r
K,
Gouda.
enomen bij
□ek Nieuw-
BINNENLAND.
Vrijdag 19 Mei.
tteland.
T.
vn
EN.
^au
huis
18S2. wijaag i» net. No 2767<
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
erkende
seas,
is heden
ij
de lijn
Na
d IJtel.
o'
stelling
sketbak-
p
ellingen.
i
'Men.
tatie t>
l een
mp en rui
en Om-
gatraat,
r straat.
Wijn en
goudsche courant.
In de terechtzitting der Rotterdamsche Arr.-Recht-
bauk ran gisteren stond terecht
Chr. v. H., schippersknecht te Gouda, bekt. van
verzuim van aangifte voor de nationale militie. Riach
10 boete of 1 dag gev.
Over 8 dagen uitspraak.
Ingevolge het in November jl. door den ge
meenteraad
daging voor den lijd
niwburif."
irjjzen van
5000,
1000, 100,
enz.
istens 3.
g zijn uit-
■n de trek-
kane heeft
een hoogere
van ’s-Hage genomen besluit tot ver-
.jl van zes maanden van het
onder den indruk der toen gepleegde nachtelijke
'ERLINGE
ARB0RG-
>or VLA8-
1’8.
0. 8. a/h.
JH VAN
De inschrijving op de 2e Serie van het aandee-
leukapitaal der IJtel Stamtramweg-maatichappii ia
volteekend.
IN DIJK op
Maandagavond jl. heeft zich alhier eene afdeeling
geconstitueerd van het Nederlandsch Onderwijzers-
Geuootsohap. Een 26-tal leden traden toe. Als be
stuurders zijn gekozen de heeren H. W. Kramers,
voorzitter, R. Leopold, tweede voorzitter, 11. J. W.
Hnber, penningmeester, 8. Posthumus, le secietaris,
en J. van Kempen, 2e zecretariz.
Werd de dienstregeling en bet perednen-tarief voor
de tram GoudaBodegraven in ons Zondags nr.
vermeld, wij deelen nu nog mede, dat het tarief
van Bagage, per 10 kilogram (onderdeden als 10
kilogram gerekend en met een minimum van 10
cents) van en naar de onderstaandp plaatsen ia
als volgt:
Van Gouda naar de Reenwijkschebrug 5 ets, naar
de Spokersbrug 7 ets, naar Bodegraven 8 ets. Van
de Reeuwjjkschebrug naar Spokersburg 5 ets, naar
Bodegraven 6 ots. Van de Spokersbrug naar de
Reeuwjjkschebrug 4 ots. Van de Spokersbrug naar
Bodegraven 3 ets.
gulden aan tafelzilver uit het huis en naar de bank
van leaning draagt zonder ontdekking. En hoe wil
men eerlijke dienstboden hebben, of zyn dienstboden
op den duur eerlijk houden, wanneer men zelf door
slordigheid, gebrek aan toezicht en onordeljjkheid
dag aan dag de gelegenheden geeft, die den dief maken?»
breiding der nachtpolitie.
Alleen L“
met een hoofdinspecteur van
GOUDA, 17 Mei 1882.
De stoomtramweg GoudaBodegraven
feestelijk geopend en zal, naar wij reeds meldden,
morgen voor het publiek openslaan.
Eindelijk heeft dan de gebeurtenis plaats gehad,
die zoolang werd tegemoet gezien en is de gewenschte
verbinding tot stand gekomen.
Wij wenschen onze gemeente geluk met dit feit
en hopen dat de resultaten, die deze lijn zal opleveren,
in alle opzichten zullen beantwoorden aan de ver
wachting, die men daarvan koestert.
De gemeenschap met een zeer welvarende streek
heeft nu een groote verbetering ondergaan en wanneer
ook verdere plannen zyn volvoerd en de tramlyn
GoudaSchoonhoven tot stand is gekomen en ook
de andere geprojecteerde lynen vaststaau, dan vormt
Gouda het middenpunt van een uitgebreid tram-
wegnet, waardoor de bloei en de welvaart onzer
gemeente uit den aard der zaak zeer moet toenemen.
Het is daarom, dat ons de opening van de lijn
GoudaBodegraven met genoegen vervult.
inbraken gedane voorstel tot reorganisatie der nacht
politie, zou deze aangelegenheid eerstdaags wederom
in den Raad behandeld moeten worden.
De Burgemeester is thans op dat plan terugge
komen en heeft den Raad voorgesteld om geen ge
volg te geven aan zijn vroeger denkbeeld tot uit-
U—zlsw naz>htnnlltl£a
wenscht hij het personeel uittebreiden
politie, die bij de
administratie van den dienst werkzaam zal worden
gestel d
Mr. J. P. Amersfoordt betuigt in het N. v. d. D.
zijne bevreemding over het antwoord, door de regee-
ring gegeven op bet verzoek van vele kamers van
koophandel en landbouwmaatsehappijen, om bij de
Engelsche regeenng te willen aandringen op vrijen
invoer van melkvee uit Nederland in Engeland, nl.
dat de regeenng zich voorloopig van nadere stappen
meent te moeten onthouden met het oog op de onge-
neigdheid van het Engelsche gouvernement, om den
invoer toe te staan, zoolang niet hier te lande, ook
in het spoelingsdistrict, zoowel de longziekte als het
mond- en klauwzeer geheel geweken zijn. Het ant
woord bevreemdt mr. A. om drieërlei reden voor
eerst omdat deze zaak behandeld schijnt te zijn door
den minister van binnenlandsche zaken, blijkens het
bescheid, door dien minister op een adres van de
Harlingsche kamer van koophandel gegeven, terwijl
de ouderhandelingen van den veehandel sedert lang
worden behandeld door dan minister van buitenl.
zaken. Vreemd is het ooki dat de minister de En
gelsche regeering niet heeftl gewezen op zijn eigen
officiëele staten, waarbij telkhns wordt gezegd, dat ook
in het spoelingsdistrict zich geejn gevallen van long
ziekte, mond- of klauwzeer^ hebben voorgedaan, en
voorts, dat er een minister van binnenl. zaken is
gevonden, die het landbouwbelang der Nederlanders
zóó begrijpt, dat hy •SsmH zoude schryven, dat hij
zich in zake van vrijen veehandel voorloopig van
nadere stappen meende te moeten onthouden. Dit
laatste hebben de Nederlandsohe veefokkers niet ver
diend, naar het oordeel ran mr. van Amersfoordt.
Hy stelt de vraag, of niet de Nederlandsche land
bouwers zich zouden kunnen vereenigen, om aan Z M.
den koning eerbiedig te vragen, dat hij, bij de keus
van nieuwe ministers, het oog zoude mogen vestigen
op althans éénen minister, die, als was het ook
nog zoo weinig, van den landbouw mocht verstaan,
of zoo die niet aanwezig is, dat er althans iemand
mocht worden benoemd aan een der ministeriën,
in staat om den minister omtrent landbouwbelangen
althans eenigszins in te lichten.
In een „brief uit de Hofstad" aan de Arnh. Ct.
leest men, over „de zonderlinge opvatting der be
trekking tusschen meester en huisbediende, die bij
zooveleu bestaat en waarin de eerste oorzaak van
alle klachten over slechte dienstboden te vinden is*
z/Zoo lang men huisbedienden eenvoudig beschouwt
als inwonende werklieden, die werken voor loon en
kost en over wie men zich verder niet te bekommeren
heeft, zoo lang zal het ras achteruit gaanwil men
het ras verbeteren, of althans de exemplaren waar
mede men zelf in aanraking komt voor verval be
hoeden, dan behoort men ze te beschouwen en te
behandelen als huisgenooten, als leden van het gezin,
die met zorg moeten worden nagegaan, en voor wier
overtredingen niet wegjagen en politie het eerste en
laatste woord moeten zyn. Voor den huisvader,
evenals voor den staatsman, is vooruitzien en voor
komen de grootste deugd. Met een weinig belang
stelling en menschenkennis zal men al vry spoedig
kunnen weten, of men dienstboden in huis heeft, die
een voor de hand liggende som zouden ontvreemen.
En zoo zou ook een greintje belangstelling en luttel
menschenkennis, wat meer is de kleinste dosis ge
wone huisvaderlyke zorg, den voornamen heer te
Rotterdam, over wien de dagbladen dezer dagen
spraken, behoed hebben voor de diefstallen in dienst
baarheid, door zijn huisknecht bedreven. Al sta ik
zelf niet aan het hoofd van een groote huishouding,
toch begrijp ik opperbest, dat er veel aan de huisse-
lijke orde hapert, daar waarheen huisknecht //bij ver
schillende aangelegenheden successivelijk" (zoo ver
meldde het verslag der terechtzitting) voor achthonderd
Zaterdag 20 Mei e. k. heeft in de Sociëteit *Ons
Genoegen" alhier de vergadering plaats van onderwij
zers in het arrondissement Gouda. Daarop zal de
verkiezing plaats hebben van een len secretaris en
een .penningmeester en behandeld worden de volgende
vraag is het mogelijk en wensohelijk al wat ma
chinaal is uit bet onderwijs te verbannen In te
leiden door den heer R. Leopold.
De burgemeester van ’s Hage, de heer Gevers Dey-
noot, deelde gisteren aan den raad mede, dat hij om
gezondheidsredenen zijn ontslag als burgemeester aan
den Koning heeft moeten vragen.
De Nederl. Bell-Telephoon Maatschappij heeft aan
het gemeentebestuur van ’s-Gravenhage verklaard,
dat zij de haar verleende concessie voor den aanleg
en de exploitatie van telephonische geleidingen in
die gemeente aanneemt.
Een officier, die byna twee jaren onder de beve
len van generaal v. d. Heijden te Atjeh gediend
heeft, komt in ’t N. o. d. D. op de beschuldiging
en de nota van den minister van koloniën terug.
Hij constateert, dat de iudruk over de nota des
ministers algemeen ongunstig is geweest. De nieuwe
beschuldigingen tegen des generaal ingebracht zijn
even weinig gegrond, als de vroegere. De 2 of 3
opvolgende kontroleurs hadden het sluiten van Modjo
Pahit voor ic— en uitvoer noodig geacht. Wat de
generaal dus deed was zijn dure plicht, en ’t is
schandelijk daarover hem een verwijt te maken.
Steeds trachtte de generaal twisten tusschen Vorsten
en hoofden in der minne te schikken. Tegenover
de kwade trouw des vijands was bet een hooge nood
zakelijkheid, dat de schepen vooraf te Olehleh moes
ten gevisiteerd worden men wilde steeds oorlogstuig
in ’t geheim binnen smokkelende Goev.-Gen. liet
zich in die zaak alleen door angstvalligheid voor
Penang leiden. Wat de dwangarbeiders betreft, de
schry ver heeft het herbaaldelijk als ooggetuige gezien,
dat de generaal zich hun zaak aantrok. Maar zon
der rottingstraf ware er in Atjeh met hen weinig
oi niets te doen geweest, en men kon hun arbeid
niet missen men had geen veldtochten of patroeljes
kunnen doen. Na al het leed, dat aan generaal
v. d. Heijden is aangedaan, schrijft de officier, zou
bij willen, dat de generaal als lid in den Raad van
N. Indie weder naar Java vertrok. Want helaas,
er zijn nog Nederlanders die aan den onschuld van
den generaal twijfelen tegenover dezulken ware eene
dergelijke rehabilitatie billijk.
Het Maandblad der Holl. M. oan Landb. voor Mei
bevat onder den titel //altijd groen voer" een verslag
betreffende een proefneming met bet iukuilen van
groen voer door den heer van der Breggen te Wad-
dinxveen. Na een inleiding vervolgt de heer v. d. B.
aldus
uIk waagde in Sept. 1880 ongeveer een hectare
gras aan, niet met vertrouwen ia de zaakdoch
dat gras was al vier dagen doornat geregend, ’t bleef
regenen, er kwam toch niets van terecht; dit kon
ik er licht aan wagen en met stortregens werd het
ingehaaldtot Nieuwjaar liet ik het onaangeroerd
en maakte toen den kuil open, een geweldig zure
lucht was het eerst wat wij bemerkten en toen het
gras bloot kwam, zag het er vies en donker gekleurd
uit. De eerste gedachte was dat het naar de mest
vaalt gebracht zou kunnen wordener was echter
geen verrotting te bemerken, ’t was nog even sterk
als gras, ’t werd voor eenig jong vee gelegd, die er
eens aan ruikten, eens proefden, doch het daarbij den
eersten dag lieten; na drie dagen aten mijne twee
jarige drachtige vaarzen het met graagte, ten slotte
alles schoon op, en nimmer hebben mijne vaarzen
er beter uitgezien.
Toen dit in zoo natten staat binnengereden gras
zulk een goede uitkomst gaf, moest een vervolg ge
leverd worden; in den zomer van 1881 meende ik
echter myn beste gras er nog niet aan te moeten
wagen, daarom reed ik ongeveer 90 lichte wagen
vrachten gras binnen van wegen en andere kampjes
land, waarvan het anders veel tijd zou gekost hebben
om te hooienhierbij waren eenige vrachten van
een nieuwe kunstweide, die met gerst, gras en klaver
was ingezaaid en bij het binnen halen zeer sappig
waren. Al het gras werd denzelfden dag dat het ge
maaid werd, bij droog weer binnengereden, in vyf
dagen was de inkuiling afgeloopeuin de schuur
was het gras in drie afdeelingen verdeeld en werd
na de vulling het gras met planken overdekt en
daarop een laag zand van ongeveer 30 centimeters
overeenkomende met een gewicht van 500 Kg. per
vierk. meter.
Pit jaar achtte ik het noodig melkende koeien er
mede te voederen, ik zette daarom 12 myner vroeg-
kalvera apart, begin December werd een der afdee-
41