneming staan mannen als
de hh. W. C. Mojel, luit.-kol. der art., adj. van,
Z. K. H. den prins van Oranje, J. H. de Groot,
ond-chef der firma de Groot Kolft Co. te Batavia
jhr. mr. de Bosch Kijnper, reter. bij waterstaat»
C. J. van der Oudermeulen, te Wassenaar, mr. F. H.
Göbel, voorz. van ’t Amsterd. polderbestuur, heemraad
van ’t waterschap Mijdrecht. Directeuren zijn de hh.
L. F. Hojel en 1. "H. Muller te ’s Hage.
Gisterenmorgen ten 11 ure ongeveer bewoog zich
een droeve -stoet door Gouda’s straten'. Het stoffelijk
overblyfel van den beer D. Lulius van Goor werd
naar de laatste rustplaats gebracht. Op het lijkkleed
was een groot aantal bloemenkransen gehecht, welspre
kende tolken van de achting en vriendschap, die
men voor den overledene gevoelde en welke straks
op htt kerkhof nader door ons in oogensuhouw zullen
worden genomen. Achter de sombere koets, die het
omhulsel bevatte van hem, die zoo plotseling uit het
leven dat hem nog zoo toelaohte I werd wegge
rukt, volgden tal van koetsen met vrienden en ver
wanten van den overledene, waarbij ziuh hadden aan
gesloten een tweetal koetsen met personen, die aan
de zaak, waarv^da overledene een der hoofden was,
verbonden waren.
Langs de straten en grachten, waarlangs de stoet"
trok, waren velen;onzer ingezetenen te zien, die den
aandoenlyltn tocht volgden mei een traan in het
oog of een zucht op de lippen en menig woord,
fluisterend gesproken, getuigde van de deelneming
in de droevige plechtigheid. Zooals wij reeds in oud
dat in het Goudsche bosch jaarlijks zooveel reigers
werden gevangen, dat met de opbrengst daarvan de
sledelijke ambtenaren werden betaald en de kosten
der schutterij bestreden. Maar langzamerhand sloopten
onze voorvaders de bosschen, om er weilanden van
te maken en hpptuineu. Ja, zelfs iu het naburige
Zevenhuizen had men in de zeventiende eeuw nog
een bosch, waarin een groote menigte reigers, le
pelaars, kraaien en schollevaars nestelden.^-De nesten
j o! voorstanders der dierenbescherming/ sluit uwe
oogen, opdat ik T niet op mijn geweten hebbe, dat
u eep onheil overkomt de nesten werdert op
Hemelvaartsdag en Pinksleren uitgeschud, om het
welk te zien vele vreemden $>van elders kwamen.
De jonge vogels werden dan met schuiten vol naar
de Hollundsche steden gezonden om daar verkocht
te worden, wat, zegt de geschiedschrijver,-’ den heer
een goede som gelds opbracht. Maav o weede
bosschen zijn eerst in hoptuinen veranderd, en tóen
de welvaart der burgers toenam, zijn deze veranderd
in pleiziertuinó} en in moestuinenen nu, nu
hebben we geen bosschen meer, geen hoptuinen
meer, geen pleiziertuinataumoer; nu hebben we om
de stad vlakke weilanjro met plassen water door
sneden, terwijl de boomen om de stad verdwenen
zjjn, ter wille van eenvormige huisjes, zoo klein
zijn dat ze u zouden doen denken dat de plaats
myner inwoning werd bewoond door lilliputters.
De Raad mag er waarlijk wel eens aan denken oi^
een bunder of wat weiland aan te koopen en die te
herscheppen in plantsoen, wil hel niet sbover ko
men, dat de kinderen naar] het Haagsche bosch
moeten gaan om eens een boom te zien, tenzij ze
daar allen hebben plaats gemaakt voor bezemstelen.
De pokken houden hier nog maar stand. Ik
schreef het needs weken geleden, van een epidemie
die hier eenb is uitgebroken, is het niet te voor
spellen wanneer ze ons verlaat. Mocht de water
leiding komen .4. maar daar zullen we te vergeefs
op moeten wachten, evenals misschien op een heil
zame verordening waarbij bepaald wordt, dat bij
elk huis een regenbak moet zijn. Want verbeeldt
tf, alle regenwater vloeit hier weg langs de straat,
terwijl het zoo heerlijk kon vervangen worden door
het zop zeer verontreinigde grachtwater.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zittingen
van 8 Mei 1882.
In deze zitting is het hartdelstractaat met Frankrijk
sterk bestreden door de hh. Keuchenius, Borgesius,
Heydenrijck, van Baar, da Bruyn Kops en A. van
Dedem en verdedigd door de hh. Gleichman, Bastert
en Mees. Des avonds ten 9 ure had voortzetting der
discussie plaats. De Minister van Buitmlandsche
Zaken en verscheidene andere sprekers voerden het
woord.
Ten slotte werd het tractaat verworpen met 43 tegen
37 stemmen.
Tegen stemde o. a. de heer Bichon van IJselmonde,
vóór stemde de heer Patyu/
nr. meldden, had de familie van den overledene
voor de aangeboden militaire honneurs, zoo-
dat de stoet gekeumerkt werd door zekeren eenvoud,
welke dieu des te aandoenlyker maakte.
Op de begraafplaats had zich intusschen een
buitengewoon talrijke schare vereenigd ten einde
tegenwoordig te zijn bij de teraarde-bestelling. Onder
dezen merkten wij op vele burgerlijke en militaire
autoriteiten, als de Burgemeester dezer gemeente,
verscheidene Leden van den Gemeenteraad, Officieren'
der dd. Schutterij, der ..Weerbaarheids-vereeniging
Burgerplicht en van het 4e reg. Infanterie, verder
verschillende Deputaties en Gominissien uit Colleges
waarvan de overledene bestuurder was, men zag
hier o. a. vertegenwoordigd oe'Kamer van Koop
handel en Fabrieken, de vrymetselaars-loge: de Ware
Broedertrouw, de Maatschappij vota nieuwe Geoo-
troieerde Gasbereidiug, waarvan de overledene pres.-
comm, was, enz. enz., terwijl voorts een groot aan
tal belangstellenden waren opgekomen om getuigen
te zijn van de plechtigheid.
Deze allen schaarden zich om de groeve toen de
stoet op de begraafplaats aankwam. Naar het graf
werd de kist gedragen door hh. onder-officieren van
de dd. Schuttery en het was op “flat oogenblik, dal
wij de heerlijke collectie kransen konden bezichtigen,
die haar sierden wat keur van fijne blomjneu, een
laatste zichtbare hulde van zijne dierbare bloedver
wanten, van zijne hem innig liefhebbende vrienden,
van het korps officieren der dd..Schutterij en van de
Weerbaarheidsvereeniging „Burgerplicht". Dwongen
alle kransen bewondering af, niet het minst die
van laatstgenoemde vereeniging, waaraan e£u prach
tig zwart zijden lint met zilveren franje voorzien, waar
boven de symbolen waren geschilderd van dood,
eeuwigheid en opstanding, terwijl op het lint do in
scriptie stond: Aan ons hooggeacht eerelid D. Lulius
17 4
van Goor. Geboren 18—42. Overleden 18 82.
1 5
Weerbaarheids-vereeuiging „Burgerplicht. Ook
die van de Schutterij was zeer smaakvol geschikt
en ook deze maakte als ae overigen een prachtigen
indruk.
Een ademlooze stilte heerschie in het rond, toen
de kist in de groeve daalde, en daarop trad, de
Burgemeester dezer Gemeente, de heer Mr. A. A.
van Bergen IJzendoorn tol het graf en sprak onge
veer als volgt-’*
„Het is mij als een droom, dat wij hier staan aan
het graf van Lulius van Goor.
Nog zoo korten tijd geleden mochten wij hem zien
in het volle genót van kracht, gezondheid en levens
moed, en nu na een ziekbed van weinige dagen
ligt daar zijn zielloos óverschot vóór ons in de groeve
der oulbinding. Zoo ons ooit een krachtig „Gedenk
te sterven" werd toegeroepen, dan is het zeker aan
dit graf.
Maar het is niet alleen en niet het meest het
plotselinge, het onverwachte van dit afsterven, dat
ons trefi, het is bovenal het groote verlies, dat door
zynen dood geleden wordt, het verlies in zijn gezin,
ia zijn familie- en vriendenkring, in onze stad inde
^maatschappij!
Het is nog niet veel meer dan een jaar geleden,
dat de vreugdetonen door onze stad weerklonken ter
eere van den nieuw benoemden, den jeugdigen be
velhebber onzcnSchvitterij. Een ieder nam deel in de
vreugde van dieu dag, omdat men wist dat s Konings
keuze gevallen was op een man, iu elk opzicht die
Hooge onderscheiding waardig, omdat men de belang
stelling keude, die hij steeds aan die gewichtige Na
tionale instelling had gewijd, en omdat men de over
tuiging bezat dat hij onder alle omstandigheden
voldoen zou aan de op hem rustende verplichting.
Met Just en moed heeft hij zijne taak aanvaard.
Door velen werden reeds zijne goede bedoelingen er
kend, zijne juiste inzichten gewaardeerd,.maar de dood
heeft hem belet verder de verwachtingen te vervullen,
die van hem gekoesterd werden.
Doch, hoe groot zijne liefde voor de Schutterij ook
Het schilderwerk van deze krans was vervaardigd
door den beer E. Wessels le Rotterdam, die daarvóór alles
zins een woord van lof verdient, terwijl de beer H. W. Otlo
alhier met de vervaardiging van verschillende kransen veel
eer inlegde.
t GOUDA, 9 Mei 1882.
Het bekende voorstel van den Wethouder G. Prince
om terug te komen op het vroeger genomen raads
besluit tot demping der Blauwstraat zal Vrijdag 12
Mei e. k. door den gemeenteraad worden behandeld.
Voor de akte als onderwijzeres werden den 4,
5 en 6 Mei te ’s-Gravenhage geëiamiueerd 15
candidaten; 10 trokken zich terug; 1 werd afgewezen,
terwyl o. a. werd toegelaten mej. E. G. L. van
Beuzekom uit 'Gouda.
Aan eene correspondentie uit deze gemeente aan
de Arnhemsche Cl. ontleenen wij het volgende
Ik zal u wel niet behoeven te zeggen dat op
deze gemeente, het middenpunt van een zeer land
bouwende streek, het oog is geslagen door alle
exploiteerders van tramwegen. De weg naar Bode
graven zal spoedig bereden worden, de rails zijn
ten minste langs de gehcele lijn gelegd en de re
mises zijn gebouwd. De proefritten hebben zelfs
reeds plaats gehad en goed voldaan. Men is nu
weder aan het onderhandelen om een lyn aan te
leggen langs Gouda naar Schoonhoven. Of er iets
van komen zal, is nog moeielijk te zeggen. Maar wan
neer het gebeurt, dan hoop ik dat rnen de lijn langs
deze «tad niet zal lateu loopen langs den Singel, de
eenijfe plek waar men nog eenige boomen heeft. Na
tuurschoon heeft men hier niet, en de boomen die er
nog staan moeten langzamerhand plaats maken vooi
allerlei derde en Vierde -soorts huisjes. Wat een
verschil met vroegere tijden! Tegenwoordig ziet men
I
I